Op Zee ltlN NEiN LAND. UIT QN2E OMGEVING. gedwongen. Tien Engelsche worden vermist. Dit hooge aantal moet gedeeltelijk op rekening gesteld worden van den zeer krachtigen wes tenwind en het plotseling opkomen van stor- men en regenbuien. Vele dezer vermiste ma chines behoorden tot patrouilles, die niet aan gevechten deelgenomen hebben. Zij zijn blijk baar in de stormen verloren gegaan Een officieel Reuterbericht meldt, dat wegens het ongunstige weer Zaterdag de actie van de marinevliegers beperkt was. Een van de Engelsche luchtpatrouilles schoot een vijan- de'ijke machine boven Ostende neer. Van een strijd tusschen een Engelsche pa trouille en een tweemaal zoo sterke vijande lijke patrouille kwamen vier Britsche machines niet terug. Belgische arbeiders in Ouiische oorlogsindustrie. Men schrjjft ons Het martelaarschap van de Belgische be volking, van de meest noodlijdende onder hen, blijft pijnlijk aanhouden en het is voor de neutrale wereld een moreele plicht dat zij te midden van al de ontzetting, die haar omringt, toch nog bij voortduring haar medevoelen naar België laat gaan. Want daar wordt meer geleden nog dan elders. Men heeft er den oorlog in al zijn gruwelijkheid gekend, men wordt er op alle wijzen door den oorlog ge drukt, men lijdt er honger, men verarmt er, evenals elders. Doch men lijdt er bovendien van het gebrek, het volslagen gebrek aan vrijheid. Dit beteekentvoor allen moreele onvrijheid, en voor den minderen man ook lichamelijke onvrijheid Nen heeft, inzake de bekende wegvoering van de mannelijke be volking naar Duitschland om er hen tot arbeid te dwingen, meermalen het woord «moderne slavernij* uitgesproken. Het was niet te sterk. En toen dan ook in de buitenwereld eenigs- zins de waarheid omtrent wat er in België gebeurde doordrong, en de regeering niet meer kon volstaan dien werkdwang goed te praten door te zeggen, dat men de arbeids kracht in België niet mocht laten ten onder gaan, toen achtte zelfs de Duitsche regeering het voordeeligst maar liefst van die gedwongen wegvoering af te zien. Ze heeft er intusschen wat anders op be dacht in het etappengebied acbter het Wester front, in de provincies West- en Oost-Vlaan deren, Henegouwen, Namen en Luxemburg laat zij de legeroverheid haar requisities van werkkrachten voortzetten de arbeiders ver voert zij niet langer naar. Duitschland, doch naar het front, waar versterkingen moeten aangelegd wordan en over geheel België laat zij de arbeidskrachten aanwerven, tegen hooge prijzen, die de werkeloozen welke men van hun werk beroofd heeft door de fa brieken te ledigen van hun grondstoffen en machines van den honger redden kunnen. Over de wijze, waarop deze aanwerving van tientallen duizenden geschiedt, mag wel een uitvoeriger woord gezegd werden, omdat het zulk een eigenaardig licht werpt op de econo mische toestanden, door den oorlog in het leven geroepen. Want op een economisch probleem komt ten slotte ook deze handeling met de werkkracht in België neer. In verscheidene Duitsche kranten leest men berichten van den volgenden inhoud «Anwer- bung belgischer Arbeiter in den Betrieben der deutschen kriegswirtschalt. In den nood aan arbeidskracht in de oor logseconomie van Duitschland moet voorzien worden, zooveel mogelijk door zich arbeiders in België aan te schaffen bij middel van vrjje werving. Met dit doel is te Brussel ingesteld de «Deutsche Industrie Bureau*, die het op zich genomen heeft om d9 mannelijke arbeiders van alle vakken, en eveneens de arbeidersters voor den landbouw, over Duitschland te ver doelen. Zulk bericht, waarbij verder opgegeven wordt de wijze waarop