Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland, No. 2932 Woensdag 27 November 1918 29e jaargang Gedeputeerde Staten van Zeeland en de Onderwijzerssalarlssen. Landbouw. Binnenland. ABONNEMENTSPRIJS: Per B maanden 90 cent, voör het buitenland met verhooging der bijkomende porto's. Advertentien worden aangenomen bij den boekhandelaar M. De Jonge te Ter Neuien en den drukker A. P. Huijbbegsen te Goes, ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke regel meer 12 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-Adres Groote Kade 27, Goes. Telef. No. 74. Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Ter Neuzen. Van bevriende zjjde ontvingen wij een uit voerig verslag over de goed bezochte protest- vergadering van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, gehouden te -Middelburg. Met instemming verleenen wjj hieraan eene plaats. Naar aar leiding van de door Ged. Staten van Zeeland aan de Gemeentebesturen verzon den circulaire, inzake onder wij zerswedden, werd op 16 November j.l. in de Sociëteit te Middelburg een vergadering bijeen geroepen door den Bond van Ned/Onderwijzers. Behalve vele onderwjjzers en onderwijzeres- ressen waren op die vergadering ook aanwe zig de heeren Japikse, wethouder van Middel burg, mr. Alriaanse, lid van den gemeente raad van Middelburg, benevens een raadslid uit Soulurg, terwijl bericht van verhindering was ingekomen van den hen- Pattist, school opziener i: he arrondissement Mi idelourg, James, schoolopziener in het arr. -Vlissingen, Welleman, burgemeester van Krabbendijke en Van den Bout, loco-burgemeester van Goes. Alle bondsatdeelingen van Zeeland waren ver tegenwoordigd. behalve Zierikzee. De voorzitter der vergadering, de Boore uit Vlissingen zeide in zijn openingswoord, dat het in een tjjdsverloop van ongeveer een jaar, reed> de twe de maul is dat de Z«icho onderwijzers opgeroepen worden om te pro testeer/u egen de handelwijze yan Ged. Staten van Zeeland met betrekking tot de onder w ij - zerssalaiissen. l)at Ged. S'aten van Zeeland aldus hande len, och wij onderwijzers zijn zulks gewoon van dat College, doch zeer bevreemdend moet het genoemd worden, dat zells de Minister van Onderlijs de reaktionr.aire opvattingen van Ged. Staten van Zeeland met zjjn instem ming dekt. De voorzitter geeft nu het woord aan den heer Ossenuorp, voorzitter van den Bond van Ned. Onderwjjzers en lid van de Tweede Ka mer, die spreken zal overDe billijke salaris- eischen van de onderwijzerstegengewerkt door Ged. Staten. De gebeurtenissen der laatste dagen, aldus spreker, zij brengen ongetwjjfeld verlichting in de harten van vele menschen. De oorlog is ten einde ên een betere tjjd breekt aan. Hervormingen van betf kenis op elk gebied worden mei poed aangebracht. De Regeering Reeft naar aai leiding van die gebeurtenissen een algemeene dankdag vastgespeld. Zal ook de Zeeuwscbe onderwijzer mei een van dank vervuld hart dezen nieuwen tijd kunnen be groeten Lachen ook hem betere bestaans voorwaarden toe Deze bijeenkomst van onderwijzers is niet belegd, om vreugde te betoonen voor genoten weldaden, integendeel zij moet getuigen van een scherp protest tegen de handelwijze van Ged. Staten van Zeeland. Algemeen wordt door eiken regeeringsfunc- tionnaris de groote beteekenis van goed on derwijs erkend. Aan waardeeriug voor het werk van den onderwijzer ontbreekt het niet, neen, zijn werk wordt alom gewaardeerd, doch et is alleen een waardeering op papier, een waardeering in woorden, niet een waardeering in klinkende munt. De school heeft te zorgen voor goed onder was, voor beschaving, voor het aankweeken van geschikt gevechtsmateriaal ten dienste van leger en vlootde school moet zorgen voor allesvan goed onderwijs verwacht men alles. Doch men vergeet, dat de voornaamste waarborg voor goed onderwjjs is, een korps