Provincienieuws.
Gem ügd Nieuw s.
rngozondpü stukken
Retrenchement Tot wethouders onzer ge
meente zjjn gekozen de aftredende heerer L.
Basting en Abr. J. fiisseeuw.
De gemeenteraad bestaat nu uit vijf vrij
zinnigen en twee chr -historischen.
Sluis. Tot wethouders zijn benoemd H
van Masjjk (a.-r.) en A. Aernoudts,
Oostburg. Zondag had alhier een dioevig
ongeval plaats. De landbouwersknecht J. v. 11.
werd door een paard zijn been afgeslagen.
De ongelukkige was aan het niet getroffen
been reels ongelukkig.
Wis enkerke. Het zoontje van den mo
lenaar Chr. B. geraakte met het paard in een
van de vele geulen op de slikken van den
Thoornpolder. lief paard kon onmogelijk op
het droge komen, telkens wanneer het dit
beproefde, werkte bet zich diéper in den
modder. Hulp werd op het dorp gehaa'd en
ten slotte werd met vereende krachten het
dier uit de geul getrokken en naar het hooger
liggend gedeelte gesleept. Het werd hoog tgd,
want de vloed kwam met snélheid alles onder
water zetten en dan had het beest jammerlijk
moeten verdrinken.
Stavenisse Als bijzonderheid kan gemeld
worden dat bjj den landbouwer A. V. Z. alhier
een aardappel is gerooid, die het respectabele
gewicht had van L K.G
St. Maartensdijk Beroepen bjj de Ned.
Herv. Kerk alhier, ds. A. van Kooten te
Zevenbergen.
In een algemeene vergadering is definitief
besloten tot de .oprichting van een muziek
gezelschap alhier; aanvankelijk traden 20 le
den toe.
Vaderlandsch historisch
volksfeest.
Verleden week Donderdagmiddag had te
Arnhem de groote folkloristische optocht plaats.
De stoet passeerde langs een weg, waar tien
duizenden reeds lang te voren zich hadden
opgesteld.
Verschillende groepen vertegenwoordigden
Zeeland. Bjj de Zeeuwscheafdeeling ging voorop
de banderol: «Zeeuwsch-Vlaanderen bjj Neder
land.» Na een versierde wagen, waarop het
kantklossen gedemonstreerd werd, volgde een
Axelsche, waarin een groep jongelingen en
meisjes, in de kleederdracht van hun streek.
Een oude Axelsche wagen van 1819 reed daar
achteraan met dames en heeren uit Axel in de
zeer oude waardevolle costuums.
Vervolgens kwam een zeer oude zeldzame
wagen met inwoners uit het land van Cadzand
aanrjjden en een nieuwe phaeton waarin vjjf
jonge meisjes uit dezelfde streek.
De dan volgende groep werd gevormd door
een met twee paarden bespannen, platten ver
sierden wagen, die een West Zeeuwsch-VTaam-
sche bollenbaan voorstelde. Dit gebruik «bol-
lengooien» werd 's morgens gedemonstreerd op
den Waterberg.
Hierna kwam een Walchersche melkwagen
met attributen en een Westkapelsche speel
wagen, waarin drie echtparen en een koetsier.
Een merkwaardige Zeeuwsche menwagen
werd gevolgd door een Walcherschen huif-
wagen, bevolkt door twee mannen en vrouwen,
in bun feestkleeren gekleed.
Na een Zuid-Bevelandschen ouden kapwa-
gen, volgden twaalf Zuid-Bevelandsche gaai
schieters, die voorafgegaan werden door den
trommelslager en gildevlagdrager van het Kol-
veniersgilde te Scherpenisse. De gaaischieters
kwamen uit 's Heerenhoek. M. O.
Wjj verwijzen naar de advertentie in
dit No. betreffende de bekendmaking van de
Brandstoffencommissie in Zeeuwsch-Vlaande-
ren. Men wachte zich voor schade en teleur
stelling.
Politie versterking
in Zee u wsch-Vlaanderen.
Naar wjj uit goede bron vernemen, heeft de
Corhmissie vaD bewaking in Zeeuwsch-Vlaan
deren succes met haar streven tot versterking
der politie. De gemeenten Sas van Gent, Hulst
en Oostburg zullen elk een afdeeling politie-
troepen krijgen.
Ter Neuzen. Daar de Prov. boot's avonds
uit Hansweert vroeger afvaart, wordt de post
des'avonds nog bezorgd.
Axel. In het laatst van de vorige week
werden nabjj Kjjkuit vijf biggen, welke in
manden werden overgedragen, aangehouden.
