BINNENLAND.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Zeegevecht in het Kattegat.
Een volle lading koffie.
den gesloten de geheele stad was des avonds
in volslagen duisternis gehuld er kwam reeds
gebrek aan voedsel.
Op 27 Oct. werd opgemerkt, dat de gene
rale staf het hoofdkwartier, waarin hij nog den
geheele nacht had gewerkt, veiliet. Papieren
en documenten werden ingepakt, correspon
dentie werd vernietigd en de kaarten werden
van de muren geschoord.
De aankomst van vluchtelingen uit de
Isonzostreek, die de tijding brachten d.-.t de
vijand naderde, ontnam de laatste hoop aan de
bevolking. Doordat het station en de treinen
onder controle stonden van de militaire macht,
waren alle beschikbare vervoermiddelen in een
minimum van tijd iD beslaggenomen.
Inmiddels kwamen van alle kanten berichten
van schitterendedieldendaden. Generaal Gonza
werd naar Udine gebracht, overdekt met elf
wonden. Alle officieren van zijn staf waren ge
dood of gewond 6n van de vjjftig ruiters, die
zijn escorte vormden, waren slechts drie le
vend ontsnapt. Het standpunt van generaal
Badoglio met zijn bersaglieri op de Matajur,
welke berg den weg beheerschte van Paporetto
tot Cividale, was een nieuw Thermopyle. Zijn
heldentroep vocht daar, zonder eenige hoop
op hulp, doch ook zonder er aan te denken
zich over te geven. Van de drie regimenten
Bersalieri bleef slechts één officier in leven,
hoewel ook die gewond was. Ook de Italiaan-
sche troepen op den Mopte Nero bleven onover
wonnen, niettegenstaande zij aan alle zijden
door vjjanden waren omsingeld. En de alpini
van de boven-Ist nzo herhaalden de heldenfei
ten van het verleden door hun heldhaftige
zelfopoffering.
Omstreeks middernacht, nadat Itaiiaansche
officieren waren aangekomen, die mededeel
den dat de Oostenrijksche patrouilles zich nog
maar enkele mijlen van de stad bevonden, ver
lieten de Engelsche en Amerikaansche corres
pondenten de stad.
Een stroom vluchtelingen bewoog zich over-
den weg, welke langs den spoorljjn loopt van
Udine naar Coorcipo en, na de rivier Taglia-
mento te hebben gekruist, zich voortzet naar
Pordenone en Comegliano tot Treviso.
Het was een wanhopig treurig gezicht. Daar
waren menschen uit alle klassen der bevolking,
reizend in automobielen en alle andere soorten
van vervoermiddelen. Ik zag wagens, voort
getrokken door ossen handkarren, geduwd
door de eigenaars er waren er ook velen, die
hun bezittingen in een bundeltje op den rug
droegen. Ik zag vrouwen met kinderen in
haar armen geklemd en andere vrouwen, wan
hopig weenend, omdat ze hun kinderen in de
verwarring waren kwijtgeraakt. Ik zag ge
wonden, ouden van dagen en z eken, die war
den voortgetorst door bun verwanten. En die
troep vormde een oneindige ry.
Infanterie, bersaglieri, alpini, artillerie, al
les bewoog zich voort op dezen eenen weg,
die moeilijk begaanbaar was door het vele ge
bruik, bovendien week door deu regen.
Oneindig was ook de rij militaire voertui
gen lorries, ambulance wagens, vrachtwagens
kanonnen en alle andere militaire transport
middelen, beladen met alle mogelijke mate
riaal, tot zelfs jjzeren overkappingen van loop
graven.
Al voortkrabbelend langs dezen weg waren
we getuige van de zonderlingste tooneelen.
Zoo zag ik een man, gekleed in nachtcostuum,
zich zoo snel mogelijk uit de voeten maken.
Een dam9 droeg witte hnispantofleltjes tot
schoeisel. Velen zag ik voortsukkelen met
reusacktigtn g'oote cartonneu huededuuzeD.
Een hevige regen deed de ellende nog toene
men. En nog steeds nam de stroom van vluch
telingen toe, zoodat de weg niet meer breed
genoeg was om allen te bevatten. Het gevolg
was, dat de burgers zich verspreiden over de
velden ter weerszijden van deu weg. De ge
heele massa was weldra tot op het lichaam
nat van den regen en bedekt met modder en
slijk.
