Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland, In den slag. pc Eandafbcidcrswet in dc gerste Kauw- OVer cetie Vergadering. Kaagschc «neilcn No. 2847. Vrijdag 25 Januari 1918. 29e Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 76 cent, voor het buitenland met verliooging der bijkomende porto's. Advertentien worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No. 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Nog eenige maanden en over het heele nationale front zal de groote verkiezings- veldslag geleverd worden. Dat is jammer. Want eigenlijk leenen deze tijden zich niet goed voor het houden van groote verkiezingen. Europa immers staat nog in vuur en vlam. Als door een wonder zijn wjj, Hollanders, tot nog toe er buiten gebleven. Maar de brandlucht dringt tot ons door en wy zien de vlammen gevaarlyk dicht spelen bij ons eigen, nationale huis. Wy moeten dus, allen bjjeen, de brandweer gereed houden. Mannen en vrouwen van alle richting, van eiken gods dienst en van elke partjj, dienen schouder aan schouder te staau, om het gevaar te keeren, als het komt. Bovenjjalle verdeeldheid is nog altjjd de onafhankelijkheid des lands nummer één. En daarom is het jammer, dat in deze dagen een groote politieke veldslag geleverd moet worden. Maar er is nu een maal niets aan te doen. De wet wil het zoo en het moet. Wanneer wy allen nu dien strjjd maar voeren met eerlijke wapenen en bovenal ook met eerbied voor de overtuiging van anderen behoett hjj de groote nationale eendracht niet te schaden. Aan den veldslag moeten ook wjj, mannen van de Liberale Unie, deelnemen met moed en volharding. Wy dragen ons vaandel vooruit in den strjjd, en wy zullen zorgen, dat het er onge rept uitkomt. Ongerept? 0, als wjj de stemmen van onze tegen standers gelooven moesten, dan zal ons vaan del aan flarden worden gescheurd. Dan zullen wjj met behloedeu kop moeten afdeinzen. L)e rechterzijde en de sociaal-democraten roepen, dat wy een stervende party zjjn. Dat wy hebben uitgediend. Dat wjj op apegapen liggen. Wjj lachen er wat om. Want: dat liedje kennen we. Onze dood is al zoo dikwjjls voorspeld, dat wy ons eigenljjk niet gezond meer zouden voelen, als men ons nu opeens springlevend noemde. Maar in de eerste plaats is het pure dwaasheid om te raeenen, dat de liberale idee, dat de vrijzinnige gedachte ooit zou kunnen vergaan. Zeker, ook een politieke party heeft haar tijden van op-en-neer-gaan, van tegenspoed en succes. Zooals in het leven van een mensch, in het leven van een volk en in de ontwikkeling vam iedere beweging, zoo komt ook in het bestaan van een groote staatkundige party een periode van voorspoed en één van tegenslag. Alles - - zegt Prediker immers heeft z'n bestemden tjjd. Dit is een waarheid voor ons allen per soonlijk, maar ook voor bewegingen en or ganisaties. Ook de liberale partjj heelt haar tjjden van beproeving gekeud. Na de schitterende periode van Thorbecke, die het gebouw van onze constitutie optrok, volgde een tjjd van achter uitgang. Maar we leefden weer öp in de periode- Borgesius. En deze periode, waarin zooveel belaugrjjke wetten zjjn tot stand gekomen, (Leerplichtwet, Ongevallenwet, Militiewet, Ge zondheidswetten, Woningwet enzoovoorts), was bovenal het tijdvak van de Liberale Unie. De vooruitstrevenden van die dagen namen het onzen Goeman Borgesius zéér kwaljjk, dat hij zitting nam in een kabinet, waarin mannen als Pierson en de Beaufort, die tot de conservatieven werden gerekend, werden opgenomen. Maar wat is er toen gebeurd? Toen heeft Borgesius het kabinet gedwongen in zijn richting te gaan. Toen drukte hjj er het stempel van de democratische Liberale Unie op. Toen kwam er een periode van zoo ryke en zoo vruchtbare