Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. pt ftrdetlilmd ta de Vrijzinnigen. Kit den schoolstrijd. pe £aedarbeiderswet in de EewteJUaer praatje? Van buur layifc. No. 2844. Dinsdag 15 Januari 1918. 29e Jaargang. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent, voor het buitenland met verhooging der bijkomende porto's. Advertentien worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. Deze Courant verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Petroleum. Telef. latere. No. 15. II. In 1885 werd de Liberale Unie te Amster dam opgericht. Het doel ran Mr. Levydie genoemd kau worden de oprichter van de L. U., was met zoozeer de politiek van de liberalen in nieuwe banen leider. Hoofddoel was »de vereeniging van de liberalenom daardoor weer te komen tot de werkeljjke politieke macht en Rageermacht. Van een strijd- of beginsel program wilden de L U. mannen in de tach tiger jaren niets weten. Zulk een program bracht maar verdeeldheid en zou de verschillen van de leiders ouderling te veel naar voren brengen en weer verdeeldheid brengen. Dit was het standpunt van den toenmaligen leider der Liberale Unie, voorwaar geen kordaat stand punt. Erkend moet echter worden, dat de L. U. aanvankelijk toch ook zonder program goed werkte. Als antiklerikale party heeft zjj toch wel degelijk ook in de tachtiger jaren vrucht baar werk geleverd, al kon het niet uitbly ven of de partij die zonder program d. w. zonder kompas voer, moest ten slotte lek varen. Het jaar 1894 bracht de eerste groote scheu- in de L. U. Tak van Poortvliet diende een wetsontwerp in, waarbjj het Algemeen mannen- kiesrecht zou worden ingevoerd. Wel is waar noemde hij het geen Algemeen Kiesrecht, maar het feit dat hjj voorstelde aan iederen man boven de 25 jaar, die lezen en schrijven kon, het stembillet te geven, bewjjst voldoende dat het eigenlijk 't Algemeen stemrecht was, dat Tuk weuschte in te voeren. Bjj da be handeling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer trok Tak van Poortvliet de wetsvoor- dracht in. Intusschen had het voorstel van Minister Tak heel wat beroering gegeven, ook in de L. U. Die beroering was de oorzaak dat in 1894, na hevige debatten een groep liberalen, onder aanvoering van mr. Tydeman de L. U. verlieten. Deze groep beeft tater gevormd de party van de oud-liberalen ook wel vrij-liberalen genoemd. Tydeman was lang de leider van die conservatieve partij. Na Tydemans dood in 1916 is mr. Dresselhuijs als leider opgetreden. De partij van de oud liberaleu verliet iu 1894 de Liberale Unie, omdat zij voud dat liet te liard ging inet de uitbreiding van het kiesrecht. Het verdwynen van de conservatief-liberalen uit de L. U. in 1894 heeft de Unie niet veel kwaad gedaan, integendeel veel goeds gebracht. Nu kon de Unid ruiterljjk met een partijpro gram voor den dag komen. Ze had geen re kening meer te houden met de toenmalige conservatieve elementen. Het program klonk als een klok! Veel van wut in dat toenmalig vooruitstrevend program voorkwam, is later verwezenlykt. In het jaar 1897 overwon de L. U. het bij de stembus. Het bekende Unie-liberale Mi nisterie Goeman Borgesius trad op. Dit Ministerie, genoemd het Ministerie vau sociale rechtvaardigheid, bracht ons de onge vallenwet de gezondheidswetde leerplichtwet de woningwetde persoonlijke dienstplichtrecht vaardige belastingen enz. enz. Muar het ging toen W6er te goed met de liberaleu Het hoofdbestuur van de Liberale Unie stelde toen in 1901 voor, om den can- didaten van de L. U. voor de Tweede Kamer den eisch voor te leggen, dat zij, eenmaal gekozen, zouden medewerken om het Algemeen mannenkiesrecht direct in de te herziene grond wet vast te leggen. En al mag wordeD aan genomen dat alle leden van de L. U. vóór het A. K. waren, zeer terecht meenden in 1901 velen dat de tjjd