Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. I No. 2913 Zaterdag 21 September 1918 29e jaargang Het nieuwe Ministerie. Landbouw. Binnenland. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 7B cent, voor het buitenland met verhooging der bijkomende porto's. Advertentien worden aangenomen bij den boekhandelaar M. De Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huijbregsen te Goes. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-Adres: Groote Kade 27, Goes. Telef. No.-74. Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Ter Neuzen. Ook dezerzijds een woord over het nieuwe Ministerie. Dat wjj daarmede tot heden ge wacht hebben vindt zjjn oorzaak in de om standigheid, dat wjj meer dan de personen waaruit het is samengesteld, het belang daar van zien in de richting, waarin het wil re- geeren en de wetsontwerpen, welke het zal indienen. Daarom hebben wjj gewacht op de Troon rede, welke door H, M. de Koningin is uit gesproken en waarin het nieuw te voeren regeeringsbeleid is neergelegd. Weliswaar zjjn wjj zoodoende niet de eersten, die het nieuwe Kabinet bejubelen of afbreken, maar het na deel, dat hierin gelegen mocht zijn, weegt zeker wel ruimschoots op tegen het voordeel om over bepaalde gegevens te kunnen be schikken. Al zullen wjj het dus meer over den zake- ljjken dan over den persoonleken kant van het nieuwe regime hebben, toch willen wjj niet na laten hier openljjk onzen afkeer uit te spre ken over de wjjze, waarop door een deel van de pers de personen der nieuwe bewindsman nen zjjn bejegend. Reeds vóór de samenstel ling van het Kabinet officieel bekend was, leek het wel of het een wedstrjjd om het eerst- aankomen gold, zgn de nieuwe ministers met allerlei kwalificaties begroete. Daaraan weuschen wg niet mede te doen. Het Ministerie-Ruys de Beerenbrouck is een Kabinet van onverdacht Rechtsche be ginselen en hoezeer wg ook wanneer het zijne beginselen op den voorgrond zal stellen, en vooral wanneer het onze beginselen te na mocht komen, op tegenweer bedacht zullen zgn, toch behoeft zulk een verschil in be ginselstandpunt niet tot een neerhalen van personen te leiden. Om in deze tjjden het roer van Staat in handen te nemen en de verantwoordelgkheid voor den gang van zaken te aanvaarderff daar toe is durf, moed en vastberadenheid noodig. Inzonderheid voor hem, die zich met de sa menstelling van het Ministerie belastte, voor den heer Ruys de Beerenbrouck. «Een jonge man, heelemaal geen staats man, een tweede-rangs kracht,» deze en der- geljjke min-vriendelgke kwalificaties zgn over den nieuwen Premier door een deel van de pers uitgestort. Van tweede-rang gesproken, waren het allemaal eerste-rangs bladen, welke zoo meenden te moeten schrijven? Wij ge- looven het niet. En bovendien, wie kan reeds nu met recht van spreken beweren, dat nieuw-opgetreden Ministers tot den tweeden of welken rang ook behooren Dat zal de toekomst hebben uit te wijzen, niet een of andere dagblad-schrgver, die door critiek quand-même een deel van zgn lezers in het gevlei tracht te komen. Het zou wel heel eigenaardig zgn indien men steeds zgn ge schiktheid voor eenig ambt of eenige functie van te voren moest hebben bewezen. Natuur lek moeten er wel eenige factoren aanwezig zgn, die daarop wjjzen. Welnu, dan willen wg wel in het algemeen zeggen, dat deze ten opzichte van de verschillende ministers in voldoende mate zgn aan te duiden. Met name heeft de nieuwe Premier, de heer Ruys, in het openbare leven ruimschoots en daadwer- keljjk bljjk gegeven van zgn belangstelling daarin en van zgn bereidheid om aan de ont wikkeling van de maatschappij mede te wer ken. Zeker, in een bepaalde, zeer uitgespro ken richting. Maar waar een zoo groot deel van het Nederlandsche volk bjj de stembus