sociale wetgeving, dat ieder er verbaasd over stond. Borgesius bewees, dat de liberale idee, mits zy de teekenen der tyden weet te verstaan, niet sterven kan. Neen, dat kan niet. En daarom treden wjj ook in den ver- Ikiezings-veldslag van dit jaar weer op met het vaandel van onze partjj En op dat vaandel staan de twee woorden, die er altjjd op ge staan hebbenvrijheid en democratie. Vryheid, vooral in geesteljjk opzicht. Eer biediging voor de menscheljjke persoonlijkheid. En democratie, om aan den disch der maat schappij ook van staatswege ieder de schotels te geven, waarop hjj recht heeft. De Unie is altyd de partjj geweest voor den vooruitgang. Ook onder de vrijzinnigen werden er vaak conservatieven gevonden. Maar zooolsdeünie niets wilde weten van de automobiel der sociaal democraten, die, zonder een vertrouwd chauf feur, als een razende Roeland voortschoot langs den weg en in z'n vaart allerle: kost bare dingen verbrijzelde, zoo heeft ze zich ook altyd afgewend van de diligence, met de sukkelpaarden der vrjjzinnig-conservatieven, die de menschen veel te lang onderweg hield. Wjj, Unie-liberalen, reisden echter met den trein der whre democratie, die in flinke vaart, naar het doel ging en daarbjj de voor naamste stations niet oversloeg. Staatkunde is nu eenmaal een zaak van geven en nemen. Men kan er een prachtig beginsel op na houden, en toch in de politiek niette bereiken. Toen de Eerste Kamer de Ongevallenwet van minister Lely had verworpen, waren er vrij zinnigen die verschrikkelijk democratisch deden en van een wederindiening niets willen weten. Het kabinet-Borgesius echter diende een ge wijzigde Ongevallenwet in, die aaugenomeu werd en eeu zegen is geworden voor hon derdduizenden arbeiders. Politiek is zaken doen. De liberale Unie heeft altyd getoond, op een gegeven oogenblk door eeu verstandige tactiek vooruitstrevende maatregelen te kun- ken nemen en bevorderen. De mannen-van- het dogma riepen dan, dat er geschipperd was. Maar de Unie had weer iets bereikt. Zóó ging het vaak. Zjjn er nooit fouten gemaakt? heeft de Unie altyd de wysheid iD pacht gehad? Niemand, die het beweren zal. Ook een partjj wjjkt, als een mensch. wel eens van den rechten weg af. Maar heel het verleden van de Unie is daar om te bewijzen, dat zij in de wetgeving resultaten heeft bereikt, en daarom is het te doen. De vrjjziunig democraten «aan tegenwoordig den boer op, om tegeu de Unie te waarschuwen. Zjj vergeten echter één groot ding, en wel ditdat zy zich indertjjd hebben afgescheiden enkel en alleen om het kiesrecht. Nergens anders om. Zjj hebben het ronduit gezegd. Welnu, kiesrecht-strijd is nu in hootd- zaak afgeloopen. Waarom komen de vrjjziu- nig-democraten dan niet tot ons terug Het vaderhuis staat voor den verloren zoon open. Maar de zoon beeft eerzuchtige droomen. Hjj denkt den vader over 't hoofd te groeien. Hjj wil de klantjes afhebben van 's vaders zaak en vertelt er daarom allerlei slechte dingen van. En dat is leeljjk. Wjj nemen ons vaandel eu gaan in der. slag. Het moet. Wy gaan met opgewektheid, want wjj weten testryden voor groote goederen. In den tyd, die ons na den oorlog wacht, zal er ontzag- ljjk veel van ons volk worden gevergd op economisch gebied. Alleen een volk, dat sterk staat in zyn rechten, in zjjn vrijheden en in zjjn democratie, zal met succes dien grooten econo- mischen strjjd kunnen voeren. Recht, vryheid, democratiedat zjjn de groote Ijjnen der vooruitstrevende liberale politiek, dat zjjn de rails waarlangs de tiein van de Liberale Unie zich beweegt. Neem öp dan uw vaandel En vooruit in den slag (Slot.) In het wetsvoorstel worden de eischen opge somd, waaraan de arbeider, het plaatsje en het land moeten voldoen. Voor het land