Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland.
jhr. R. R. L. de friuralt.
Candidatenlijst
het naderende einde.
Deuren dicht.
No. 2884
Woensdag 12 Juni 1918
29e jaargang
LIBERALE UNIE.
Kede Jhr. de Muralt,
mm
rt' i
'V-.-
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent, voor het buitenland met verhooging
der bijkomende porto's.
Advertentien worden aangenomen by den boekbandelaar M. De Jonge
te Ter Neuzen en den drukker A. P. Hutjbregsen te Goes,
Telef. Intere. No. 37.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte
Redactie-adres: Westkolkstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Ter Neuzen.
der Liberale Unie voor de gecombineerde
kieskringen Middelburg, ilburg, jp sler-
togenbosch en Utrecht (de provincies Ze -
land, Brabant en Utrecht) vermeldt
1. jhr. R. R. L. de Muralt te 's Hage.
2. mr. E. E. van Raalte te 's Hage.
3. G. L. Breedveld te Halsteren.
4. mr. dr. A. F. baron van Lijnden te Baarn.
■5. ds. T. H. Siemelink te Ylissingen.
6. Ph. van Dixhoorn te Axel.
7. ds. T. Kielstra te Zeist.
8. M, I. W. J. Bijleveld te 's Hage.
9. mevr. F. S. van BalenKlaar te's Hage.
10. J. B. Ament te 's Hage.
In de j.l. algemeene vergadering van de
Liberale Unie, gehouden te Amsterdam werd
met algemeene stemmen de navolgende motie
aangenomen
»De Algemeene Vergadering acht het
wenscheljjk, dat door de officieele organen
der Liberale Unie de propaganda gevoerd
worde voor de ljjsten in haar geheel, in dier
voege, dat als den kieners wordt geadviseerd,
den eersten naam der ljjst te stemmen, uit
drukkelijk worde vermeld, dat het den kiezers
vrij staat van hunne voorkeur voor een
anderen candidaat der ljjst te doen blijken.
Wjj bevelen de kiezers aan te stemmen op
nummer 1 van de ljjst, zijnde
waardoor U alle candidaten ;der ljjst stemt,
leder kiezer is echter vrij op eenig ander can
didaat der ljjst te stemmen.
Elke kiezer mag maar één candidaat
stemmen. Maakt hy meer dan één witte stip
zwart, dan is het stembillet ongeldig.
In de Kamerzitting van 30 Mei 1918 sprak
de Minister van Financiën van het Ministerie
als van een «demissionair Kabinet» en van de
Kamer als „demissionaire Kamer".
En toch behandelt het Kabinet, dat zich
zelf als heengaand beschouwt, nog met de
Kamer, die door het Ministerie als demissionair
wordt gekenschetst, belangrijke wetsontwerpen
als de volgendeinstelling eener bijzondere
rechtspraak in distributie- en andere crisis
zaken Wijziging der Distributiewet 1916
Nadere voorziening ten aanzien van het goe
derenverkeer met het buitenland, om van de
regeling der ambtenaarssalarissen nog niet eens
te spreken.
Is het oordeel, door den heer Treub over
het Ministerie, althans over de Kamer uit
gesproken, niet in beslisten strjjd met de wer
kelijkheid Wjj weten, dat het einde nadert,
van Regeering en Kamer beide. Dit is goed
wjj wezen er reeds vroeger op. Maar zoolang
het einde niet is gekomen, moet men voor
zichtig zjjn met uitlatingen als de Minister
van Financiën zich veroorloofde. En deze uit
lating wordt nog zonderlinger, wanneer men
haar in het licht beschouwt der aangelegen
heden, waarom het gaat. In de Kamerzitting
van 30 Mei liep het over de circulaire van
den Minister van Binnenlandsche Zaken over
de duurtetoeslagen voor de onderwijzers. Daarin
luidt het o.a.
