Landbouw. groote en kleine bladen, ja tot in 's Lands Vergaderzaal toe, dit alles heeft der. boer, die nog eenig gevoel van eigenwaarde bezit, zoo danig gegriefd, dat de medewerking daaronder hoe langer hoe meer is beginnen te verflau wen, zoodat hier niet de hoofdschuld te zoeken is bjj den graan verbouwer, maar in den eersten plaats bjj den Minister en zjjn adviseurs, en in de tweede plaats bij Neerland's insinueerende burger jj. Bovendien, M. de E., vraag ik U. zou het door de Regeering niet juist gezien zijn indien zij hare eigen bezittingen, harp Staatseigen dommen, met tarwe bezaaide, en alzoo een goed voorbeeld gaf aan de tarweverbouwende landbouwers Maar wat doet de regeering met de Staats eigendommen Nemen wjj als voorbeeld de nog in Staats eigendom zjjnde ingepolderde gronden in den Boogerwaard en Prins Hendrikpolder, gelegen tusschen Zeeland en Brabant. Deze worden bij inschrjjving zoo duur mogelijk verpacht en kunnen dus uit den aard der zaak alleen ge pacht worden door speculanten in bandehge- wassen. De Hoogerwaardpolder is, meen ik, in 1911 gedicht, en thans staat er yoor het eerst een zeer klein gedeelte graan in te groeien, elk gewoon /.akenmensch doet n.l. geld maken zooveel a's maar mogelijk is. En zouden de uitgestrekte k oondomeinen ook niet voor den verbouw van broodgraan kunnen worden benut? M. de H.zou het niet van belang zijn om nu ook ee s den toestand van den landbouwer onder het oog te zien, n.l. niet van hen, die leven om te boeren, maar yan hen die moeten boeren om te leven Men zou dan tot de m conclusie komen, dat alle door den boer ge* teelde vruchten onder den druk der Regeering staan. Alle producten worden hem ontnomen verre, zeer v( ;re beneden den prjjs, dien de wereldma kt hem gaarne daarvoor geven zou, onder beur iging met boeten eD gevangenis straffen. Geen enkel artikel kan hij op de vrije markt ve>koopen, zoodat hij zich tevreden stellen moet mei datgene, wat de Regeering hem onder bedreigingen van boeten en straffen toewerpt, .'iertegenover staat, dat die bedreigde en in alles beperkte boer datgene, hetwelk hij voor de uitoefening van dat beperkte bedrijf noodtg heeft, aan de vrije en onbeperkte markt koopen moet. Ten ^eersten zijn bedrjjf zelt moet hij koopen of uuren aan de vrjje markt. Beunhazen van allerlei s'ag loopen thans land en steden om zich op de landerjjen te werpen, en deze aan A. te ontwringen om ze nan B. met winst over te kunnen doen. Dit gaat zelfs zoo ver, dat aan buitenlandsche eigenaren circulaires worden gestuurd, vermeldende de hooge land- het dien eigenaren smakelijk te maken en hen zoodoende ie bewegen hun landerijen te ver- koopen, en hiervan stelt de Regeering geen maximumprijzen ot beperkende bepalingen, is zelfs niet onder den kettinghandel begrepen. Ten tweeden de zoo onmisbare kunstmest moet betaald worden aan de vrije markt, alle materialen, zooals machines en werktuigen, zjjn in prijs driemaal verhoogd, en de belas tingen zjjn verlO- of 20vondigd, alfmede de arbeidsloonen verdubbeld, zoodat hij in niets wordt beschermd, maar daarentegen in alles wordt gedrukt, en bovendien nog met allerlei lieve namen als »woekeraar«, »egoist< en der- g. lijke wordt gebrandmerkt. Ter illustratie van den werkeljjken toestand dieue het volgende met eigen oogen aan schouwde feit: Een' boer koopt van iemand, die tenige melk koeien houdt voor consumptiemelk, maar geen bouwland heeft, de mest van bedoelde koeien, de mest moetende dienen voor het bemesten van land, waarop voedingsgewassen moeten groeien. Wat is nu de positie van dezen boer De verkooper van de mest mag een onbe- perkten prjjs rekenende eigenaar van het land mag van genoemden boer een onbeperkte lundhuur vragen, het materiaal een wagen vroeger f 200.thans f700.onbeperkt, verder materiaal idem onbeperkt. De boer staat blootshoofds, in overhemd