Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. DE LAFAARD. No. 2980 Saterdag 27 September 1919 BOe jaargang De waarheid verspreiden, ook en vooral in het buitenland. Van het voetstuk gedaald. Buitenland, ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 90 cent, voor het buitenland met verhooging der bijkomende porto's. Advertentien worden aangenomen by de Redactie, den boekhandelaar M. De Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huijbbegsen te Goes, ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke regel meer 12 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-Adres Postbus, Goes. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavoiid en wordt uitgegeven door de N.V. Zeeuwsch nieuwsblad, gevestigd te .er Neuzen. Al schjjnt het annexeeren van Nederlandsch grondgebied vrjjwel van de baan te zjjn, toch geeft men zich in Zeeuwsch-Vlaanderen nog niet aan optimisme over. België heeft verschillende wenschen of eischen, aan welke o. i. niet mag toegegeven worden. Zoo wordt er druk gehamerd op de militaire beveiliging, nu Nederland ongerept moet blijven. Nu meenen wjj, dat het feit, dat Neder landsch Limburg Nederlandsch was, voor België een voordeel is gebleken. Ware Limburg of het Zuidelijk gedeelte daarvan Belgisch ge weest, de Duitsche inval ware sneller geweest en hadde meer kans op eindelijk succes gehad. Generaal Terwisga heeft duidelijk in het licht gesteld, hoe slap de veidediging der Belgische Maas ten N. van Luik is geweest. Het is te hopen, dat zjjn geschrift ook in Engeland, Amerika en andere landen algemeen bekend wordt. Een onzer dagbladen vroeg naar aanleiding van deze leerzame brochure, wie en dan liefst spoedig zou komen met een geschie denis der Scheldekwestie Wij zouden er bij willen voegenook met eene geschiedenis van het kanaal GentTer Neuzen. Dan zou zonneklaar blijken, dat alle rede lijke wenschen van België voor zjjne verbinding met de zee steeds ten volle door ons zjjn in gewilligd, dat van onze zjjde niets de onge stoorde economische ontwikkeling vau België heeft in den weg gestaan. Maar wij wezen er reeds meer op bekendheid hieraan zou moeten gegeven wor den, zou reeds lang moeten gegeven zijn alom in het buitenland. De verkeerde voorstellingen, door Belgische annexion! sten in het buitenland verspreid, ster ven niet haar eigen dood. Daartegen moest door ons van den beginne at de juiste geschiedenis ^egeven zijn. Met kracht hadden wjj verkeerde meeningen en onjuistheden bijtijds te keer moeten gaan. Waarom bleet zoo lang in België, en Frank- FEUILLETON. Hjj liep langzaam de straat op, zwaar op zjjn stok leunende, als stond hjj niet vast op de beenen. Zjjn voeten waren nog niet aan den vasten wal gewoon en hjj gevoelde zich ziek. De koorts had niet in zjjn aderen uit- gewoeld. Een oogenblik bleet hjj stilstaan en blikte om zich heen. Hjj was alleen en toch scheen hjj al de hem onbekende gezichten meer te hebben gezien. Alles wat hem om ringde zeide hem dat hjj weer in het vader land terug was. Hoezeer had hjj niet naar die ure verlangd! Hjj hervatte thans zjjn tocht en zocht een bekend hotel op. Hjj liep de witte marmeren vestibule door en begaf zich naar de eetzaal. Frits, de oberkellner keek hem eenige secon den nadenkend aan en naderde hem toen glim lachend. «Mjjnheer Lestrelin!» riep hjj uit: «het is een pleizier u eens weer te zien, mjjnheer. Wilt gjj de oude plaats aan het venster hebben Lestrelin zonk neer op een stoel en leunde met den elleboog op het tafeltje. «Gij komt uit den oorlog, mjjnheer?» her nam de bediende: «Wjj hoorden dat gjj ge- woud waart. Soep, mjjnheer?» Lestrelin bestelde