Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. j)t ptattelandersbond en de Alweer een belangencandidaat Handhaving onzer Mtioaalilcit. No. 2858 Woensdag 6 Maart 1918. 29e Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent, voor het buitenland met verhooging der bijkomende porto's. Advertentien worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc. No. 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. »Gisteren werd te Rotterdam een vergade ring gehouden van den Plattelandersbond. De vergadering was zoo slecht bezocht, dat overwogen werd haar te verdagen, doch daar verschillende aanwezigen geheel uit het Noorden gekomen waren, werd besloten de belangrijkste punten af te doen. Nadat de voorzitter in zijn openingswoord gewezen had op de noodzakelijkheid, dat de landbouwers in Kamer en Regeering meer vertegenwoordigd worden, waartoe de nieuwe kieswet eenige meerdere kans geeft en het dus gewenscht is een groslijst in te zenden, werd het conceptprogram van den bond vastgesteld. Daarna kwam aan de orde het opmaken van een groslijst. Van de zijde van het be stuur werd de noodzakelijkheid, aangetoond eene dubbele groslijst in te zenden n.l. een met rechtsche en een met linksche candidaten (Cursiv. van ons. Red. Z -Nieuwsbl.). Ofschoon reeds enkele namen genoemd werden, werd het op maken der groslijst tot de volgende vergade ring aangehouden." Bovenstaand bericht namen wij over uit de Nieuwe Courant van 27 Febr. j.l. De opkomst was zoo gering (uit het geheele land), dat eigenljjk geen besluiten konden worden genomen. Wjj weten, dat de propagandisten van dtn Plattelandersbond steeds hebben geroepen »Weg met de politieke en »Landbouwers in de Tweede Kamer En nu zitten de heeren al midden in de Politiek. Er zullen nu al rechtsche en link sche canditatenljjsten worden ingediend. Goed maar die linksche lijst, zal die hehooren tot de Socialisten, Liberale Unie, Vrijzinnig'De mocraten of andere linksche partjj En de rechtsche lijst Zal die zijn Roomsch of Christelgk-Historisch Hoe zit dat? De heeren met al hun bonden en belangen- partjjtjes loopen al in de fuik van de politiek Laten de liberalen in Zeeland toch niet loopen aan den leiband van mannen als Braat en anderen, die zelf graag in de Tweede Kamer willen en tegelijk de Zeeuwsche ar beiders den socialisten in de armen jagen. Braat zit dan in de Tweede Kamer en wij blijven zitten met ons ontevreden volkje. Laten de boeren vrijzinnig blijven of worden, met het volk medeleven, maar niet hun be langen in het bijzonder in de Kamer naar voren doen brengen door boerenafgevaardigden. Dat kweekt vijandschap en ontevredenheid, waarvan de boeren later zelf de dupe zullen worden. De heeren G. M. C. Verschoor, Tilburg R. van der Brug, Kerkdriel J. C. Bitter, OssB. J. de Rijke, Gedet. Hoofdbestuur, 's Gravenhage en J. V. M. van Koot, tele graafkantoor, 's Hertogenbosch, allen post ambtenaren, trachten in een circulaire, ge richt aan bun collega's in den lande, propa ganda te maken voor de candidatuur voor de Tweede Kamer van den Heer A. J. Vergroe- sen, inspecteur der Posterijen en Telegrafie te 's Hertogenbosch. Het schijnt, dat de heer Vergroesen uit sluitend wordt aanbevolen om ook in de Kamer uitsluitend zich in te laten met zaken de post en telegrafie betreffende. In de circulaire, die na eene afdeelings- vergadering te 's Bosch werd opgemaakt, .staat te lezen „Verschillende stemmen van de meest uit- eenloopende richting (Cursiv. van ons. Red.) gingen uit deze vergadering op, de candida tuur zooveel mogelijk te steunen." Katholieken (wij bedoelen natuurljjk van de R -K. Staatspartij), anti-rev., liberalen, socia listen enz. enz allen loopen warm voor de candidatuur: Vergroesen.... althans volgens de circulaire. Wie gelooft aan die wonders Het eind van 't lied is, dat indien Vergroe sen niet Katholiek is, hij alleen stemmen krijgt van eenige vrjjzinnigen. Meerdere splitsing in de vrijzinnige gelederen, dat is het eenige gevolg. Is de Heer Vergroesen wel Roomsch, dan haalt bij enkele stemmen van Katholieken, die niet onder den pastoor staan. Wjj zeggen enkele, want we mogen de macht van het clericalisme in ons vaderland niet onderschatten. Dat leert een recent geval van een ont slagen onderwijzer aan eene R.