met zjjn vrouw te zamen in het zweet huns aanschjjns de mest op de kar te laden om naar het land te rjjden, ten einde dit te bemesten en met brooclkoren te bezaaien. Vanaf het tjjdstip dat het koren gegroeid, geoogst en gedorschen is, komt de regeering en eischt tot den laatsten korrel alles op voor de voeding, waarvan ook de eigenaar, de mestverkooper en de leverancier van de materialen goedkoop moeten gevoed worden, benevens nog eenige O.W.ers en leegloopers. En wanneer dan diezelfde boer nog leeft onder het toezicht van politieambtenaren tuk op promotie of machtswellust, dan loopt hjj van de 10 nog 9 kansen met den strafrechter in aanraking te komen. Daar de distributiewet een verzameling is van onduidelijkheden, is zjj hiervoor een probaat middel. Ziehier een voorbeeld. Art. 5 zegt dat aangifte uitgedrukt in kilogrammen moet geschieden na de dor- sching, maar wat is nu dorschen om het in kilogrammen te kunnen uitdrukken? Dan moet het graan toch zoodanig gezuiverd zjjn dat het marktschoon is, anders kan men toch geen aangifte doen in kilogrammen uitgedrukt Het graan moet aan de Regeering worden ge it erd, zeer goed.\maar wanneer? Dit is oer gens vermeld. Integendeel geeft de Minister bewuarloon tot 1 Mei, en voor 1 Mei is aan gebroken en het graan marktschoon is, komt een dergeljjk als bovengenoemd politieman, op grond geen aangifte te hebben gedaan, proces verbaal opmaken. Dit alles krijgt de zweetende en zwoegende boer op den koop toe. Eerlijk gezegd, M. de R„ verdienen derge ljjke wettenmakers weinig respect, en het is m i. niet inogeljjk den moed er bij de graan- boeren in te houden, terwjjl het meer dan tjjd is, dat bjj de a.s. wjjziging der Distributiewet verstand en praktjjk hand aan hand gaan, en men zich niet laat leiden door booze harts tochten of antipathie tegen hem, die in de eerste plaats dient gewaardeerd te worden. Wanneer de cultuur van voor voeding van met.sch -en dier geschikte artikelen het meest looi end wordt gemaakt, en naast het uitvoer verbod een verbod wordt uitgevaardigd van verbouw van artikelen, die Nederland niet noodig heeft, dan kan men gerust alle premie- en dwangstelsels opheffen, daar Nederland dan zichzelf voeden zal. Wanneer de Regeering nu van Amerika tarwe koopen kon a f 60.— per kilogram, dan juichte heel Nederland, en de Nedeilandsche akkerbouwers, die verleden jaar nog niet de helft vroegen, worden gehoond. Men behoef toch niet bang te zjjn, dat de boer te veel verdienen zal, de Fiscus zal hem wel achter halen. Maar wanneer Uncle Sam het in den terug, maar raakt er bovendien de schepen nog bp kwjjt. Hopende op een spoedige weldoordachte verandering, blijf ik met dank voor de plaatsing. Hoogachtend, UEd. dw. dnr., Ph. J. van Dixhoorn. Voorloopige medwdeeliiigeu omtrent de voorgenomen maatregel in verband met de voedselproductie in het oogstjaar 1918. Ten einde in groote ljjnen den weg aan te geven, waarlangs van stonde af aan de voedselproductie voor het ,Nederlandsche volk geleid dient te worden om ze op te voeren tot zoodanige hoogte, dat met meerdere ge rustheid de toekomst kau worden tegemoet gegaan acht de minister van landbouw, njjver- heid en handel den, tjjd gekomen aan de on derstaande plannen meerdere bekendheid te geven. Alvorens deze plannen tot verhooging vsn de voedselproductie in een vasten ^orin te gieten, wordt het wenscliBljjk geacht, dat, ui de kringen der practische landbouwers ge gronde bezwaren zoowel als raadgevingen r verbetering op onbevangen wjjze aan de re Waar toch van vele landbouwers zware offers geeischt en hun groote moeiljjkbedeu zullen berokkend worden door voorschriften, sterk ingrjjpend in hunne bedrjjven, is het billijk, dat zjj in de gelegenheid worden ge steld hun meening over de in voorbereiding zjjnde maatregelen ter kennis van de regeering te brengen. Aangezien echter