goed bezoldigde onderwijzers. En dat heeft Ne derland niet! Want telkens als de onderwjj zers aandringen op verbetering hunner jaar wedde, hetzij bjj Gemeentebesturen, hetzij bij het Schooltoezicht, hetzij bij Ged. Staten of bjj de Regeering. telkens wordt «niet thuis» gegeven. Öt on :i ijzer ju idtjjd het slechtst bezoldigd korps ambtenaren geweest en zjjn dit nog Vervolgens gaat spreker na de geschiedenis der onderwijss tlarissen. Bij de Wet van 1857 bedroeg het salaris van den onderwijzer f 200, bij de Wet van '78 f 400. Onder Minister Borgesius werd in 1901 een aanvangssalaris van f500 en een eindsalaris van f700, te be reiken na 4 vjjfjaariijksche verhoogiDgen, elk van f 50, in de Wet vastgelegd. Borgesius zelf noemde dit een allerbelangrijkste verbete ring. in 1907 werd het eindsalaris gebracht op f825. Eindelijk in 1907 begon ook het School toezicht in Nederland te beseffen, dat het iets behoorde te doen in het belang van de onder- wjjzerssalarissen. De eerste plicht toch van het schooltoezicht is den bloei van het on derwjjs te bevorderen. Ook op Gedep. Staten rust diezelfde plicht. En die bloei wordt het best bevorderd door de onderwjjzers te ver lossen van den financiëelen druk, waaronder zij gebukt gaan. Het Rjjksachooltoezicht in de le Inspectie meende dan ook, dat de eind- wedde van den gehuwden onderwijzer in nor male tijden voor een eenvoudig dorp niet min der behoorde te zijn dan f 1700. Het Rjjks- schooltoezicht in de 3e Inspectie meende te kunnen volstaan met een eindsalaris van f 1350 voor den gehuwden onderwijzer niet hoofdakte bezitter en van f 1900 voor den gehuwden onderwjjzer, in het bezit der hoofdakte. Al lerminst, aldus spreker, had men van den Inspecteur in de 3e Inspectie een belooniug van f 550 voor de hoofdakte mogen verwach ten, daar deze Inspecteur vroeger zelf onder wijzer is geweest en dus ook diende tp we4- 'traf tro -noüraaKte ausuram waardeloos is voor de school. De Inspecteur der 2e Inspectie, de heer Eabius, oud-kapitein der artillerie, had geen schrijven gericht tot Ged. Staten der provinciën, behoorende tot zijn gebied. Dat deze Inspecteur evenwel zijn onderwjjzers een goed hart toedraagt, bljjkt wel hieruit, dat hjj een beginsalaris van f 600 niet te hoog acht, maar daarop moet dan ook de onder wijzer, niet hootdaktebezitter, 10 jaar biijven staan. Getuigt Bit, aldus spreker, niet van ge mis aan besef van wat den onderwjjzer toe komt Is het geen sprekend bewijs, dat deze oud-kapitein, wat onderwjjs aangaat van toeten noch blazen weet? Evenwel behoefde de Zeeuwsche onderwjjzer zich niet ongerust te maken, want Ged. Stateu waren er nog en die verzonden in Aug. 1917 een missive aan de Gemeentebesturen, waarin we o.m lezen dat de onderwijzer een salaris behoeft overeenkomstig zijn stand. Juist, een salaris overeenkomstig zjjn stand, en haast waren we geneigd te gelooven, dat nu voor den Zeeuwschen onderwijzer de tjjd van mis kenning en armoede geëindigd was. Edoch 1 wat blijkt Ged. Staten van Zeeland weten niet, absoluut niet, wat de stand van den on derwjjzer is. f600f 1100 achten Ged. Staten genoeg voor den onderwjjzer. Een nieuwe belangrijke verbetering wachtte den onderwjjzer. De wet van 23 Febr. 1918 bepaalt, dat de minimumjaarwedde niet minder mag zjjn dan f 700 en het eindsalaris 'niet minder dan f 1225. Het Rijk geoit aan die gemeenten een bijslag van 1100f400 waar vóór 1 October 1917 de jaarwedden la ger zijn dan de in de Wet van 23 Febr. '18 genoemde bedragen. In véle Gemeenten van Zeeland is na 1 October 1917 op aauschrjj- ving van Ged. Staten het eindsalaris gebracht van f825 op f 1100, alzoo een verbetering van f 275, bewerkstelligd door de Gemeente. Die f275 dient de Gemeente ook thans te geven en de onderwijzer mag dus mèt recht zeggen, dat zijn salaris niet beneden de f 1500 bljjft. Dit zegt