in die richting nu eenmaal haar vertrouwen heeft uitgesproken, is het niet anders dan billjjk en bovendien volkomen in overeen stemming met onze constitutioneele beginse len. dat die richting in de gelegenheid wordt gesteld te toonen in hoeverre zjj dat vertrou wen waard is. Wjj zouden ten aanzien van de maatrege len, welke door deze Regeering zullen worden voorgesteld, verschil willen maken voor wat betreft de crisis-politiek en de meer alge- meene staatkunde. Wat de crisis-politiek betreft, zoowel ten opzichte van de binnenlandsche als van de buitenlandsche verhoudingen, past een zoo groot mogeljjke steun. De Regeering moet daarbjj, zoover het maar eenigszins kan, het geheele volk achter zich weten. Hier toch gaat het om ons volksbestaan, om het wel- zjjn van het geheele land. De partjj-politiek wjjke hier voor het nationaal belang. Wan neer H. M. de Koningin in de Troonrede dan ook by het toenemen der binnen- en buiten- laudsche moeilijkheden een beroep doet op de onverdeelde medewerking van de geheele Yolksvertegenwoording, zal zulks althans bg de vrjjzinnige leden daarvan, van harte weer klank vinden. En vrjjzinnig Nederland zal daarbg achter zgn Koningin staan. Het is eveneens van ganscher harte, dat bg ons instemming vindt het woord van dankbaarheid, door H. M. in het begin van Hare rede gesproken, ten opzichte van den vrede, welke voor ons land mocht bewaard big ven. Elk weldenkend Nederlander zal daar van, ieder op zjjne wijze, uiting hebben te geven en dit niet het minst door moedig Ie helpen dragen den last, welken ons allen door de tjjdsomstandigheden op de schouders is gelegd. Laten de morrenden en de klagen- den eens kjjken naar en vooral eens denken over hetgeen daar in de oorlogvoerende lan den geschied is en nog cageljjks gebeurt. Laten wjj toch het voorrecht van den vrede indachtig zgn Onze betrekkingen met alle mogendheden bleven van vriendschappeijjken aard dit eenvoudig zinnetje, vroeger weieens als al te traditionneel bespot, bergt toch in zich een schat, welke ons ongetwjjt'eld door duizenden anderen zal worden benjjd. Aangekondigd wordt dat getracht zal wor den de lasten der mobilisatie, zonder vermin dering der weermacht, te verlichten. Natuur- Ijjk dient afgewacht waartoe zulks in werke- lgkbeid zal leiden. Voorshands gelooven wg, dat men wèl zal doen hiervan niet al te groote verwachtingen te koesteren. Zgn wij wèl ingelicht, dan zal men het niet zoozeer zoeken in een gedeelteljjke demobilisatie, dan wel in het op ruimer schaal verleenen van verloven. Intusschen, ook hiervoor zouden wjj in meer dan één opzicht erkentelgk zgn. Wanneer wij hetgeen de nieuwe Regeering zich op het terrein van de aigemeene lands- politiek voorstelt te doen bek jj ken, gaan wjj wat meer critisch te werk. Naast Nederlan ders voelen wjj ons dan ook vrgzinnig en vooruitstrevend en hebben wg mede te zor gen, dat gehandhaafd bljjve wat in die rich ting tot stand kwam. Van een voortwerken in dien gedachtengang zal in den eersten tijd zeker minder sprake zgn. De uitvoering van het gewjjzigd artikel 192 der Grondwet zal ten spoedigste en met kracht worden ter hand genomen. Ook van een vrjjzinnige Regeering had niet anders verwacht kunnen worden. Geheel anders staan wjj tegenover de aangekondigde voorstellen tot wegneming van de ongel jjkheid in bezol diging van openbare en bjjzondere onderwg- zers, vooral wanneer, geljjk de bedoeling schijnt te zgn, dit punt vóór moet gaan. Een dergeljjke gedeelteljjke pacificatie in dubbele beteekenis, gedeelteljjk wat het te bevredigen gebied aangaat en gedeelteljjk ook wat ,de te bevredigen richting betreft, kunneu wg aller minst toejuichen. De voorstanders van het openbaar onderwgs zullen hier meer dan ooit voor een rechtvaardige behandeling