alle bjjzondere belangen ondergeschikt moeten bljjven aan het alles- overheerschende nationaal belang der voldoende voedselproductie, zal de regeering in vele gevallen den landbouwer» niet verder tegemoet kunnen komen dan zorg te dragen, dat door een oordeelkundige prjjzenpolitiek ook de ste, getroffen bedrjjven een redeljjke ondernemer winst in uitzicht behouden. De regeering vertrouwt te mogen rekenen op den kruchtigen steun van alle landbouw organisaties, die óenerzjjds hare leden kunnen voorlichten over de noodzakeljjkheid der te nemen maatregel en anderzjjds hun kunne' aansporen de te geven voorschriften getrouw op te volgen. Voor eon gemakkelijker overzicht worden de voorgenomen maatregelen in onderstaand zes rubrieken nader uiteengezet 1. Algemeen bouwgebod. Een algemeen bouwgebod wordt in de practjjk onuitvoerbaar geacht. Uit dien hoofde zoude het hoogst gevaar- ljjk zjjn, indien men zich onder de tegen woordige omstandigheden alleen op dezen maatregel zoude willen verlaten. De voedsel- produc'ie zou er niet door bevorderd doch benadeeld kunnen worden. Van de bevoegdheid, die den minister van landbouw, njjverheid en handel zal worden verleend, indien het ontwerp tot wjjziging van de Distributiewet, dat thans bjj de Staten- Generaal aanhangig is, tot wet wordt ver heven, om in deze dwingende voorschriften te geven, zal dan ook slechts in bjjzondere gevallen gebruik worden gemaakt. Zoodanige gevallen doen zich b.v. voor, als iemand zonder noodzaak bebouwbare gronden laat braak liggen of op zeer onvoldoende wijze exploiteert en bjj verbouw van gewassen in strjjd met de bepalingen van art. 7. 2. Prjjzerïpolitiek. De tot dusver gevolgde prijzenpolitiek zal in hoofdzaak bljjven gehandhaald. Om het scheuren van grasland aan te moedigen, zullen de prjjzen voor slachtvee en zuivel niet in dezelfde mate verhoogd kunnen worden als die van bouwlandproducten, ge schikt voor menscheljjk voedsel, waaronder broodgraan, peulvruchten, koolzaab en aardap pelen eene eerste plaats hekleeden. Voor de gewassen, welke de grootste hoe veelheid voedsel voor den mensch opleveren, voor zooverre deze in onvoldoend#hoeveelheid worden geproduceerd, zal garantie worden ge geven van flink loonende prjjzen, terwjjl voor die gewassen, welke voor de levensmiddelen voorziening van minder ol geen belang zjjn, de prijzen lager znllen worden gesteld. Ten einde aan de landbouw bedrij ven op zandgrond, die over het algemeen gevoelig te ljjden hebben van den druk der tijdsom standigheden, de behulpzame hand te bieden, wordt overwogen de prjjzen voor rogge en boekweit voor zooverre deze geteeld zjjn op zaad- of veengrond belangrjjk hooger te stellen dan die van tarwe. De prjjzen van veevoeiergewassen, waar onder ook haver is te rekenen, zullen naar verhouding lager worden gesteld dan die van gewassen meer rechtstreeks dienstbaar te maken aan de voeding van den mensch. Om ie voorkomen, dat voor de volksvoeding minder belangrijke gewassen in den vrijen handel hooge prjjzen opbrehgen, is het noodig, dat alle landbouwproducten voor zoover dit technisch mogeljjk js door den Staat worden gevorderd. Dit geldt in het bjjzonder voor de export gewassen. 3. Teeltregeling. Naast deze maatregelen kan een verscherpte teeltregeling niet worden gemist. In de thans bestaande zullen verschillende wjjzigingen en aanvullingen noodig zjjn om den verbouw binnen engere grenzen te regelen, Vooreerst zullen ook de zuivere tuinbouw- bedrjjven. met inbegrip van die voor de bol lenteelt, in de teeltregeling moeten worden opgenomen en zal de verbouw in deze be drjjven moeten worden geregeld, terwjjl de teelt van exportgewassen sterker dan thans moet worden ingekrompen. Onder meer zal de verbouw van karwjjzaad geheel verboden moeten worden. Van andere fijne zaden is verdere inkrim ping van de cultuur niet wel mogeljjk