jtoagsche grieVen.
BINNEJNLAND.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Als verschillende lieden, die op geld ver
dienen uit zjjn, elkaar in de kaart spelen, dan
is fraude moeilijk te ontdekken.
Het ware te wenschen, dat ieder, die met
dergelijke zaken, die ten nadeele van het
geheele volk zijn, bekend is, hiervan ter
bevoegde plaats kennis gaf.
In het smokkelen werd, dank zij de fameuse
legerorder van 1915 niet veel kwaad gezien.
Niemand zal deze ingevreten kanker thans
meer willen loochenen.
Meer dan een, die gebrek aan licht heeft,
betreurt de over den draad gesmokkelde pe
troleum of de kaarsen, die met duizenden kilo's
werden uitgevoerd.
In het algemeen moet men in ons land
eerst de nooddruft voelen, voor men het kwaad
van te grooten uitvoer beseft.
Over den consentenzwendel en andere be
driegerijen, die ons land en volk oneer- en
schade aandeden, willen wij thans maar zwjjgeD.
Ook in dit opzicht heeft ons blad zich niet
onbetuigd gelaten, door herhaaldelijk op ver
keerde toestanden te wijzen.
XI
Zeelander schrijft in de Chr. Amsterdam
mer
Weet je wat het toppunt van internationale
verdraagzaamheid is Of als je dat liever
wilt van verdraagzaam internationalisme
'k Zal het je zeggen, want raden doe je het
toch niet: Wanneer de herdenking van de
kerkhervorming gevierd wordt door de Neder
landers in een Fransche kerk met een Duit-
sche cantate, uitgevoerd onder leiding van
een katholiek dirigentOnmogelijk, zal je
misschien zeggen. Ja elders zou je gelijk
kunnen hebben, maar in Zeeland niet, want
zulks is gebeurd inMiddelburg
Tot zoover genoemde schrjjver in genoemd
blad.
Wat valt in dit bericht wel het meest op
De inzender heeft het over het toppunt van
internationale verdraagzaamheid, maar
schijnt nog niet de eerste trede van den ladder
der nationale verdraagzaamheid bereikt te
hebben en dus van de nationale saamhoorigheid
nog heel ver af te staan.
Wat toch is het geval? Hij stelt Neder
landers, F ranschen en Duitschers tegenover
elkaar om het internationalisme van zijn be
richt duidelijk te doen uitkomen tot dusver
heel goed en als vierde in den bond komt
de katholieke dirigent. Deze laatste vermel
ding moet bovendien klaarblijkelijk dienen
als de klap op de vuurpijl, een katholieke
dirigent
Zoo redeneert men in zich noemende Chris
telijke kr.ingen, daar schijnt een katholiek
nog steeds als een geheel afzonderlijk menschen-
soort beschouwd te worden, in elk geval als
heel geschikt om tegenover een Nederlander
het internationale karakter van een of ander
gezelschap aan te duiden. Aldus een stem
uit positief christelijke oftewel clericale
omgeving.
Wij voor ons en nu redeneeren wij »maar«
van ons vrijzinnig standpunt, beschouwen een
katholiek als een Nederlander, niet meer en
ook niet minder dan een protestante of een
israelietische landgenoot, in dit opzicht bestaat
er in onze oogen volkomen gelijkheid.
Het is wel eigenaardig juist van anti-revo
lutionaire zijde den katholiek als een tegen
stelling tegenover de andere Nederlanders be
schouwd te zien. Wjj hebben het van die
zijde weieens anders gehoord. Dat was in de
dagen der verkiezingen. Nu weten wij niet,
of men van die zijde onder dergelijke omstan
digheden andere meeningen verkondigt dan
buiten verkiezingstijden wij herinneren ons
wel het woord van den grooten leider, dat er
zijn, die voor niets staan, wanneer er zekere
Junigebeurtenissen op handen zijn maar
hoe dit ook zij, in elk geval staat vast, dat
er in verkiezingsdagen heel wat vriendelijker
stemmen ten aanzien van de katholieke bond-
genooten te beluisteren zijn dan die welke uit
het bovenstaande bericht ons tegemoet komt.
