Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland.
De Verdeeldheid Vat de
Vrijzinnigen.
De landarbeiderswet is de
Cerste Katet
No. 2846.
Dinsdag 22 Januari 1918.
29e Jaargang.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent, voor het buitenland met verhooging
der bijkomende porto's.
Advertentien worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
Worst.
Onze schepen in de
Uereenigde Staten.
De 39ste Broodkaart.
Telef. Interc. No. 15.
Inderdaad, de tactiek van de Vrijzinnig
democraten, Unie-liberalen en Oud-liberalen
is verschillend. Het Kamerlid de Jong heeft
indertijd de vrijzinnig-democratische partij
vergeleken met een dartel veulenpaard. dat,
pas ingespannen, zijn vrachtje hollende voorbij
de plaats van bestemming brengt en alles
kapot slaat en niet kan worden ingetoomd.
De oud-liberale partij wordt dan vergeleken
met de bekende rossinant voor de vigelante,
die met zweepslagen moet, worden voortge
dreven. en veel te laat op het eindpunt komt.
De Unie-liberale partij is het stevige werk
paard dat goed doorvoed, de zwaarste arbeid
verricht, nooit te vroeg en nooit te laat, maar
altijd het, doel op tijd bereikt. Met de na
volgende voorbeelden kan worden aangetoond,
dat de voorstelling, die de Heer de Jong van
de drie vrijzinnige fracties heeft gegeven, juist
is, Wij beginnen met de Staatspensionneerings-
kwestie.
De Oud-liberalen waren besliste tegen
standers van de Staatspensioenneering. Het
Belgische spaarstelsel (gemengde verzekering)
trok hen 't meeste aan. Tal van uitspraken
van de Oud-liberalen bewijzen, dat zij de
Staatspensionneering beschouwden als een
bedeeling. Van „recht" op Staatspensioen was
bij hen geen sprake. En toen kwamen de
zweepslagen van de concentratie!
De Liberale-Uoie, die evenals de andere
liberalen, vroeger waren gekant tegen de
StaatspensioiiLeering en in 1910 leeds, ge
leerd door Engeland en Denemarken, en ook
geleerd door de propaganda van den Bond
voor Staatspensionneeiing, de zijde van de
Staatspensioenneering bad gekozen, eiscbte
bij de vorming van de vrijzinnige Concentratie
in 1913, dat de Oud-liberalen de invoering
van de Staatspensionneering zouden helpen
bevorderen. Het „rossinant'' kwam vooruit!
Eerlijk moet worden erkend, dat de Oud
liberalen in de Tweede Kamer, toen de Staats-
pensionneeringswet in behandeling kwam,
trouw medegewerkt hebben om de Ouder
domswet te doen aannemen. De rol, die de
Vrijziunig-democraten in den strijd voor de
Staatspensionneering hebben gespeeld, is
allerzonderlingst!
Toen de Liberale Unie in 1910 al iu haar
program schreef, dat het de richting op moest
naar de Staatspensionneering, ging de Vrij
zinnig-democraat Tasman het land door ter
aanbeveling van de dwangverzekering met
premiebetaling. Treub, toen nog de leider van
de V. D„ noemde de voorstanders van Staats
pensionneering volkmisleiders, politieke tin
negieters. politieke slimmelingen en wat dies
meer zij Marchant fulmineerde sterk tegen
het Staatspensioen. Hij noemde het stelsel
verderfelijk en ontzag zich niet om, evenals
de clericale strijder tegen het Staatspensioen,
de bekende dominé Brummelkamp, dit als een
bevorderaar van de zorgeloosheid te ken
merken.
Ook de Vrijzinnig-democraten hebben in de
Concentratie bun verwoeden tegenstand tegen
de Staatspensionneering moeten laten varen.
Het veulenpaard, dat de dwangverzekering na-
bolde is alvorens alles kapot te slaan, in de
ijzeren boeien van de concentratie geslagen en
tot staan gebracht en in bedwang gehouden.
Ook van de V.D. moet worden erkend, dat zij
den tegenstand tegen bet Staatspensioen lieten
varen en eerlijk in de Tweede Kamer met de
Liberale Unie en O. L voor de Ouderdomswet
stemden. Het is een onomstootelijk feit, dat
vroeger alle drie vrijzinnige groepen waren
voor de dwangverzekering en tegen de Staats
pensionneering. Even waar is intusschen het
feit, (lat de Liberale Unie de eerste Vrij-
zinnige partij is geweest, die als „partij"
de Staatspensionneering aanvaardde.