het zelfde geldt van vlas. De verbouw van suikerbieten zal zoodanig worden beperkt, dat enkel de binnenlandsche behoefte aan suiker er door wordt gedekt. Bijzondere gewassen als hennep, genees krachtige kruiden, bloemzaden en wilgentee- nen, zullen thans ook in teeltregeling worden opgenomen. Het inzaaien van bouwland tot grasland en het aanleggen van boomgaarden moet aan regelen gebonden worden. Het beginsel, dat de oppervlakte, die ieder verbouwer meteen beperkt gewas mag betelen, afhankelijk is van de oppervlakte, daarmede beteeld in de jare# 1913, 1914 en 1915, zal Aan dit beginsel kleven wel is waar ern stige bezwaren, doch tot dusverre is het niet gelulit een beter stelsel te vinden, dat in de praktjjk uitvoerbaar is. Overwogen wordt nog te bepalen, dat de totale oppervlakte, die een verbouwer met de gezamenljjke beperkte gewassen mag be telen, een zeker percentage van de totale grootte van het bouwland niet te boven mag gaan. 4. Algemeen Bcheurgebod. Aangezien de bouwgronden meer en meer uitgeput raken, zal op grooter schaal dan tot nu toe bet grasland moeten worden aan gesproken. De minister is van meening, dat daarbjj niet uitsluitend mag worden vertrouwd op de indirecte middelen, maar dat de verplich ting tot scheuren wetteljjk moet worden ge regeld. Een daartoe strekkend ontwerp is bjj de Staten-Generaal ingediend. Als voorbereidende maatregel wordt thans een volledige inventarisatie van alle grasland gehouden. De verplichting tot scheuren zal uit den aard der zaak alleen worden gelegd op lande rijen, die voor het gebruik als bouwland geschikt zjjn. Van de geschikste perceelen zal echter een aanzienlijk deel moeten worden gescheurd; De gebruikers daarvan zullen goed doen zich daarop voor te bereiden. Bjj de uitvoering van deze maatregel zal een beroep op de medewerking der landbouw organisaties worden gedaan. De minister overweegt de mogeljjkheid, 100,p00 H.A grasland te scheuren. 5. Aanvulling van den voor lichtingsdienst. Aangezien verwacht mag worden, dat de veehouders, die verplicht worden een deel van hunne graslanden te scheuren, veelvuldig de deskundige vóórlichting der rjjkslandbouw- leeraren zullen inroepen, bestaat het voor nemen den technischen voorlichtingsdienst voldoende uit te breiden door in-dienst stelling van geschikte personen, die als assistenten der rjjkslandbouwleeraren deze behulpzaam zullen zjjn bjj de voorlichting. Om nog andere gewichtige redenen is uit breiding van de deskundige voorlichting zeer gewenscht. Vleer dan tot heden dienen de landbouwers doi>r mandelinge voordrachten en duidelijke nn dedeelingen in de landbouwbladen tjjdig op de hoogte gebracht te worden van de rt geeringsmaat regelen, Daarbjj kunnen de redenen uiteengezet worden, die het nemen der maatregelen nood- zakeljjk maakten. Op deze wjjze zal de loyale medewerking der landbouwers geraakkeljjker verkregen worden. 6. Uitbreiding koolzaad teelt. Met het oog op de groote beteekenis van den koolzaadbouw voor de vetvoorziening, zal voor dit gewas een hooge prjjs worden gegarandeerd. Daarnaast ligt het in de bedoeling, een organisatie in het leven te roepen, die den verbouw van dit gewas op gescheurd graslard in streken, waar men de cultuur van dit gewas niet kent, op krachtige wjjze in de hand zal werken. (St.ct.) He inbeslagn miugeu. Het lid van de Tweede Kamer de heer Coljjn, heeft de volgende v.agen ingediend: 1. Is het den minister bekend en op zjjn last dat op het oogenblik in ons geheele land militaire patrouilles huiszoekingen doen bij de landbouwers en daarbij vaak zeer on- oordeelkundig optreden, alles in bezit nemen, ook wat voor eigen gebruik noodig is en .ook waf goor distributie of op eigen graankaart hun verstrekt is 2. Zoo ja, is de minister bereid aan deze handelingen, die groote verbittering wekken en schade doen aan de gezindheid der