Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. No. 2948 Zaterdag 15 Februari 1919 30e jaargang De behartiging onzer economische belangen op landbouwgebied. OOM JB1M. üimieniaiid. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 90 cent, voor het buitenland met verhooging der bekomende porto's. Advertentien worden aangenomen by de Redactie, den boekhandelaar M. De Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huijbregsen te Goes, ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke regel meer 12 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-AdresGroote Kade 27, Goes. Telef. No. 74. Deze Courant verschynt eiken Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Ier Neuzen De Liberale Unie wil verhooging onzer eco nomische weerkracht door behartiging onzer economische belangen op landbouwgebied, ten einde te komen tot verhooging onzer welvaart. Om daartoe te geraken zal men zoowel de qualitatieve als de quantitatieve productie heb ben te bevorderen en heb ik hier op het oog de qualitatieve verbetering van ons rundvee en de quantitatieve bevordering van den varkens stapel. Volgens de veetelling van Augustus 1.1. is het aantal runderen in ons land van dien aard, dat men zich daarover niet ongerust behoeft te maken. In vergelgking met de telling in 1910 was het aantal zelts toegenomen. Ge heel anders staat het met de varkens, doch daar de vermenigvuldiging vrg snel gaat, zal hjj toevoer van voedsel weer spoedig een be hoorlek aantal kunnen aanwezig zjjn. Derhalve gaat ons vooral ter harte de qualita tieve verbetering van onzen rundveestapel en dit met het oog op het veelvuldig voorkomen van de tuberculose die ons rundvee verkankert. Het was in de zomerzitting van de Staten van Zuid-Holland van 1914, dat ik in een der aldeelingen eenige opmerkingen maakte aan gaande de wenscheljjkheid om van de zjjde der Provincie de bestrjjding van de tuberculose ouder het rundvee ter hand te nemen, omdat mg gebleken was, dat, niettegenstaande de actie van Staatswege, de tuberculose voortging den veestapel te ondermijnen. Op de laatst gehouden groote tentoonstelling te 's Gravenhage was er een koe uit een van de schoonste rundveekoppels uit de Rjjnstreek, die, eenigen tjjd later geslacht zgnde, bleek lgdende te zjjn aan algemeene tuberculose en derhalve voor de consumptie als zoodanig werd afgekeurd. lederen dag komt bet voor, dat prachtige slachtdieren vleesch leveren, dat slechts in gekookten toestand mag worden ge nuttigd, omdat zjj lgdende zgn aan algemeene reap, opeutuberculose. in 1913 kwam er op 't openbaar slachthuis te Leiden 36.75 pCt. tuberculose voor, tegen 34.92 pCt. in 1912. In de üiaand Juli van 1914 was het meer dau 40 pCt. Bjj de varkens, die de tuberculose van het rundvee krggen, is het percentage pl.m. 9. Niettegenstaande deze hooge cjjfers, die thans eer nog hooger zgn, hoorde men in de dagen van 1914 weinig klachten van de zjjde der veehouders en moest dit worden toege schreven lo. Aan de werking der vele veefondsen. De leden betalen een zekere premie, waarmede zg verder van de zaak al zgn. 2o. Aan de mildere beoordeeling van het FEUILLETON. Naar GEORG BUSSE—PALMA. 1.) -o- Mat en langzaam schoven wolken voor de herfstachtige middagzon. Het was koud en vochtig. In de dennenbosschen, die aan weers zoden den weg begrensden, hing de lucht loodkleurig tusschen de roodachtige stammen. En op den weg stonden overal kleine, vuile waterplasjes. Een oude zwerver liep met stevige stappen voort, naar de stad. In de rechterhand hield een knoestigen stok, de linkerhand be schutte hg in zgn broekzak tegen de koude. Den grooten kop had hg zoo diep mogelgk neergetrokken tusschen de schouders en zgn muts hing hem tot over de oogen. Bg elke schrede maakten zgn laarzen een kwakkend geluid. Ze zogen water op en ook het bovenleer was niet al te best meer. De oude baas keek er weemoedig naar en bege leide hun muziek met zijn gedachtenHet is herlst geworden en m'n schoenen zgn stuk. Het wordt tgd dat we een warm nest opzoe- tuberculose slachtrund op de verschillende abattoirs. 