Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland.
I
No. 2905
Zaterdag 24 Augustus 1918
29e jaargang
Vakbeweging en Politiek.
Bemiddeling.
Landbouw en Veeteelt.
Zeeland in 1917.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent, voor het buitenland met verhooging
der bijkomende porto's.
Advertentien worden aangenomen by den boekhandelaar M. De Jonge
te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huijbregsen te Goes,
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte
Redactie-Adres Groote Kade 27, Goes. Telef. No. 74.
~Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsoh Nieuwsblad, gevestigd te er Neuzen.
Steeds meer en meer groeit het vakver-
eenigingsleven. Gelukkig. Tn plaats van het
morren en klagen over uitsluitend persoon
lijke belangen is gekomen de aaneensluiting
en het werken voor groeps-, ja vaak ook
voor algemeene belangen. Ook op het gebied
van het vakvereenigingsleven heeft men in
breede kringen verstaan de kracht, welke van
samenwerken kan uitgaan. Zeker, niet allen
hebben zich aaneengesloten, naast meer ach
tenswaardige motieven is er nog te veel zelf
zucht, lusteloosheid of gebrek aan gemeen
schapszin, die velen verre doen blijven van de
organisatie^ waarin ook zjj én ter wille van
hun eigen belang én om dat van anderen hun
plaats moesten innemen.
De Nederlandsche vakbeweging heeft thans
een respectabelen omvang bereikt. Zonder de
overigens zeer belangwekkende opgave, welke
hieromtrent in de bladen verschenen is, in
haar geheel over te nemen, willen wij toch
vermelden, dat het aantal georganiseerden,
waarbjj wel de vrouwen, maar niet de adspi-
rant-leden, op 1 Jan. 1918 bjjna 370.000 be
droeg. Een cijfer om rekening mede te houden.
Dit nu geschiedt, en op verschillende wij
zen. Een daaraan willen wjj hier bespreken,
nml. hoe sommige politieke partjjen op hare
wjj/e rekening houden met de vakbeweging
en met den invloed, welken deze, ook op het
kiezerskorps, uiteraard heeft.
De splitsing ia de vakbeweging, zooal niet
naar de politieke partgen dan toch volgens
sommige politieke stroomingen, is een feit.
Rood en Rechts wedijveren in het verkrijgen
van aanhangers voor hunne politieke denk
beelden door middel van devakvereenigingen.
Rood was ten deze de eerste en bestrjjkt
thans het grootste gedeelte van het zoo
vruchtbare terrein. De S.D.A.P., die er geen
bezwaar in ziet een dagblad uit te geven, dat
dag aan dag den, om het zeer zacht uit te
drukken, onjuisten ondertitel draagt van «dag
blad voor de arbeiderspartij» (zonder dat er
hier te lande een zoodanige partij bestaat)
toont al heel weinig scrupules wanneer er
door middel van de vakbeweging zieltjes, en
wat wellicht nog meer zegt, stemmetjes voor
«de» partjj te winnen zyn.
Rechts, dat den politieken strjjd door den
godsdienst onzuiver maakt, zet dit streven op
het gebied van het vakvereenigingsleven voort.
Uier vertoont zich een combinatie-vermogen
en een combinatie-kunst, welke den leermees
ter en leider in zekeren zin tot eere strekken.
Maar, eigenaardig genoeg, nergens eenheid.
Dat Rood noch Rechts een eenheid vormen,
het bljjkt zoowel op politiek als op vakver-
eenigingsgebied.
De sociaal-democratie, die ons den bjjna
vergeten heilstaat zou moeten brengen, geeft
in de elkaar zoo heftig bestrijdende S.D.A.P.,
S.D.P. en S.P. op politiek terrein het bewijs,
dat men de socialistische theorieën kan aan
hangen of zoo men wil ook niet kan aan
hangen zonder daardoor nochtans zelfs
een burgerlijke eensgezindheid te verkrjjgen.