verstrooid zjjn menu en bleef toen op het witte tafellaken staren. Daarna stak hjj een cigarette op en terwjjl hjj dat deed zag hjj zjjn eigen gelaat in een spiegel tegenover hem. Hjj bestudeerde het: een mager, bleek, heel jong gelaat. De oogen waren vastberaden en bruin; de mond had ieis goedigs; kin en neus bezaten krachtige ljjuen. Het was een weemoedig, fijn en schoon gelaat, omljjst door dik geplant, donker haar. rjjk vooral, ook bjj hen die ons niet ongenegen waren, de meening heerschen, dat de Duitschers in Augustus 1914 door Nederlandsch Limburg getrokken waren? Omdat onze vertrouwensmannen in den vreemde er niet onmiddelljjk bjj waren om die berichten tegen te spreken. Eene Duitsche stafkaart, als in Brussel op hing, gaf aan die verkeerde meening een cachet van waarheid. liet was niet de geringste verdienste van den heer Van Vollenhoven, dathjj die stafkaart verwjjderd wist te krjjgen. Maar hjj is bjjna de eenige geweest die iets in dien geest deed. En thans nog is die verkeerde meening niet overal uitgeroeid. Omdat men in het begin dit kwaad liet voortwoekeren. Daarom houden wjj vast aan de leus: de regeering wake voor ons recht en onze belan gen, roaar ieder, die kan, geve ook de juiste voorstelling van zaken in het buitenland. Dat moet ons ten goede komen. Het is' ongetwjjteld waar, dat de Belgische naam over de geheele wereld tjjdens den oor log gerezen was en dat de Belgische natie oru haar onverdiend ljjden eene ongekend sympathie genoot. Maar even waar is het, dat de annexionis- ten in België door hun imperialistisch drijven den naam van België in aanzien hebben doen verminderen en het licht, dat van België uit straalde, hebben verduisterd. Niet alleen in de neutrale landen, maar ook bjj de volken, die met het kleine land eene geweldige wereldmacht bekampten, heett de houding vau Minister Hjjmans c.s. een onaan- genamen indruk gemaakt. Het schijnt, d^t behalve degenen in België, die zich van den beginne af te weer stelden togen de annexatiepolitiek, ook anderen gaan inzien, dat de moreele positie van hun land belangrjjk is geschokt, en dat materiëele «Ik zou wel eens willen weten of lafaards er zoo uitzien prevelde hij. En hjj werd aldus vanzelf tot bet begin zjjner ellende terug gevoerd. Iedereen had gezegd, dat hij nooit zjjn aanstelling als of ficier zou hebbén verkregen, ware hij niet de zoon van David Lestrelin geweest. Hij was maar een rjjke jongen en vrij wat beter voor de diplomatie geschikt geweest. Voor dat hjj naar het oorlogsveld vertrok, hadden zjjn club vrienden hem een groot banket aangeboden en had zjjn stiefmoeder hem, met tranen in de oogen, omhelsd, zeggende: «Herinner u altijd, dat gij de zoon van uw vader' zjjt en ioe trotsch hjj op zijn naam was.» En hjj had het belootd, de knappe luite nant Roger Les relin. Zjjn cigarette was uitgegaan. Hjj liet zijn eten koud worden; want hjj zag een klein dal voor zich; er liep een riviertje doorheen; aan het eind daarvan stonden eenige huizen. Hjj zag zjjn manschappen, achttien in getal, voor een deur staan lachenhjj hoorde den kreet van dén ouden Mae Fereditte, toen hij door den dopdeljjken kogel getroffen werd hjj voelde diens bloed in zjjn eigen gezicht spatten, hoorde de kogels om zjjn ooren flui ten en weer overmeesterde hem het gevoel van afschuw, dat hem had aangegrepen, toen hjj zich omwendde en wegliep. Daarop volgde de krjjgsraad; de schande; al het geschrijf daarover in de couranten en deze jammerljjke terugkeer in het vaderland. Hjj wierp eenig geld op tafel en trad naar buiten: «Ik moet moeder onder de oogen komen,» sprak hjj met oen zucht. Een korte rit bracht