Noch in het program van de Oud-liberalen,
noch in dat van de Vrijz.-democraten kwam
in 1912 de Staatspensionneering voor. Eeliter
wel in het program van de Liberale Unie.
En toch poseert de partij van de V. D. als de
partij van de Democraten en noemt de Liberale-
Uniepartij „conservatief'' Men moet maar
durven
Wij willen volstrekt niet verhelen, dat reeds
vóór 1913 tal van V. D. voor Staatspensioen
waren. Wij denken bijv. aan den Secretaris
van den Bond voor Staatspensionneering, den
Heer Voorbrooden vele anderen. Er waren
óók wel Uniehberalen, die toonden al zeer
weinig voor Staatspensioen te voelen. Maar
„als partij" is bet onbetwistbaar de Liberale-
Uniepartij geweest, die zich bet eerst als
„vrijzinnige partij" voor de Staatspension
neering verklaarde.
Als een groote eigenaardigheid kan worden
opgemerkt, dat overal, waar de V. D. invloed
hadden, de Bond voor Staatspensionneering
geen vasten voet kon krijgen. De Heer de
Muralt wees nog onlaogs te Ter Neuzen hierop.
Zoo bijv. te Middelburg, door weg te bljjven
van de bijeenkomsten, maakten de V. D. hot
daar steeds onmogelijk een afdeeling van den
Bond van Staatspensionneering op te richten.
Niet dat de Bondsmannen het recht hadden
van de V. D. te eiscben, dat zij medehielpeu
den Bond voor Staatspensionneering te steunen,
maar teekenend is toch hun tegenstand De
V. D. gaan er prat op, dat zij leiding geven
aan de politieke overtuiging van het volk.
Gelukkig, dat die leiding geen succes heeft
gehad anders zaten wij met een dwangwet
van het soort van Talma (uiet zóó onrecht
vaardig) in onze politieke maag. 't Is
andersom gegaan.
Tegen de partij in, is do V. D. partij door
het volk geleid en in den Staatspension-
neeringsboek geduwd, totdat zij er niet meer
uit kon en zich overgaf. Zoo zien wij, dat,
al is het juist, dat de drie vrijzinnige groepen
wel is waar allo drie stoelen op denzelfden
politieken wortel, de taktiek van alle drie
verschillend is. In de StaatspensionneeriDgs-
kwestie heeft de groote middenpartij n.l. de
Liberale Unie, zich het waardigst, en bet
meest democratisch in gezonden zin, getoond.
In een volgend artikel zullen wij bespreken
de houding van de drie vrijzinnige groepen,
ingenomen bij de behandeling van de jongste
grondwetsherziening. Ook daarbij zal gemak
kelijk kunnen worden aangetoond, dat de Li-
berale-Uniepartij de meest bedachtzame, de
meest juiste en meest vruchtdragende tactiek
beeft gevoerd.
II.
Tot de meer de praktijk betreffende bezwa
ren. door sommige leden uitgesproken, be
hoorde eenerzijds, dat de arbeider het hoefje
in eigendom zou moeten verkrijgen, anderzijds,
dat bij het land niet in eigendom verkrijgen
kon. Het moet erkend worden, dat tegen den
eigendom, vooral van bet land, iu vele ge
vallen een ernstig bezwaar bestaat. Het land
immers, dat tengevolge van bet wetsontwerp
in gebruik vrtin den arbeider zal komen, moet
in de meeste gevallen aan het groot grond
bezit worden onttrokken, en men bemerkt
nu reeds, hoe bezwaarlijk dit gaat. Wordt
het nu eigendom van den arbeider, dan komt
het later aan zijn erven, onder wie slechts in
zeldzame gevallen iemand te vinden zal zijn,
die bet kan overnemen.
Gevolg: publieke verkoop en terugkeer tot
het groot-bezit.
Het bezwaar kan worden ondervangen door
vast te stellen, dat de arbeider pachter blijft,
zoolang hij zijn pachtersverplichtingen nakomt.
Hierdoor kan hij levenslang het voordeel van
't bedrijf genieten en na zijn abdicatie gaat
het gebruik van den grond zonder bezwarende
formaliteiten over op den erfgenaam, die daar
maatschappelijk 't meest voor in aanmerking
komt. Een bijkomstig voordeel van zulk een
regeling is nog, dat de arbeider, die niet voor
aflossing eener hypotheek zou hebben te zorgen,
niet den druk daarvan op zijn leven gevoelen
zou en zich gemakkelijker bewegen zou.