Bondgenooten. Zijn zij het nog, de anti
revolutionairen, de roomsch katholieken en
de christelijk historischen Of de onderlinge
verhouding in het land, trots den gemeen-
schappelijken geloofswortel, nog steeds even
goed is. weten wij niet, maar wel zien wij
in de Kamer de drie groepen van rechts herhaal
delijk samengaan. Het meest valt daarbjjwel op,
de samenwerking tusschen christeljjk-histori-
schen en roomsch-katholieken. Tusschen hen,
die ingevolge art. 4 van hun Program zeggen
te wenschen, dat Nederland geregeerd wordt
in Protestantsclien zin en degenen wier Paus
Pius X in zijn Encycliek van 26 Mei 1910
juist over de Protestanten leeraarde, dat het
zjjnhoovaardige en oproerige menschen,
vjjanden van het kruis van Christus.
Wij zijn door ons vrijzinnig beginsel voor
standers van samenwerking van Protestanten
en Roomsch-Katholieken op allerlei gebied,
maar wij hebben nooit kunnen begrijpen, hoe
men daar kan samengaan op politiek terrein
onder het aanheffen van leuzen, die op z'u
zachtst uitgedrukt lijnrecht met elkaar in
strijd zjjn.
Voor wie nu zou meenen, dat een derge
lijk antagonisme alleen ten aanzien van chris
telijk historischen en roomsch-katholiekeh be
staat en dat de anti-revolutionairen daartus-
schen als verbroederingspunt zouden fungeeren,
die herinneren zich maar eens wat juist van
anti-revolutionaire zijde indertijd over de mo
gelijkheid van het samengaan met de katho
lieke staatspartij is gezegd. Nu werpe men
ons niet tegen, dat zulks thans als oude plunje
moet worden beschouwd, neen, dat gaat niet,
daarvoor is het tè kras en tè bepaald uitge
drukt. De kracht, welke die woorden indertijd
ongetwijfeld op de hoorders moeten hebben
gehad, keere zich dan nu maar tegen den
spreker en tegen hen, die het ten deze voor
hem willen opnemen.
Sprekende over een samengaan met de ka
tholieke staatspartij heeft Dr. Kuyper inder
tijd het machtige woord gezegd
»Door U aan Rome te koppelen, ver
speelt ge Uw toekomst; brengt ge uw
goeden naam in opspraakverloochent
ge uw volkshistorie, en handelt ge, wat
het ergste is, met uw beginsel in lijn
rechten strijd.
Het eerste is geschied en al dat andere
Is het wonder dat de volgelingen van den
man, die eens zóó sprak, zich nog iet of wat
vreemd gevoelen in het gezelschap hunner
ultramontaanschebondgenooten.
Gelukkig dan ons vrijzinnig beginsel, dat
niet vraagt naar godsdienstige richting en
daarop nog minder wil afgeven.
J. B. AMENT.
Uit een uitvoerig verslag van de onder
handelingen betreffende samenwerking der vrij
zinnige ontleent de M. Ct. het volgende
Den l'2den Sept. heeft het hoofdbestuur
der Lib. Unie zich gewend tot de hoofdbesturen
der beide andere vrijzinnige groepen, hen ieder
uitgenoodigd tot een bespreking over de moge
lijkheid van samenwerking der vrijzinnigen.
De conferentie met de gedelegeerden van
den Vrijz.-Dem. Bind had 24 Sept. plaats.
Zij verklaarden z ch niet bereid tot die mede
werking, daar zij ua invoering van Evenr.
Vertegenwoordiging een samengaan van alle
vrijzinnigen in den verkiezingsstrijd noch
noodig noch gewenscht achtten. Zij deden
hunne zjjds een voorstel om te trachten tot
een hergroepeering der vrijzinnigen in twee
groepen te komen, over welk voorstel een
nieuwe bespreking plaats had op 1 October.
Ook deze conferentie leidde niet tot een
overeenstemming. Van de zijde der Lib. Unie
werd betoogd d »t de voorgestelde hergroepiering
zou neerkomen op opheffing van de Lib. Unie
en splitsing daarvan in tweeëi, wat in het
nadeel weid geacht der vrijzinnige zaak, daar
het grootste deel der leden van de L. U. zich
niet zou lateu indeelen. De vertegenwoordigers
der Lib. Unie zouden gaarne éventueele voor
stellen der Vijjz.-Dem. tot aansluiting bij de
Lib. Unie aan hun hoofdbestuur ove b-engt-n.