Vrijdagavond kwam weer de kar met paard
van den eierkoopman P. uit Hulst bier onder
geleide binnen. De zaalr werd in beslag ge
nomen, omdat 2000 eieren zonder vervoer-
bewjjs op de kar werden aangetroffen. A. C.
Tot tjjdeljjk onderwjjzeres te Hulst is
benoemd Mej. F. M. Mangold alhier. A. C.
De heer W. Span, rjjksambtenaaf alhier,
is bevorderd tot ambtenaar tweede klasse.
Bjj den landbouwer W. alhier hebben
baldadige handen een hoeveelheid wortelen
uitgetrokken, terwijl van een aantal op het
land staande korenschoven de aren waren
afgesneden.
Cadzund. In de raadszitting van 2 dezer
werden tot wethouders gekozen de heeren
Joh. Risseeuw en W. de Smidt Wz.
Goes. Morgen. Zaterdag, zal alhier een groot
Turnfeest gehouden worden, wat besloten zal
worden door een concert op de Groote Markt.
Hoedekenskerke. Van het vieren van een
vredesfeest zal hier wel niets komen. Er is
absoluut geen animo voor.
Tt Kwadendamme viert men morgen, Zater
dag, feest. Ruim f800 werd voor dit doel
ingezameld.
Bombardement met eierbriquetten.
Nog steeds zijn wjj niet achter de ver
blijfplaats gekomen van dr(n) geheimzin
nige, die zooveel dagen en avonden de
Nieuwe Kerkstraat te Amsterdam in rep en
roer heeft gebracht met zijn knikker-bom-
bardement. Een niet zoo'n ernstig, maar
tóch zeker even raadselachtig geval heeft
zich nu weer voorgedaan en wel op den
Haarlemmerweg. In den laten avond van
j.l. Vrjjdag zijn de bewoners der bovenhui
zen van de perceelen 201, 201a en 203 met
schrik gewekt door het gerinkinkel van val
lende glasscherven. j Bleek, dat bjj ver
scheidene gezinnen ruiten ingegooid waren
met eierbriquetten. Het politie-onderzoek in
deze vreemde geschiedenis heeft nog geen
resultaat opgeleverd. Het bombardement heeft
zich gelukkig niet herhaald.
Ontviucht.
Tjjdens zjjn overbrenging naar Den Bosch
is onder Boxtel een moordenaar-inbreker,
die tot eenige jaren gevangenisstraf was ver
oordeeld, uit den trein gesprongen. Op een
gegeven oogenblik gaf hg zjjn bewaker een
kopstoot opende tegeljjk het portier en ver
dween. Toen op het sein van de noodrem
de trein stopte zag men hem in de bosschen
verdwjjnen. Tot nu toe is het niet gelukt
hem weer te pakken te krijgen.
Coöperatief scheren.
Te Weesp is als antwoord op eene ver-
hooging der barbierprjjzen een onderlinge
kapperszaak opgericht, met aanvankeljjk 200
leden.
O heilige onnoozelheid.
Een Friesch arbeidersmeisje, in Holland
dienende schreef aan haar ouders, dat ze met
de tram thuis kwam met vacantie en haar
galant meenam. Vader noch moeder kende het
woord galanthet zou wel koffer beteekenen
en vader ging met een kruiwagen naar het
tramstation omde galant af te halen!
Tableau!
Een spookdier.
Een inspecteur van politie en eenige anderen
hebben op de kermis te Arnhem een schande
lijk staaltje van dierenmishandeling geconsta
teerd. In een dierententje werd o. m. een
»Spookdier« tentoongesteld; het bleek een kat
te zijn met drie staarten, waarvan één op den
kop, en een rugbuit.
De eigenaar, zekere D'iepers, verklaarde op
een desbetreffende vraag dat er inderdaad be
drog in het spel was, maar »niet erge; het
bleek echter dat de twee overcomplete staarten
in een opening in de huid wareu genaaid en
dat de bult gevormd werd door papier, dat
men door een snede in de huid onder het vel
geperst had! De gemeenteveearts bevrjjde het
dier, dat veel pj,n 'leed, van de overtollige
staarten en het papier; dit laatste bleek een
hoop van 30 proppen te vormen. De dieren
beul kreeg een proces-verbaal; zjjn »Spook-
dier« heeft de inspecteur ter verzorging mee
genomen.
Een ingeslapen inbreker.