-K. School te Haarlem (eene school n.b. door het Rjjk ge subsidieerd) maar al te duidelijk Natuurlijk stemt een arts, een ingenieur, een onderwijzer, een boer, een politieman, een visscher, een spoorwegman niet op Vergroesen, die alleen mag doen aan Postzaken. Anders komt hij natuurlijk in conflict met alle richtingen, die hem steunen. Zelfs met het behandelen van Postzaken moet onze inspecteur voorzichtig zijn Hoe staat hjj tegenover het vraagstuk van de vrouw als ambtenares? De gehuwde vrouw bij de Post, enz.? De hem steunende ambtenaren van alle richtingen, denken daar niet gelijk over. Dit is eene politieke kwestie. Wij en ook de heer Vergroessen verwachten toch niet, dat hij 10 °/0 krijgt vao de 14000 stemmen, die hij noodig zal hebben, om gekozen te worden. Zulk een hoog ambtenaar moest zich voor dergelijk gedoe en gescharrel niet leenen. In de Kamer komt Z.E.d.Gestr. toch niet. Voor zijn persoon en ook voor zjjne belangen- politiek bereikt hij niets. Het eenige, wat hij verkrijgt, is dat de algemeene zaken nog meer worden vertroebelden hjj zich nog belacheljjk maakt op den koop toe. De Zuidgrens van onze provincie Zeeland, tevens landsgrens, is zoo goed als hermetisch gesloten. Geregeld verkeer is al lang niet meer ruogeljjk, en gedurende de beide laatste jaren is de afsluiting al scherper en scherper geworden, geen levende ziel komt bijna meer van het eene land in het andere. En van wat achter den draad gebeurt, dringt slechts nu en dan een vaag gerucht tot onze ooren door. Zeeuwsch-Vlaanderen ligt afgesloten van Vlaanderen, waarheen het anders open en bloot ligt en is nu gedwongen alleen Noor- waarts, naar het Overscheldsche te zien. Na den vrede zal dit weer anders worden, na eenigen tjjd zal het verkeer wederom zijn gewonen gang gaan. De maatschappjj her stelt snel van hare wonden, sneller dan me nigeen denkt of vermoedt. Dan zullsn de oude banden weer spoedig aangeknoopt zjjn, de oude invloeden zullen weer gaan werken, menschen zullen wederom dezelfde menschen bereiken, de verkeerstoestanden van vóór den oorlog zullen terugkomen. En met dien toestand komt terug het oude gevaarde vervlaamsching van Zeeuwsch- Vlaanderen, het aannemen van de taal, zeden, gewoonten en levenswjjze van het naburige Vlaanderen. En nu begrjjpe men mij niet verkeerd, ik zeg niet en wil ook niet zeggen, dat de Vlaamsche taal, de Vlaamsche zeden, de Vlaamsche gewoonten, de Vlaamsche le venswjjze minder noodig zjjn, vergeleken bij de onze, dat wij dus verheven zouden zjjn boven onze naburen. Ik wil alleen dit zeggen dat wjj Zeeuwsch-Vlamingen, Nederlanders zjjn en Nederlanders willen bljjven, dat wjj dus ons Nederlandsch bezit, taal, zeden, gewoonte, levenswjjze willen en moeten handhaven tot onze grenzen toe. Het inkomen van Vlaamsche elementen in Nederlandsch Vlaanderen is een proces, dat al een paar eeuwen aan den gang is en dat nog steeds voortgaat. Het is begonnen met het inkomeu van Vlaamsche werkkrachten, daar steeds, ook nu nog, gebrek aan voldoende arbeiders geweest is. Een tweede factor was de aankoop op groote sehaal van land voor Belgische eigenaars en de verkoop van Hol- landsche bezittingen, waardoor sterk het binnenkomen van Vlaamsche boeren, arbeiders en wat daaruit logisch volgt, ambachtslieden en neringdoenden, bevorderd werd. Voegdaar- bjjhet geringe expansievermogen derNederland- sche bevolking en den vrjj grooten trekzin met honderdtallen zjjn ze naar Amerika ge gaan of het Overscheldesche in dan hebt gij wel de voornaamste