voor invoering er van nog niet daar was. Vele Unie-liberalen waren be ducht, dat het vooruitbrengen van de z.g. ur gentie van de invoering vau het A. K. het liberalisme zou schaden en in de kaart spelen zou zjjn vun het in kracht toenemend clerica- lisme. By de beha deling van deze kwestie in de vergadering van de L. U. te Amsterdam stemde de vergadering het voorstel van bet Bestuur af. Daarop verliet het Bjstuur met vrij grooten aanhang de L. U. onder aanvoering van DruckerTreub en Marchant. De afgetredenen hebben daarna opgericht de Vrijzinnig Deroo- cratischen Bond. De partij van «le Vrijzinnig-Democraten verliet iu 1901 de Liberale Unie, omdat zij vond, dat het te langzaam ging met de uitbreiding van^het*kiesrecht. Wat hebben zjj die zich afscheidden, onge lijk gehad De oud-liberaleo hebben alleen de invoering van het A. K. niet kunnen tegen houden. De Vrijzinnig Democraten hebben de invoering van hst A. K. alleen Diet kunnen verhaasten. Eerst 16 jaren daarna, n.l. in 1917 is het A. K. aan het volk verleend door de Regeering van Cort v. d. Linden. Eerst toen de liberalen weer in één band vereenigd waren namelijk in 1913, toen de Concentratie was tot stand gekomen, gelukte het de linkerzjjde, met de Socialisteu, om het A. K. in te voeren. Men zou zoo meenen dat nu het A. K. er is, de V. D. weer tot de L. U. zouden terugkeeren Wie dit verwachtte kent de patty van de V. D. niet. In een volgend artikel zal worden uiteengezet, hoe of de drie vrjjzinnige partijen, in wezen alle drie liberaal, toch in karakter verschillen. En al mogen deze karakterverschillen toch nog niet wettigen de weigering vau de V. D. om de concentratie van 1913 voort te zetten in 's Lands Belang, uit een en ander zal toch kunnen blijken dat er iuderdaad groote verschillen in de tak- tiek bestaan van de drie vrijzinnige groepen, die die groepen kenmerken. Zou nu da bevrediging op lager onderwijs gebied gekomen zyn? Wie het gelooven kan, gfloove het. Misschien in de politieke wereld in den Haag, daar zal wellicht wat rust komen in de schoolstrijd. Maar in de dorpen en stedeD zelf, zal de toestand bljjven, zooals hjj is, of versche pen. Die stille strjjd zal niet alleen voortgezet worden, maar door de finan- tieele gelyksteiling nog krachtiger gestreden worden. En in dien strjjd in de gemeenten zelf, wordt steeds een groote factor of geheel of greotendeels verwaarloosd. Wie kinderen van schoolgaande leeltjjii heelt en de keuze eentr school moet maken, vraagt zich meestal alleen af: »wat is de school injjoer r ebting* Is by eeo man van vrjjzmnige be iuselen, zoo valt de keuze op eene openbare school, maar is hjj iemand met rechtscbe denkbeelden, dan op de bjjzondere christelijke school van een of andere nuance. Nam hjj zyne beslissing anders, dan zouden zyne partjjgenooten het hem duchtig kwaljjk nemeD. Eu veigetPD wordt of zonder grooten invloed gelaten de vraag: »Waar wordt het Oeste ouderwijs gegeven* Mij dunkt evenwel, dat dit feen allerbelang-jjkste vraag is voor de toekomst van het kind, vooral voor het volks- kindt waarvoor de lagere school de eenige school is. Nu beweer ik niet, dal het gehalte van het onderwjis enkel en alleen den doorslag geven mag by de keuze eener school, maar dat het een groote factor is, die gewoonljjk buiten werking gelaten wordt, staat vast. De qualiteit van het onderwjjs een voorna mere rol, dan tot nu toe, laten spelen bij de keuze van de school voor het kind, dat is zeer gewenecht. En dit zou een goede concurrentie scheppen, die ten bate van onderwys en on- derwjjzers zjju zou. X. IJ. Z. Deze dagen kon men in de bladen het V. V. der Eerste Kamer lezen over genoemd wets ontwerp. Het was weinig meer dan echo der meeningen, in de Tweede Kamer reeds geuit. Het getuigt voor het ontwerp, dat meer dan een bezwaar er een was van den