Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland.
Haagsche brieven.
No. 2899
Zaterdag 3 Augustus 1918
29e jaargang
Pacifisme en Politiek.
Vier jaar oorlog
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent, voor het buitenland met verhooging
der bijkomende porto's.
Advertentien worden aangenomen b\j den boekhandelaar M. De Jonge
te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huijbregsen te Goes.
ADVERTENTIEPRIJS^
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte
Redactie-Adres: Groote Kade 27, Goes. Telel. No. 74.
TW. fWant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de N.V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Te. .Neuzen-
Fragment uit oen verkiezingsrede.
Mijnheer de Voorzitter. Na een van de
groote lijnen van het verkiezingsprogram van
Hgn partjj ten aanzien van de binnenlandech*
•taatkande te hebben aangegeven, wil ik als
volgend punt de buüenlandsche verhoudingen
bespreken. Het is eenigezins engewoon in een
«ede ais de» de kwestie van de buitenland-
eche politiek aan te roeren. 1 ot dusver had
dit zelden ot nooit plaats. Niet alleen dat bfl
verkiezingen dit onderwerp niet aan de orde
kwam, maar de politieke programma's van
de meeste partgen, die wel tot in ondêrdeelen
de verschillende vraagstukken van de binnen-
landsche politiek behandelden, lieten zich over
bet te voeren bnitenlandsch beleid niet of
eleehte we* vaag nit. Erger nog. er is eeu
tjjd geweest, waarin de debatten in de olks-
fertegenwoordiging over Hoofdstuk 111 der
Ktaatsbogrooting, het Departement van Bui-,
tenlandsche Zaken betreffende, zich bepaalden
•ot meer ot minder belangrijke beschouwingen
Ovef den uitvoer van hooi en stroo of van
melk en kaas, op zichzelf voor velen gewich
tige kwesties, maar toch geheel afgescheiden
van de eigenljjke buitenlandsche politiek.
Thans is in dit alles groote verandering
gekomen. Vooral na 1914 heeft men allerwegen
gevoeld, dat de toestand niet mocht en ook
niet zou kunnen blgven gelijk zg was. V óój-
diaa beschouwde men ook hier te lande de
wak van de buitenlandsche politiek als iets
hoogs en geheimzinnigs, dat alleen de betrok
ken Ministers en de diplomaten mocht toe-
behoorsn. Na de hulde, die ik zoo straks aan
het beleid van den tegenwoordigen Minister
van Buitenlandsche Zaken gebracht heb, zal
bet een ieder duidelgk zgn dat ik niet hem,
evenmin trouwens een bepaalden anderen per-
■oon op het oog heb, wanneer ik zeg, dat
goo ooit van een zaak gebleken is, dat zg is
toevertrouwd geweest aan hoofden en handen,
welke daartoe ten eenenmale ongeschikt waren,
het wvl is die van (le buitenlandsche verhou
dingen der verschillende landen. Men is eT
thans in breede kringen van overtuigd, dat
aan de geheimzinnigheid ten deze een einde
dient te komen.
Hier te lande zgn wg ook thans nog ge
lukkig buiten den oorlog gebleven. Welnu,
dit bjjzoudere voorrecht legt ons volk een
bijzondere plicht op. Terwgl zoovele andere
volkesen noodgedwongen al hun kennen en
kunnen aanwenden om elkander te dooden of
te verminken, is voor ons de schoone taak
weggelegd te zoeken naar wat opheft en ver
edelt. De vrede, die wg hebben, legt ons de
plieht op iet» te doen o«n te bevorderen dat
die vrede weer algemeen en daarbg duurzaam
wl zjjn.
Mjjae heeft mede begrepen, dat deze
■aak van zoo hoog belang aller aandacht
waard ie, dm zeker ook die van de kiezers,
bu zjj geroepen worden hun invloed uit te
oefenen op de samenstelling van een regeerings-
college, dat wellicht straks hieromtrent de
meeat ingrgpendo beslissing zal hebben te
nemen. In het verkiezingsprogram wordt o.m.
gev raagdmedewerking aan elke ernstige
algemeene poging tot volledige toepassing van
het beginsel der internationale arbitrage en
tot ewtwapening, en zoo mogelgk uitlokken
V«n «wn dergelijke poging.