gegevens Het inkomen van vreemdelingen in een land, in eene landstreek, is niet te vermjjden, zelfs gewenscht, mits het niet in te grooten getale geschiedt. Het geeft eene opfrissching aan de streek, een nieuwe bloedmenging, nieuwe denkbeelden en nieuwen durf. De vreemde elementen, slechts in kleinen getale aanwezig, kunnen hunne nationaliteit, huu cultuur niet bljjven handhaven na twee, drie geslachten zijn zij opgenomen in de oude bevol king, zjjn daarvan niet meer te onderscheiden, noch in taal, noch in zeden, noch in gewoon ten, noch in levenswijze. Zjj hebben alleen een stukje bloedvernieuwing gebracht, een stukje maatschappeljjke verfrissching. 't Be- wjjs van deze stelling geven de in de 17e en 18e eeuw overgekomen. Walchersche en Zuid- Bevelandsche boeren in Oost en West Zeeuwsch- Vlaanderen, de Duitsehe-Oostenrjjksche Salz- burgers, in 1733 gekomen in West Zeeuwsch- sch Vlaanderen, de oudere katholieke boeren- en arbeiderfamilies, die al een eeuw of meer in deze streek waren en wilt gjj een bewjjs van dezen tjjd, de boeren uit het Axelsche, die zich in West Zeeuw Vlaanderen vestigen. Na twee, drie geslachten zjjn zjj opgegaan in de bevolking, waaronder zjj verkeerdeu, vermaagschapten zich er mede, zjjn er in niets meer van te onderscheiden. Anders is dit, wanneer het vreemde element in zoo grooten getale binnenkomt, dat het als 't ware een staat in den staat gaat vormen, of de oude bevolking in aantal overtreft. Dan neemt het wel is waar, heel wat over van de oude bevolking, die gerugsteund wordt door de instellingen van den staat; het be stuur, door het onderwjjs, door de ambtena ren. Maar het bljjft toch zich zelf en lang zamerhand neemt de oude bevolking onder de sterke beïnvloeding der ingekomenen daarvan gewoonten en zeden, levenswjjze en taal over, Men zie daarvoor het Oosteljjk deel van Noord-Duitschland, oorspronkeljjk bevolkt door slavische stammen, dat echter door het in groote getale binnengekomen Duitsche element, geheel en al vergermaniseerd is. Een dergelijk proces geschiedt niet in eu- kele jaren, dat loopt over tientallen jaren, duurt soms eeuwen. Maar het gaat, zoo men het zjjn loop laat, onverbiddeljjk zjjn gang. Vooral in de 19e eeuw nu, zjjn in Zeeuwsch Vlaanderen talrjjke Vlamingen binnengeko men. De oorzaken daarvan noemde ik reeds in 't algemeen gebrek aan werkkrachten, natuurljjk nu bjj een meer intensieve be bouwing van den grond nog voelbaarder dan voorheen Belgisch grondeigendom het weg trekken der oude bevolking over de Schelde en den Oceaanhet geringe expansievermo gen der oude ingezetenen. Gjj kunt daar nog bjj voegen het geringe geboortecjjfer in ver houding tot Vlaanderen en de hoogere le vensbehoeften van den Zeeuwsch-Vlaming met als gevolg daarvan latere huwelijken en minder huweljjken, zoodat Vlaanderen een uitweg moet hebben voor een gedeelte zjjner bevolking, die het dan in Noord Frankrjjk en Zeeuwsch-Vlaanderen heeft en dat Zeeuwsch- Vlaanderen aangevuld moet worden, waarbjj het inkomer. van de overzijde der Schelde betrekkeljjk zeer gering is, zoodat het tekort wel uit Vlaanderen komen moet. Dat alles is zeer begrjjpeljjk en zeer na tuurlijk en dat is de gewone gang van zaken. Evenals de wind waait van plaatsen met hoogeren luchtdruk naar die met lageren, zoo gaat de menschenstroom van streken met hooge bevolkingscjjfers naar die met lage. Maar de groote zaak. waar het nu omgaat, is dat die inkomelingen Nederlanders moeten worden en dat de oude bevolking Nederlandsch bljjft en niet vervlaamscht. Nederland moet Nederlandsch bljjven tot aan zjjn uiterste grenzen. Hier aan de overzjjde der Schelde moet geen gebied ontstaan, dat in naam Nederlandsch is, maar in wezen, in taal, in zeden, in levenswijze in gewoonten, kortom in cultuur Vlaamsch is. Daarvoor moet ge waakt worden en gezorgd met alle kracht. Wat de Nederiandschgezindheid betreft, daarvoor