Een bewoner vau den Abstederdijk te Utrecht
kwam Dinsdagochtend tot de zonderlinge ont
dekking, dat in een zijner kamers een vreemd
persoon logeerde, die daar rustig en wel te
slapen lag De eigenaar van het huis liep
natuurlijk terstond naar de politie en deze nam
den vreemdeling mee naar het bureau. Daar
bleek, dat men te doen had met een inbreker,
die des avonds te voren door overklimming
van een tpinschutting het perceel was binnen
gekomen. Daar had hjj verschillende vertrek
ken bezocht, kasten opengemaakt enz., met de
bedoeling te stelen wat hem de moeite waard
leek.
Zoo had hjj o. m. ook eep zakportefeuille
van den heer des huizes weggenomen en bij
zich gestoken. In een andere kamer had hg
uit een kast Weckfiesschen genomen en zich
aan den inhoud dier flesschen te goed gedaan.
Toen was hjj van zijn inbrekerswerk zoo ver
moeid geweest, dat hjj mede als gevolg
van het feit dat hjj d»s avonds te veel sterken
drank had g bruikt slaperig geworden en
zich in een der kamers te rueten had gelegd,
waar hjj stevig in den dommel was garaakt,
zoodat hjj 's m )rgens npg lekker aan het door
slapen was, toen de bewoners beneden kwamen.
Hoe vierde hjj zjjn zilveren bruiloft.
In de plaatseljjke Tielschè bladen deelde gis
teren iemand mede, dat een advertentie betref
fende zjjn zilveren bruil jft buiten zjjn voor
ken n;s en tegen zjjn goedkeuring was geplaatst.
«Men zal dus ook begrjjpen,» besloot de
man zjjn mededeeling, «dat er van rnjjn kant
van een feestviering geen sprake is geweest,
integendeel.»
Terneuzen, September '19.
Mijnheer de Redacteur!
Daar de heer Stationchef gemeend heelt een
afschrift van zjjn schrjjven aan de Kamer van
Koophandel in de couranten te moeten publi-
ceeren, zonder nog dat de K. v. K. van dit
schrijven heeft keDnis genomen, zal ik zoo vrjj
zjjn maar direct aan den Stationchef van ant
woord te dienen en niet daarmede te wachten.
De Stationchef is de meening toegedaan dat
een belanghebbende als officieel persoon riet
de noodige klaarzichtigheid en onpartjjdigbeid
bezit om zaken van algemeen belang te beoor-
deelen, waarmee hg zeggen wil da< ik dus als
belanghebbende in de K. v. K. mijn mond zou
hebben moeten houden. Indien ik dezelfde
meening van de Stationchef was toegedaan,
dan zou ik hem len zeersle aangeraden heb
ben ook zjjn mond te houden, want ook hjj
is als Stationchef belanghebbende en heeft dus
volgens zjjn eigeu '/oorden niet de noodige
doorzichtigheid en onpartjjdigheid om de zaken
te beoordeelen. Ik kan den Stationchef echter
verzekeren dat ik telkens, wanneer het noodig
zal zjjn, in de publieke lichamen, waarin ik
zitting heb, er op' zal wjjzen welke wantoe
standen hier aan het station heerschen.
Verder beklaagt de Stationchef zich, dat ik
mjj in de K. v. K. niet in bgzonderhsden heb
uitgedrukt en mg slechts tot algemeenheden
heb gehouden. Hg vergeet hier echter aan toe
te voegen, dat ik op de vraag van den Voor
zitter der K. v. K. gezegd heb, een memorie
van toelichting met de bjjzonderheden aan de
K. v K. te zullen toezenden. De Stationchef
zou dus verstandig gehandeld hebben te wach
ten met zjjn verweer, totdat hjj kennis hal
gekregen van die memorie van toelichting en
had hg mjj dan ook niet behoeven aan te
wrgven dat ik mjj achter algemeenheden zou
verschuilen.
Het doet mjj intusschen genoegen dat de
heer Stationchef zjjn stuk in de couranten ge
publiceerd heeft, zoodat hjj mjj daardoor in
staat stelt daarop te antwoorden.
Ik zal nu verder punt voor punt de be
weringen van den heer Stationchef beantwoorden
Onder a schrjjft de Stationchef als volgt:
»dat ik de wagons heb laten weghalen van
de Londenkade, waar de heer Nolsoa zich
veroorloofd had, buiten mjjn weten, en riet-
tegenstaande mjjne weigering, ze te doen plaat
sen en lossen. Dat IoSsen geschiedde uitsluitend
op de Londenkade en niet ook in schip, zoo
als de heer Nolson ten onrechte reeds op 7
Augustus 1.1. beweerde, aangezien het eerste
schip pas op 12 Augustus zich aan die kade
bevond. Ook in tegenspraak met de verklaring
van den heer Nolson geldt het hier steenafvai
en niet zware stortsteenc.