Internationale arbitrage het klinkt zoo
moeitgk, zoo ingewikkeld. En toch is de zaak
too. eenvoudig. In het kort komt het hierop
neer, dat men ten aanzien van de buitenland
sche verhoudingen van de verschillende staten
hetzelfde beginsel wil invoeren als thans reeds
geldt voor de bedekkingen tusschen de indi-
duen onderling. Stel eens dat twee personen
verschil van meening hebben over een som
geld, een huis, een stuk grond. Het moeten
al laag-gezonken individuen zgn, die daarvoor
elkaar te ljjf gaan, ieder weldenkend mensch
wendt zich in een dergeljjk geval, wanneer
men niet tot overeenstemming kan komen,
tot den bevoegden rechter. En wanneer twee
landen meeningsverschil hebben over een stuk
land of wat dan ook De vreeselgke oorlog,
welke in 1914 is losgebarsten en thans nog
voortwoedt, heeft op die vraag een maar al
te duidelgk antwoord gegeven.
Geschillen tusschen volkeren zullen evengoed
blgten bestaan als geschillen tusschen personen.
Daarom wenscht men dan ook voor de vol
keren een bevoegden rechter of rechtbank,
waartoe zij zich verplicht zgn bg voorkomende
geschillen te wenden. Dit is in het algemeen
wat men door de internationale arbitrage wil
bereiken.
Na zegge men niet: o, ja dat is wel een
mooi beginsel, maar daarvan zal toch nooit iets
komen Zg dié aldus zoo spreken houden de
zaak het meest tegen. En bovendien men Btem
pele maar niet alles, wat nog niet is, tot een
utopie Toen tijdens het bestaan van den
slavenhandel mannen opstonden om dien te
bestrijden, waren er anderen, die hunne mo
tieven heel mooi en zeer edel noemden, maai
de slavenhandel was nu eenmaaUen nood
zakelijkheid en de afschaffing ervan een onmo
gelijkheid. Thans is de slavenhandel afgeschaft.
Zoo is het hier te lande ook gegaan met
den strijd voor jjet algemeen kiesrecht. De
eerste voorvechters daarvan werden met be-
spotting en medeleiden begroet, thans is het
algemeen kiesreeht ook hier ingevoerd.
Wanneer men voorstander is van eenig denk
beeld, wanneer men van de juistheid daarvan
overtuigd is, dan ga men maar niet aanstond'
uit den weg voor het eerste bezwaar, dat
ertegen wordt opgeworpen, maar dan onder-
zoeke men dat, Blgkt het niet overwegend te
zgn, welnu dan zette men den goeden strgd
met te meer kracht voort tot het doel bereikt
i9 tot de overwinning is behaald
Men spreekt, ook in deze dagen, veel van
democratie. Ik behoor niet tot hen, die dit
woord overal bjjhalen, hot te pas en te onpas
gebruiken. Democratie moet moer in daden
dan in woorden betuigd worden. Maar zeker
is democratisch het denkbeeld, dat thans door
mg behandeld en verdedigd wordt. Ontwape
ning en arbitrage, het is inderdaad de wensch
van allen. Niet van bepaalde partgen alleen,
maar van alle volkeren. Ik voor mg geloof,
dat het niet mogelgk is in Europa met zgn
millioenen inwoners duizend normaal denkende
menschen bjjeer te brongen, die ieder voor
zich, wanneer zij daartoe bg machte waren,
een wereldoorlog zouden willen ontketenen of
die tot in lengte van dagen zouden doen voort
duren. Elk weldenkend mensch wil den vrede.
Wanneet, men niet zou gevoelen voor de
idieele motieven, welke aan dit punt van mgn
program ten grondslag liggen, dan zou ik
nog willen wgzen op de groote financieele
voordeelen, welke de uitvoering van deze denk-
Beelden met zich zou brengen. De sommen
welke door ontwapening reeds in vredestijd
vrjj zouden komen voor allerlei nattige en
noodige doeleinden van verschillenden aard,
zgn ontzaggelijk. Ook voor ons land opent
zich hier een breed perspectiefonderwgs,
sociale hervorming, bevordering van den alge
meenen welstand, alle deze en dergelijke ver
beteringen die thans vaak met een »er is geen
geld" tegengehouden worden. Nu zwgg ik
nog van de millioenen en nog eens millioenen,
welke thans door de oorlogvoerende landen
uitgegeven ter bevordering van de algemeene
ellende.