behoeft men geen vrees te koesteren, ook niet bjj de later ingekomenen. Geen klank van anti-Nederlandschgezindheid is ge hoord gedurende den ganschen oorlog, maar wel vele betuigingen gevraagd of onge vraagd van verknochtheid aan den Neder- landschen Staat. Daarvoor behoeft niet gezorgd te worden, gevoel van Neder landsch Staatsburger te zjjn is er genoeg, wel licht meer dan in menig meer cosmopolitisch gedeelte van ons land, en een gevoel van vreemdeling te zjjn in het Nederlandsche huis is er niet. Maar wel moet er gezorgd worden, dat de Nederlandsche cultuur, taal, zeden, gewoon ten, levenswjjze gehandhaafd bljjft. En des te meer, omdat de Vlaamsche dialecten zeer na staan aan de Nederlandsche. van éénen stam zjjn en met de taal zoo gemakkeljjk andere zaken overgenomen worden. Die handhaving der Nederlandsche cultuur moet van tweeërlei kant komen én van de zijde der Nederlandsche regeering én van den kant der Zeeuwsch-Vlamingen zelf. Van de zjjde der regeering moet gezorgd worden voor een uitnemend contact der Zeeuwsch-Vlamingen, met het overige Nederland, dus voor uit stekende, goedkoope. zeer goedkoope verbin dingen. Dusdat Zeeuwsch-Vlaanderen op handelsgebied geen afgesloten streek van het vaderland worde, aangewezen op den vreemde. En in de tweede plaats moeten er een paar flinke geesleljjke forten zjjn, inrichtingen van voortgezet onderwjjs. ook op landbouwgebied, middelpunten van echte Nederlandsche cultuur. Dat ligt op den weg der Nederlandsche Re geering En van den kant der Zeeuwsch-Vlamingen zelf? De taal. de Nederlandsche taal, de Nederlandsche beschaafde uitspraak moeten niet alleen behouden big ven, maar ook ver sterkt, meer algemeen gemaakt worden. In kerk en school, in vergadering en huisgezin, aan het werk en op des raat moet Nederlandsch gesproken worden. En dit nog niet alleen met het oog op de klanken, maar nog meer ten opzichte van het vernemen van Vlaamsche woorden, waar zeer goede Holland- sche voor zjjn. Waarom »trouwfeeste« voor bruiloft, vallinge voor verkoudheid, vgeraakt- heid< voor beroerte, »de slunde* voor influenza of griep waarom een »muziek-sociëteitc voor een muziekgezelschap enz. enz De Nederlandsche woorden moeten gehand haafd worden, roei de vreemde uit, want anders komen er hoe langer, hoe meer in Uw huis, in Uw gezelligen omgang, in Uw zakenverkeer. En ten slotte weet ge niet meer wat Nederlandsch en wat Vlaamsch is. Voor ieder Zeeuwsch Vlaming, maar inzon derheid voor onderwijzers, geesteljjken en ont wikkelden ligt hier een terrein, dat hoe langer, hoe zuiverder moet gemaakt worden en dat aanhoudende zorg vereischt. En daarnaast moet Zeeuwsch Vlaanderen de Nederlandsche zeden en gewoonten hand haven. Zoo op het gebied van Zondagsluiting voor winkels, wat iD sommige deelen van Zeeuwsch Vlaanderen alles te wenschen over laat. Zoo in het »op stammenee gaauv, dat door zjjn naam al bewjjst, geen Nederlandsch bedrjjf te zjjn. En zoo zoude er nog wel meer dagen te noemen zjjn, van meer onschuldigen aard. Als deze wereldbrand voorbjj is, komen de oude verkeerstoestanden terug en daarmede het dreigend gevaarvervlaamsching van Zeeuwsch-Vlaanderen. Laten wjj zorgen, dat reeds ingekomen en nog in tc komen nieuwe Nederlanders hier vinden een stevig Neder landsche bevolking, welker meeuingen en ge dachten, zeden en gewoonten getuigen van echt Nederlandschen geest eene bevolking die dat alles uitspreekt in Nederlandsche woorden met Nederlandsche klanken. Een bevolking genegen de inkomelingen in zich op te nemen, maar niet genegen om van hem over te nemen integendeel van hem eischend, dat hjj zich zal aanpassen aan het Nederlandsche volks karakter, aau de Nederlandsche taal en ge woonten, omdat ja, omdat hjj nu toch ook Nederlander in Nederland geworden is. X. IJ. Z. ZEEUWSCH NIEUWSBLAD

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1918 | | pagina 1