wordt ge vorderd, dat het geschikt zjj, goed land dus, een goed gelegen, d.i. niette ver uit de buurt, opdat de arbeider van zijn vrjje uren er niet te veel behoeft te verloopen, Ofschoon de ligging van het plaatsje ook van belang is, wordt daaromtrent niets geeischt. Toch, immers de hoofdzaak voor den arbeider bljjft zjjn werk 'ojj den boer toch is het vol strekt niet onverschillig, ol de man dichtbjj of veraf van zyn dagelijks werkterrein woont. En een afgelegen ligging aan een slechten weg kan oumogeljjk zonder invloed zijn op Je exploitatie van zyn bedrjjfje. Een minder gunstige ligging van het land kan evenwel verholpen worden door het aan bouwen van arbeiderswoningen En waar de zaak van plaatsjes en land ter hand ge uomen wordt, is de stap tot een woningver- eeniging niet zoo groot meer. Als eerste doel dient men echter in 'toog te houden het vermeerderen van de welvaart der arbeiders door hun de gelegenheid te ope nen tot vermeerdering hunner inkomsten door 't land. In de tweede plaats komt eerst de eigendom in aanmerking. Kan die gevoege lijk verkregen worden, mjj wel doch een verbeterde maatschappelijke positie van den arbeider is volstrekt niet gebonden aan den eigendom van zjjn woning. M.i. integendeel. De praktische gevolgen van de wet zullen van groot gewicht zyn. Een vingerwijzing daarheen vindt men reeds in de eischen, die aan den landarbeider gesteld worden, o.a. dat hij dorps-ingezetene, bekwaam vakman en van goed gedrag zjj niet jonger dan 25, niet ouder dan 50 jaar, en eenigszins bemiddeld 300 a ƒ400) wanneer hjj een plaatsje ver langt. üp zulk een ondergrond kan als regel een goed gebouw verrjjzen. Men heeft bjj het stellen van mindere eischen goede resultaten gezien. Het Nutsdepartement Noord-Beveland b.v begon ongeveer 25 jaar geleden met de uitgifte van 41/, H A. land, door 't Dept. van het Kroondomein gepacht, aan 15 arbei ders in huur uit te geven tegen den kostenden prjjs, plus een kleine verhooging als waar borg tegen mogelijke «oninbare posten». Want opzettelijk wenschte men zich niet te bepalen tot solide en gegoede arbeiders onder de 15 waren er 9 of 10, voorwie het hoogst moei- ljjk of onmogeljjk was, elders land te huren. Een wanprestatie kon dus geen verrassing baren. Doch de verrassing bleef uit, of beter, ze deed zich voor in andereu zin in al die 25 jaar is nimmer een oninbare post voorgekomen. Een zelfde ondervinding had het dept. met de 4'/4 H A die het een paar jaar later onder gelijke omstandigheden uitgaf. Ik zie daarin een afdoend bewjjs voor de behoefte, die de plattelandsarbeider heeft aan een stukje eigen land en tevens van de maatschappelijke op voeding, die de eeue arbeider den ander geven kan. Als ik hier nog aan toevoeg, dat van de 39 huurders aanvankelijk een 15-tal tot de be deelden behoorden, dat na een klein aantal die bedeelden zich met eigen aardappels en varken onbedeeld door den winter wisten te helpen en dat thans een aantal hunner in de gemeentelijke inkomstenbelasting zjjn aange slagen, dan zal men mjjn wensch begrjjpen, dat het ontwerp Landarbeiderswet er bjj de Eerste Kamer met vlag en winpel doorga, in plaats van af te stuiten op bedenkingen, die n etB hebben uit te staan met het welzjjn onzer plattelandsbevolking. In het gebouw voor Kunsten en Weten schappen te 's-Gravenhage werd door de socialisten eene groote vergadering gehouden, waar Edo Pimmen en Mr. P. J. Troelstra zich over de levensmiddelenvoorziening deden hooren. Het trok onze aandacht, dat onder de on willige gemeenten, nu er slechts 2 genoemd werden, zich ook Ter Neuzen bevond. En we konden ons niet verhelen, dat, als reeds zoo vaak, onjuiste en zeer overdreven berichten van hieruit hun weg moeten ge vonden hebben. Het