Zulk een aansluiting achtten echter de ver
tegenwoordigers van den Vrjjz. Dem. Bond
reeds daarom niet voor uitvoering vatbaar,
omdai zij principëel onvereenigbare elementen
in één partij zouden bijeenbrengen.
De conferentie van de Lib. Unie met da
Vrije Liberalen had plaats 24 Sept. gevolgd
27 Oct. door een tweede conferentie. Naar
aanleiding der daar gehouden bespr kingen
ontving de commissie der L b. Un e 25 Qct.
een bericht van de commissie der Vrije Libe
ralen, dat dej pogingen van deze »om Vrijz.
Dem. voormannen bereid te vinden een optoep
tot 8am..nwerking te onderteekenen geen vol
doend resultaat mochten bereiken.
Naar aanleiding daarvan schreef het hoofd
bestuur van de Lib. Unie aan den Bond van
Vrije Lib. dat zij het door dezen geopperde
denkbeeld van een samenwerking van de Unie
met de Vrij Liberalen, zonder medewerking
der Vrijz. Democraten niet kon aanvaarden,
daar dat het karakter van de Unie zou schadeu.
Door den Voorz. ter vergadering opgeroepen
tegen j.l. Dinsdag, kwamen we te weten, dat
onze vergaderzaal weer in beslag was genomen
voor het keuren van landstormers en dat we
dus weer maar gastvrijheid moesten zoeken
in de H. B. S. en we vonden die in het vroegere
lokaal der parallelklasse. Onze gewone fun
geerde hier voor ons als concierge en in de
verte zagen we ook het silhouet van den eigen
lijken concierge der H. B S., die met blijkbare
belangstelling de buitengewone bezoekers waar
nam en geen wonder, waar die, zooals later
blijken zal, zoo'u invloed kunnen uitoefenen
op zijne positie.
Of 't nu aan de buitengewone vergaderzaal
lag of aan iets anders, valt zoo niet iü eens
te constateeren. loch was het of er een bij
zonder, als het ware zenuwachtig waas over
de saamgekomenen lag. Was men aan het neuzen
tellen. Daar was eenige reden voor. In de
vorige zitting waren over twee zaken de stem
men gestaakt. Toen ten laatste ook dhr.
Geelhoedt ter vergadering was gekomen, bleveu
nog afwezig dhrn. De Ridder en Van Hasselt,
de eene een voorstander, de ander een tegen
stemmer van de voorstellen waaromtrent remise
was gespeeld. Dhr. De Bruijne, de vorige
maal afwezig, kon thans, als 'het orakel van
Delhi, de beslissing brengen naar de een of
andere zijde.
Het eerst dier zaken betrof, zooals onze
lezers zich herinneren zullen, de kwestie van
een 5tal leerkrachten, nl. 4 van school B en
1 van school A, die vermeenen bij de nieuwe
regeling der jaarwedden onrechtvaardig te zijn
behandeld, althans in oude rechten zijn bekort
en voor wier de belangen de afd Ter Neuzen
en O. van den Bond van Ned. Onderw. thans
opnieuw bij den Raad was opgekomen. Dhr.
Nolson had voorgesteld op dat verzoek in te
gaan. Eindelijk is nu die kwestie ten hunnen
gunste beslist. Wel was het vorengenoemde
orakel hen niet gunstig, en stemde met eer.e
bewuste zekerheid in het nadeel der onrecht
vaardig behandelde leerkrachten, maar geluk
kig voor ben, wijzigde dhr. Ejjke zijn stem
sedert de vorige vergadering, en stemde, met
dhrn. Visser, Waalkes, Nolson, Geelhoedt en
De Feijter voor.
Nog gemakkelijker ging het met het voor
stel betreffende verhooging voor het zieken
huis van f 680 tot t 1000, wat eveneens door
dhr. Nolson was voorgesteld. De vorige zit
ting waren 6 stemmen voor en 6 stemmen
tegen. Niet alleen wijzigde dhr. Eijke ook
omtrent dit voorstel zijn stem, maar ook dhr.
De Bruijne gaf zijn stem hieraan, en dhr.
Van den Ouden, alle bezuiniging ten spijt,
veranderde van positie en stemde nu ook voor.
Voorts ontvingen we mededeeling van een
schrijven van Ged. Staten, die gaarne ons
gevoelen vernamen, of we meenden, dat de
jaarwedde van den gemeente-ontvanger met
ingang van 1 Januari a s. behoorde te worden
verhoogd.