kouden grond. Zoo b.v. de bewering, dat de arbeider, die buiten de gewone arbeidsuren zjjn eigen land bewerkt, zjjn volle kracht niet geven kan aan 't werk van zjjn baas. Schrjjver dezes heeft dat liedje reeds vóór jaren hooren zingen op dezen tekst: »zjj werken bjj zich zelf en ko men rusten bjj den boer*. Hoe gezocht dit bezwaar is, bljjkt terstond, als men bedenkt, dat de arbeider geen gelegenheid heeft voor het begin van den werktjjd zjjn eigen land te bezoeken. Hjj doet dat na volbrachte dagtaak. Van srusten bjj den boer* is dus geen sprake. De meeste bezwaren werden echter gemaakt op grond van partjj-overwegingen Het ont werp zou de vrjjheid van den arbeider bestoken het wil hem binden aan 't platteland in 't be lang van den boer, die concurreerende arbeid- zoekers noodig heeft. De »gevestigde« arbeider zal verloren gaan voor den klassestrjjd. Ook de tegenovergestelde meeningen werden geuit. Het aantal arbeiders met eigen bedrijf zal de beschikbare werkkrachten verminderen. De meer welvarende arbeider zal zich meer doen gelden in den economischen strjjd, enz. pnz. Waarom erkent men niet, dat geen enkele arbeider, die een beter positie hem wachtende ziet buiten het platteland, het wonen aldaar verkiezen zal in een »vooru/10 verhypothekeerd huisje.* En anderzjjds, dat zoo lang het plat teland den werkman een fatsoenlijk stuk brood verdienen laat, er geen gebrek aan arbeids krachten zijn zal. Bjj al die bezwarencritiek verliest men uit het oog, dat het wetsontwerp gemaakt is in 't belang van den landarbeider, die zich wenscht op te werken, en niet voor of tegen een partij- of standsbelang. Partjjzucht bederft een ge zond en nuchter oordeel. Een volgende maal hoop ik op de zaak te rug te komen. Hebt ge, buur, de krantenartikelen gelezen, over jongens die in Rotterdam de voorbjjgan- gers met sneeuwballen gooiden of de insche ping der Engelsche invalieden op de S1ND0R0, die bij overmaat van hulp geen plaats kouden krjjgen en hoe de couranten daartegen te ke9r gingen met klacht en eremiade. Dwaze menschen, dacht ik, toen ik het las. Zjj moesten niet klagen, maar juichen dat de jeugd nog sneeuwballen gooide en de menschen helpen wil len. Wjj zjjn ook jonggeweesten waarachtig nog niet te oud om de handen te voelen pimpelen, als er sneeuw ligt. Daar komt dan iets over en in je van aanpakkeD, van wegsmijten die sneeuw tergt met een: „kom maar op, als je durft, wie niet durft is een lafaard". Het is geen Hollandsche jongen, die deze verleiding kan weerstaan wat hebben we dan te mop peren, als die levenslust tot uiting komt Zoo gaat het ook met de hulp voor gewonden, die stakkers, ieder wil helpen. Smoezel maar niet, dat het die meisjes en menschen om wat anders te doen is en dat het „vreemdelingen" zyn, Ja zoo kunnen wij doorgaan. Maar redeneer nu eeos, is het niet gelukkig dat wij voor een vreemdeling iets meer ge voelen, omdat hij zooveel missen moet? En dan deze stakkers van krijgsgevangenen en wat die jongemeisjes betreft als bet nog valiede mannen waren, maar die krukken, hoe spreekt niet belangeloos het vrouwenhart. Ge steld eens, dat dit gevoel bjj de vrouw niet bestoiid, hoe konden wjj mannen dan leven Juist het mooie, het bekoorljjke in de vrouw is het spoedig opgewekt medelijden en de zucht om te helpen, dat is de zegen, zonder welke wjj het mannenleven wel konden oprollen. Wjj moeten dus niet klagen, maar er dankbaar voor zyn. Het heele geval is één beeld van het leven wjj zuchten en klagen en hebben reden tot dankbaarheid. Maar die sneeuwbal dan en die bedorven hoed en de arme gewonden op den rug van den verpleger van bet kastje naar de muur gezonden? Klaagt men ook over het vuur, als men zjjn vingers brandt en over het mes, als men zich snijdt 't Is immers eigen onvoor zichtigheid. En wie over den drempel strui kelt, breekt zyn