men zich om arbeids krachten tot dit bureau te richten heelt, ver scheen in de Morgen-Ausgabe van 19 Juni 1.1. van de «Hamburger Nachrichten* en het «Hamburger Fremdenblatt*. Een dergelijk bericht publiceerden, een dag vroeger, de «Münchner Zeitung* en de «Münchner Neueste Nachrichten* deze beide bladen achtten zich gelukkig er te kunnen bjjvoegen «Gedurende de eerstkomende periode, zal de aanwerving bij voorkeur geschieden ten bate van de Beiersche industrie. Een afgevaardigde van het Oorlogs ministerie is op het oogenblik te Brussel om zorg te dragen dat spoedig aan de Beiersche aanvragen voldoening geschonken wordt. Het komt er dus op aan om zoo vroeg mogelijk aan de «Administratieve Bureaux van Oorlog* de vraag om Belgische arbeiders te laten ge worden.* Dergelijk bericht verscheen ook nog in de «Kölnische Zeitung* van 18 Juli 1.1,, 2e oehtenduitgave. Het gaat hier dus om een algemeenen maat regel, die in gevoerd werd in het geheele kei zerrijk, te beginnen met de streken, waar de pood het dringendst is. Men zal opgemerkt hebben dat de titel van het bericht, zooals het o m. verscheen in de Hamburgsche bladen, geen twijfel overlaat betreffende het militaire doel van deze orga nisatie „aanwerving van Belgische arbeiders voor de bedrijven der Duitsche oorlogs nijver heid" het komt neer op het laten werken van Belgen in oorlogswerken. Nu geef ik toe dat er niet direct van dwin gen meer sprake zijn kan tegen zijn wil in zal wel niemand meer naar Duitschland ver- vervoerd worden om er te werken. Doch de nood nijpt zóó in België, er was in den laat- sten tijd zóó weinig voedsel voorhanden, dat de werkeloozen en ook de arbeiders, die nog werken, volstrekt ondervoed waren en in leste hun leven hoopten te redden door zich in dienst van den vijand te stellen, aangelokt als zij waren door de hooge loonen, die hen zouden toe laten meer eten aan te koopen, dan zij in Bel gië konden koopen of van de bedeeling krij gen. En het aanbieden van dit hooge loon, is ten slotte een moreele dwang, dien de Duit- schers uitoefenen op de Belgische arbeiders. Aan een andere zijde loout het ook de moeite de gegevens in deze berichten vervat te ver gelijken bij de verklaringen in den aanvang van dit jaar afgelegd door de Duitsche regee ring omtrent de redenen, die haar aangezet hebben tot het in massa weg voeren van de Belgische burgers. Het Duitsche gouvernement verklaarde toen dat deze maatregel alleen de werke loozen betrof en zijn oorsprong had in een gevoel van bekommernis met de duizenden arbeiders, die overgeleverd waren aan de verlei lingen van de ledigheid, en ten slotte een gevaar zouden geworden zjjn voor de openbare rust. Men zou hun in Duitschland veel loon en veel voedsel verschaffen. En het was voor de Duitsche regeering een sociale plicht tegen over de Belgische bevolking om die werke loozen, zelfs huns ondanks, maar naar Duitsch land over te brengen. Nu blijkt echter dat hier de Duitsche oor logsindustrie de grootste belanghebbende was en blijft. De berichten in de Duitsche bladen zeggen hieromtrent genoeg. En teekenend is daaienboven in dit opzicht, nog de rol die daarin openbaarlijk toegekend wordt aan het Deutsche Industrie Bureau. Dit organisme, dat den scbjjn heeft van louter economischen aard te wezen, is feite lijk een organisme van krijgseeonomie, hoe wel het destijds gediend heeft tot sóciale en economische dekmantel van den zuiver mili tairen maatregel der deportaties. Over de wijze, waarop men bij die deportaties te werk ging kan men uitvoerige gegevens vinden in het werk dat F. Passelecq, met kritisch-histo- rischen zin