LaDgzaam en moeizaam sukkelde de stroom
verder. De ernstige en sombere gezichten
werden af en toe fantastisch verlicht door de
lampen van voorbjjsnorrende automobielen.
Maar men ging voort, ondanks alles, aange
vuurd door de hoop op ontsnapping.
Vele voetgangers vorderden sneller dan de
automobielen. Wel konden deze laatste zich af
en toe snel verplaatsen, doch ook meermalen
moesten ze een hall uur of langer wachten.
Onze auto legde b.v. in zes lange uren slechts
zes mjjlen af, terwjjl een ijzige wind ons^deed
verstjjven.
Ondanks de overhaaste vlucht werden een
groot aantal waardelooze. dieren door de men
schen medegenomen. Honden en zelfs katten
zag ik op de militaire transportwagens, en
eens merkte ik een soldaat op, die met moeite
zijn mantel op zjjn schouders kon houden,
doordat hy er een kleine, jonge hond ouder
beschermde.
Hier en daar raakten automobielen defect en
moesten verder worden getrokken door ossen.
Andere voertuigen zakten in elkaar en moes
ten in den steek worden gelaten.
Eindelyk trokken wij over de Tagliamento
en bereikten Poidenore, doch we vonden ér
ni6ts te eten en geen gelegenheid om te sla
pen. Den volgenden morgen was er niets an
ders to krjjgen dan zwarte koffiie en slechts
met heel veel moeite slaagden wy er in enkele
kleine tabletten chocolade te ^bemachtigen^,
want we moesten er drie schillingen voor beta
len, alsmede enkele rolletjes beschuiten van
zes stuke ieder, waarvoor men ons een schilling
per rolletje liet betalen. (Reuter, Part.)
Omtrent het zeegevecht in het Kattegat meldt
de Engelsche admiraliteit nog
Wjj vernielden een Duitschen hulpkruiser,
met zes-duim kanonnen gewapend alsmede een
gewapend patroeljevaartuig. Er werden 64
gevangeDeneo door onze strijdkrachten opge
pikt. Wy leden geen verliezen.
Van Duitsche zijde meldt men een kleine
Duitsche hulpkruiser, commandant kapitein
luitenant D. R. Lauterbach, is den 2den No
vember in het Kattegat, na zich dapper ver
dedigd te hebben, door een overmacht van zes
vijandelyke kruisers 8n negen groote torprdo-
jagers tot zinken gebracht. Een Engehch
bericht meldt de vernietiging van tien pa
trouille-vaartuigen, doch dit is niet iu overeen
stemming met de feiten. Duitsche oorlogs
schepen worden behalve genoemde hulpkrui
ser, niet vermist.
Het stoomschip „C'>mmewyno", van den
Koninkljjken West-Indischen Maildienst, dat
gedurende geruimeu tjjd de kustvaart tusscheu
onze West Iudiscbe bezntingen en de Vereeuigde
Staten onderhield, is thaus weer in het vader
land teruggekeerd. Gisteravond kwam het
stoomschip met eeo volle lading koffij eu cacao
van West-Indië in IJmuiden aan.
Vierde vervolg en slot.
By de voortzetting van de behandeling der
uitgaven werd de vraag geopperd, of het, nu
de tram bjjna gereed was, niet noodig was de
toegezegde f 1200 subsidie op de begrooting
te brengen. In de afdeelingen was daar tegen
aangevoerd, dat dit niet noodig was, aangezien
de Tramwegmaatschappij niet aan hare ver-
plichtingen, bij het verleenen der subsidie ge
steld, heeft voldaan eD dat dus geen subsidie
verschuldigd is. Dhr. Nolson wees er op, dat
de leden die nadat die subsidie verleend is,
deel dezer vergadering maken, niet van de
geschieden's op de hoogte zijn. Toch zullen
zij moeten mede beslissen over eene zaak,
waaruit wellicht, by weigering, een proces
tegen de gemeente het gevolg zoude kunnen
zijn. Hij vroeg daarom overlegging vaD de
geheele geschiedenis. De Voorz. zeide dit toe.
