Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. DE LAFAARD. No. 2982 Zaterdag 11 October 1919 30e jaargang IN V ALIDIÏE ITS WET. EENE GEVOELIGE LES. PRESIDENT FOCK. Buitenland. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 90 cent, voor het buitenland met verhooging der bekomende porto's. Advertentien worden aangenomen by de Redactie, den boekhandelaal M. £>e Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huubregsen te Goes. ADVERTENTIEPRIJS: |Van 1 tot en met 5 jegels 60 c^pt; elke regel meer 12 cent. By abonnement aanmerkelyk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-AdresPostbus, Goes. Deze Courant verschijnt eiken Vrij(1 keuvel 11(1 en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Ter Neuzen. Nu de datum van 3 December L91S begint te naderen en dus de uitvoering van de Inva liditeitswet haar beslag zal krjjgen, is het noodzakelijk, dat zoowel arbeiders als werk gevers ou de hoogte zjjn van <je bepalingen omtrent allerlei details der wet. In bet volgende zal getracht worden de belangrijkste bepalingen vast te leggen. Alvorens hiertoe over te gaan, ljjkt het mjj niet ondienstig nog even te memoreeren in welk stadium van voorbereiding de uitvoering der invaliditeitswet verkeert. De aanmeldingsformulieren, ingevuld eu onderteekend door den werkgever, komen nog steeds dagelijks binnen en het aantal aanmel dingen bij den Raad van Arbeid te Middelburg is reeds zeer groot. Na verschillende bewer kingen op bet kantoor van den Raad wordt vastgesteld op grond van dat formulier of een arbeider al of niet onder de wet valt. Valt hjj onder de wet, dan zal dus na 3 Decem ber a.s. voor dezen arbeider premie betaald moeten worden. Wat gebeurt nu vóór 3 December a.s. Aan ieder arbeider, die onder de wet valt, wordt per aangeteekende brief toegezonden een rentekaart en een renteboekje, zoodanig dat deze exemplaren omstreeks (doch niet vóór) 3 December in zjjn bezit zijn. De rentekaart verdient de meeste aandacht, omdat daarvan elke week bjjna gebruik moet worden gemaak., terwijl bet renteboekje altijd in het bezit van den arbeider bljjft en meer het karakter draagt van spaarbankboekje, waarin dus de arbeider steeds kan zien hoeveel zegels en tot welk bedrag aan premie voor hem is betaald. We bepalen ons dus voorloopig tot de rentekaart. De rentekaart dan vermeldt ten eerste bet nummer (rentennmmer) waaronder de bezitter van die kaart bjj den Raad te boek staat, en ten tweede de geldigheidsduur der kaart, die 1 jaar bedraagt (voor den overgangstijd van 3 December 19191 Januari 1921) is deze geldigheidsduur atwjjkend van een jaar. Verder zjjn op de binnenzijde der kaart 52 vakjes aangegeven, zoodat voor elke week 1 vakje bestemd is. Op die vakjes moeten nu de zegels geplakt worden ter voldoening van de premie, b.v. a. wordt per week loon uitbetaald, dan plakt de werkgever voor of geljjktjjdig met deze betaling een zegel voor die week overeenkom stig de loonklasse, waartoe de arbeider behoort; b. wordt per maand uitbetaald, dan worden door den werkgever evenveel zegels geplakt FEUILLETON. 3. (Slot.) Het was reeds laat op den middag, toen Cécile en Roger uitreden. In den aanvang draafden zjj sprakelooS voort, maar op een gegeven oogenblik riep zjj haar hond toe: «Kom hier, Shan. Loop niet weg, vrindI» Roger gaf zjjn paard zoodanig de sporen, dat het dier steigerde. «Ik hoop toch niet, dat gjj u verbeeld hebt dat ik op iets doelde,» zeide zjj haastig. «Neen,» gat hjj op doffen toon ten antwoord. «Vertel mjj hoe het gebeurde,» hernam zjj «Ik wenscb het uit uw eigen mond te hooren gjj wilt immers onze vriend worden P» «Maar gjj zult alles hebben gelezen. Ik stond te spreken met Max