van beide takken van ons onderwgs op hun post dienen te zgn. Voorts zal aan de in 1913 tot stand geko men verzekeringswetten zonder vertraging uit voering worden gegeven. Aalberse gaat het werk van Talma tot een einde brengen. Ver plichte verzekering, met al haar onbillijkhe den en al haar omslachtigheden, staat te wor den ingevoerd. Het zij zoo. Rechts heeft daartoe de meerderheid, al zal nog moeten bljjken of alle 53 Tweede Ka merleden, die aan gene zjjde van de antithese- scheidingsljjn staan, door dik en dun met de verplichte verzekering mede gaan. Maar hoe dan ook, van ons mooie beginsel van Staats- pensionneering doen wjj geen afstand. Nu niet en nooit. Een compromis op het geb ed dei- ouderdomsverzorging zou dan ook heel dui- ieljjk recht moeten doen ook aan de behoef- tigen buiten loondienst en zou in zeer groote mate van bureaucratischen omslag moeten zjjn gespeend indien het in onze oogen genade zou vinden. In elk geval zullen de Staats- pensionneerders met hunne propaganda door zetten, overtuigd als zjj zjjn, dat daarvoor het geheele volk gewonnen kan wor len. Dat de opbouw der sociale wetgeving zal worden voortgezet, wij vernamen het met ge noegen. Nochtans zal op dit gebied nauwlet tend zjjn toe te zien, dat onze vrijheidsbe ginselen niet in het gedrang komen en dat niet in de richting van staatssocialistische hulp aan enkele bevoorrechte groepen alle heil worde gezocht. Hoofdzaak bljjven maat regelen, welke aan allen ten goede kunnen komen. Over de Indische politiek een opmerkelijk lang gedeelte. Niet ten onrechte daar is in Indië, zoowel in de Oost als in de West, nog veel werk te verrichten. Ten aanzien van een goed d. el van hetgeen de Regeeriug hier wenscht aan te pakken, zal een beroep op den steun van de geheele Kamer kunnen worden gedaan, vooral wanneer de woorden «met stipte eerbiediging van de godsdienstige overtuiging dfr ingezetenen» geen jjdele klank blgken te zijn. Weerbaarmaking van Indië, waar noodig op militair, maar vooral op eco nomisch gebied, zal steeds in meerdere mate moeten plaats vinden. Een even moeilijke als dankbare taak Vatten wjj, aan de hand van de Troonrede, onzen indruk over het nieuwe Ministerie en onze meening over de houding, welke daar tegenover door onze geestverwanten zal zijn aan te nemen, samen, dat zal voorop dienen te staan een zoo groot mogelijke steun bij alles wat in het belang van het behoud van ons volksbestaan en van de voorziening in de voeding en de verdere behoeften van ons volk zal worden gedaan. Daarnaast blijven wjj waakzaam ten op zichte van hetgeen onze beginselen van ons eischen en werkzaam om de doorvoering daar van in steeds ruimer kring te bevorderen. J. B. AMENT. Kalizouten. Daar de invoer van kalizouten uit Duitsch- land geheel stil staat heelt het bestuur der Groninger Maatschappjj van Landbouw de aandacht van den Minister van Landbouw gevestigd op de groote ramp, die het uit- bljjven van kalizouten voor den volgenden oogst zou beteekenen. De teelt van zonnebloem voor de vetvoorziening. De Minister van Landbouw brengt ter ai gemeene kennis, dat de teelt van zonnebloe men als landbouwgewas op groote perceelen niet is aan te bevelen, omreden de opbrengst aan zaad slechts 650 tot 1000 K.G. per H.A. bedraagt, waaruit niet meer dan 20 pet. olie, of 130 tot 200 K.G. per H.A. te winnen is, terwjjl uit koolzaad met een opbrengst van gemiddeld 2000 K.G. zaad per H.A. 37 5 pet. olie verkregen wordt, wat overeenkomt met 750 KG. per H.A. Een verder bezwaar tegen de grootcultuur van zonnebloemen is de groote moeilijkheid aan het drogen der zaden ver bonden. De minister meent echter wel te moeten wgzen op het nut van den algemeenen ver bouw van zonnebloemen op allerlei perceeltjes z.g. verloren hoekjes, die niet