Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. lm jonge dame gevraagd. No. 2972 Zaterdag 2 Augustus 1919 30e jaargang „Een onbeschoftheid." B uitenI ai t Binnenland. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 90 cent, voor het buitenland met verhooging der bekomende porto's. Advertentien worden aangenomen b\j de Redactie, den boekhandelaar M. De Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huijbbegsen te Goes. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke regel meer 12 cent; Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-Adres Postbus, Goes. ïïeso Courant verschijnt eiken Vrijil^.l.H en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Ter Neuzen. Onder bovenstaanden titel bevat „Het Laat ste Nieuws", van Brussel, het bekende blad van den heer Jules Hoste, een artikel, waar aan we het volgende ontleenen: Burgemeester Braun beeft op t stadhuis een rede gehouden. Hg sprak er ook over de Gent- sche haveninstellingen en zei o. a. dat de toe gang tot het kanaal Gent—Terneuzen in bezit was van een „kittelachtigen nabuur. Braun aarzelde niet om op een feestdag, in tegen woordigheid van een staatshoofd (het was by gelegenheid van het bezoek van president Poincaré) by 'n officieele ontvangst, als burge meester, die dan vooral boven alle partyen en stroomingen moet staan, een volk te heleedigcn in welks land duizenden bij duizenden land- genooten een toevlucht vonden ea welks ver tegenwoordiger te Brussel pog juist door dm koning gedecoreerd was geworden, evënals eenige dames, die een belangrijk bedrag voor onze weezen brachten en aan wie de Koningin dank betuigde voor de groote hulp aan België bewezen.. Kittelachtig.... Er zyn menschen die al heel wat kittelachtiger zyn dan de Hollanders. Alles kittelt misschien wel by Braun. En niet alleen Braun, maar ook een groot deel van zyn Gentschen fabrieksadel zijn al bijzonder kittelachtig, wanneer ze 9e taal van het Gentsche volk hooren. Braun zal zich moeten bedwongen hebben van 't „gekittel", toen niemand -minder dan de heer Poincaré zelf daar op het stadhuis de heldengestalte van Filips van Artevelde opriep, den tribmiD. lenac am di er? géi De groote stryd in Duitscbland gaat thans over de vraag, wie voor den vrede van Ver sailles verantwoordelijk moet worden geacht. Het is de binnenlandsche omwenteling, die ten slotte ook het front aanstak, zeggen de natio nalistische partijen. Neen, zeggen de democra tische partyen, het is juist de halsstarrigheid van de conservatieven en van de legerleiding, die België niet wilden prysgeven op het oogen- blik, dat dit den vrede tot stand had kunnen brengen. O. a. in 1917, toen zijdelings van Engelschen kant op het ontbreken van een duidelyke verklaring omtrent Duitschland s plannen met België weid gewezen. In de eerste plaats is het de vraag, of er van een eigenlijk vredesaanbod van Engeland in 1917 sprake is geweest. Maar de democraten verzuimen voorts aan te toonen, dat het alge heel afstand doen door Duitschland in 1917 (of later) van België den vrede zou hebben gebracht en dat die vrede dan draaglijker zou zyn geweest dan de thans geslotene. In hun nota aan Wilson hadden de Geal lieerden in het begin van 1917 hun oorlogs doel bekend gemaakt. W at Duitschland betreft werd daarin geëischt teruggave van Elzas- Lotharingen en afstand van het Poolsche ge bied in het Oosten. Mag men dan aannemen, dat het afstand doen van België in Augustus d.a.v alléén in staat zou zijn geweest den vrede tot stand te brengen? De Duitsche legers stonden toen nog overal ver in het vijandelijk land. Het was dus al een vry ver gaande tegemoetkoming van het legerbestuur, dat het België, met uitzondering van Luik en het Maasgebied, wilde prysgeven. Zelfs de admiraliteit, die veel hechtte aan het behoud van de Belgische kust, bleek