Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland.
De moord in de sportwereld.
Ook dat nog!
No. 2944
Zaterdag 18 Januari 1919
30e jaargang
r*\
De Anti-Oorlog-Raad.
Binnenland.
A|BONNEMENTSPRIJS:
Per B maanden 90 cent, voor het buitenland met verhooging
der bijkomende porto's.
Advertentien worden aangenomen bjj de Redactie, den boekhandelaar
M. De Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huijbregsen te Goes.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke regel meer
12 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte
Redactie-AdresGroote Kade 27, Goes. Telef. No. 74.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te er Neuzen.
De Nederlandsche Anti-Oorlog-Raad is
overleden en wearom zouden wij niet een
bloem strooien op zjjn graf?
Namelijk erkennen, dat de mannen en
vrouwen, die zich in zijn dienst stelden, het
goede hebben bedoeld? De overledene was
een braat man.
Maar verder
De Raad heelt, in zijn bestaan, het typische
gebrek getoond van ons volkdat is zijn
leideis met gelukt, iets goeds en iets groots
te organiseeren. Gebrek aan organisatie-ver
mogen, ziedaar de zwakke plek ook van de
leiders dezer beweging.
Geen oogenblik, zelt niet op de meest
schokkende en ontroerende oogenblikken van
den oorlog, hebben de leiders van dit lichaam
de kunst verstaan om ons volk te grijpen. Om
het in de ziel te pakken. Hun eemg en harts
tochtelijk streven was om zooveel mogelijk
leden te winnen. Massa's bonden, vereeni-
gingen, federatie 3 en zoo wat wisten zjj te
verleiden als lid toe te treden, zjj slokten ze
met huid en haar op, zonder dat de menschen
die van al die organisaties deel uitmaakten,
zelf wisten dat hun bond was toegetreden.
Maar de leiders van den Raad jubeldenzij
lieten de secretarissen en de typisten in hun
kantoor steeds maar bellen en wanneer dan
weer een nieuwe bond met zooveel duizend
leden was aangesloten, dachten ze datde
anti-oorlog-beweging aan kracht had gewonnen.
De naivelingen,
Zoo- was langzamerhand heel Nsderland,
zonder het eigenijjk zeif te weten, lid van
den Raad.
Zoo werd de Raad een log lichaam, een
knarsend apparaat zonder Irissche kracht.
Want zijn leiders verstonden niet de kunst,
gelijk wjj zeiden, om het volle te pakken.
Zij verzamelden en publiseerdeu maar steeds
zeer gewichtige documenten, zeer doorwrochte
artikelen van binnen- en buitenlandsche ge
leerden, die niemand las. Zware, volgestopte,
onverteerbare puddingen. Trouwensgeen
enkele onzer beste mannen behoorden tot de
leiders van den Raad. Het bestuur bestond
uit achtbare menschen, waaronder een paar
knappe zelfs, maar onze eerste figuren zaten
ei niet iu. Én de juristen, die er de leiding
hadden, dachten den oorlog te bestrjjden met
prachtige, zwaar-geharnaste beschouwingen,
met allerlei studie-materiaal. Het liet ons
volk koud. Toen die leiders bovendien diplo
maat wiiaen gaan spelen, toen zij grepen naar
een wereldrol, toen zjj buitenlandsche reizen
ondernamen en, nota bene wilden gaan be
middelen als kinderen, die den hoogen
FEUILLETON.
„Ik denk niets mevrouw. Ik combineer. Gij
zjjt het middelpunt van mjjn gedachten
van ernstige gedachten want, mevrouw,
door en om uw persoon is het drama vol
trokken. Ik zoek nog schakels. Ik mis nog
het verband tusschen één en ander. Maar ik
geloot dat ik den keten aaneen kan klinken,
welke den moordenaar van Tuteur zijn straf
zal doen ondergaan en u Giomerci zal terug
geven. U moet mjj helpen. Waarom schreef
u Tuteur? Waarom wandelde u gisteravond
met hem in het bosch bij de wielerbaan
Waarom, mevrouw, is u per fiets gegaan en
niet met den wagen
Zij brak in snikken uit. «Mijnheer, u die
licht tracht te maken in de duisternis roudom
mjj, gjj die mijn teederste gevoelens weer
hoop van leven wilt geven, ik moet u een
bekentenis doen. Tuteur en Giomerci waren
mjjn vrienden. Tuteur had mjjn sympathie,
de Italiaan mjjn liefde. Gij die menschenlevens
zult hebben bestudeerd, gjj, wiens beroep het
is menschen naar hun wezen te beoordeelen,
gjj zult voelen hoe diep mjjn liefde voor Gi
omerci was. Hjj was mjjn God, hjj was mjjn
hoed van vader opzetten toen werd het
zelfs niet ongevaarlyk. Toen ging de oorlogs
party, die van een ontijdigen vrede niet ge
diend was, den Raad en dus een deel van ons
volk vereenzelvigen met de andere party.