geschreven, daarover geschreven heeft: Les Deportation beiges a la lumière des Documents allemands De Duitsche overheden riepen beurtelings verschillende ca- tegoriën van de bevolking opdaaronder duidden militaire gedelegeerden dezen aan, die hun voor den arbeid in Duitschland ge schikt leken, zouder acht te geven op bet feit of zij werkloos waren of niet. Even voor het vertrek, waartoe zonder dralen aanstalten gemaakt werden, werd aan aan de aangewezenen nog een uiterste aanbod ged iau men bood hun een arbeidscontract aan. Duitsche beambten drongen bij hen aan otn te teekenen, en zij kregen dit dikwijls geredelijk gedaan door middel van de op merking: neemt gij dit vrij willig contract niet aan, waarbij u nog een loon verzekerd wordt, den wordt gij toch vervoerd. Wie waren nu deze beambten, welke der gelijke «vrijwillige* contracten in zulke om standigheden moesten aanbieden Het waren die van het hetzelfde Deutsche Industrie Bureau, waartoe nu de Duitsche industrieelen zich te richten hebben om weikkrachten uit België te bekomen, en waarvan de circulaires nu uitdrukkelijk zeggen dat zij aangesteld zijn ten bate van de Duitsche oorlogsindustrie. Aldus wordt de Belgische arbeidende be volking dienstbaar gemaakt voor de oorlogs economie van het keizerrijk. Wij zijn hier verre van den socialen plicht, waarvan de Duitsche regeering sprak in haar persmede- deelingen voor de neutrale wereld. De muiterij op de Duitsche «loot. Dat de muiterij op de Duitsche vloot een zeer ernstig karakter heeft gedragen, big kt, aldus meldt bet «Maandagochtendblad*, uit hetgeen eenige matrozen, die een drietal weken geleden naar ons land gedeserteerd zijn, over het gebeurde verhaald hebben. Op niet minder dan drie groot.e lioieschepen en een kleiuen kruiser, n.l. de «Kaiser*, »Westfalen«, «Priuz Regent Luitpold* en «Hamburg* zijn de ma trozen aan 't muiten geslagen. Op zekeren van te voren vas'gestelden, dag werden nan boord van genoemde schepen roode vlaggen geheschen en weigerden alle minderen op het appjl te verschijnen. De officieren meenden het «opstootje* spoedig te kunnen onderdrukken, doch hierin vergisten zij zich want toen zij zich met de revolver in de hand naar de muitende matrozen begaven en dezen onder bedreiging op hen te zullen schieten, bevalen aan het werk te gaan wei gerden allen als een man bun te gehoorzamen. Zij namen een zeer dreigende houding aan en spoedig vielen zij op de officieren aan. Een gevecht onstond, met het gevolg, dat verscheidene officieren overboord geworpen werden 6n den dood in de golven vonder. Zeer warm ging het o.a. toe op «Prinz *R»gerit Luitpold*, een schip va i 24.700 ton, behoo- rende tot de «Kaiser«-klrtsse, waar zelfs de commandant door de muiters niet ontzien doch eveneens overboord geworpen werd. Na de officieren moest ook het materieel het ontgelden en verscheidene kanonnen verdwenen in de diepte, terwijl aan de schepen nog verschillende andere beschadigingen werden aa> gebracht. Over de schepen, waarop de onlusten heb ben plaats gehad, nog het volgende De «Kaiser*, waarnaar de «Kaiser*- klasse genoemd is (tot deze klasse bphoort ook, zooals reeds gezegd, de «Prinz-R°gent Luitpold*) heeft 'o waterverplaatsing van 24.7U0 ton. De bemanning telt 1088 koppen. De bewapening bestaat o.a. uit tien 30 cM. en 14 15 cM. kanonnen. De Westfalen*, ge bouwd in 1908, meet 18.900 ton, terwjjl d9 bemanning 963 koppen telt. De «Hamburg* is een kleine kuiser van 3250 ton met een 286 koppen sterke bemanning. Zooals uit de Rijksdagdebatten bekend is, hebben verschillende muiters hun optreden met derr dood of met zware