Op soortgelijke wijze kon gehandeld worden
met de woningen, die eigendom der vereeni-
ging, in de wet bedoeld, konden blij ven.
Voert men tegen een en ander aan, dat op
die wijze de arbeider nooit het genot zal
smaken, eigenaar te zijn, dan zij opgemerkt,
dat bij dat genot betalen zou met levenslange
zorgen en in de meeste gevallen eerst ge
nieten zou in 't graf.
Wat bet land betreft, armbesturen, kerk
voogdijen, Rijk en Domein komen in de eerste
plaats in aanmerking, met het beschikbaar
stellen van hun land den aangegeven weg in
te slaan. Men zou dan niet meer het treurige
verschijnsel beleven, dat stichtingen, die be
strijding van armoe en haar gevolgen tot
doel hebben, indirect de armoe in de wereld
houden door bun land steeds publiek te ver
pachten, d.i. tegen den hoogsten prijs, ook
aan arbeiders, die daardoor steeds op het
kantje blijven van faillissement en gebrek.
Bij den minsten tegenvaller met den oogst
treden ze uit de rij der welvarende werkers
in die der bedeelden.
XIX
Sneeuw in de stad en, voegen we er aan
stonds aan toe, ook daar buiten. Want hoe
veel ongerief de sneeuw, die valt en ook de
sneeuw, die ligt en vooral de sneeuw, die ver-
d wjjnt, voor den stadsmensch ook met zich brengt,
wij zouden de witte dagen niet gaarne voor
goed willen missen. En wanneer wij dit zeg
gen, denken we voornamelijk aan bet sneeuw
landschap daar buiten. Tusschen sneeuw in
de stad en sneeuw op het land is een onder
scheid, daartusscben ligt een antithese
Sneeuw in de stad. Het begin is al mis.
De witte vlokken vallen, maar blijven voor
eerst niet liggen. De eerste, de voorloopers,
zij zijn bestemd verpletterd te worden onder
de schoenen der voorbijgangers, onder de hoe
ven der paarden, onder de wielen der i jjtuigen
en karren, zjj zijn gedoemd onder te gaan in
het va-et-vieut van het nimmer rustende stads
leven. De eerste sneeuwvlokken worden slijk.
Later wordt bet beter.
De vreedzame invasie houdt aan, het witte
leger lijkt onuitputtelijk. Voor iedere sneeuw
vlok, die verdwijnt, komen er tientallen in de
plaats. Het sneeuwt door, steeds door. En
evenmin uls een steeds doorwerkende politieke
propaganda nalaat het terrein van de actie
met haar kleur te teekenen, evenmin bljjken
de drukste stadsstraten op den duur bestand
tegen de steeds ophoopende sneeuw. Het is
de witte wereld
Wanneer het doorzet, dan wordt het in de
stad ook mooi. Soms voor esn korte wijle,
soms heelemaal niet. Want, de vjjanden van
het witte gevaar zijn vele. Allereerst de pekel
wagens der tram, die onverbiddelijk de rails
schoon en wat daarnevens ligt, vuil maken.
Het »buitensporigec verkeer doet het overige
en het duurt niet heel lang of de witte sneeuw
ven daar straks is omgezet in een geel-bruine
massa, modder, slik of hoe men wil, maar on
aangenaam in elk geval. Daar is maar ,n enkele
schoen tegen bestand. En de overige
Maar nu de sneeuw buiten.
Het is daar al dadeljjk veel rustiger, wan
neer de sneeuw valt. Dan heeft men veelal
die reinheldere atmospheer, zonder de onaan
gename scherpte van de vrieskoude. Zacht
dalen de vlokken neer op velden en wegen,
op daken en torens, en ze gaan alles bedek
ken met één heldere sprei. Ook hier is verkeer,
maar veel minder. Wat in de stad de regel
vormt, is daarbuiten de uitzondering, Hier
strekken de enkele bruine plekken slechts, om
het wit van het geheel nog scherper, nog
intenser te doen uitkomen.