ten slotte tegen compensaties bereid die kust af te staan. In dien zin luidde ook de in den kroonraad vastgestelde verklaring. Natuurlijk wil men van democratische zyde nu aantoonen. dat dat afstand doen van België maar een schijnheilige vertooning was. Was er niet een economische toenadering tot Duitsch land aan vastgemaakt en kwam liet plan van die toenadering niet een inly ving nabij Doch nog altyd ontbreekt het bewijs, d ?t slechts een duidelyke verklaring aangaande België den vrede had kunnen brengen. Oorlogsmonument in Frankrjjk. herinnering aan hen, die zijn gevallen s dank voor de overwinning, zal een kapel iwd worden te Dormans op den Zuide- li oever van de Marne, op een hoogte, e de velden, waar de slag, welke over het lot van Frankrijk en de wereld besliste, werd geleverd, overziet. De plek is uitgekozen door maarschalk Foch en is precies die, waar het Duitsche offensief is gebroken. Honger in Hongarye. Een correspondent, die Boedapest heeft be zocht, meldt dat de bevolking daar leeft in een toestand van halve verhongering, Kleeding is onmogelyk te krijgen. In 2 of 3 der groote fabrieken krijgen de arbeiders goed en vry overvloedig voedsel, maar de groote massa van het volk lydt honger. Men heeft aartshertog Joset, eens de populairste uit de keizerlijke familie, aan eenige van de proletariërsvrouwen, die nu met hare gezinnen met hem in zijn FEUILLETON. aartshertogelijk paleis wonen, voedsel hooren vragen, en 2* jonge neefjes van graat Apponyi, eens een magische naam voor al wat Hongaar was, hebben de buren hooren schreeuwen van den honger. Even dringend als het voedsel- vraagstuk is dat der brandstoffen. De arbeiders hebben de boomen in de publieke parken en op de boulevards omgehakt en de huismoeders uit den middenstand hakken huisraad stuk voor brand. Minister Vandervelde heeft een wetsont werp bij de Belgische Kamer ingediend, waarbij het huwelyk tusschen schoonbroers en schoon zusters w' rdt toegestaan In een korte memorie van toelichting wijst hy er op, dat het beletsel van dit huwelyk verouderd is en geen reden van bestaan meer heeft. N egeron 1 usten in Amerika Bij de gevechten tusschen negers en blanken, die verleden week Maandag te Chicago plaats hadden, zyn er, naar schatting, 25 dooden en 500 gewonden geweest. Twee gewonden zyn Dinsdagochtend nog gestorven. Ér zyn troepen gezonden naar de plaats der wanordelijkheden. Ernstig spoorwegongeluk. Volgens via Helsingfors ontvangen berichten moet in Rusland een groote spoorwegramp hebben plaats gehad Een trein, loopend tus schen Moskou en Kief, ontspoorde en geraakte in brand. Alle passagiers werden edood. Men schat het aantal slachtoffers op 1000, waarvan 600 levend zyn verbrand. Men schryft de ramp toe aan spoorweg- bandieten, die den trein hebben laten ontsporen. De philantropische uitvinder Laverne W. Noves heeft, voor hy stierf verleden week, 2'/, millioen dollar aan de Universiteit van Chicago geschonken voor de opvoeding vun mannen, die in leger en vloot hebben gediend, en bij het openen van zijn testament is ge bleken, dat een inkomen van 1 millioen voor hetzelfde doel dooi hem is vermaakt. Zyn doel hiermede is geweest zijn dankbaarheid te be tuigen aan allen, die de hoogste opoffering aan Amerika hebben gebracht in den oorlog. Wat Bulgarije betalen moet. liet totaal der schadeloosstellingen, welke Bulgarije aan Roemenië, Servië en Griekenland moet betalen, is op 3 milliard vastgesteld. Het Markengevaar. Onder het opschiift »Wijnkoop's Ideaal* gaf de »Haagsche Post* de vorige week een kort bericht, waarin de redactie er op wees, hoe de salarissen, die de werkers met het hoofd in Duitschland verdienen, enorm zyn terug geloopen bii die van de werkers met de hand. Een professor verdient ongeveer M. 3000, zijn assistent meer dan M. 4200, een werkman aan