boeren, om mee te werken aan de voedselvoorziening ven ons land, een einde te maken en de controle op te dragen aan anderen dan mili tairen Het Kamerlid Juten heeft gevraagd? Is het den minister bekend, dat op last der rÉgeeringscommissarissen voor de graaninza- meling over het geheele land de graancontro- leurs begelid door militairen, zoowel bjj de landbouwers als bjj de burgers huiszoekingen doen? is het den minister bekend, dat daarbjj op de meest willekeurige wjjze wordt opgetreden Weet de minister, dat vele controleurs abso luut geen kennis hebben van wat zjj moeten controletoren Weet de minister, dat vele controleurs Weet Z.Exc., dat de soldaten de woningen, schuren en erven binnendringen, zonder con troleur en dat zjj zich, zelts als deze er bjj is, door die woningen, schuren en erven verspreiden, zonder begeleiding van den controleur Weet Z.Exc., dat bjj die onderzoekingen eieren, appelen en dergeljjke art kelen in groote hoeveelheden worden gestolen en dat er sol daten zjjn, die deze verkoopen of in koffiehuizen laten bereiden Is Z.Exc. bereid dit te doen onderzoeken, onder Halsteren br zulk een onderzoek ook een vrjj aanzienljjk bedrag aan geld geslolen is? Weet Z.Exc., dat zelfs een kleine hoeveel heid van tien en minder kilogrammen van bloem en verschillende zaden wordt megenomen? Is het den minister bekend, dat zelfs de haver, die bij beschikking van Z.Exc. van 15 Aug. 1916 tot 30 Juni a s. aan de land bouwers moet bljjven, wordt medegenomen? Is de minister er niet van overtuigd, dat op deze wjjze een voor de volksvoeding hoogst verderfeljjke geest van ontevredenheid bjj de boeren ontstaat? Meent Z.Exc. niet, dat het hoogst noodzake- Ijjk is zoo spoedig mogeljjk met deze moderne dragonades te doen ophouden? De voorzitter van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappjj heelt onderstaand telegram ver zonden aan den minister van landbouw Een controle, die, zooals hjj is beloofd, alleen bjj landbouwers zou plaats hebben, welke op de zwarte lijst staan, blijkt in de prakejjk moeiljjk tioe te passen daar voldoen de gegevens ontbreken. Het resultaat is dat thans vrjj wel allen gecontroleerd worden. De verbittering en verontwaardiging stjjgen ten top, goedwillige landbouwers weigeren beslist accoord te gaan met den ondervonden smaad van een bezoek van militairen. Waar thans is aan te nemen, dat werkeljjk verdachten zjjn bezocht en de controle zich' uitsluitend zal bepalen tot afwerken van alle boerderjjen. doe ik thans een ernstig beroep opUweExe om nog heden de militairen terug te roepen, Mr. Monnik, adviseur van den Boerenbond heeft gistermiddag een onderhoud gehad mi t den secretaris-generaal van justitie, mr. "Van B om. die in opdracht van den minister, u Monnik en den heer Knaap, voorzitter van de Boerenbond, ontving. Hoewel mr. Van Bit aanvankeljjk als zjjn meening te kennen g dat hjj den indruk had, dat rechtmatig wt opgetreden, gaf de secretaris-generaal on,oi wonden toe. dat, als de uiteenzetting c feiten van mr. Monnik (door ons reeds met gedeeld) juist was, de in de Baarlemmermi en elders gevolgde wjjze van invorderii onwettig was. Mr. Van Blom deelde voorts mede, dat In in een samenspreking met mr. Schim,van de,- Loefif, directeur-generaal van landbouw voor <ir- afdeeling crisiszaken, nadrukkeljjk er op ha i gewezen, dat, wanneer zooals hier geschie volgens de strafrechtelijke wjjze van opfret inbeslagnemingen plaats hebben in elk atzt derljjk geval proces-verbaal moet won opgemaakt. Onder deze omstandigheden acht mr. M nik het oogenblik gekomen, om zich te ver: ten tegen de inbeslagnemingen en hjj rt - duo doe!) d« pi-onioa HaffTfiHP., Wof r ww>3 rrolr man ar tfP.an CGDl DlGGr Vttïl gèilttUUUclcvlU Ul^TCU, uloiu.Jo wat) or woar ia van Köt hpWPTÖD, dat

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1918 | | pagina 2