3o. Aan de gunstige resultaten van het Kon. Besl. van 1904, welke zich tot op dien tgd nog wel degelijk deden gevoelen. 4o. Aan de groote welvaart, waarin de vee houders zicb in die dagen bevondpn. 5o. Aan de hooge prjjzen, waarvoor de ver magerde koeien konden worden van de hand gedaan. I )e qualitatieve verbetering van ons rundvee achtte ik ook een voornaam provinciaal belang en wel omdat lo. De veehouderjj in Zuid-1 lolland een van de voornaamste bronnen van welvaart is, 2o. in geen provincie het vee zoozeer door tuberculose is aangetast, 3o. de verliezen ontzettend groot zgn. Naar aanleiding van mjjn ageeren in de sectievergadering der Provinciale Staten, zgn Gedeputeerde Staten in overleg getreden met den Directeur-Generaal van den Landbouw, die mededeelde dat de bestrijding der tuberculose onder het rundvee sedert het in werking treden van het Kon. Besl. van 2 Sept. 1964 een onderwerp van Staatszorg uitmaakte. Dit Kon. Besl. van 1904 werd ingetrokken, omdat de toepassing ervan niet de resultaten leverde, overeenkomende met de daaraan bestede uitgaven en vervangen door het Kou. Besl. ven 1910, dat thans nog wordt uitgevoerd en beoogt: lo. afzondering van ciinisch, resp. aan open- tuberculose lgdende runderen, 2o, een voortdurend toezicht op en een zorg vuldige verpleging van de oudere runderen, 3o. een tuberculose-vrjjen opfok van het jonge vee. Voor alle veehouders levert dat afgezonderd oplokken der jonge runderen zoodanige bezwa ren, dat meestal om die redenen van het ge bruik maken van den van Rjjkswege aange boden ^steun werd afgezien en in den regel aan de bestrjjding der ziekte geen aandacht werd geschonken. Zou men nu iets wenschen te doen van de zgde der provincie, zoo schreef de Directeur- Generaal van den Landbouw, dan zou men door het verleenen eener tegemoetkoming in de door de veehouders ten behoeve van de tuberculose-bestrgding te maken kosten het deelnemen aan de toepassing van de bestrij dingsmaatregelen kunnen bevorderen. Voor de toepassing van den provincialen steun zou de hulp van de verschillende ver- eeniginged kunnen worden ingeroepen, iets, wat in de provincie Limburg reeds op prjjs werd gesteld, waar een desbetreffend verzoek in den zomer van 1914 bg de Provinciale Staten aanhangig is gemaakt, doch tengevolge der tijdsomstandigheden weder werd terugge nomen. ken, eer de winter komt. Die winter brr 1j Hg huiverde, klappertandend van kou en angst voor den winter. Nog geen enkele lente had hjj het in de werkplaats kunnen uithou den, bg leer en pikdraad, als daar buiten trisch groen en blanke luchten wenkten. Maar ook iederen winter weer had hij getracht onder dak te komen. Niet altgd even gelukkig was hjj geweest, maar gewoonlgk had hg toch werk gevonden en een warm plekje. Kwak-kwak deden zgn laarzenHoe zou het dit jaar worden Hg wou niet te lang wachten en intjjds werk zoeken. Al was 't al leen maar om z'n laarzen. Het zou niet aardig zgn, als hjj ze al te erg afjakkerde. Ja, toen 't nog lente was toen ze jong waren, toen kon hjj alles met ze doen en ze sprongen nog op den koop toe. Ook in den zomer nog. Maar nu niet meer. Ze zogen water op en klaagden. Eigenljjk was hjj zelf ook niets anders dau zoo'n paar laarzen, waar 't leven stevig op voortstapte. Als 't hem eens uit schopt en aan den weg laat liggen «Onzin 1» bromde hjj. En als om zgn eigen doffe gedachten te ontwjjken, richtte hjj zgn scherpe oogen op de donkere dennetoppen, die de wind weemoedig heen en weer