hem naar zjjn ouderlijk huis. De dienstbode, die hem open deed, was hem on bekend. «Ik ben mynheer Lestrelin», zeide hjj «Zeg aan mjjne moeder, dat ik er ben.» Het meisje aarzelde«Mevrouw is te Scarbo rough,» zeide zij«en ik weet niet voordeelen niet kunnen opwegen tegen dit verlies. Waren de annexionisten door hun dolzinnig en verfoeilyk streven niet ganscheljjk verblind geweest, ze hadden op grond van de erva ring, in den wereldkrjjg opgedaan, moeten beseffen, welk een kracht en steun de sym pathie in alle landen voor hen en hunne medestrjjders geweest is. België was op een hoog voetstuk gekomen. Het is de schuld van eigen landzaten, van de annexionisten, dat het daarvan is afgedaald. De eerste wrange vrucht van het annexionisme Het gerechtvaardigd wantrouwen van een bevrienden buurman wordt niet op eenmaal weggenomen, al moge de methode van Hjjmans c.s. zich onder den drang van anderen ook wijzigen. De kolennood.in Duitschland. De dreigende koleunood heeft het ministerie voor economische zaken genoopt tot verdere beperkingen van het personenverkeer over te gaan. In Opper-Silezië wordt voor eenigen tjjd een zoo goed als geheele staking van het per- sonenverkeer noódig geécht. Bjj sterke beper king van dit verkeer hoopt men niet alleen meer kolen voor de goederentreinen ter be schikking te krjjgen, maar ook door ontlasting van de ïjjnen, stations én marktplaatsen, be nevens door het vervoer van personen mét goederentreinen groote bezuinigingen te ver- krjjgen en wagens en locomotieven beschikbaar te krjjgen voor het vervoer van steenkool, speciaal in het Opper-Silezische bekken. De moeiljjkheden, welke de invoering van de be perkingen van het personenverkeer met zich brengen, worden niet onderschat, maav de kolencrisis met haar vernietigende gevolgen voor het Duitsche economische leven, ei cht buitengewone maatregelen. Deze verkeersbe- perkingen zullen slechts van tjjdelijken aard zjjn, tot het gelukt is de voorraden van zeer belangrjjke bedrjjven en de spoorwegen aan te vullen. Een bericht uit Straatsburg meldt, dat «Is geen der vroegere dienstboden hier?» «Alleen de keukenmeid «Gij kunt haar zeggen dat ik terug ben,» zeide Roger, binnentredende: «Ik ga naar mjjn kamer.» In zjjn eigen vertrek lag alles dooreen, zjjn koffers, boeken en papieren. Alles was beladen met stot. Het was alsof hjj in een sterfhuis kwam. Hét dienstmeisje tikte aan de deur. «Mevrouw heeft een brief voor u achter gelaten, mynheer. Hier is hij.» Deze brief luidde: «O! Roger, hoe hebt gjj zoo iets kunnen doen? Gjj hebt mjjn hart gebroken en ons voor altjjd onteerd. Gjj moet dit jaar niet naar Scarborough komen. Ik moet alleen zjjn, om het te kunnen dragen. Gjj deed beter voor- loopig naar den vreemde te gaan. Buck worth zegt dat men u slecht behandeld heeft n dat het een quaestie van politiek is; maar dat zal de wereld nooit gelooven. Ik heb uw vader altjjd gezegd, dat hjj u verkeerd groot bracht als hjj weer tot het leven kon keeren zou hjj het daaromtrent met mjj eens zijn. En vóór uw vertrek beloofdet gjj mjj nog au den naam te denken! Ik kan u niets zeggen, Ro ger, ik ben troosteloos. O! zoo uw vader dat geweten had K. E. L.» «Zjj heelt geljjk,» mompelde de jonge man. Op tafel lag nog een brief. Hjj herkende het schrift van John Buck worth. «Ik kan hem nu niet lezen; het zou te veel zjjn op eens,» fluisterde hij, stek den brief bjj zich en ging uit. Hij kwam langs den Haymarkét-schouwburg. Aan de deur daarvan stond Ryle, een zjjner vroegere vri oden. «Hoe maakt je het, beste kerel?» rr eg Lestrelin, op hem toetredende. Ryle wierp zjjn cigarette op straat, Leerde hem den rug