Maar wat geeft het, wg met ons kleine
aantal, ik met mgn enkele stem. Laat men
de waarde daarvan niet onderschatten. Zeker,
ik weet het wij kunnen den vrede niet bren
gen, noch een bepaalde partg noch het ge-
heele volk. Wann.eer de vrede er dan eenmaal
komt, dan is het vóór alles zaak dat het een
duurzame zg. Nu is het mgn vaste overtui
ging, dat geen vrede duurzaam kan zgn, zon
der dat hg rust op de grondslagen, als door
mg ontwikkeld. Welnu wanneer wg allen hier
te lande willen ontwapening en arbitrage wan
neer wg in de volksvertegenwoordiging uit
sluitend mannen en vrouwen kiezen die deze
beginselen voorstaan en wanneer dit ook in
andere landen zal geschieden, dan kan het niet
anders of deze gedachten zullen tot werkelijk
heid komen. Daarom een krachtige propagande
opdat allen gewonnen worden 1
Niet de politiek is het pacifisme, maar het
pacifisme is de politiek. Aldus heeft o. g. zgn
mede-pacifisten eens voorgehouden. Door het
ui spreken van bovenstaande rede meen ik het
laatste bevorderd te hebben, terwgl ik door het
afdrukken ervan op dit oogenblik niet met het
eerste gedeelte van mijn eigen uitspraak in
strijd meen te zgn.
's-Gravenhage, na den Bden Juli 1918.
J. B. AMENT.
Het is een onloochenbaar feit, voor de
wjjze waarop in het vervolg de buitenlandsche
betrekkingen tusschen de verschillende staten
zullen worden geregeld komt meer en meer
belangstelling. Ook in ons land. Dit verschijn
sel moet ten zeerste worden toegejuicht. Wan
neer wg letten op het vrgwel volkomen ge
mis aan aandacht, laat staan belangstelling,
dat er vroeger in het algemeen ten aanzien
van de verhouding van ons land met andere
rijken bestond, dan durven wg wel voorspel
len, dat in den vervolge de zaken hier gansch
anders zullen staan.
Natuurlijk spreken we hier niet over den
toestand van het oogenblik en het is dan ook
zonder te kort te doen aan de algemeen er
kende bekwaamheid van Minister Loudon en
aan het zoo terecht in hem gestelde vertrou
wen, dat wg de verwachting, die een wensch
is tevens, uitspreken dat wanneer het weer
vrede zal zgn, het buitenlandsch beleid niet
alleen zal worden beheerscht door een Di
plomaat-Minister, maar dat ook de oiksver-
tegen woordiging in deze haar ini lord zal kun
nen doen gelden.
In het verkiezingsprogram van de Liberale
Unie is even duidelgk als bedachtzaam de te
volgen weg aangegeven.
Ook in andere partgen trekt dit onderworp
meer en meer de aandacht, zg het dan dat
elke partg het op hare wjjze behandelt.
Zoo b.v. „De Standaard..
Nu Dr. Kuyper de Roomsch-Katholieken
niet meer noodig heeft en dezen hem niet
meer wordt in «De Standaard» op gansch
anderen aard over de vroegere coalitie-genoo-
ten geschreven als eertijds het geval was.
Zelfs de diplomaten onder hen moeten het
ontgelden.
In een klacht over het gebrek aan goede
diplomaten bg Rechts, schrijft «De Standaard"
Wie in onze diplomatieke kringen thuis is,
weet toch vrg zeker, dat verreweg onze meeste
diplomaten, en met name de meest beteeke-
nenden onder hen, dusver steeds met de li
beralistische wereldbeschouwing meegingen".
Verder heet het
«Niet dan een zeer enkel maal hoorde men
onder hen van een Antirevolutionair en de
heugenis hiervan is niet moedgevend».