den waterstaat M. 15 per dag, een con ducteur 6000 M. per jaar. Als men deze bedragen in Hollandsch geld naar de huidige valuta omrekent, dan beteesent dit dat tegen f 570 per jaar professorale arbeid, t 714 assistentsarbeid, tegen f 15.30 het werk van een waterstaatsarbeider en tegen f 20 per week een conducteur betaald wordt. Wanneer alle loonen zoo naar verhouding zijn, dan werkt men in Duitschland, vergeleken met Nederland, met goedkoope krachten. Het is dus te begrypen, dat de Duitschers, ondanks hun groote nederlagen en de geweldige debacle, welke hun lot. werd, hun naburen, zoover zy zich daartegen niet wapenen, een heftige concurrentie kunnen aandoen. Vandaar het gevaar, dat werkelijk bestaat. Het gevaar der goedkoope Marken! De bezetting van Malmédy. Dinsdag is de Belgische regeering in de Kamer geïnterpelleerd over het langdurig uit blijven van het bezetten van Malmédy door de Belgen. De minister van buitenlandscbe zaken heeft in zyn antwoord gezegd, dat er zich tydens de Fransch-Engelsch-Belgische onderhandelingen over de toevoeging van Mal médy aan het door België bezette gebied een betreurenswaardig incident had voorgedaan: de Engelsche commandant te Malmédy had 'nderdaad de Belgische vlag van de mess {der Engelsche officieren laten verwijderen. De minister had aan den Belgischen gezant te Londen opgedragen te zorgen voor een spoe dige oplossing van de aldus gerezen moeilijk heden. De Engelsche regeering verzocht maar schalk Foch het bevel te willen geven, dat Malmédy tot het Belgische bezettingsgebied zou behooren. De minister had, zoo beweerde hy, ten slotte redenen om aan te nemen, dat de zaak binnenkort tot voldoening van België zou worden opgelost. 3. S i. o t. «Robert gaat dus vooruit met de bagage vroeg zij. «En wanneer zullen wy hem volgen?» «Niet voordat onze huur verstreken is,» antwoordde mevrouw Graham op vasten toon «wy mo ten' ons spel niet verspelen.» «En de lieve kleine onschuldige boven lachte de predikant: «Wat moet er van haar worden Ik geloof niet dat Richard gaarne van haar scheiden wil.» «Daaromtrent hebt gy gelijk,» antwoordde tante Lavinia vroolyk, en dat zal hy niet doen ook.» «Wij hebben geen tijd tot zotheden, Ri chard,» zeide zij, zich tot tante Lavioia wen dende. «Het meisje is niet iemand van onze soort en zal dat ook nooit worden. Als onze tyd hier om is, moeten wij haar, onder het een of ander voorwendsel, laten gaan.» Er kwam nu een vreemd licht in tante Lavinia's oogen en hare lippen werden door een raadselachtigen glimlach gekruld. «Wij zullen zien,» was al wat zy zeidemaar de toon waarop zij sprak, deed myn bloed ver stijven. Van afgrijzen vervuil en toch be- tooverd, staarde ik door de gordynen heen, buiten staat mij te verroeren. Verondersteld eens dat zy naar de zitkamer kwamen en my vonden, wat zouden zy dan niet doen, om mij te dwingen een der hunnen te worden, nu hun geheim mij bekend was Wat ik in dien korten tyd doorstond, zou geen pen, geen tong kunnen beschryven. Zij waren voortdurend bezig. Het zilveren blad werd zorgvuldig tusschen twee schilderijlijsten gepakt, waaruit men eerst de doeken had ver wijderd en daarna gedeeltelijk gewikkeld in bruin papier en met lederen reisriemen beves tigd, zoodat het pak er geheel en al uitzag, alsof een onschuldig toerist een paar gezichten medenam van de plaats, welke hi) in zyn vacantietjjd had bezocht. De overige voor werpen verdwenen in een valies. Ik bevond mij dus te midden van eene dievenbende, wezens zonder geweten, die voor niets zouden terugdeinzen, om hun doel te bereiken. Het speet my van de oude vrouw maar toen ik my herinnerde hoe ik tante Lavinia al mijne kleine, schuldelooze gehei men en dwaze meisjesdroomen had toever trouwd, werd ik vervuld van wrok. Zoodra zij met hunne taak geieed waren gekomen, verdwenen