En ondertusschen bleven allerlei sport-,
zang-, gymnastiek- en groentevereenigingea
zich opgeven ais lid.
De Raad groeide.
Hjj had een waterhoofd. De vredesbeweging
in ons land, door hoe nobele motieven ook
gedreven, heeft altjjk een ietwat naïef karak
ter gedragen. Reeds vóór den oorlog werd zy,
althans in de residentie, meer beoefend als
een interessanten vorm van sport, dan als
een ernstig streven met een diepen onder
grond. Allerlei brave menschen, waaronder
vele dames uit den gegoeden stand die niets
anders om-handen hadden, vonden het ge
wichtig en leuk om aan de vredesbeweging
mee te doen en ze vergaderden op het thee-
uurtje in - de deftigste zaaltjes. Iets ernstigs
is er, enkelen uitgezonderd, nooit van ge
maakt. Trouwens, zells in het parlement was
er voor de buitenlandsche politiek en voor de
vredesbeweging nooit eeuige waarachtige be
langstelling en daarbuiten kon het dus moeüyk
anders zjjn. De georganiseerde vredesbeweging
in Hollands residentie b.v. maakte op ons
altjjd den indruk van een luchtig gesptelde
tennis-partjj.
Zoo is het dan met den Anti-Oorlog-Raad
niet beter gegaan, zy het dan, dat déze acne
aan andere fouten leed.
Ufschoon tienduizenden en nogmaals tien
duizenden zoogenaamd lid waren, heeft zjj ons
volk niet aangeraakt, is zij buiten de volksziel
gebleven, en is zy er by andere mogendheJen
niet in geslaagd, vertrouwen te wekken in
haar bedoeling en haar onpartjjdigheid.
Nu is de Raad dood.
De overledene was een braat man, maar
hjj heeft een massa papier verknoeid en, het
spyt ons het te moeten zeggen, missen zullen
wjj hem niet.
Het jaar 1918, dat zich ten opzicht% van
onze binnenlandsche staatkundige verhoudin
gen hjj uitstek gekenmerkt heeft door een
verdeeting ea versnippering iu allerlei partyen
en groepen, is zichzelf tot het einde toe ge-
ljjk gebleven. Zelfs is men er in geslaagd ten
slotte het record te slaan.
Op 29 December j.l. is de Feministische
Party opgericht, welke zich ten doel stelt het
verkrijgen van vrouwen in de vertegenwoor
digende lichamen.
leven. Elke vezel in myn lichaam trilt voor
hem. En nu hjj is een moordenaar. Hjj
heeft uijj met Tuteur gezien. O, neen, hy
kan het toch niet gedaan hebben. Hjj was
wel driftig, maar hy zou niet hebben willen
dooden, niet zoo verraderljjk hebben toege-
stooten
«Hjj deed den moord niet, mevrouw,»
troostte de detective.
«Ik schreef Tuteur als vriend. Ik vroeg
hem per briefje om een samenkomst. Gister
avond tien uur sprak ik hem. Wy dwaalden
door de bosscheu Ik werkte op zijn ge
moed ik beloofde hem mjjn innige dank
baarheid als hjj Giomerci wilde laten
winnen. Giomerci, mynheer, moest dezen wed-
strjjd winnen. Heel myn vrouw-zyn, heel mjjn
lietde voor hem ging naar de overwinning
uit. Tuteur, hoe charmant de Franschman
overigens ook was, wilde niets beloven, tljj
verkocht zjjn sport-eer niet voor de sympathie
van een vrouw, Giomerci was sterk, hjj was
zjja grootste concurrent en de stijjd tusschen
hem en den Italiaan zou een stryd zjjn met
miniem verschil. Hjj overtuigde mjj van de
groote kansen van den Italiaan, hy gat mjj
myn zelfvertrouwen iu Giomerci terug en
daarvoor dankte ik hem. Ik heb hem in den
mooien nacht, daar in het mysterieuse bosch,
gekust. Een kus vol dankbaarheid. Myn lippen
hebben zjjn gezicht het laatst beroerd en ik
Men richt thans voor alles en haast voor
iedereen een afzonderljjke part jj op. Voor zoo
ver daaraan staatsundige beginselen ten grond
slag liggen, is daartegen op zichzelf weinig
bezwaar, al rijst vaak de vraag, of deze zoo
ver doorgevoerde splitsing een weerspiegeling
vindt in de meening van de kiezers. Erger
natuurljjk is het ontbreken van welk beginsel
dan ook en het daarvoor in de plaats stellen
van groeps- of personen-helangen. Daardoor
gaat de waarde van beginselpolitiek, welke in
geen enkel opzicht aanwezig kan zjjn, uiter
aard geheel verloren.