Fereditte, den eeuigen vriend, dien ik daarginds bezat, een best mensch, en toen gebeurde het. Ik had het schot niet gehoord en plotseling zonk hjj kermend neer en spatte zjjn blhed mjj in de oogen. Ik kon niet zien; maar ik liep weg, tot ik over iets struikelde en viel. Dat bracht mjj weer tot bezinning. Het Was daar onge baande, dicht begroeide grond, het scheen mjj jaren toe, voordat ik ce plek kon weervinden. Er bleven slechts vier mjjner manschappen over, drie hunner waren dood, de anderen wa ren gevangen genomen. De vierde was ge- als er weken (ot deelen van weken) in die maand zjjn. Zoo zullen dus de eene maand 5 en de volgende maand 4 zegels geplakt moeten worden, zoodanig dat in een heel jaar 52 zegels geplakt zyn; o. wordt over korter tjjd dan een week loon betaald, dan plakt de werkgever over de week, waarin het loon wordt betaald, een zegel, wan neer er tenminste al niet een zegel is geplakt in een geljjkwaardige of hoogere loonklasse. Deze kwestie verdient nadere beschouwing. Bjj de eerste Loonsuitbetaling moet premie betaald en dus zegel geplakt worden; de werk- gever, die dus dat eerste loon betaalt, is ver plicht de zegels te plakken, zoodat andere werkgevers in die week na die eerste loons uitbetaling geen zegels meer behoeven te plak ken. Het kan echter voorkomen, dat een arbei der de le dag of dagen der week werk heeft verricht dat b.v. in de 3e loonklasse is ge rangschikt en dat in die loonklasse zegel is geplakt. Daarop volgende dagen kan die arbei der werken in een vak dat in de 4e of 5e loonklasse is gerangschikt en waardoor hjj dus recht heelt op een hojgere premie. Die latere werkgever moet dan nog een zegel plakken overeenkomstig die hoogere loonklasse, waarin arbeid is verricht. De zegels zjjn te verkrjjgen op de kantoren der posterjjen en bjj den Raad van Arbeid. Omtrent het renteboekje dient nog vermeld, dat alle aanteekeningen in dat boekje door den Raad van Arbeid geschieden. In vervolgartikelen stel ik mjj voor de ver schillende rechten en plichten zoowel der werkgevers als der arbeiders te behandelen. Mochten er onder onze lezers zjjn die nog vragen wenschen te stellen omtrent de Inva liditeitswet, dan stelled wjj ons blad gaarne daarvoor beschikbaar. Eventueel ingekomen vragen zuUeu dan door ambtenaren van den Raad van Arbeid worden beantwoord. België heeft eene gevoelige les ontvangen in het groothertogdom Luxemburg. wond en ik slaagde er in hem het huis binnen te dragen. Dat is alles.» «Maar gjj zjjt terug gegaan,» zeide Cécile op plotseling zeer vriendeljjken toon. «Ja,» sprak hjj bitter: «toen alles voorbjj was en er niet meer werd gevuurd. En toch, God weet, dat ik hoopte te sterven. Terwjjl ik terug liep, mjjn manschappen toeroepend stand te honden, was mjjn eenig verlangen in tjjds te komen om het eerst en aan hun spits te sneuvelen.» Het jonge meisje staarde hem met wjjd geopende oogen aan. «Gjj zjjt een held,» duisterde zy «Het was zjjn bloed, zoo vlak in mjjn gelaat. Ik hield van hem en hjj was de eerste dien ik ooit zag sterven.» «En gjj hebt dit alles niet voor den krjjgs- raad gezegd?» «Waartoe zou het gediend hebben? Ik was eenmaal weggeluopen. Dat kon niemand ver staan.» «Maar ik versta het», sprak Cécile zacht en legde de kleine hand op zjjn arm. «En het was dapper terug te gaan. OI ik ben zoo bljj dat gjj dit deedl» Hjj drukte haar sprakeloos de hand en zjj reden verder onder een wel sprekend stilzwjjgen. «Wjj moeten terug keeren,» zeide het jonge meisje eindelijk. Terwjjl zjj in stap huiswaarts reden, kwa men zjj langs tWee kermiswagens, waarvoor eenige in lompen gehulde lieden zaten te eten. Wat de staatkundige kwestie betreft, dat de Luxemburgsche bevolking