Mjjn antwoord hierop is:
dat het lossen aan ue Londensche kade niet
uitsluitend op kade geschiedde, doch dat aldaar
eerst een schip direct van wagon geladen werd
en daarna het restant .van de wagons op de
kade en zulks wel op 5 Augustus 1.1., zoodat
de bewering'van den Stationchef, dateerstop
12 Augustus aan die kade op schip geladen
werd, onjuist is.
De wagons waren aan de Londensche kade
op 5 Augustus geplaatst door de Spoorweg-
maatschappjj en zulks nadat ik schriftelijk aan
den Stationchef op 4 Augustus had gevraagd,
de wagons aldaar te mogen lossen. Uit het
feit dat de wagons dus daar door de spooiweg-
maatschappjj op 5 Augustus geplaatst zjjn,
moest ik wel opmaken dat mjj toege taan was
de wagons aldaar te lossen. Indien het plaatsen
van de wagons geschiedt Luiten weten vau den
Stationchef en te.gen zjjn wil itdan behoeft
men niet te vragen wat voor wanordeljjke
toestanden er aan het station heerschen en is
het zeker niet te veel gezegd, dat er noch orde
noch regel heerscht.
Wat betreft dat het hier geldt steenafvai en
niet zware stortsteen, zal de Stationchef, indien
hjj de moeite wil' doen het verslag van de K.
v. K. te lezen zooals het staat in het Zeeuwsch
Nieuwsblad, bemerken dat deze vergissing van
de verslaggever reeds direct gerectificeerd werd.
Of het echter afval van steen of stortsteen
betreft doet hier niets aan de zaak toe.
Onder b zegt de heer Stationchef:
»dat de heer Nolson beloofde, trouwens weer
niet zooals hjj zegt, »desgevorderd de kade op
één dag zou laten ontruimen*, maar wel, dat
»hg zich bereid verklaarde de steen binnen 24
uur op te ruimen, zoodra wjj werkeljjk de kade
mochten noodig hebben Dit houdt in, lat de
heer Nolson dus zelf daarover zou oordeelen.<
De waarheid is/dat ik mjj schrifteljjk ver
bonden had de steen binnen 24 uurdus niet
binnen een dagzooals de Stationchef zeer
snugger opmerkt, op te ruimen indien hjj de
kade werkeljjk nood'g had. Tot nu toe geef
ik den heer Stationchef nog niet het recht te
twjjfelen of ik mjjn schrifteljjke verbintenissen
zal nakomen.
De Stationchef weigerde mjj de opslagplaats
van de Londensche kade volgens hem
le. omdat die kade niet voor opslagplaats dient.
En nu zou ik willen vragen waarvoor die
kade dan wel dient.
2e. omdat er nog andere goede opslagplaat
sen disponibel waren.
Ik wensch hier op te merken, dat ik aan
den heer Stationchef op 5 Augustus schrifte
ljjk vroeg de wagons te plaatsen aan een ge
schikte kade om de wagons te lossen, en ik
vraag mij d tarom af, waarom hjj, na 'ze van
de Londensche kade weggetrokken te hebben,
niet geplaatst heeft aan die beschikbare goed
gelegen opslagplaatsen waar hjj van spreekt,
maar wel aan de nieuwe kade, waar hjj wist
dat ik ze niet kon lossen en waarvan hjj zelf
erkent dat die plaats niet geschikt is voor het
lossen van wagons met afval van steen.
3e. omdat hjj niet kon voorzien wat binnen
eenige weken zich kon voordoen.
Hieruit bljjkt dus dat de Stationchef de mee
ning is toegedaan, dat het werk dat momenteel
te Terneuzen is, belemmerd en bemoeiljjkt
moet worden omdat hjj niet kan voorzien wat
binnen eenige weken zich kan voordoen!
4e. omdat de fiima Little Johnston niet
wist of de dienst hervat zou worden, al had
-deze firma dan ook nog geen schepen in zicht.
Wanneer men nu weet dat de hangars van
Little Johnston volgepropt zjjn met turf en
verhuurd zjjn aan de Brandstoffencommissie
voor opslagplaats, dan kan ieder mensch met
gezond verstand toch wel begrjjpen dat de her
vatting van den Londendienst niet binnen 24
uren uit de lucht zal komen vallen en dat er
dus ook bjj geen verstandig mensch bezwaar
zal zjjn om öok de kade "óór de hangars van
Little fohnston in gebruik te geven, onder
garautie dat deze zoo noodig binnen 24 uren
weer ontruimd zal worden.