gevangenisstraf moeten betalen. Het geschil met Engeland. Reuter meldt d d. 15 October: De «Daily Chrouicle schrijft: Ons geschil met Nederland is nog niet opgelost en het heeft er allen schijn van, dat het "onopgelost zal blijven, tot Nederland toegeeft. Men moet niet vergeten, dat het hier zuiver een over eenkomst geldt en niet een zaak van inter nationaal recht. Nederland bewijst Duitschland een grooten dienst door toe te staan, dat groote hoeveel heden zand en kiezel, die voor concrete ver sterkingen gebruikt wdrden, haar weg via de Nederlandsche wateren naar het Duitsche ge vechtsfront vinden. Nederland handelt door dit toe te staan niet in strijd met de neutraliteit, maar het zou dit evenmin doen, wanneer het zijn toe stemming weigerde, wat wij, zooals van zelf spreekt, wenscben, dat geschieden zal. Doet Nederland niet wat wij vragen, dan kunnen wij eenige pressie in dit opzicht uit oefenen door te verbieden, dat Nederlandsche handelstelegrammen over de kabels verzonden worden waarop wij controle uitoefenen. Wij zijn dus, evenals Nederland, in de zand en kiezelquaestie volkomen in ons recht. Geen enkele internationale verplichting noodzaakt ons den Nederlandschen handel het voordeel van onze kabels te schenken. Natuurlijk is het voor den Nederlandschen handel lastig, wanneer hij van de telegrapbische verbinding met de buitenwereld en speciaal met de Nederlandsche koloniën afgesneden wordt, maar het is voor ons even lastig, wan neer de Duitschers gelegenheid hebben hunne versterkingen aan heb front met behulp van zand en kiezel van Nederlandschen bodem uit te breiden. Het geldt een zuivere han delsovereenkomst. Nederland dient voor zich zelf uit te maken, of de voordeelen, die Duitschland het in ruil voor zijn beleéfdheid, schenkt, opwegen tegen de voordeelen, die wij het verschaffen, wanneer het den uitvoer van zand en kiezel staakt. De scheepvaart op Engeland. Naar de „Maasb." uit betrouwbare bron ver neemt, is de vaart van Nederlandsche schepen van Nederland op Engeland stop gezet. Hieruit mag geconcludeerd worden, dat van een voorziening van Engelsche kolen in de naaste toekomst nog geen sprake kan zijn. Deze stopzetting houdt verbend met de han gende kwestie tusschen Nederland en Engeland. De dure petroleum. Aan adressanten uit Heerenveen heeft de minister van landbouw geantwoord, dat op dit oogenblik niet kan worden overgegaan tot ver laging van den maximum-prijs van petroleum. Gisteren had alhier de verkiezing plaats voor eer. lid van de Kamer van Koophandel, zulks ter voorziening in de vacature ontstaan door het overlijden van dhr. C. N. van Dijke. Uitgebracht werden 45 stemmen. Gekozen de heer L. J. Geelhoedt met 37 stemmen, Verder werden nog uitgebracht op de heeren ■J. A. van Rompu 3, W. Bedet 2 stem men,N IJ. van Strien 1, L J. van der Lubben 1 en H. Sonnevijlle I stem i liristrlijke Grulisclie Vereenigiug. Door de 'bristelijke Grapbische vereeniging in ons land is een adres bij den Gemeente raad van Ter Neuzen ingediend met verzoek drukwerk van gemeentewege alleen te doen leveren door patroons, die aangesloten zijn bij den patroonsbond. lot versterking van dit verzoek en mede om patroons en gezellen tot aansluiting te bewegen was door die vereeeniging op Maan dagavond een vergadering belegd in het Hotel de Commerce, waartoe ook autoriteiten be nevens kies- eu andere vereenigingen waren uitgënoodigd. Behalve vele gezellen, iq het boekdrukkers- vak werkzaam, merkten wij op den burge meester en den secretaris en een paar ge meenteraadsleden. Nadat de heer Wattel, propagandist van de Christelijke Graphische vereeniging met