niet, dat het salaris dan hoog ge noeg is, het zegt alleen dat dit salaris aan de Gemeenie geen cent meer kost dan het salaris van f 1100 door de Gemeente na 1 October 1917 vastgesteld. En wat doen nu Ged. Staten Zij geven in hun aauschrjjving van October j.l. aan de gemeentebesturen de vrijheid, desnoods tot ver mindering van de in 1917 getroffen salaresre- gelingen over te gaan eu de salarissen met in begrip vau de gelden van de Wet van 23 Febr. op het maximum van 1 1225 te bren gen. Een gemeente dus, die na 1 October 1917 het eindsalaris heeft gebracht van f 825 op f 1100 en nu een regeling maakt, waarbjj het eindsalaris met inbegrip van de gelden van de Wet van 23 Febr. '18 slechts f 1225 is, doet f275, die aan den onderwijzer toekomen, in de gemeentekas vloeien. En dat, aldus spreker, is roof en tegen deze misdaad, welke onder bescherming van Ged. Staten geschieden kan, moeten wij ten krachtigste protesteeren. Want dan zou ook volgens Gort van der Linden die geheele rijksbjjslag illusoir worden eu niet een bijslag worden voor de onderwjjzers, maar voor de gemeentebesturen. Duidelijk betoogt spreker, dat ook volgens den geest en de letter van de Wet, de volle rijksbjjslag aau den onderwjjzer moet worden toegekend. Aan het slot van zjjn gloedvolle rede spoort spreker alle onder wjj zers(essen) aan, om steeds met kracht voor hun rechten op te komen. Het doeltreffende middel stakenom daardoor een goede salarisregeliug af te dwingen, kun nen wjj onderwjjzers nog niet in toepassing brengen. Doch wel hebben wjj het in onze macht, om het publiek voor onze zaak te winnen. Het volk moet er van doordrongen worden, dat het onderwijs aan zjjn kind niet tot recht komt, wanneer men aan den op voeder een behoor!jjk loon onthoudt. De on derwijzer mag niet door materiëele zorgen ge drukt worden, alle kopzorg moet verre van hem blijven, want bet onderwjjs en dus het volkskind wordt daarvan de dupe. Alleen op- ewektheid van den ondcrwjjzrci uoerc Ook het volgend jaar bij de verkiezing voor de Provinciale Staten kunnen de onderwjjzers goed werk verrichten, want dan bestaat er kans, dat ook in de samenstelling van Ged. Staten een wijziging komen kan, ten voordeele van meer vooruitstrevende leden. En tot slot maakt propaganda voor den Bond van Ned. Ouderwijzers, maakt uw Bond sterk Daarna werd door de vergadering met al gemeene stemmen onderstaande motie aange nomen Motie. De vergadering van Zeeuwsche onderwij zers. gehouden op 16 November 1918 in de Sociëteit te Middelburg, bijeen geroepen door den Bond van Nederl. Onderwjjzers gehoord de circulaire voor de vaststelling der onderwijzersjaarwedden door Ged. Staten van Zeeland op 25 October j.l. aan de ge meentebesturen vei zonden gezien liet feit, dat Ged. Staten daarin de gemeentebesturen de vrijheid geven de jaar wedden, na 1 October 1917 vastgesteld, te verlagen van oordeel, dat het de plicht van Ged. Staten ware geweest alles te doen om de sa larissen der onderwjjzers op een behoorljjk peil te brengen dat daarentegen dit College de gemeente besturen aanspoort om de aan de onderwjjzers rechtmatig toekomende uitkeeringen, volgens de Wet van 23 Febr. 1918, geheel ol gedeel telijk in de gemeentekas te houden spreekt over deze daad van Ged. Staten haar meest scherpe afkeuring uit en dringt er bjj de gemeentebesturen op aan, deze wenk van het College niet op ie vol gen, doch integendeel de salarissen der onder wjjzers, zonder daarbjj de Wet van 23 Februaai in rekening te brengen, afdoende te regelen. Ook op hen, die buiten de eigenljjke onder- wjjskringen staan, moet de circulaire van Ge deputeerde Staten van Zeeland een treurigen indruk maken. In groote fjjden, als waav.n we thans leven, is deze circulaire al heel klem. Hoe kunnen ontwikkelde menschen een groot volksbelang, dat in de naaste toekomst nog van meer beteekenis