5e. Wat de Stationchef hier schrjjft is voor
mjj onbegrjjpeljjk hoe dit in verband staat met
zjjn weigering om op de Londenkade te laten
lossen.
6e. omdat hjj het qiet voor zjjn verantwoor
ding durfde nemen om het eventueel lossen
of laden van schepen aan die kade te ver
hinderen.
VV aar er eenerzjjds geen uitzicht was op de
aankomst van schepen voor de Londendienst
en er anderzjjds nog minstens 6 of 7 beschik
bare plaatsen aan de kade waren om schepen
te lossen of laden, viaag ik nogmaals waarom
bet werk dat hier is belemmerd moet worden
om eventueel ander werk, waaromtrent niets
bekend is en dat nog geheel in de lucht hangt,
de noodige faciliteiten te geven,
Onder No. 1 zegt de Stationchef, dat de
Londensche kade geen opslagplaats is en wil
ik hier nog even bjj opmerken, dat verleden
jaar, gedurende het seizoen, deze kade als op
slagplaats voor suikerbieten gediend heeft. Het
is waar, dat deze bieten met Mechelsche wa
gens aangevoerd werden, terwjjl de steen niet
Gentsche wagens aangevoerd wordt, misschien
dat zulks voor den Stationchef een verschil
ma»kt. Het zal mjj dan ook ten zeerste be
nieuwen of ook dit jaar de Londensche kade
niet als opslagplaats voor suikerbieten zal ge
bruikt worden.
W at betreft het draagvermogen der kade,
is ook door den Stationchef de voorstelling
geheel onjuist weergegeven. Schrifteljjk had
ik den Stationchef op 11 Juli 1.1. gewezen op
de ongerjjmdheid die er bestond, om toe te
staan 5000 kilo's per M1 jjzer op de nieuwe
kade te lossen en slechts 1 79 M. hoogte van
stortsteen, wat bleek te zjjn ongeveer 900 kilo's
per M', De. Stationchef verbood mjj de steen
hooger te lossen, en toen bleek dat op het
geheele terrein dat ik gebruikte, slechts 900
kilos per M5 lag, terwjjl het draagvermogen
5000 kilo's bedraagt 8
Aangezien al de steen die er gelost is, per
wagen aangekomen was, zou het voor den
Stationchef zeer gemakkeljjk geweest zjjn om
te controleeren hoeveel gewicht er op de door
mjj in beslag genomen ruimte gelost was.
Niettegenstaande dat de Stationchef door
mjj op bovengenoemde ongerjjmdheid gewezen
was, bleef hjj zich achter de Rjjks-Waterstaat
verschuilen en achtte hjj het bljjkbaar niet de
moeite om de R. W. op deze ongerjjmdheid
te wjjzen.
Ik heb toen zelf de R. W. op bovengenoemd
Rit gewezen (hetwelk m. i. echter de Station
chef had bi boórèn té doen) en toen kreeg ik
ook binnen de 24 uren van de R W. bericht,
dat de meeuing yan den Stationchef op een
misverstand Jrerustte. Daarna is mg dan ook
toegestaan geworden de steen hooger op de
kude te lossen, doch ik herhaalm. i. had de
Stationchef deze stappen dienen te doen bjj de
R. W„ indien het belang van den handel hem
werkeljjk eenigszins ter harte ging.
Wanneer de Stationchef zegt dat de door
mjj geloste steen 3000 kilo's per MJ weegt,
dan begaat hjj een groote domheid of zegt
willens en wetens een onjuistheid. De steen
weegt, zooals ze gelost ligt op de kade, hoog
stens 11/1200 kilo's per M3 en geen 3000
kilo's bjj een hoogte van M. 1.50.
Aan de Stationchef had ik schrifteljjk mede
gedeeld, dat k gem bezwaar had de wagons
aati de nieuwe kade te lossen, mits hjj die
daar plaatste met open deuren. Wel plaatste
hjj de wagons, doch niet met open deuren en
wenschte hjj dat ik het noodige volk zou geven
om de deuren te openen, hetgeen ik echter
weigerde, aangezien dit niet kon geschieden
zonder of wel een groot gedeelte van deDjin-
houd der wagons op den grond te storten, öf
wel eerst de steen in de wagons te verwerken,
hetgeen zeer bezwaarljjk was.
Dat de nieuwe kade ongeschikt is voor het
lossen van deze steen erkende de Stationchef
door het feit dat hjj ook daar weer de wagons
liet weghalen en ze aan de steenen kade plaatste
en uit het feit dat hjj, zooals hjj schrjjft, op
eigen verantwoordeljjkheid een gedeelte van het