eene inleiding de vergadering geopend had, hield de heer Beckers, boekdrukkerspatroon en lid van den patroonsbond eene lezing. Hjj was dit jaar te Roermond tot lid van den Gemeenteraad gekozen, ofschoon de wind links woei. Zijne katholieke medecandidaten bleven ruim 200 stemmen achter hem. Zijn naam kwam voor naast de vier liberale can- didaten, terwijl hij meer dau eens als eenige stond ingevuld naast den socialistischen can- didaat. De oorzaak Jiiervan was te zoeken in een opstel door hem geleverd, waarin hij aan sluiting van patroons eu gezellen in het boek drukkersvak ieder bij zijne eigen organisatie bepleit had en eene lans had gebroken voor het collectief arbeidscontract tusschen patroons en gezellen. Aan de hand der geschiedenis betoogde hij de noodzakelijkheid van aansluiting. Vele gezellen zijn bij hunne vereenigingen aangesloten (in de 90 ®/0). De patroonsorga nisatie telt meer dan 1000 leden. Er bestaat than9 een collectief arbeidscon tract, dat een voorbeeld is in ons land en als voorbeeld mag strekken voor andere landen. Minimum loon, maximum arbeidsduur, uitbe taling van loon bij ziekte, vrije dagen met behoud van loon, beroep bij or.tslag, dit alles is er in omschreven. Hoewel pas bij de vernieuwing van het contract de loonen zijn verhoogd, wordt toch met bet oog op de dure tijden 5 gulden per maand duurtetoeslag gegeven met 1.voor ieder kind beneden den leerplichtigen leeftijd. Deze samenwerking tusschen patioons 'en arbeiderdTis niet alleen der gezellen maar ook den patroons in het geheele bedrijf ten goede gekomen. Spreker heeft de drie drukkerspatroons in Ter Neuzen bezocht. Het spijt hem, dat niemand ter vergadering aanwezig is. Hij wijst er op dat de patroons hier in het begin aangesloteu waren en tbans niet meer. De heer Wattel, wekt de aanwezige arbeiders in het boekdrukkersbedrijf op zich te organi- seeren, omdat hier de loonen te laag en de arbeidstijden te lang zijn en ook, omdat de weg in het overige deel van ons land anders voor hen afgesneden is. De heer N. J. Harte geeft zich op voor gedachten wisseling. Hij, die lang in het bedrijf werkzaam is, komt er tegen op, dat de patroons gedwongen worden om in te gaan. Hij vindt het goed, dat men in eene orga nisatie gaat, om zijne positie te verbeteren, maar bier gaat men te ver. De heer Beckers wijst op de nood'akelijk- heid, dat alle patroons in de organisatie zijn en wijst op het streven van Dr. Schaepman en Ds. Talma, op wat Cort van der Linden en Posthuma reeds deden en op de meening van Minister Treub. Het gaat niet aan, dat enkelen een goed maatschappelijk werk tegen houden. In de toekomst verwacht hij ook van regeeringswege dwangmaatregelen. Reeds nu is de macht van de patroonsorganisatie toe genomen en hij verwacht, dat binnen korten tijd papierleveranciers en verstrekkers van andere materialen in het bedrijf niet meer aan ongeorganiseerde patroons zullen leveren. De heer Harte, vroegere en ook nog be staande misstanden in het bedrijf toegevende verklaart zich tegenstander van dien dwang, al heeft hij zich democratisch genoeg getoond, om aan evenredige vertegenwoordiging mede te werken. Naar aanleiding van eene mededeeling over een hier tijdelijk vertoevend gezel, ontspint zich tusschen dezen en hem een vrij persoon lijk debat. De beide sprekers dtden nog eenige mede- deelmgen betreffende de werktijden alhier en de verdiende loonen. De heer Beckers hoopte op medewerking van den heer Harte voor teekeuing van een collectief arbeidscontract, dan kon de patroonsvereeuiging nog wel

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1917 | | pagina 2