Dhr. Nolson en da andere leden zullen daarin
vernemen, dat de Tramwegmaatschappij wer
kelijk niet heeft voldaan aan de voorwaarde,
dat de Gemeenteraad, voor de richting van
den aan te leggen weg medezeggingschap zoude^
hebben, daar de lijn, tegen den wensch van
den Raad, die dit op dien smallen weg te ge
vaarlijk achtte, en de lijn achterom Driewegen
wenschte gelegd te zien, toch midden door
die buurt is gelegd. In den beginne, toen de
lijn werd gemaakt, leek het er een onooglijke
toestand en kwam er ook een placht uit die
buurt bij den Raad in. Toen de lijn en den
weg ter plaatse geheel voltooid waren, kreeg
men evenwel een geheel anderen kijk op de
zaak en we gelooven dat thans met goed fat
soen moeilijk is vol te houden, dat de toe
stand aan die gevaarlijke bocht, door de tram-
aanleg minder is geworden. We meenen te
mogen zeggen eerder het tegendeel. Er blijkt
uit, dat de deskundigen van den tram, die
ook de goedkeuring voor hun idee verwierven
van den Raad van Toezicht, beter hebben ge
zien, dan de toenmalige Raad. Het zal ons
dan ook benieuwen, of er thans, nu alles ge
reed is, nog een meerderheid in den Raad zal
te vinden zijn, om op dien grond de uitbe
taling der subsidie te weigeren, al is het ook,
dat de Raad om den vorm waarop de zaak
behandeld is, daartoe misschien het recht heeft
Het is wel een flink bedrag, dat gedurende
20 jaren als subsidie moet worden gegeven,
maar dat is nu eenmaal gebeurd, en het zou
o. i. onredelijk zijn, zulks om een vormkwestie
te weigeren. Toch verwachten wij, waar nog
heftige bestrjjders van het thans te Driewegen
uitgevoerde plan deel van den Raad maken,
dat eene weigering op grond van het gebeurde
en de beweerde nalatigheid van de Tramweg
maatschappij nog wel warme verdediging zal
vinden. De bewoner die eerst geklaagd had,
heeft later ook aan den Raad gemeld, dat alles
nu ten genoege der buurt was voltooid.
De verdere punten der begrooting gaven
geen aanleiding tot bespreking en zoo kwamen
we aan de inkomsten, waarover ook niet veel
te vertellen viel. Dhrn. Nolsou en Van Has
selt bleken nog wel wat uit de opbrengst der
beerruiming te willen halen, in de meening
dat die dienst een groot tekort opleverde. De
Voorz. wist hen echter te overtuigen, dat die
zaak zichzelf bedruipt, ja, dat, als het een
beetje mocht meevallen, er misschien overschot
zou zijn. Genoemde heeren hadden over het
hoofd gezien, dat de ruim f 5000 in de be
grooting als uitgaaf uitgetrokken, dient voor
beerruiming en straatreiniging beide, terwijl,
om het te berekenen, administratief voor elk
der diensten van dien post de helft wordt
berekend.
Dnr. Van Hasselt wist nog wat uit de be
grooting te halen, door eene verhoogiug der
hondenbelasting voor te stellen. Hij betoogde,
dat, vooral tegenwoordig het houden van een
hond, hetzij een groote of kleine, eene luxe
is, en er geen bezwaar is voor die luxe wat
meer te laten betalen, en dus in plaats van
f 4 en f 8, voor de kleintjes f 6 en voor de
groote f 12 te vragen. Voor trek- en band
honden kon het gelijk blijven. Bij het tegen
woordig aantal honden meende hij, zou dat een
f 300 meer in de gemeentekas brengen. Dhr.
De Ridder en de Voorz. vreezen eerder ver
mindering van belasting, daar bij aanneming
van die ingrijpende verhooging, vele honden
naar »watervliet« zullen verhuizen. Eerstge
noemde stelde een middensom voor en noemde
f 5 en f 10. Dhr. Van Hasselt, die de "be
lasting misschien nog liever verdubbeld had,
achtte dat geen verhooging die de moeite
waard was, en handhaafde zijn voorstel. Het
werd aangenomen met 7 tegen 5 stemmen
voor stemden de heeren De Jager, R. Scheele,
Eijke, D. Scheele, Nolson, Van Hasselt en
Van den Ouden tegen stemden de heeren
Visser, Waalkes, Geelhoedt, De Ridderen De
Feijter. Zoowel dhr. van Hasselt als dhr.
D. Scheele troosten zich met de gedachte, dat,
als nu de belasting in eindopbrengst niet zou
7erhoogen, er dan toch minder honden in de
gemeente zullen zijn. Vrage is dan het doel,
vermeerdering der inkomsten, bereikt
De begrooting is ten slotte vastgesteld in
ontvangsten en uitgaven op f 158.736.63
voor onvoorziene uitgaven is beschikbaar
f 2567.77, zoodat dit bedrag door de tijdens
de behandeling der begrooting aangebrachte
wijzigingen ongeveer f 1000.— minder dan
op de oospronkelijke begrooting, is nitge-
trokken.