met groote meerder heid zich verklaarde voor de regeerende groot hertogin, dit was geen slag, die kon treffen. Maar wat wel zeer doet, dat is de afloop van de stemming over de economische aan sluiting. Met groote meerderheid verklaarden de Luxemburgers zich voor een tolunie met Frankrjjk. Hoe is het mogelijk, dat deze afloop voor België zoo droevig is, terwjjl het toch bekend was, dat vroeger in Luxemburg sterke sym pathieën heerschten? Het antwoord geven vele Belgische bladen zelf. Het is het brute optreden van de annexio- nisten in België. De manier, waarop deze heeren zich ge dragen hebben tegenover ons land en ook tegenover Luxemburg, waar zjj verdere doel- eiuden nastreefden dan alleen een economische aansluiting, heeft de menschen in Luxemburg wakker geschrikt. Van Fransche zjj de heeft men weinig moeite gehad om het voor dat land schitterende re sultaat te bereiken. Men had alleen de propaganda-artikelen van de Belgische annexionisten te toonen en de methodes van de Belgische agenten te doen zien. Dat was meer dan voldoende. De verschillende Belgische bladen verhelen hunne teleurstelling niet en zooals we reeds aanstipten, ronduit verklaren zjj, dat huuue annexionistische landgenooten de schuld dragen van deze mislukking. Een der bladen vraagt of na de Luxemburg sche les nog een Hollandsche les noodig is. Als men de hooghartige taal van Minister Hymans tegenover de interpellatie van den heer Woeste leest en men ziet, dat vele Bel gische algevaardigden met die taai instemming betuigden, dan gelooven wjj, dat die heeren werkeljjk aan één les niet genoeg hebben, al was het eene zeer gevoelige. Van onze zjjde bljjve men met*kracht voor onze belangen en rechten optreden. Met kracht en tevens met waardigheid. Zoo'n optreden moet vruchten dragen. In binne ï- en buitenland moet men de over tuiging hebben, dat niet alleen Zeeuwsch- Vlaanderen en Limburg als grondgebied bjj Nederland behooren te bljj ven, maar dat ook de wateren in die landdeelen onvervreemdbaar Nederlandsch bezit dienen te zjjn. Zoo is het geweest en zoo is het goed Ook voor "België zelfl «Zigeuners,» zeide Roger en lachte. Hjj gevoelde zich onbegrjjpeljjk bljj te moede. Eene bruine vrouw stond off en naderde hem. «Laat mjj de mooie dame waarzeggen,» zeide zij met zangrjjke stem. «Goed,» zeide Roger haastig en reikte haar een geldstuk toe. Cécile trok glimlachend haar handschoen uit. De Zigeunerin greep haar vingeren vast. «Een mooie hand» zeide zjj na een poos; «er valt veel goeds in te lezen. Veel geluk, veel eer en rjjkdom, een echtgenoot, die u )ierer heeft dan zjjn eigen leven.» Zjj keek naar Roger: «Een edele echtgenoot en heel jong...» «Genoeg van dien onzin!» riep het jonge meisj6, «Neen, neen; heel jong, met een fraai bleek gelaat en donkere oogen. Gjj zult met hem uitrjjden de eerste maal dat gjj hem ontmoet en hjj zal u zjjne liefde bekennen en daarna zult gjj hem vergezellen op zjjn levensweg Cécile rukte hare vingeren thans los eu rende voort, in een oogenblik had Lestrelin haar ingehaald. Het was bjjna donker gewor den. Hjj verloor het hoofd. «Cécile 1» riep hjj uit en sloeg de aj^nen om haar been. Zjjne lippen ontmoetten de hare. Het was eerst, toen zjj een half uur later het huis vooi zich zageu liggen, dat hjj ont waakte uit zjjn tooverdroom. Hjj streek met de hand over de oogen en waggelde in den zadel. «Wat heb ik gedaan?» mompelde hjj Na in een tweetal vergaderingen eenige huishoudeljjke aangelegenheden te hebben be handeld, is de Tweede Kamer op 30 September weder haar jaarljjkschen arbeid begonnen. Het afgeloopen parlementaire werkjaar is er een geweest van groote vruchtbaarheid, de Kamer beeft daarin veel behandeld