huis niet afnuttige en noodzakeljjke dingen krjjgen door ver keerd gebruik soms een nutteloos en verderfelijk aanzien. Het komt heel een voudig hierdoor, dat de krachten niet goed worden gebruikt, zjj willen zich toch uiten, dat is natuur, en stichten nu kwaad. Wil men zegen er uit ontwikkelen dan moeten ze productief worden gemaakt. In die sneeuwbalgooiende jongens en die mede lijdende zielen zit eeu enorme kracht, die zich op verkeerde wjjze uit, tegen uw hoed en briileglazen en in zenuwachtige bedispelerij goed gebruikt zou men er heel wat uit kun nen maken, dat de maatschappij en de mensch- heid ten goede kwam. Want het is die jongens niet te doen, om kwaad te stichten, noch de helpers en helpsters om in den weg te loopen de hier verscholen krachten zyn echter niet voor den goeden wagen gespan nen. Ronduit gezegd, het ontbreekt hier als bjj vele andere zaken in Nederland aan voor lichting en organisatie. Gesteld eens dat iemand van die baldadige knapen een brigade maakte geljjk bjj de padvinders, een jongensbrigade, die, zoodra de sneeuw viel, de overtollige witte last vnn de straat veegde. Men kan het nuttige met het aangename ver binden op het fluitje van den hoofdman aan getreden, konden de jongens sneeuw op hoopen scheppen, die weer een prachtige speelplaats werden om forten te houwen en sneeuw poppen te maken. Dit zou huu geheele jongens- ambitie vervullen en geen hunner zou meer denkeu om argelooze voorbjjgangers te projec teeren. Werkeljjty het ontbreekt de maat- schappjj in het klein als groot aan organisatie; krachten en goede wil bestaan er wel, maar ieder loopt op zich zelf en weet niet wat er mee aan te vangen, dit is de oorzaak dat van veel niets komt en het goede een straf wordt De Duitschers geven in dezen dikwjjls een beschamend voorbeeld. Wjj Hollanders, jong en oud, zjjn echter gel jj k men het noemt, een tuchteloos volk, geen tucht, d.w.z. geen orde, geen organisatie kennen wjj, niet omdat zjj zoo willen zjjn, maar omdat er niemand in die zaken eens krachtig aanpakt en organi seert. Is dit de fout ook niet in de politiek Wjj hebben te veel hoofden en geen eenheids kracht. Zet ééns voor een f jjdje een man aan het roer, die de lakens uitdeelt en ge zoudt wonderen zien van wat er gedaan kan worden. Nu grasduint ieder voor zich, met het ge volg dat ieder naar ieder, zelfs naar zijn vrienden, met steenen gooit. De liberalen vooral moesten het bedenken met wat geven en en nemen en orde daarbjj, zou het Vrij zinnig element (in Zeeland) een kracht worden ten zegen, die niets en niemand kon weer staan. Vrjjheid is een kosteijjk goed* zei mjjn grootje, maar Vrjjheid buiten het gareel, is als het paard in de wei het gras vertrapt en niemand heeft er voordeel bij. S. Een onilerofficieren-candidaat. Naar de »Ned.« verneemt zal op de alge- meene vergadering van de onderofficiersver- eenigir.g »Ons Belang*, welke op 28 en 29 dezer te Utrecht gehouden zal worden, o.m. de wenscheljjkheid besproken wordeD, om bjj de a.s. verkiezingen voor de Tweede Kamer met een eigen caudidaat uit te korneD. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel maakt bekend, dat bon no. 7 der Rjjkspetroleumdistributiekaart geldig zal zjjn van 16 dezer af tot en met 31 dezer voor eene hoeveelheid van 2 liter. Klein verlof. Officieel. Behoudens onvoorziene om standigheden zullen in het tijdvak van 5 tot 30 Maart 1918 met onbepaald (klein) verlof worden gezonden de dienstplichtige onder officieren van de lichting 1911 der bereden korpsen en de dienstplichtige korporaals van de lichting 1912 der bereden korpsen. Zeemiliciens lichting 1915. Op 2 Maart a.s. zullen de zeemiliciens van de eerste groep der lichting 1915, in het ge not van" onbepaald klein verlof worden gesteld.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1918 | | pagina 1