voor voedings gewassen worden gebezigd. Zulke plekjes vindt men bjjna in eiken tuin, aaan de hoeken en langs de kanten van vele perceelen boawland. Van regeeringswege worden thans maatregelen genomen om een flinken voorraad zonnebloem pitten voor zaaizaad in te zamelen en be schikbaar te houden tegen het aanstaande voorjaar. De inzameling zal geschieden door het Rijkskantoor voor Vleesch en Vetter, op overeenkomstihe wgze als de inzameling van beukenoten is geregeld. Krachtvoer voor paarden. Het bestuur van de Groninger Maatschappg van Landbouw heeft den Minister van Land bouw verzocht, voor de paarden der land bouwers, wier geheele bedrjjf uit grasland bestaat en die van dit grasland thans een gedeelte moeten scheuren, extra krachtvoeder beschikbaar te stellen, daar anders de paarden het zware werk niet zullen kunnen verrichten. Een zware hagelbui met storm heeft aan het Betuwsche tabaksgewas groote schade toegebracht. Vele bladen zjjn geknakt, af geslagen of zitten vol scheuren en gaten. Het kostbare gewas stond vóór den hagelslag bui tengewoon gunstig. Graan voor den landbouwer. Naar de „Tel.« verneemt heeft de heer Van RaDpard zich met de volgende vragen tot den Minister van Landbouw gewend I. Is de Minister voornemens van den oogst 1919 den landbouwers broolgraan te laten voor hun gezin en hunne arbeiders Zoo ja, verdient het dan geen aanbeveling, met het oog op den uiénzaai, zulks zoo spoe dig mogeljjk bekend te maken II. Van den oogst 1918 is aan de boeren een gedeelte van hun eigen verbouwd graan gAaten voor voedsel voor hun vee. De bepaling ts echter gemaakt, dat wel gerst en boonen, doch geen haver aan de vardens mag gevoerd worden. Hoe denkt de Minister zich dan, dat de boeren, die noch gerst, noch boonen hebben verbouwd, hun varkensfokkerjj en mesteig in stand moeten houden. De N i e u w - A m s t e r d a m aangekomen. Ongeveer half vier meerde Woensdag het s.s. Nieuw-Amsterdam aan de Wilhelmina- kade te Rotterdam. Uet schip had aan boord 127 eerste-, 72 tweede- en 43 derde klasse passagiers. Tevens bevond zich nog aan boord kapitein Stamperius van het s.s. Amsteldjjk, welk schip den dienst onderhoudt tusschen Oost-Indië en Amerika. Na anderhalf jaar keerde kapitein Stamperius naar Nederland terug. Het Spoorwegongeluk bg Weesp. Nadat Woensdag de Raad van Toezicht op de Spoorwegen een onderzoek naar de brug en den weg over den djjk heeft ingesteld, is Woensdag toestemming verleend om den dienst AmsterdamWeesp over één spoor wederom te hervatten. Huisslachting van runder e^n. Het bureau vooi mededeelingen inzake de voedselvoorziening meldt ln verband met de in de «Staatscourant» van 9 lezer gepubliceerde bekendmaking van den minister van landbouw, njjverheid en handel omtrent de huisslachtingen van run deren, kan nog het volgende worden mede gedeeld. Huisslachtingen van runderen zullen alleen worden toegestaan aan hen, die uitsluitend hun bedrjjf uitoefenen als landbouwer of vee houder. De aanvragen moeten schrifteljjk bg 4e plaatseljjke correspondenten worden ingediend met vermelding van jaisten naam en adres, die soort van bet te slachten rund en de giootte van het gezin (kinderen beneden den leeftijd van één jaar niet medegerekend.) Toestemming tot het slachten van een rund zal niet worden gegeven aan hen, die foutieve opgaven voor de inventarisatie hebben inge diend of geweigerd hebben hun handteeke- uing te plaatsen onder de opgaven van de inventarisatie. Evenmin krjjgen zjj toestem ming, die clandestien geslacht ol fraudeleus vervoerd hebben of hun medewerking niet verleend hebben ^ian het rjjkskantoor voor vee en paarden ioor de beschikbaarstelling van vee voor binnenlandsch gebruik. I

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1918 | | pagina 1