En vervolgens
De diplomaten van stavast waren meestal
overhellend naar den liberalen kant, iets wat
zelfs van de Roomsch-Katholieken onder hen
gold en wat zich aanstonds verklaren liet uit
het feit, dat men in het Buitenland veelal
eigenlgk van liberaal of conservatief wist en
met onze speciale politieke groepen geen
nauwer contact gevoelde».
Is van hetgeen wg hier aauhalou het eerste
gedeelte niet bepaald vriendelijk tegenover
De Marees van Swinderen, die dan -toch man
van Rechts ié, al was hij „maar» lid van het
Heemskerk-Ministerie, gaat de niet-moedge
vende heugenis van het tweede gedeelte on
middellijk naar de Van Heeckeren-zaak uit,
het derde punt treft in het bgzonder van
Nispeu tot Sevenaer. Overhellend naar den
liberalen kant dit van iemand in «De
Standaard» te lezen is weinig minder dan een
aantijging, een beschuldiging. Wordt hier
wellicht een wapen gesmeed tegen een Mi
nister van Buitenlandsche Zaken, die wanneer
hg voor die functie van Rome uit tot ons
zal komen, dit zal moeten doen „ultra mon-
tes", van over de bergen Indien de pogin
gen van Dr. Nolens niet mochten slagen, zal
dit niet te wgten zgn aan te groote mede
werking vanwege het hoofdkwartier der An-
tiie,olntionaire partg. Misschien oak dac men
thans daar gevoelt in Nederland bet Room-
sche paard van Troje te hebben binnenge
haald.
Verbijsterend evenwel is het de conclusie
te lezen, welke ,,De Standaard» uit het hier
voor Aangehaalde meent te moeten trekken.
«Hieruit valt vanzelf te duchten, dat, moest
Rechts zelfstandig optreden, en uit den klei
nen kring van Rechtsche diplomaten een Mi
nister van Buitenlandsehe zaken zoeken, het
zeer de vraag zou zgn, ot ons land er niet
aan zou gewaagd worden."
Hoe nu, het land er aan gewaagd, door
een Christen-staatsman voor het buitenlandsch
beleid Heelt men daarvoor, zeker niet het
minst in de maanden, welke thans achter ons
liggen, getracht stemming te maken tegen de
vrijzinnigen in 't algemeen en tegen de libe
ralen in het bgzonder? Dit is gelukt, wel
licht iu meerdere mate, dan volgens eigen
raming was gedacht. In stede dat daar nu
een juichkreet opgaat, wijl het weer zal staan
gebeuren, dat »God in Nederland regeert,*
ook op het terrein dor buitenlandsche aange
legenheden, stelt men thans de vraag of door
de consequenties der Reehtsche politiek^ „ons
land er niet aan gewaagd .zou worden."
Hopen we slechts, dat er voor die vraag
niet inderdaad aanleiding zal behoeven te be
staan. Een optreden van Dr. Kuyper als Mi
nister van Buitenlandsche Zaken lgkt ons in-
tusschen niet waarsehgnlgk.
J. B. AMENT.
De oorlog is nu vier jaar aan den gang.
De moord op den aartshertog-troonopvolger
van Oostenrgk-Hongarije en zijn vrouw viel
op 28 Juni 1914. Op 23 Juli stelde Oosten
rgk aan Servië zijn ultimatum. Den volgen
den dag mobiliseerde Servië en gat Rusland
te kennen dat het hierin niet onverschillig
kon big ven. Den 2öen Juli verklaarde Oos
tenrgk aan Servië den oorlog. Den 28en werd
Belgiado beschoten Heden voor vier jaren
werd de algemeene mobilisatie van Rusland
afgekondigd, desgelijks in Oostenrijk-Honga-
rge, st#lde Duitschland aan Rusland een ul
timatum en mobiliseerde ook ons land. Dus
kan men zeggen, dat de wereldoorlog van
heden voor vier jaren dagteekent.
En er is nog geen uitzicht op vrede. Geen
wolkje, ook niet als een mans hand, geeft er
hoop, dat het vuur hetwelk Europa verteert
welhaast zal worden gebluscht. Integendeel,
Amerika neemt eerst nu in ernst aan den
ZEEUW
IEUWSBLAD.
1 1 J nu nt.inn Cl VHQ