toe en ging zwjjgend het ge- de productie van ijzererts in Elzas-Lotharingen in Augustus 1919 heelt bedragen 655.000 ton, tegen 656.000 ton, tegen 656.000 ton in Juli j.l. De uitvoer bedroeg 760.000 ton, zoodat de reserve-voorraden sterk moesten aangesproken worden. Men is thans doende, buitenlandsche werkkrachten aan te werven, ten einde de pro ductie op te voeren. Het stervende Petersburg. Een Engelsch journalist, die onlangs over Reval uit Petersburg terug keerde, beschouwt het lot van de vroegere Russische hoofdstad als beslist. Over twee maanden zal nauwelyks een enkele van de 400.000 inwoners in leven zjjn. Reeds thans lijkt het leven op een doodstrjjd. Alleen de instellingen der sovjet- regeering functioneeren uog mechanisch in een omgeving van algeheele hopeloosheid en vertwjjfeling. De spoorwegchaos is zoo groot, dat het, onmogeljjk is levensmiddelen aan té voeren en daarbjj staat de dood door bevriezing aan de poorten van Petersburg. Toen de journalist vertrok, was er nog slechts voor 14 dagen brandstoffen, terwjjl eenige aanvulling daarvan ondenkbaar was. Uitgeput door den eiudeloozen strjjd, ziet men in de kringen der sovjet de hopeloos heid zjjner bemoeiingen in.- Wanneer Peters burg slechts ten val zou kunnen worden ge bracht, zou het heele communistische stel sel ineen zakken. Maar dat moet dan nog in uown herfst geschieden. De troepen, die in den komenden winter de stad zullen bin nenrukken, zullen slechts een uitgestorven stad vinden: ingesneeuwde straten en ver- stjjtde lijken in jjskoude huizen. Men is thans met' allen spoed begonnen de houten huizen der stad al te breken, ten einde aan brandstoffen te komen. Het brandstoffen- comité heeft toestemming verleend tot de af braak van 150 houten huizen. Het comité voor de verdediging van Petersburg heeft bevel gegeven tot gedwongen requisitie van vilt en linnengoed. In Kiët zjjn, na de verovering der stad op de bolsjewiki, veertigduizend lijken gevon den van slachtoffers van het roode schrikbe- bouw binnen. Hjj had Roger zelts geen blik gegund. Lestrelin bedwong een wild verlangen hem achterna te snellen en in het gelaat te slaan, hem at te straffenmaar hy was niet tot zulke daden opgebracht, vreesde zich be- lacheljjk te maken en wat had hij kunnen doen? Ryle was hem geld schuldig. Hjj stak de straat over en ging een koffie huis binnen. «Geef mjj een flink glas cognac met spuit water.» riep hjj den knecht toe. En daar las hjj Buckworth's brief: «Waarde Roger! Gjj zult dezen brief hier of daar ontvangen. Ik zend er een afschrift vau naar uw huis, naar de club en naar Kaap stad. Vat moed, mjjn jongen. Er is iemand die niet aan den zoon van David Lestrelin wanhoopt en die man ben ik. Ik ken. u al van de wieg af en ben zeker van u. Die zaak in Zuid-Afrika moet verkeerd behandeld zjjn; ik zal haar weer in orde brengen. Kom zon der uitstel naar mjjn buitenplaats te Benhile. Gjj moet er geen dag mede wachten. Hebt gjj de couranten gelezen? Dan weet gjj ook, dat ik trouwen ga. Het huwelyk is bepaald op den 17de en Roger Lestrelin zal mjjn getuige zjjn. Gjj kunt mij dat niet wei geren. Miss Cranston, mjjne bruid, zegt dat gjj er de geschikte persoon voor zij t. Daarna zullen wjj wel eens zien wat men nog durft vertellen. Zoo gjj uws vaders zoon wilt zjjn, moet gjj den storm het hoofd bieden. Ontwjjk hem niet. Ik bljjf onveranderlyk uw vriend John Bückwokth.» Dat schrjjven schonk den jongen man nieuw leven. Binnen een half uur tjjds had hjj zjjn koffer gepakt en bevond zich op weg naar Buchworth's landgoed. (Wordt vervolgd.) 4

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1919 | | pagina 1