Besloten werd Woensdag 21 November op
de gewone wijze de paarden- en veemarkt te
houden, een suppletoir kohier der honden
belasting werd vastgesteld op f 55, en aan
de Christelijke werkliedenvereeniging werd
vergunning verleend, tot het maken van een
privaatput onder de Kandeelstraat. De Voorz.
deelde hierbjj in antwoord .-aan dhr. Eijke
mede, dat er geen gevaar van te duchten is,
aangezien de opening van de put in het ge
bouw der vereeniging komt.
Nadat verschillende ontheffingen van be
lastingen waren toegestaan, kregen we een
discussie over bestratingen, waarbij het voor
namelijk ging, over de verandering der be
strating op de Markt. Zooals bekend, zijn
onlangs 100.000 straatklinkers aangekocht,
naar gedacht werd voor de voltooiing van de
nieuwe bestratingen door en leidende tot het
nieuwe bouwterrein. Nu echter blijkt, dat er
veel meer achter school. Er zijn nu voldoende
klinkers om te voltooien de verbreede Arse-
naalweg, tot de Nieuwstraat en bet nog niet
beklinkerde deel van den Schotsen hoek, nu
blijkbaar van officieele zijde als verlengde
Noordstraat betiteld. Dit werk zal worden
uitgevoerd.
Wat de Markt aangaat, daarover denken
de leden op dit oogenblik nog eens. Uit de
mededeeling van den Voorz. blijkt af te
leideD, dat m^n op de Markt ten Oosten van
het macadamplein de keibestrating wilde uit
breken en met klinkers bestraten. Dhr. D.
Scheele heeft daar de vorige zitting al tegen
gesputterd. Ook was er nog een plan om
ook het geheele macadampiein te beklinkeren.
Dat schijnt een lievelingsdenkbeeld van dhr.
De Jager te zijn, die voor verbetering van de
volgens hem onooglijke Markt al meermalen
een lans heeft gebroken en blijkbaar tegen
zijn gewone doen in een royale bui te
verkeeren, want, hij heeft er werkelijk nogal
wat centen voor over van de »door zware
belastingen gedrukte gemeentenaren(die uit
drukking is zoo ongeveer oorspronkelijk meer
malen gebruikt door dhr. De Jager in zijn
vroeger jaren. Houdt hij er ook »oude plunje*
op na
Nu zijn er echter voor uitvoering van het
eerste plan geen klinkers genoeg, men houdt
er maar juist.genoeg over om tegen de tuintjes
en stoepen der huizen aan de Oostzijde van
dhr. Visser tot aan de woning van dhr. De
Smidt eenige »blokken« trottoir te leggen
(daar dit toch over de breedte der Zandstraat
moet worden onderbroken) en dan werd voorts
voorgesteld om naast dat trottoir een breeden
rijweg aan te leggen die zoo ongeveer tot
nabij de mu dektent zou komen. Het thans
semetrisch aangelegde macadamplein zou dan
aan de Oostzijde voor een deel worden opge
ruimd, de rijweg zou tot op ongeveer een
meter nabij de muziektent komen, die nu
midden in het macadamplein is gebouwd,
bmaken verschillen, maar of de uitvoering
van dat voorstel zou strekken tot verfraaiing
der Markt, meenen wij toch te moeten be
twijfelen. Men wil een mooie breede rijweg
maken, naar de straat tusschen het Kanton
gerecht en de H. B. 8., zeide de Voorz. Goed,
maar dan komt men aan de Jongestraat ineens
bij de woningen van dhr. Scheele en mej.
Van der Bent aan een rijweg, die dan in
vergelijking zoo smal is als het oog van een
stopnaald. Handel dan radicaal, heeren. Er
is aan het eind der zitting nog besloten voor
de verbetering van het nieuwe bouwterrein
erfpachtsgrond op te zeggen, waardoor twee
schuurtjes zullen moeten worden afgebroken.