„In verband met de volgens de wet van 23
Febr. 1918 aan de onderwijzers over 1917 en
1918 toe te kennen weddeverhoogingen wenscht
de Minister van Financiën, dat over 1918,
ongeacht de loongrens, niet meer aan duurte-
bjjslag wordt uitbetaald dan het bedrag, waar
mede die bjjslag de hun over krachtens voor
melde wet toekomende weddeverhooging te
boven gaat. Bedraagt derhalve bedoeldcwedde-
verhooging meer dan de bijslag, dan wordt
deze te rekenen van 1 Januari geheel inge
trokken. Bedraagt zij minder dan de bjjslag,
dan wordt dat mindere bedrag als bjjslag toe
gekend."
Het spreekt wel vanze'i, dat deze circulaire,
(de Jobstjjding. zooals, «Het Schoolblad» haar
kenschetste), terecht bittere teleurstelling
wekte niet alleeni in de ouderwjjzerskringen,
maar ook daarbuiten. De voordeelen der wed
deverhoogingen werden voor velen geheel of
gedeeltelik krachteloos gemaakt. Een daar
tegen ingaande motie van den heer de Zeeuw,
onderteekend door leden van verschillende
Kamerfracties, behalve van de Roomsch-Ka-
tholieke en Vrjj-liberale partijen, werd dan
ook den volgenden dag zonder hoofdeljjke
stemming aangenomen.
Het was bjj gelegenheid der debatten over
deze motie, dat de heer Treub sprak vaneen
demissionair Kabinet en dito Kamer: «Wij
zjjn verplicht» zoo vertelde hjj «als
demissionair Kabinet en de Kamer, als de
missionaire Kamer, de volgende Regeering en
de volgende Kamer niet te plaatsen voor een
berooiden financieeRn toestand, waaraan geen
redden meer zal zjjn Nu klinken deze woor
den zonder twijfel juist. Maar de Minister
vergat bjj deze motie, waarbij het lo. gaat
om duurtetoeslagen, dus om uitgaven van tij-
deljjken aard, waarbjj het 2o. gaat om een
betrekkelijk klein bedrag (f 2.000.000), de Mi
nister vergat, dat hij zelt en dit volkomen
terecht mee heeft ingediend de wetsout-
ontwerpen tot verbetering der ambtenaarssa
larissen, die lo. zijn van bljjvenden aard en 2o.
klimmen tot veel hooger bedrag (1 18 000.000).
Waarom werd bjj de motie-de Zeeuw het
komende einde uitgespeeld en doet dit
alweder gelukkig geen dienst bjj de sala-
rissenregeling. 't Is immers een spelen met
woorden
burg de aanwezigheid ot zelfs het debat van
den tegenstander zouden vreezen. Het schjjnt
dus, dat de dichte deuren niet zoozeer de
sprekers dan wel de toehoorders moeten be
schermen. Inderdaad, wanneer men gewoon
is niet anders dan »De Standaard* te lezen,
dan zou het zeker vreemd opvallen wanneer
men daar eens iemand hoorde beweren en
(eveDs met de feiten zag aantoonen dat
niet alles, wat in dat blad voorkomt, den
toetssteen der critiek kan weerstaan.
Nieuw evenwel is de bovenbedoelde uit-
noodiging, zij het er dan ook maar een tus-
schen haakjes, aan de vrouwen. Men heeft in
de anti-revolutionnaire kringen blijkbaar geen
bezwaar meer tegen de aanwezigheid van da
mes m politieke vergaderingen althans
wat de groote steden betreft. Of de a.-r.
kiesvereenigingen ten plattelande daar even
zoo over denken is nog wel voor eenigen
twijfel vatbaar. Ook wat het verkiezingswerk
betreft, bleek men in de steden geen princi-
piëele bezwaren tegen de hulp vau vrouwen
te hebbeu.
Maar geen enkele vrouw op de Candi
da'enlijstens der anti-revolutionnaire partij.
Zouden de vrouwen van die zjjde zich niet
eens afvragen, naar analogie van den vorm
der uitnoodigiug, of zij daar ertusschen ge
nomen worden
Met geen enkel woord wordt vermeld,
waarover de heeren Heemskerk en Idenburg
het zullen hebben. Dat is misschien maar
goed ook, want daar mocht eens een lid of
een geestverwant zjjn, die over een bepaald
onderwerp vroegere meeningen en uitspraken
zou willen nazien en dan zou willen vragen,
misschien wel discussiëeren, ja zelfs aan ge
dachten wisselen zou gaan denken. En als er
een van de a.-r. zusteren zou opstaan om te
spreken over vrouwenkiesrecht
Van den heer Treub is gelegd, dat van al
zijn democratie slechts z'n slipdas was over
gebleven. De anti-revolutionnaire party moet
het thans zelfs zonder een dergeljjke uiterljjke
herinnering doen, haar democratie doet in
dezen tijd nog de deur dicht.