Dat zulks mogeljjk is geweest, is voor een groot deel te danken aan haar president, Mr. Fook. De Kamer weet wien zjj in hem heeft: een wel willend, onpartjjdig leider, en tevens een, die er van houdt de zaken af te doeu. Dat moge niet altjjd overeenstemmen met al de wenschen van alle leden, deze eigenschap van den Voorzitter komt in niet geringe mate de totstandkoming van belangrjjke zaken ten goede. De Kamer in baar geheel voelt dit ook wel en schikt zich dan ten slotte ook gaarne naar de leiding van haar Voorzitter. Dit is wederom duidelijk gebleken, zoowel aan het einde van het oude, als bjj het begin van het nieuwe zittingsjaar. Bjj de eerste gelegenheid bracht de heer Nolens, onder in- stemming van de geheele Kamer, hulde aan de beleidvolle, tactvolle en opgewekte leiding van den Voorzitter en in de eerste vergade ring van de nieuwe zitting bleek de Kamer zich deze woorden te herinneren en weder te onderschrijven. Met schier algemeene stemmen werd Mr. Fock weder als üo. 1 op de nomi nal». voor het voorzitterschap geplaatst, aan een tegencandidaat werd zelfs niet gedacht. Dit is wel het beste bewjjs dat de geheele Kamer haar voorzitter waardeert. Wjj hopen, dat ook gedurende dit zittings jaar de J£amer aan Mr. Fock die medewerking zal toonen, waarop hjj als haar voorzitter ia zoo groote mate recht heeft. President Fock is de rechte man op de rechte plaats. UitHongarjje. Het Hongaarsche blad Vilag rekent uit wat de radenregeeriug aan Oostenrjjk-Hongarjje beeit gekost en komt tot een totaal van 13 milliard 675 millioeu. Het roode leger alleeu kostte 2 milliard 660 millioen. Reeds in de eerste helft van April kostte het roode leger 10 millioen per dag en in Juni kostte het 25 millioen per dag. %21 coöperatieve instel lingen beschikten over een bankcrediet van 1 milliard 300 millioen. Voor binnenlandsche- propaganda zjjn 25 millioen uitgegeven en voor buitenlandsche 150 millioen. 150 andere mil- Zjj legde de hand op zjjn arm. Haar oogen schitterden als sterren. «Verwjjt uzelven niets,» sprak zjj op zachten toon. «Gjj hebt mjj bewaard voor eene mis daad. Ik stond op het punt zonder liefde te trouwen; maar ik wist ook niet wat liefde beteekende. Gjj hebt mij dat geleerd. Voordat ik u ontmoette kende ik slechts eerzucht en trots.» «O! zwijg!» zeide hjj op gebroken toon. Zjj hield plotseling bij dien klank haar paard in. «Gjj wilt toch niet zeggen vroeg zjj doodsbleek. «Ik kan niet] Ik kan niet!» kreunde hfl. «O, mjjn lieveling 1 hjj is mjjn vriend!» «Zult... zult gjj mjj verlaten. Roger? Hebt gjj mjj dan niet lief?» «Neen, ik heb u niet lief?» herhaalde met een doffen snik. «Gjj liegt!» riep zjj uit. «Gjj bemint mjj; maar gjj zjjt een lafaard!» en zy rende de oprjjlaan door. Op dat oogenblik vlogen drie raven krassend uit de eeuwenoude boomen. Van het kleine spoorwegstation zond Roger het paard terug, met het volgende briejje aan Buckworth «Ik kan den aanblik der menschen hier niet dragen en vertrek naar Amerika met de eerste boot de beste. Vergeet mjj. R. Lestrelin.» De staatsman las deze regelen en mompelde «Ik begrjjp maar niet, dat hjj de zoon is van David Lestrelin. Arme jongenMaar vrou wen zien scherper dan wjj. Gjj hebt het altjjd gezegd, Cécile, dat hjj een lafaard was! ZEEUWSCH NIEUWSBLAD. Alhoewel in een volgend" artikel de kwestie nader zal worden besproken, stip ik vast aan, dat volgens artikel 232 der invaliditeitswet op de rentekaart en de daarop geplakte zegels absoluut niet mag worden geschreven of een teeken mag worden gezet. Alleen het dagtee- keuen is verplicht en in sommige gevallen het parateeren der zegels toegelaten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1919 | | pagina 1