Heel veel vertrouwen wekt dit niet voor wat
«later» zal gebeuren, maar wellicht dat ook
om deze reden steeds minder gesproken wordt
over ,,de maatschappij na deze." De drie so
cialistische partgen hebben in haar naam tel
kens een letter minder, maar wat ook ver
dween, of men de „arbeiders" dan wel de
„democratie" over boord wierp, de Partjj is
gebleven, al zal het moeiljjk zjjn vooral in
de debatten tusschen de heeren Troelstra en
Wijnkoop welke ons in de Kamer wachten,
zonder gevaar voor begripsverwarring, steeds
van „de" partjj te blijven spreken.
Onder hen, die op vakvereenigingsgebied
min of meer openlyk onder socialistische lei
ding staan, is de eenheid ook verre te zoe
ken. Het Nedeilandsch Verbond van Vakver-
eenigingen en het Nationaal Arbeidssecretari
aat zjjn daarvan de bewijzen.
Rechts heeft allerlei hokjes gemaakt om te
zorgen dat zjjn volgelingen zoo min op vak-
vereenigings- als op politiek dat ééne geheel
vormen, waarop ifien intusschen tegenover den
tegenstander zich zoo dikwjjls heeft beroemd.
De strjjd over de vraag of Protestanten te
zamen met Roomsch-Katholieken één vakbe
weging kunnen vormen is beslist. De Roomsch-
Katholieke bonden op schier elk gebied, in
clusief dat der sport, geven aan in welke
richting.
Waartoe dit alles leidt hierover een
volgende maal. J. B. AMENT
In de Openbare Vergadering van den «Ne-
derlandschen Anti-Oorlogsraad» op Woensdag
31 Juli 1918 te Amsterdam,'s Gravenhage en
Rotterdam gehouden, is met algemeene in
stemming de volgende motie aangenomen
Overwegende, dat beide oorlogvoerende par
tijen herhaaldeljjk verklaard hebben zelf bereid
te zjjn vredesvoorstellen van de tegenpartij te
onderzoeken, maar dat ieder van haar bljjft
weigeren zelf vredesvoorstellen aan de tegen-
party te doen, uit vrees, dat dit als teeken
van zwakheid zal worden uitgelegd
overtuigd, dat ieder der oorlogvoerende
partyen thans als het hoogste oorlogsdoel be
schouwt het voorkomen van een herhaling
van dezen oorlog en ter bereiking hiervan
wenscht mede te werken tot een Volkeren
bond en dat voorts uitlatingen van staatslieden
der oorlogvoerende landen de veronderstelling
wettigen, dat door onderhandeling thans reeds
overeenstemming zou kunnen worden bereikt
spreekt den wensch, uit, dat de Nederland
sche Regeering in het openbanr stappen moge
doen tot bemiddeling.
Na de uitvoerige verslagen, welke omtrent
bovenbedoelde vergaderingen in de pers ver
schenen zjjn, behoeven wij over de motie wei
nig meer te zeggen. Trouwens, die spreekt
genoeg voor zichzelf. Bemiddeling wie zou
dat niet wenschen De oorlogvoerende par
tyen niet, zegt misschien een scepticus, maar
wjj kunnen ons niet voorstellen, dat dit ant
woord inderdaad juist zou zijn.
In elk geval, bemiddeling, d.w.z. een mid
del om te komen tot het einde, is een wensch
van duizenden, van millioenen. Natuurlijk
weet niemand van te voren of een poging in
dien geest werkelyk tbt het zoo vurig ver
langde doel zal leiden, maar zoo ooit dan is
hier het pogen reeds verdiensteljjk. Eerste
werk is dus de Regeering te vragen of zij
die even delisate als prijzenswaardige taak op
zich wil nemen, natuurlijk op een tijdstip en op
de wijzedie haar daartoe geschikt voorkomen.
Wjj, die vaak klagen niets te vermogen om
den vreeseljjkeo wereldoorlog tè doen eindi
gen, willen althans medewerken om te komen
tot een poging daartoe. De hierboven vermelde
motie verdient steun in wjjden kring en gaarne
ondersteunen wjj het ons door den Nederland-
schen Anti-Oorlogsraad gedaan verzoek aan
de besturen van vereenigingen (ook politieke)
om de motie in hun vergaderingen ter sprake
te brengen en zoo mogeljjk te doen aannemen.
Laat Nederland althans zich voor den vrede
uitspreken J. B. A.