wiegde. Schril krassend vochten er eksters, kraaien Uit het schrjjven van den Directeur-Gene raal van den Landbouw bleek dus, dat de Provincie wel deed, de deelneming der vee houders te bevorderen, door steun te verleenen aan hen, die onkosten moeten maken voor het aanbrengen van enkele, hetzjj grootere ot klei nere stalveranderingen, ot eventueel voor den bouw van een nieuw afzonderingsstalletje. Was daarmede nu de algemeene deelneming te verkrjjgen, zonder eenigen twijfel zou liet alleszins wenscbeljjk zjjn geweest provinciale subsidies toe te staan, maar de niet-deelneming moet niet alleen daarin gezocht worden, dat er eenige onkosten moeten worden gemaakt. Zal men de tuberculose onder net rundvee met vrucht willen bestrjjden, dan dient men rekeniiig te houden met den gewonen veehouder. Zoo is mij gebleken, dat het geschrift, door de Directie van Landbouw in 1911 gratis verstrekt en bevattende een inleiding tot en een toelichting van het Kon. Besl. van 1910, n.l. »De Tuberculose onder het Rundvee en hare Bestrgding*, slechts door weinig land bouwers werd gelezen, dat zg, die er wel ken nis van namen, opzagen tegen de moeilijkheden van een consequente doorvoering ol ook wei gerden zich te verbinden om bjj eventueele niet-r.akoming der verplichtingen, het onder zoek der ambtenaren te betalen en last not least zij gezegd, dat ieder, die de finesses kent, waardoor de veehouder zijn bedrijf productief maakt, vooiaf weet dat het afsluitingssysteem nimmer in een land in toepassing kan komen. Kortom, het Kon Besluit werd in het hartje van Zuid-Holland, de streek, waar de tubercu- lose-bastrjjdiDg het meest noodig is en waar zelfs vele ontwikkelde en intelligente veehou ders wonen, met zeer weinig daadwerkelijke belangstelling ontvangen en mocht men er van verzekerd zgn, dat dit systeem ook nimmer algemeenen ingang zou vinden en op fiasco zou uitloopen. Wave de toestand des lands tijdens de zomer zitting van 1914 dezelfde als eenige maanden later, toen ik dit provinciaal belang met Ge deputeerden besprak, zeer zeker zou ik dit onderwerp niet hebben aangeroerd en tot andere tjjden hebben gewacht. Thans, nu de vrede in het verschiet is en zeker niet al te langen tgd zal hebben af te wachten om weer in te treden, is het moment gekomen om dit economisch probleem opnieuw onder de oogen te zien en de bespreking er van in te leiden, teneinde tot hoogere welvaart te geraken. Bg Kon. Besl. van 1 December 1910 wer den de bepalingen van het Kon. Besl. van 2 Sept. 1904 met ingang van 1 Jan. 1911 inge trokken, omdat, zooals de Directeur-Generaal van den Landbouw meldde, »de resultaten niet in overeenstemming waren met de daaraan bestede uitgaven.* vlogen boven zgn hoofd en drongen met veel lawaai door de takken naar hun nesten en ver weg klonk het hongerige geschreeuw van roofvogels. «Die hebben ook respect voor den winter 1» dacht de oude. «En het bosch eveDgoed als de dieren. Het zal wel 't beste zgn, als ik in de eerste de Leste plaats al naar werk zoek.» Aan een rnjjlpaal bleel lig staan en stiet zgn stok in den natten grond. Een kleine verwarming moest, hg toch hebben. Uit den borstzak van zjjn gekreukte jas haalde hjj voorzichtig zgn oude vriendin, de jenever- flesch, hield ze tegen het licht, haalde de kurk er al, rook en zette ze dan aan zgn baardigen mond. Een flinke hoeveelheid van de scherp riekende vloeistof borrelde door zgn keel. Toen kneep t hij de4joogen dicht, trok een afschuwelijk gezicht en veegde met de hand over zgn mond. Hè, dat deed goed 1 Maar nou vooruit, dat hjj vóór donker in de stad was De flesch werd weer weggeborgen op haar oude plaatsje en weer ging het verder over den landweg, die in lichte kronkelingen nog steeds tusschen de bosschen door liep. Maar nu liep de man fikscher