Het sneeuwlandschap is klaar en heldsr, het
is moo, En wanneer de zon, de ietwat bleeke
winterzcT, daarop een zacht rose gloed doet
afteekenen, wanneer de omtrekken van boomen
8D torens duidelijker uitlijnen dan ooit tevoren,
wanneer de sneeuw onder onze voetstappen
niet wegmoddert, maar krakend tot meerdere
vastheid wordt, welnu, dan is het ons goed
daarbuiten, temidden van het schier oneindige
sneeuwlandschap te zijn.
Besneeuwde landen doen rustig aan, onder-
gfdoopen velden, door de vorst in jjsgebieden
omgezet, maken een troöstólaozen, een ramp
zaligen indruk.
Sterk gevoelden we dat onlangs op een reis
door het N.W. van Overjjsel en het Zuiden
van Friesland. En toen ons van goed inge
lichte zjjde verzekerd werd, dat die toestand
dat onder water en onder ijs staan van
al die weilanden, voor een niet gering deel het
gevolg is van gebrek aan samenweiking, ja zelfs
van onderlinge kwesties tusschen verschillende
waterschappen, toen begrepen we weer ten-
volle, dat ook daar 9en taak voor de gemeen
schap ligt.
Men geve toch niet alle aandacht aan de
dingen van de toekomst, aan de groote zaken,
die zullen komen. Ook onder de bestaande
maatschappelijke toestanden is er werk, is er
veel werk te doen.
Verschillende partjjen koesteren ook ten deze
reeds uitgesproken wenschen. Welnu, laten zij
dan voortgaan huDne programs af te werken,
rekening houdende met het nieuwe, dat komen
zal, maar ook met datgene, wat bestaat en
verbetering behoeft.
J. B. AMENT.
De minister van L. N. en H. heeft met
ingang van Zaterdag verboden worst te
bereiden van of met varkensvleesch anders
dan van of met afvallen zooals hart, lever en
longen. Van dit verbod kan ontheffing worden
verleend door de Rijkscommissie van Toezicht
op de Vleesehvereeniging, Hoogewal 16a, te
's-Gravenhage.
In verhand met deze beschikking heeft de
minister eeii circulaire gericht tot de burge
meesters, waarin hij mededeelt, tot dezen
maatregel te moeten overgaan, omdat hem
medegedeeld werd, dat in verschillende deelen
des lands regeeringsvarkens verwerkt worden
tot worst, die tegen hoogeren prijs wordt
verkocht dan bedongen zou kunnen worden
voor versch varkensvleesch. De minister ver
zoekt den burgemeesters nauwkeurig toe te
zien, dat het verbod nageleefd wordt.
Zooals uit de memorie van antwoord van
minister Posthuma nopens het wetsontwerp
betreffende de beschikbaarstelling van levens
middelen blijkt, is het 's Ministers voornemen,
een deel der vrijgekomen varkens ter beschik
king te stellen van de vleeschwarenfabrieken
voor de worstfabricage en wel voor het doen
maken van z.g. eenheidsworst, samengesteld
uit 10 pet. varkens- en 90 pet. rundvleesch.
Het Nederl. Correspondentieburpau in Den
Haag verneemt, dat van hoogerhand alle noo-
dige maatregelen zijn beraamd om er voor
te zorgen, dat deze worst een zuiver voedings
middel uitmaakt.
Het veeartsenijkundig staatstoezicht zal met
de controle op de deugdelijkheid van samen
stelling belast zijn. Iedere worst zal voor
zien zijn van een loodje, aangevende de fa
briek, waaruit de worst afkomstig is, en bo
vendien zal van de fabrieken, waar de wors
ten bereid worden, een lijst worden aange
legd, ten einde er aldus voor te zorgen, dat
alleen gunstig bekend staande fabrikanten met
de vervaardiging ervan zich bezig houden.
Alleen de fabrikanten, op bedoelde lijst voor
komende, zullen deze worst mogen maken.
Reuter seint uit Washington Door de
Nederlandsche regeering is thans besloten de
80 stoomschepen, die zich in de Amerikaansche
havens bevinden te verhuren aan de Vereenigde
Staten.
De desbetreffende voorloopige overeenkomst
is zoo juist te Londen geteekend. Daarin
wordt bepaald, dat de schepen niet naar de
oorlogszone gezonden zullen worden.
De directeur van het Centraal Broodkan
toor maakt hekend, dat de broodkaart van het
39ste tijdvak loopt van 23 Januari tot en
met 2 Februrai. (St.-Ct.)