Men zou zoo zeggen, als Ged. Staten, als
zij kennis genomen hebben van de behandeling
van de gemeentebegrooting, hier een over
bodige vraag deden. Omtrent categorien van
gemeenteambtenaren, waarvan de Raad wel
overtuigd is, dat ze eigenlijk in dezen duren
tijd te weinig hebben om van te leven, klonk
bij elke poging om hen dan althans een
dnurte-toeslag te verzekeren,J het standvastig
»neen« der meerderheid en over het verzoek
van de wat beter bezoldigden werd als het
ware zonder eenig besluit heengegleden.
Toch, men ziet het, verrassingen zijn de
wereld niet uit. Wel betreft het hier eeu
»jongmensch« met f1200 jaarwedde, die er
ten opzichte van audeien gerekend dus nog
niet zóó slecht voor staat, maar, al is het
ook dat de jaarwedde nog voldeed aan de
door Ged. Staten vastgestelde regelen, toen
dhr. Nolson er en we erkennen terecht
er op wees, dat het bedrag der gewone ont
vangsten het voor de klasse waarop de tegen
woordige jaarwedde van toepassing is met
een aanmerkelijke som overschrijdt (het mini
mum is een ontvangst van f 100.000 en er
wordt ontvangen gemiddeld f160.000) en hg
daarom eene verhooging van f 100 billijk
achtte, stemden van de II aanwezige leden
8 met hem mede, waaronder de zuinigsten
der zuinigen, en 'stemde alleen dhr. Waalkes
tegen, terwijl oom Visser, de wethouder, zich
van mede stemmen onthield. Blijkens eene
mededeeling van den Voorz. omtrent het
standpunt van B en W. over deze zaak, was
dhr. Waalkes van oordeel, dat hier geen ver-
hooging behoorde te worden gegeven, omdat
deze voor alle andere gemeenteambtenaren
uit geldgebrek reeds is afgewezen.
Men versta ons hier goed, dat we den ge
meente-ontvanger zijn toegedachte verhooging
niet misgunnen, maar toch moet men zich
verbazen, dat leden, die in meer dan een jaar
tijd nog niet tot de overtuiging konden komen
dat ze een klein aantal der gemeente-ambte
naren niet rechtvaardig in hunne jaarwedde
hadden behandeld, die botweg alle andere
verboogingen afstemmen, ook voor de minst-
bezoldigde gemeente-ambtenaren, die te kort
komen voor noodzakelijk levensonderhoud,
nu ineens zoo gul zijn, nu een beroep ge
daan wordt op billijkheid* maar waarvoor
toch overigens niet zoo'n klemmend motief
als voor de zooeven genoemden bestaat.
Misschien schenkt dit voorbeeld anderen weer
moed.
Met alle verzoeken om geld, ging het ove
rigens niet zoo vlot als met de jaarwedde van
den gemeente-ontvanger.
Er was een adres ingekomen van dhr.
Klaassen, inspecteur van politie, die ver-
hooging zijner vergoeding vroeg voor de aan
hem toegekende f75 per jaar voor het aan
schaffen van uniformkleeding, in verband met
de stijging der grondstoffen. Hij berekent,
dit jaar reeds f 84 te hebben besteed en moet
nu nog een winterjas aankoopen, zoodat hij
een beduidend bedrag tekort komt. Als de
inspecteur er niet mee kan komen, zal dit
bij de agenten ook wel het geval zijn en
kunnen we dus ook van hen zoo'n verzoek
verwachten, als hierop wordt ingegaan. Ter
stond een collectief request ware gemakkelijker
geweest maar, die collectieve adressen hebben
met altijd het gewenschte succes. Ondertus-
schen rees zeker wel een verlangen omtrent
de opgaaf van vorige jaren, of toen het be
drag van het abonnement steeds precies werd
opgemaakt, en in de verbeelding rees uit de
herinnering een allerminst op een uniform
gelijkend (of t zou voor een veehoeder moeten
zijn) vaal grijs costuum met dito pet of hoed,
dat toch zeker wel uniform besparend werkte.
Er werd op dit verzoek niet terstond beslist.
We zien uit naar een advies van B en W.,
waarvoor we het in hunne handen stelden.
Evenzoo deden we met 2 verzoeken van A.