Verbeter nu dan ook de Markt maar finaal,
en onteigen, voor het verkrijgen van een
breeden toegang tot de De Jongestraat (want
dat is toch ook wel een naar de nieuwe stra
ten leidenden weg) een paar perceelen aan de
Markt. Dat zou spijkers met koppen slaan
zijn. Als we het goed begrijpen moet het
bederven van de markt (in ons oog althans)
zoo wat een f 900 kosten. Men wil daar nu
bepaald die klinkers maar opmaken. En dat.
waar over de traktementen van te laag be
zoldigen (daar zijn wel alle leden van over
tuigd) zoo schriel werd gehandeld Boven
dien, pleitte dhr. De Jager, ofschoon hij het
wel veel vond, om toch ook maar steenen te
koopen voor het bestraten van het geheele
macadamplein, waarvoor dan nog f3800 extra
noodig is, omdat inmiddels de prijs der klin
kers van f 27 tot f 47 is gestegen. Dhr.
Nolson vond dat wel wat veel en opperde de
veronderstelling, dat er nog wel voor minder
geld steenen znllen te koop zijn, Dhr. De
Ridder acht de macadam nog zoo kwaad niet,
en zou dat plein maar willen behouden. We
zijö overtuigd, dat velen hem dat zullen na
zeggen. 't Stuift ook op andere plaatsen wel
eens. Er wordt nu wel voorgespiegeld, dat
de uitvoering van dat werk heel gemakkelijk
kan geschieden, door Ket, omdat het een toe
gangsweg tot de nieuwe straten betreft, te
brengen op rekening der f43 000 van het
stratenplan. Maar dat is struisvogelpolitiek.
Het komt uit dezelfde beurzen, of het uit
den linker- of uit deu rechterzak komt, be
taald moet het toch worden. Er is vroeger
voorgespiegeld, dat. als de f 43.000 niet ge-
heelnoodig waren, die leening dan niet ten volle
zou worden opgenomen en dat de bedragen
afkomstig van verkocht bouwterrein allereerst
zouden worden gebruikt tot delging van die
leeuing, voor zoover deze opgenomen was.
En nu het geld er is, springt het, net als in
den zak van een kleine jongen, die van z'n
oom een fooitje gehad heeft, met de belofte,
dat hij het in zijn spaarpot zal steken, maar
die, een snoepwinkeltje passeerende, de ver
leiding geen weerstand kan bieden om het
geld uit te geven. Men kon tot geen con
clusie komen en zal nu over de uitvoering
van dit plan nog eens nadenken.
Bij de omvraag bracht dhr. Geelhoedt de
omstandihheid ter sprake, dat de bewoners
van Sluiskil voor de hun toebedeelde kolen
nogal wat meer moeten betalen, dan de kom-
bewoners. Hij vroeg of het niet mogelyk
was, daarin verbetering te brengen. Ver
moedelijk spruit die voort uit dubbel ver
werken enz. der kolen. Is het niet mogelijk,
vroeg hij, de aangevoerde kolen voor Sluis
kil, in plaats van die eerst bij de handelaars
alhier te bergen, die per schip rechtstreeks
naar Sluiskil te vervoeren. De Voorz. gaf
zoowat te kennen, dat de klachten betreffende
Sluiskil, wel zouden komen van een jaloer-
schen kolenhandelaar, die zich gepasseerd acht.
Maar uit zijn mededeelingen bleek verder
toch, dat, wat dhr. Geelhoedt beweerde, juist
is. De kolenhandelaar Krijger aldaar, is geen
importeur,- krijgt de kolen voor denzelfden
prijs dien alhier het publiek moet betalen,
moet ze dan per waggon vervoeren naar Sluis
kil en mag dan ook eenige winst rekenen.
Alles bijeen genomen, moeten dan de kolen
te Sluiskil meer kosten, zooals dat ook elders
in het binnenland van Zeeuwsch-Vlaanderen
het geval is. Aan die regeling is niets te
doen, daar de kolen hier in opdracht van den
rijksdistributeur worden opgeslagen in reser
ve en naar behoefte zoowel voor deze als voor
andere gemeenten gedistribueerd.
Dhr. Van den Ouden gaf blijk voor de
zuinigheid te zyn en op de kleintjes te pas
sen; hy ziet zoo dikwijl des avonds licht op
het raadhuis en weet, dat dit is voor verga
deringen van allerlei commissies en comite's.
Zouden deze, vraagt hy, ter besparing van
licht en vunr niet op den dag kunnen ver
gaderen. De Voorz. ging er maar niet op
in en gaf eenvoudig te kennen de opmerking
te zullen overbrengen. Men zal het dan wel
voor kennisgeving aannemen. Velen houdei}