wordt, zoo negeeren Legt men naast deze circulaire over de sa larissen der onderwijzer eene andere circulaire van dezelfde Gedeputeerde Staten van Zeeland en de gemeentebesturen over de salarissen van burgemeesters, secretarissen en ontvan gers, dan kan het niet anders of de onderwjj zers moeten zich wel zeer gegriefd gevoelen. Wanneer zullen toch eens beter en ruimer begrippen omtrent het onderwijs heerschen in ons hoogste provinciaal college Red. Vrijdag werd te Middelburg de laatste ver gadering gehouden van de atdeeling Middel burg van de Z. L. M. en in die vergadering werd de kring Walcheren ven de gereorga niseerde maatsehappjj gevormd, voor welken kring het reglement werd vastgesteld. Tot hoofdbestuursleden werden gekozen de heeren jhr. P, J. Boogaert, J. Polderdjjk, F. P. Polderdjjk, C. Franse en J. H. Geschiere en tot algemeen plaatsvervanger de heer P. Melis Kz, Tot voorzitter van het kringbestuur werd gekozefi jhr. P. J. Boogaert, sinds 1914 voor zitter der oude afdeeling Middelburg, terwjjl verder ieder der 18 aangesloten afdeelingen (dorpsvereeuigingen) een bestuurslid en een plaatsvervanger aanwezen. Medegedeeld werd, dat in antwoord op een vroeger schrijven van de afdeeling, dat inde jongste vergadering van het Rjjksbureau voor vee en paarden eeu belangrjjke prjjsverhooging voor het aan de regeering geleverde vet van eigen slacht in het vooruitzicht ois jreateld, en de schulden ad. ongeveer 1500 werden door den kring overgenomen. De algemeene voorzitter jhr. van Vreden- burch sprak de vergadering toe en wees er op, dat de landbouwers, als er in hun ge meente een burgerwacht wordt samengesteld, zich daarbij moeten aansluiten, want spr. ver trouwt iemand die hem eenmaal bedreigd heeft niet meer en hjj hecht ook geen geloof aan de woorden, dat men het zoo niet bedoeld heeft. Spr. protesteerde tegen een artikel in „Het Volk" waarin gezegd wordt, dat de boeren te wapen loopen om den smokkelhan del te verdedingen. De secretaris de heer J. Kraamer deelde een en ander mede over de geschiedenis der oude afdeeling, waaruit o.a. bljjkt, dat de eerste vergadering werd gehouden op 5 Febru ari 1844. Bjj den rondvraag werd o.a. toegezegd te onderzoeken ol de Z. L. M. werkeljjk heeft toegezegd de kosten van de veeinventarisatie van April jl. te betalen. Ook zal bjj de re geering blijvend worden aangedrongen op spoedige bekendmaking van de wjjze waarop tegen de scheurplicht kan worden gereclameerd en bjj de betrokken personen om spoedige uit- keering van de aan de landbouwcommissies verschuldigde gelden. Toiletzeep. Het bureau voor mededeelingen inzake de voedselvoorziening meldt De maximumprjjzen op toiletzeep scheer zeep uitgezonderd zjjn ingetrokken en het vervoer en de aflevering van dit artikel zjjn vrijgelaten. Dit is geschied in de verwachting, dat thans de toiletzeep, die in ons land nog aanwezig is, tegen redelijke prjjzen in den handel zal worden gebracht, zonder dat zich daarbjj misbruiken zullen doordoen. Mocht dit toch het geval zjjn. zoodat de prjjzen omhoog gaan en zich kettinghandel ontwikkelt, dan zal onverwjjld worden ingegrepen en zullen o. m. de maximumprjjzen hersteld worden. Jonge ruinen. Het Nederl. Correspondentiebureau in Den Haag meldt Op dit oogenblik is in ons land een groot aantal overtollige jonge ruinen aanwezig. De belanghebbenden hebben aangedrongen op uit voer daarvan, en de hoop daarop heeft de prjjzen reeds doen stjjgen. Naar wjj echter uit de meest bevoegde bron vernemen, zal van uitvoer geen sprake zjjn. De minister van land- derwgs geuyeu. Xvtttvmo w pvlLuuo UJUfcJtGH Q6 onderwijzers bjj gemeentebesturen aandringen op verbetering hunner bezoldiging en als de gemeentebesturen onwillig zijn, vervoege men zich tot Ged. Staten en tot de Kroon,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1918 | | pagina 1