is toch voor ieder, die medegeleefd heeft, bekend genoeg, dat, ai moge het hier in onze plaats niet volmaakt zjjn, we zeker niet tot de achteraankomers behooren. maar dat we op verschillend gebied velé andere gemeenten, ook gemeenten met socialistische raadsleden, vooruit geweest zijn. Wy zeggen dit niet, om stil te blyven staan. We moeten voortgaan te doen, wat er te doen is en ongetwijfeld zal er, als de vrede niet spoedig komt, nog zeer veel moeten ge daan worden. Maar wel komen we op tegen eenzjjdige voorlichting en onbilljjk oordeel, waarvan ge noemde uitspraak weer getuigt. Nog eene bijzonderheid trof ons. Er wordt naar een crisisminister gezocht, er is er nog geen gevonden. We kouden thans van den leider der S. D. A. P. hooren, dat hun partijgenoot Wibaut niet gevraagd is, maar dat deze anders zou geaccepteerd hebben, maar.... de regeering zou accoord moeten gaan met de opvatting van Wibaut en Fimmjn. In hoeverre dit kan, laten we op het oogen- blik in het midden. We constateeren alleen, dat de party, die in 1913 geen ministers-portefeuilles wilde aan vaarden, thans zelf een minister uit hare partjjgenooten voordraagt. Zoo veranderen de inzichten met de tyden En in het algemeen mogen we dit tref fende feit constateeren, dat de S. D. A. P., die zoozeer Minister Posthuma steunde en vroegere aanvallen op hem trachtte te pareereu thans eene geduchte zwenking maakt en bin nenkort eene geduchte critiek op zyn beleid zal doen hooren. fs het, omdat de verkiezingen in 't zicht zyn en de opkomende ontevredenheid ten bate der party moet geëxploiteerd worden Is het omdat de party van Wjjnkoop (S. D. P.) in de groote steden aan invloed wint Wil men het gevaar van 1903 bjjtjjds be zweren, toen de leider der 8. D. A. P. zich genoopt zag voor eene groote menigte van opgewonden gemoederen de hand toe te steken aan Domela Nieuwenhuis? Hoe het zjj, de zwenking, de groote zwen king, die we reeds het vorige jaar voorspelden, is gekomen en iedere vergadering wordt het lront meer gewjjzigd. Laat ons dit in de naaste tyden voor oogen houden XX. Maandag j.l. heeft hier ter stede de eerste opvoering plaats gehad van „Moreele Kracht", spel van oorlog en vrede. De opvoering had plaats door een gezelschap dilettanten en onder auspiciën van de vereeniging Vrede door Recht; de zaal van het Theater Verkade was bjj deze gelegenheid dan ook geheel ge vuld met leden van die vereeniging en verdere genoodigden. Dit spel van oorlog en vrede geeft ons in de eerste plaats een kjjb op de moeilijkheden, waarin Frederika Staal, e;genares van de wapenfabrieken te Staalstad, zich geplaatst ziet by het uitbreken van den oorlog tus- schen haar land eu een naburig rjjk. Zjj is, wat men noemt een sociaal-aange legde vrouw: zy tracht allerlei toestanden in het leven van hare duizenden arbeiders te verbeteren en hen tot een hooger peil op te voeren. Mejuffrouw Frederika Staal is ver loofd met Z. H. Prins Sacha, een bloedver want van den regeerenden vorst, maar ook onderhoudt zy vriendschap met Olaf Oblonsky, chef van het electrisch bedrjjf der wapen fabrieken, die tegelijk met haar is grootge bracht. Voldoende motief voor een conflict, waarbjj dan nog komt, dat deze jeugdvriend Oblonsky, die zjjn jonge meesteres met méér dan vriendschappelijke oogen beschouwt, een groot tegenstander van den oorlog is en het kanonnenbedrjjf in zyn hart verfoeit. Welis waar is er een teedere band, die hem daaraan bindt, maar door hare verloving met Prins Sacha is Frederika voor Olaf verloren, zoodat deze besluit heen te gaan. Maar zoover komt het niet. Uit gesprekken met gezanten en ministers verneemt Frederika, de oorlogs- WSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1918 | | pagina 1