Nu werpt men daarbjj nog het seksen ver
schil in het strydperk. Er moeten vrouwen
gekozen worden. Naar politieke overtuiging
wordt bljjkbaar niet gevraagd. Het heeft er
zoodoende veel van of het gaat om de samen
stelling van een dansclub of een tooneelgezel-
echap, maar dau is het veelal meer om heeren
te doen.
Hdien er een „party" is, waaraan hier te
lande géén behoefte is, dan is het zeker wel
een feministische. Hier te lande hebben de
vrouwen het recht om te worden gekozen reeds
gekregen vóór zjj zelf konden medestemmen.
Wy zjjn in het geheel geen bewonderaar van
deze regeling, wy constateeren hier slechts.
Dat het ten deze niet by een platonische lief
desbetuiging voor het passieve vrouwenkies
recht geoleven is, hebben de Kamerverkiezin
gen van 1918 bewezen. Weliswaar is alleen
Mevr. Groene weg gekozen, maar zoowel de
Liberale Unie als de Vrij zinnig- Democratische
Bond hadden op hunne ljj.ten «een goede
plaats» aan een vrouw toegewezen. Daarnaast
is het slechts tengevolge van het lot, dat Mej.
Westerman niet als lid van den Economischen
Bond haar intrede in de Tweede Kamer heelt
gedaan.
Wellicht dat de «feministen» op dit alles
met diepe minachting neerzien, de bovenbe
doelden zjju alleen maar «vrouwen» en het
moeten .feministen" wezen.
De goede manier om vrouwen in het parle
ment te krjjgen, is natuurljjk deze, dat de
vrouwen in den vervolge (neen, vau nu af aan),
zich bjj de politieke partyen aansluiten en
daar een gerechtvaardigden invloed trachten
uit te oefenen.
Dit middel is wellicht te «gewoon», men
kan er niet eens wat nieuws door beginnen.
De dames feministen schjjnen liever naast
den politieken stryd ook dien der seksen te
willen ontsteken.
Al wie den geest der Hollaudsche vrouw
maar eenigszins kent, verontrust zich niet over
dit onnatuurijjk en onlogisch gedoe. Samen
werking van man en vrouw zal op gansch
andeie wjjze zjjn te veikrjjgen.
De eenige verdienste van deze drjjfsters zal
dan ook wel deze zijn, dat zjj aan enkele
stervende tegenstanders van vrouwenkiesrecht
nieuw leven kunnen inblazen.
Het staat er met de zaak van het vrouwen
kiesrecht gelukkig te goed voor, dat dit door
feministen of anti-feministen zou kunnen wor
den tegen gehouden.
J. B. AMENT.
Nederland en België.
Op de bjjeenkomst van de Lib. Vereeniging te
Brussel (Association Libérale) onder voorzitter
schap van het Kamerlid Lemonnier heeft, na
aanneming van een voorstel van Janson een
hulde-adres aan Clemenceau te jzenden, het
kamerlid Feron het tractaat van 1839 ter
sprake gebracht.
Feron zeide, dat België ter vredesconferentie
moet gaan met den vasten wil de Belgische
rechten op de Schelde, op Limburg en op
Luxemburg te doen eerbiedigen. Feron eischt
hpt volledig gebruik van de Schelde. Boven
dien, .zoo zeide hjj, hebben wjj het recht te
vragen, dat de Nederlandsche regeering in de
toekomst niet weder zjjn grenzen open zal
stellen voor het Duitsche krachtsbetoon. Wjj
willen geen imperialisme en geen dwang, maar
het vrjje beschikkingsrecht der volkeren, in
tegenstelling met hetgeen in 1839 het geval
was. Wy hebben ten opzichte van Nederland
en Luxemburg geen agressieve bedoelingeu en
geen annexionistische stemming. Wjj eischen
alleen een recht op, dat door de diplomaten
van 1839 miskend is tegen het volksgevoelen
en tegen de belangen van België in.