zij, de deur achter zich sluitende. Het was nu of nooit. Mevrouw Graham kon tot de ontdekking komen dat de deur mijner slaapkamer open stond. Ieder oogenblik konden zij wederkeeren. De wanhoop schonk my moedop het venster toesluipende, trok ik zachtjes den haak los het neerpiassen van den regen overstemde het lichte gedruisch, dat ik daarby maakte. Nog een oogenblik en ik had my laten neerglijden op het gras daar buiten. Ik trok nu myn rok over het hoofd en snelde den tuin uit. Voort, altyd voort, spoedde ik, alsof ik door duivels achtervolgd werd. De regen viel by stroomen op my neer, de donderslagen volgden elkander onafgebro ken op ik hoorde de zee loeien en was slechts vervuld van twee gedachten eigenbehoud en het redden der kostbaarheden. Zonder schoenen en de kousen om de en kels fladderende, bereikte ik het bur em van politie Het was my alsof er een reusachtig vuur opsteeg om my te verwelkomen en als reden er donkergekleede gestalten scnaatsen om mij heen. Ik beproefde te spreken, maar vond geen stem. Een der «schaatsenrijders» bracht my naar een stoel: «Ik geloof zoo waar,» zeide eene stem, die van heel ver scheen te komen, «dat dit het kleine meisje is, dat de oude dame in het duwwagentje rond rijdt.» De zinspeling op tante Lavinia bracht my ten deele weer by. «Zy is geen vrouw, zij is een man,» riep ik met heesche stem «En zy heeft het zil veren theeservies uit den winkel van Garstang gestolen. Het zyn allen dieven in Beuke: villa en ik liep weg om myzelve te redden en u te waarschuwen.» Thans begonnen allen driftig «schaa'se i te ryden» en ik gaf mij thans nog rekenschap van een zacht gemompel, waaruit ik slechts de woorden: «Haal den chef» kon op va; gen. Ik spande myn laatste krachten in, om my uit myne verdooving wakker te schudden en ontsloot ten slotte de oogen. Voor mij s'ond de hooge, militaire gedaante, die ik op straat De Broodkaarten. De Minister van Landbouw heeft de burge meesters bericht dat vanaf heden slechts aan hen een bruin- of roggebroodkaart mag wor den verstrekt, die thans in het bezit van een dergelijke kaart zyn of reeds een aanvrage tot het bekomen van een zoodanige kaart hebben ingediend en dat voortaan niet meer bruin- en roggebroodkaarten aan de gemeenten had gezien. Zyn gelaat droeg eene uitdruk king vol goedheid en medelijden. Daarop werd ik door een paar krachtige armen weggedragen en ik herinner mij verder niets. Toen ik weer bij kennis kwam, was ik aan genaam verrast, maar zeer verwonderd myne moeder by myn bed te zien zitten en een eindweegs verder eene andere dame te ontdek ken, die zooals ik spoedig vernam, de moeder van den chef van politie was. Hy had mij in dien vreeselijken nacht, drie weken te voren, onder hare liefderyke hoede geplaatst. Op een Octobermiddag, toen ik voor het eerst, tot groote voldoening van mijn beide verpleeg sters, in de zitkamer mijner gastvrouw mocht verschynen, vertelde de heer Rhylston mij hoe hy binnen was gekomen door het venster, dat ik open had gelaten en zich van de dieven had meester gemaakt, nog byna voordat zij begrepen betrapt te zijn. Ik moet bekennen dat het my eenige voldoe ning schonk te kunnen denken hoe zij de gele genheid hadden gehad een andere meening te verkrygen omtrent de kleine onschuldige boven. En nu begon voor my eene andere geschie denis, waarvan ik alleen dit zal vertellen dat, toen moeder my naar het ouderlijk huis terug voerde, David Rhylston kort daarop kwam, om my als zijne vrouw af te halen. De beide oude dames, die zich om het zeerst over ons geluk verheugden, verklaarden dat het lot het aldus gewild had en dat, indien de lieve tante Lavinia ons niet bijeen gebracht had, toch zeker iemand andeis het gedaan zou hebben. UWSCH iet K)der v D, e j-oorb;'

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1919 | | pagina 1