Wjj hebben niet het minste bezwaar, bo
venstaande opwekking, gericht tot alle ver
eenigingen, in ons blad op te nemen. Dat wij
enkele woorden daarin cursiveeren moge een
teeken zjjn, dat wij ons de groote moeiljjk-
heid van de uitvoering der motie niet ont
veinzen. Red.
Wat de landbouwers voor de
voeding van eigen vee
mogen houden.
i)e minister van landbouw, nijverheid en
handel heeft bepaald, dat den landbouwers
die de zoogenaamde invorderingsbiljetten heb
ben ingevuld en ingeleverd, per stuk vee voor
het tjjdvak van 15 dezer tot en met 30 April
1919 ten hoogste de volgende hoeveelheden,
welke zijn vastgesteld in overleg met hetNe-
derlandsch-Landbouw-Comité, zullen worden
gelaten van de door hen verbouwde granen
en peulvruchten, welke hoeveelheden uitslui
tend mogen worden gebruikt voor de voeding
van eigen vee
lo. voor officieel erkende en by de provin
ciale kantoren voor veevoeder bekende dek
hengsten 900 K G.
voor landbouwpaarden boven de drie
jaar" 800 K.G.
3o. voor paarden beneden de drie jaar 400
K.G.
4o. voor officieel erkende en bjj de provin
ciale kantoren voor veevoeder bekende dek
stieren 400 K.G.
5o. voor koeien 400 K.G.
(3o. voor jong hoornvee 100 K.G.
7o. voor varkens boven 50 K.G. 300 K.G.
8o. voor varkens beneden de 50 K.G. 150
K.G.
9o. voor biggen beneden de twee maanden
niets
10. voor geiten s iets
llo. voor pluimvee niets;
12o. voor schapen niets
Yoor de nummers 1, 2 en 3 zullen
haver en veldboonen worden gelaten en, zoo
deze niet in voldoende hoeveelheid door de
landbouwers zijn verbouwd, zal het ontbre
kende kunnen worden aangevuld met door
die landbouwers verbouwde gerst.
Yoor de nummers 4, 5 en 6 zal gerst
worden gelaten en, zoo deze niet in voldoen
de hoeveelheid door de landbouwers is ver
bouwd, zal het ontbrekende kunnen worden
aangevuld met veldboonen en haver, door
deze landbouwers verbouwd.
Voor de nummers 7 en 8 wordt geen ha
ver, doch worden uitsluitend veldbo nen en
gerst gelaten.
Het voeren van haver aan varkens is ver
boden.
Indien de landbouwers niet voldoende hoe
veelheden haver, gerst of veldboonen hebben
geteeld om hun vee de bovengenoemde hoe
veelheden te geven, kan een gedeelte van het
ontbrekende worden aangevuld uit de distri
butie van veevoeder, wanneer daarvoor vee
voeder beschikbaar is.
De provinciale kantoren voor veevoeder of
de regeeringscommissaris8en zullen zoo spoe
dig mogeljjk kaarten uitreiken, waarop, met
inachtneming van de bovengenoemde maxima,
de hoeveelheden en soorten veevoeder worden
vermeld, welke den landbouwers zullen wor
den gelaten, alsmede dc datum, vsaarna door
de landbouwers weder aanvraagbiljetten mo
gen worden ingediend voor de verkrjjging
van veevoeder uit de distributie.
De regeeringscommb-urissen voor deRjjks-
graaninzameling hebbeu het recht om, indien
een landbouwer niet voldoende medewerkt bjj
de naleving van de voojs hriften van den mi
nister van landbouw, njj i heid en handel be
treffende de landbouwpro tcten, of indien een
landbouwer deze voorschriften tracht te ont
duiken, de aan hem g aten hoeveelheden ge
heel of gedeeltelyk op vorderen.
Mocht een landbouwer, doordat hij door
den aard van zjjn bedrijf beschikt over veel
bij voeder als hooi, voederbieten, enz., de hoo-
ger genoemde hoeveelheden voor de voedering
van zjjn vee niet geheel noodig hebben, dan
is hij verplicht het gedeelte dat hjj niet noo
dig heeft, bjj de regeeringscommissarissen in
te leveren.