Schirris, amanuensis-concierge der H. IJ. S.
die ons bij vernieuwing komt vragen hem de'
ongeveer f 40 terug te betalen, die hij heeft
uitgegeven voor het bijwonen van een curcus
in glasblazen te Leiden, waardoor hij nu beter
zgn taak kan vervullen, omdat hij meent, dat
bij de eerste behandeling zijn verzoek slechts
om formeele redenen is afgewezen, en bij niet
ia de gelegenheid was, vroeger bij den Raad
met een verzoek te komen, endie in een
ander request te kennen geeft, dat hij in den
loop van den zomer B en W cm verhooging
van jaarwedde heeft verzocht, op grond dat
hjj verre ten achter staat bij collega's elders,
die bovendien ook niet met de groote schoon
maak werkzaamheden voor hunne rekening
worden belast, terwijl dit hier ook steeds aan
hem is overgelaten, en dat hij daarop tot nog
toefen antwoord heeft ontvangen. (Naar he°t
schijnt komt het wel meer voor, dat sommige
requestreerende corporaties nimmer antwoord
op bun verzoeken krijgen, terwijl daarentegen
anderen die terstond ontvangen. Een klacht
dienaangaande kwam ons juist dezer dagen
ter ooreDhr. Schirris wendt zich thans,
onder toezending van afschriften van de aan
B. en W. gezondene met eeu verzoek tot den
Raad om ook zijne jaarwedde te verbeteren.
We hebben zoo'n stil vermoeden, dat het hem
al niet veel beter vergaan zal als de massa
zjjner lotgenooten te dezer stede. We zien
het nog niet gebeuren, dat de billijkheids-
gronden, die ook zeker voor de adressen der
hier vermelde 2 adressanten zullen aangevoerd,
zonder verdere besprekingen ineens voldoende
zal inwerken op 90 °/0 der hun stem uitbren
gende raadsleden, temeer waar de laatst ge
noemde adressant zeer vermoedelijk geen vol
jaar meer in dienst der gemeente zal zgn,
tenzij het omgekeerde het geval is, en men
juist in verband met den korten tijd dien het
duurt, nog eens royaal wil zjjn.
Ook kwam reeds in bespreking het adres
van de Bootwerkersvereeniging alhier, om den
prijs van de petroleum, bedragende 44 cent
per liter, te verminderen. Uit eene mededeeling
van den Voorz. bleek, dat B. en W. zich. na
overleg met de commissie van Bijstand voor
de levensmiddélen, tot den Minister van Land
bouw hadden gewend. Ze hadden echter nul
op request gekregen. De Minister denkt er
vooralsnog niet aan om den prijs te vermin
deren en evenmin, om bijslag te geven. Hij
voegt er aan toe, dat ten deze in de nu ver
plichte zuinigheid een vergoeding gevonden
wordt, in den hoogen prijs. De Voorz. bleek
in den loop der discussie ook' die meening
van den Minister te doelen. De prijs van 44
cent per liter verhoogt nu volgens hem het
budget van een gezin niet, want, men kan
nu maar 1 liter per week gebruiken, geeft
er dus 44 cent per week voor uit, waar men
vroeger per week 5 liter verbruikte en daar
voor dan, gerekend tegen 9 cent per liter 45
cent per week uitgaf. Het is mooi uitgerekend.
Er zit ook wel eenige waarheid in, maar be
vredigen zal het heti, die er het slachtoffer
van zjjn toch niet erg doen. Het gaat vreemd,
met vele artikelen en te betreuren is het, dat
alles wat onder bereik der distributie komt,
terstond zooveel hooger, in prijs moet worden.
Zeer terecht was het, dat dhr. De Jager als
het ware protesteerend tegen hem, die het in
deze te zeggen heeft, er hier op wees, dat
het toch bedroevend is te hooren, dat er geen
sprake kan zjjn van vermindering van den
prjjs der petroleum, niettegenstaande men weet,
dat op eiken liter petroleum 16 cent distri-
butiekosten komen. Waar is dat voor noodig
vraagt hjj.
Nader naar hunne meening gevraagd, gaf
de Voorz. te kennen, dat B, en W. van mee
ning waren, dat er niet op het verzoek be
hoort te worden ingegaan. Dhr. D. Scheele
bleek van een ander gevoelen, en op de gron
den, die wjj in ona overzicht der vorige raade-