J. B. A.
In enkele biaden is een vergadering te
's-Gravi nbage aangekondigd, waarin de heeren
Mr. Th. Heemskerk en A. W. F. Idenburg
het woord zullen voeren. Dus niet de eersten
de besten, een oud-Minister, tevens Lid van
den Raad van State en een oud-Gonverneur-
Generaal van Ned.-lndië, hetgeen dan trouwens
ook in de advertentie wordt medegedeeld. En
toch deuren dicht: de veigadering is uit
sluitend toegankelijk voor leden en geestver
wanten (ook vrouweljjke).
Die toevoeging tusschen haakjes is een
nieuwigheid. Het «uitsluitend toegankelijk*
is van die zjjde een bekend geluid. WanDeer
een predikant, meer op de hoogte met bjjbel-
teksten dan met wetsontwerpen, van de stille
pastorie eensklaps in de politieke meeting
zich ziet overgeplaatst, dan kunnen wjj ons
begrijpen dat de stille of openlijke toejuiching
der broederen hem voldoende is en dat hij
daarnaast paganistische controle over de juist
heid van zijn woorden niet bepaald noodza
kelijk acht. Wij kunnen ons toch moeiljjk
voorstellen, dat een Heemskerk ot een Iden-
Lid van de Tweede Kamer voor Oostburg,
gehouden te Utrecht 10 Juni 1918.
Spreker begint met op te merken, dat het
parlementaire jaar voor de liberalen een be
droevend jaar is geweest. Met de herziening
van artikel 192 van de Grondwet, waardoor
de tinancieele gelijkstelling van het Bjjzonder
en het Openbaar onderwijs tot stand is ge
komen, is de nederlaag van de Openbare school
beteekend en de strijd door de Liberalen ver
loren. Spreker zette in den breede de totstand
koming van de grondwetsherziening uiteen.
Hjj verdeelde het Kegeeringsvoorstel in drie
moten. De eerste moot hield in de eigenlijke
nederlaag van de Liberalen, nameljjk de tinan
cieele geljjkstelling tuSsshen Openbaar en Bij
zonder Onderwijs. De tweede moot bevatte een
vage omschrijving dat het uit de openbare kas
bekostigd onderwijs aan voorwaarden zon heb
ben te voldoen, ter wjj 1 de graad van deugde-
ljjkheid volstrekt niet in de Grondwet werd
aangegeven. De mate van deugdeljjkheid zou
wel in een gewone «et, wie weet wel door
een rechts Ministerie, later worden bepaald.
''Weliswaar had de bekende Grondwetscommis
sie, die de Regeeringsvoorstellen had voorbe
reid, een model voor de later te maken wet
opgesteld, waarin o, m. die voorwaarden voor
deugdelijkheid waren aangegeven, maar dit
model was en is absoluut niet bindend.
De derde moot omschreef de positie van de
Openbare school in de toekomst. De omschrjj-
ving van dit deel van het voorstel-Cort van
der Linden was zoodanig, dat Lohman. in het
aangezicht van zjjn vrjjzinnige medeleden van
de Grondwetscommissie, dorst te zeggen, dat
het voorstel beteekende „De Bjjzondere school
regel en de Openbare school aanvulling u Zoo
ver ging Lohman, dat hjj zelfs durfde te be
weren, dat het voorstel-Cort van der Linden
juist hetzelfde uitdrukte als het voorstel-Heems
kerk, dat door mannen als Dr. Bos, Ketelaar
en de geheele Concentratie in 1913 zoo was
bestreden als te zijn staatsgevaarlijk.