Thee.
Onze Regeering heeft besloten de thee
distributie voorloopig te handhaven en de
maximumpryzen niet op te heffen.
Het Hbld. meldt, dat de regeering besloten
heeft thee-aanvoer direct van Indië uit te be
vorderen in verband met het feit, dat de prjj-
zen in de koloniën aanzieniyk lager zjju dan
ter Lordensche markt. Dit beteekent, dat voor
loopig theeaanvoer uit Engeland practisch niet
zal kunnen geschieden.
Naar aanleiding van dit bericht meldt men,
dat ons lanl steeds de meeste thee uit Java
heeft betrokken (ongeveer 07 pGt.) en dit zal
bljjven doe Een party thee is, zooals men
weet, zeilende. Maar daarom sehjjnt de moge-
Ijjkheid nog geenszins uitgesloten te zjjn, dat
wjj ook langs anderen weg thee krjjgen.
Carbid.
De minister van landbouw, ny verheid en han
del heeft bepaald, dat de verkoopprijs van
calcium carbid voor verpakkers sub b in Dussen
hoop voor h^em dat zoete gedachten zjjn geest
bezighielden, vóór de dood hem overviel. Maar
wie is de moordenaar het mes is toch van
Giomerciriep zy wanhoopend uit.
«Dit bewjjst niets, mevrouw.»
«Ik ging met den wagen naar huis...»
«Niet per fiets viel de detective haar in
de rede.
«Neen, myn wagen wachtte op den weg.
Tuteur zou in zjjn box slapen, om 's morgens
vroeg te kunnen trainen. Hjj bracht mjj naar
myn wagen. Nadien heb ik hem niet meer
gezien. Op de baan hoorde ik van het on
geval. Het ontstelde mjj hevig en loen Gio
merci werd gearresleerd, ben ik gevlucht....»
«En gjj vergat uw auto-sluier», vulde de
detective aan. «De sluier, dimjj op uw spoor
bracht.»
«Heeft u meerdere vrienden, mev.'ouw?»
Een kleur overdekte haar bleek gezicht.
Scherp keek zjj den detective aan.
«Neen», antwoordde zjj.
«Heeft u vroeger» hior hakkelde de detec
tive even,iemand met u* liefde gelukkig
gemaakt Mevrouw, in het belang van Oiomerci
dring ik aan op duidelyke antwoordt;
«Neen», antwoordde zjj weer.
„'t Öpjjt me", vervolgde de detective, som
ber. Ik dacht den ontbrekeuden schakel hier
te vinden. Had Giomerci vyanden, die jaloersch
waren op het rjjk bezit, zooals ik uw bezit
zeker noemen mag
'n Lachje zweefde om den mond van de
schoone. «Dat is niet uitgesloten», vertelde
zy. „Ik heb dit echter nooit gemerkt. Tegen
over mjj waren de mannen altjjd complimen
teus. Zy roemden Giomerci, omdat zjj meenden
met hun gevlei bjj mjj in de pas te komen.
Mannen zitten altyd vol berekening, wanneer
het gaat om een vronw", vulde zy schamper aan.
„Wie was dan wel de meest berekende?"
vroeg de detective.' „Ga uw verleden eens na
Ik zoek een man die zeer berekend is. Heelt
u ook een aibum met fotografieën van uw
kennissen
Met een moe gebaar wees zjj hem 't boek.
De detective lepelde zjjn thee en rookte
behageljjk de door zjjn gastvrouw aangeboden
sigaret. Bjj blauerde Hjj was in bet huis
van een vrouw die voelde voor de sport. In
het album trof hjj verscheidene sportfoto's
aan. Hy bladerde door.
Met een ruk sprong hjj uit zjjn stoel. Hjj
had een foto ontdekt van een kleinen man,
die zich bjj een bokswedstrjjd dekte tegen
den aanval van zjju tegenstander.
Om zjju verrassing te verbergen, liep hjj
naar het raam en keek naar buiten. Daarna
liep hjj in diep gepeins de kamer op en neer.
'n Bescheiden tikje op de deur.
Het meisje kondigde bezoek aan.
Wordt vervolgd.
(4.) -O-
71