dan eerst. De ge dachte, dat het vooi dit jaar met zwerven ge daan zou wezen, h.id hem insschen moed Zeer zeker waren de uitgaven groot, doch de resultaten toch ook niet gering, als men in aanmerking neemt, dat sedert het in werking treden van het Kon. Besi. tot het opheffen, d. i. van 1 Jan. 1905 tot 1 Jan. 1911,27434 runderen d ior het Rjjk waren overgenomen, terwjjl nog voor 1102 dieren, wilke tgdens het onderzoek stierven, schadeloosstelling werd vsrleend. Het eerste jaar van het in werking treden v'an het Kon. Besl. van 1904 werden er reeds 2556 runderen (de onkosien waren f 55.42 per rund) van 1948 eigenaren overgenomen en gedurende het eerste jaar van het Kon. Besl. van 1910, dat het oude moest verbeteren, 5 2 Btuks. In het reeds genoemde geschrift »De Tuber culose onder het Rundvee en hare bestrgding*, komt voor op blz. 18 ea 19 de opsomming van een aantal bewjjzan tuberculose is door eeu alleszins geoefend clinicus reeds moeilgk te onderkennen is dus voor een met-deskuu- dige als de veehouder uiet te verwachten, om van eischen niet te spreken van onkunde, lakschheid, onwil, zorgeloosheid ol hoe men het ook noemen moet, uit de laatste jaren van het in toepassing brengen van het Kon. Besl. van 1904 geput. Hieruit is de gevolgtrekking niet achterwege kunnen blijven, dat' tal van Ncderlandsche boeren nog met voldoende in zien, dat zij de taak der tuberculose-bestrijding om de zaak zelve op zich moeten nemen en dat de Regeering het daadwerketijk bestrijden moet gepaard doen gaan met pogingen om anderen tot ontwikkeling te brengen. Op blz. 19 staat verderDe Staatstaak moet tweeledig zgn lo. een algemeen optreden, dat beoogt ont wikkeling te brengen, 2o. een bjjzonder optreden tot steun van die veehouders, die lust en kracht bezitten om den strjjd tegen de tuberculose aan te binden en daarbjj daadwerkelijk mede te helpen*. Dus de Staatstaak moet zjjn lo. »Sanitaire Belehrung* doch men zal lang kunnen wachten, totdat de ontwikkeling der veehouuers het zoover heelt gebracht, dat men daaimeiie een besmettelijke ziekte als de tuberculose is, zal kunnen bestrgden, en wat het bgzonder optreden onder 2o. genoemd betreft, zal dit nimmer kunnen leiden tot de uitroeiing der tuberculose in ons land, iets, waarvoor de strgd toch wordt aangebonden. De Staatstaak, aldus opgevat, zal dan ook nimmer tot het gewenschte resultaat voeren. De taak der overheid moet m. i. dau ook anders worden opgevat. Petroleum. De minister van landbouw heeft bepaald lo. dat de in de beschikking van 23 Jan. gegeven en zgn laarzen blijkbaar ook. Zg stapten flinker, baggerden onverschillig door de waterplassen en hun gekwak klonk uu veel manneljjker. Dat deed de hoop op een warm plaatsje bg het vuur verlevendigen. Een warm plaatsje, een latsoenljjk bed en op tgd eten, zooals 't behoort 1 Heer in den Hemeldacht de zwerver, zoo'n veilig plaatsje dat is toch wat fijns. Dan kunnen wind en sneeuw en hagel en regen doen wat ze maar willen 1 Nog een stevig half uur had hjj te loopen, toen maakte de weg een scherpe bocht en na het bosch kwam een vuil weideland, waar achter zich de steenen huizen verhieven van een kleine stad, grauw opduikend uit den fijnen nevel, die reeds over het gras hing. Daar dus 1 dacht de zwei veude schoenmaker. Zoo God wit bigt ik dezen winter daar en vind er een goede plaats. Hg nam zjjn knapzak van den rug. haalde er eeu klein spiegeltje uit en begon toiler te maken. De karn had echter heel wat moeite, om het verwilderde reeds licht grijzende haar te doorploegen en herhaaldelijk trok onze baas een pjjnljjk gezicht. Toen hg echter eiudelgk klaar was en ook den kraag van zijn jas had neergeslagen, bekeek hjj zichzelf met zonder voldoening. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1919 | | pagina 1