De eerste moot hebben alle vrijzinnigen, op
één na, zonder morren aanvaard. Dat kon ook
niet anders, In de dagen van Kappeyne en ook
later stond de zaak anders. Toen was bet maar
een klein gedeelte van het volk dat Bjjzonder
onderwjjs werkeljjk wonschte. Dat gedeelte is
langzamerhand grooter geworden ec het spreekt
vanzelf, dat de Liberalen ten slotte op zjjde
zjjn gegaan voor meer dan twee vjjfde van het
volk, dat de consciëntiebezwaren heeft tegen
het doen gebruik maken van de openbare
school door zijn kinderen.
Spreker toont aan dat nog meerdere beweeg
redenen hem en zjjn vrienden als gevolg
van hun liberale beginselen er toe hebben
gebracht de tinancieele gelijkstelling te aan
vaarden en de macht' van het Bijz nder onder
wijs uit te breiden, dat voor zooverre het con
fessioneel onderwjjs is, van welken aard ook,
door mannen als Roodhuijzen, Ketelaar, Tyde-
man en alle liberalen als gevaarlijk is geken
schetst voor de volkseenheid. Spreker heeft
een groot aantal citaten ter beschikking van
de vroegere frontmakers, om aan te toonen,
hoe zjj in het bijaonder op den gevaarlijken
aard van het Bjjzonder onderwjjs hebben ge
wezen. Een aard die niet veranderd is, eerder
in ons oog gevaarljjker zal worden, nu ook
aan de bijzondere school den vollen geldbuidel
wordt toegeworpen. Spreker veroordeelt daar
mede zelf niet zjjn stem aan de tinancieele
geljjkstelling gegeven. Andere, wil men hoo-
gere,. motieven hebben daartoe geleid. Spreker
ziet echter de consequentie daar an goed in
en komt krachtig op tegen diegenen die het
kiezersvolk wjjs maken da' de »schoolvrede«
zou zjjn geteekend, terwijl de meest hardnek
kige strjjd ons wacht. Door de sehoolvrede
gaan vjj stellig een nieuwe schoolstrijd tege
moet. Die strjjd zal door de Liberalen daarom
opgewekt kunnen worden aanvaardt, omdat
consciëntiebezwaren niet in het strijdperk zullen
komen, maar praktische zaken. »De Maasbode»,
»Het Centrum*, Lohman, Nolens, Kuyj er
zeggen u duideljjk waar het om gaat, namelijk
om de Bjjzondere school tot regel en de Open
bare tot aanvulling te maken. Een standpunt
dat Troelstra, in afwijking met zijn geestver
wanten, nog niet zoo onjuist <cht
Spreker wees er op, dat, al moest de eerste
moot van het Regeeringsvoorstel door de Libe
ralen worden aanvaard, het in het bjjzonder
leden van de Liberale Unieclub en leden van
de club der Oud-Liberalen zijn geweest, die de
twee andere moten krachtig, en met succes
hebben bestreden.
NTet alle leden van die partjjen hebben
daaraan krachtig mede gedaan, maar toch ze
ker onder instemming van het overgroote deel.
De heer Tydeman, in afwijking van zjjn
partjjgenoot de Beaufort, heeft zich in het
bijzonder gekant tegen de derde moot, bijge
staan door Prof. Visser van Yzendoorn. Het
is intnsschen aan den leider der Unie-Libe
ralen, mr. E. E. van Raalte, de tweede can
didaat op de kandidatenlijst van de Liberale
Unie in den Kieskring Utrecht, voor een groot
deel te danken, dat de derde moot van bet
Regeeringsvoorstel zoodanig is gewijzigd, dat
de afschaffing van de Openbare scholen niet
zoo gemakkeljjk zal gaan.
De debatten over de derde moot gevoerd
zullen zeer zeker dienst doen, wanneer de
nieuwe Lager Onderwijswet zal worden ge
maakt en het daar stellen van de gelegen
heid tot het ontvangen van Openbaar Onder
wjjs nader zal worden omschreven.
Ook de Tweede moot is ernstig bestreden.
In die moot ging het om de mate van de
waarborgen in de Grondwet vast te leggen.
Prof. Eerdmans en spreker hebben bij de be
handeling een amendemei t ingediend om zoo
wel aan de eischen voor deugdelijkheid als
inrichting van de Bjjzondere school even
tv