Daar nu nog niet kan worden geraamd hoe
de voedselpositie in Nederlzud na 1 Mei 1919
zal ziju, kunnen de hoeveelheden, welke na
dien datum tot aau den nieuwen oogst zullen
worden gelaten, nog niet worden vastgesteld.
Yoorloopig ligt het in de bedoeling na 1
Mei 1919 voor de op dezen datum bjj de
landbouwers aanwezige dieren de volgende
hoeveelheden per stuk vee te laten en wel
uitsluitend voor die streken, waar dit noodig
zal bljjk°n
1. voor officieel erkende m bij de Rjjks-
kantorer, voor veevoeder bekende dekhengsten
300 KG.;
2. voor laudbouwpaardeu boven de drie
jaar 150 K.G.
3. voor officieel erkende en bjj de Rjjks-
kantoren voor veevoeder bekende dekstiesen
100 K.G.
4. voor varkens boven 50 K.G. 100 E.G.
5. voor varkens beneden 50 K.G. en ouder
dan 2 maanden 50 K.G.
Voor de andere onder bovenstaande rubrie
ken niefc genoemde landbouwdieren zal na 1
Mei 1919 geeu veevoeder worden gelaten.
Uit het thans in druk verschenen verslag
van den toestand onzer provincie over 1917
blijkt ten eerste, dat ook onder de oude kies
wet het aantal kiezers voor de Provinciale
Staten zich gestadig uitbreidde. In 1912 be
droeg dit 39536, in 1916 43957 en in 1917
44021.
In het onderhoud der provinciale werken
werd behoorljjk voorzien en bedroegen de
kosten daarvan 151275 68°.
Plaatselijke belastingen. Tegen aanslagen
in den hooldelijken omslag ofplaatseljjke directe
belasting op het inkomen werden 89 beroep
schriften ingediend, waarvan op 34 gunstig
en 38 ongunstig werd beslist, 13 niet ont-
vankelyk werden verklaard en 4 nog niet wa
ren .afgedaan bjj het einde van het jaar.
Van de beslissingen vermelden wij, dat bjj
de betekening van het inkomen voor een aau-
slag in den H. O. van Vlissingen niet in aan
merking komt de werkelijke huurwaarde ad
f 450, welke voor de vrije woning van de»
reelamant voor de personeele belasting geldt,
maar een bedrag ad f'260, waarop dat genot
voor den pensioensgrondslag van den betrok
kene is berekendvervolgens dat de verorde
ning te Middelburg niet toelaat, dat een als
reserve luitenant bij de landweer genoten toe
lage gedeeltelyk wordt afgetrokken, en even
min dat door een kapitein der infanterie de
genoten toelage en het inkwartieriugsgeld
wordt buiten rekening gelaten een zeker be
drag voor den oppasser wordt atget okken.
Verder, dat te Goes wel mag worden af
getrokken een bedrag van i 600 wegens af
lossing van schuld, welk bedrag ook bjj de
berekening van het inkomen voor deu aanslag
in de Rijksinkomstenbelasting in mindering
is gebracht, doch dat niet als uitgaaf kan
worden toegestaan eene door den reclamant
bedoelde uitkeering van f700 wegens uitkoop
van een vroegeren compagnon, welke niet an
ders dan als kapitaaluitgaaf is te beschouwen.
Vervolgens, dat hier te lande verbljjvende
vluchtelingen, die hier geen handel uitoefenen
en geen bezittingen hebben, niet belasting
plichtig moeten worden geacht. Bjj het 90
dagen ter beschikking houden van een gemeu
bileerde woning bljjft buiten aanmerking de
vraag, of de reclamant de woning heeft be
schikbaar' gehouden tot persoouljjke uitoefening
van eene betrekking of bedrjjt. Nog een be-
langrjjke beslissing was, dat een persoon uit
Goes, die alleen op zjjn kantoor teTerneuzen
komt tot verifieeren zjjner zaken, niet geacht
kan worden het bankiersbedrjjt in zjjn vollen
omvang uit te oefenen. De laatste beslissing
was, dat een schryver bjj den post- en te
legraafdienst, die administratief nog Vlissingen
3.1i
4.4
4.a
5 0:
5.11
W
6i
5.30
5.45
5.48
5.49
5.58
6.05
6.16
6.26
6.35
6.45
6.55