Yan het Italiaaasch-Oostenrjjksche
gevechtsterrein
BINNENLAND.
Polen en Belgen bij Krupp.
Het Koninklijk bezoek.
bracht te worden en overstroomingen te helpen
bevorderen. We zagen ook eindelooze karava
nen van verjaagde bewoners, o.a. een gedeelte
der bevolking van Sint Quentin. Denk aan de
groote vlucht uit Belgiëtuaar neen, 't was
erger.
't Is niet te beschrijven ge moet dat zien.
Grijsaards, oude vrouweu, zieken, gebrekkige,
torsche mannen, die zich machteloos gevoelen,
moeders met kinderen, allen verjaagd van hun
huis, dat in brand wordt gestoken, van hun
ave, welke men rooft.
In verschillende plaatsen van Name, Hene
gouwen en Brabant zit die bevolking opeen-
gfhoopt en deelt ze met de Belgen de kleine
rantsoenen*. -
Uit berichten in sommige bladen zou men
opmaken, dat het grootste deel van Noord-
Frank ijk door de burgerbevolking ontruimd is.
Dat nieuws is ten zeerste onjuist. De Duit-
schers hebben alleen die dorpen doen ontrui
men, welke in handen der geallieerden moes
ten vallen of onmiddellijk bedreigd zijn, zoo
als Saint-Quentin. Laon b.v., dat nabij het
strijdtooneel licht, is nog bewoond. Maar erger
nog. We hebben hier dikwijls geschreven over
het stervende Lens. Bij dat front, waar nu en
dan zoo geweldig gestreden wordt en de ar
tillerie over en weer voortdurend in actie is,
houden de Duitschers nog weerlooze burgers
vast, n.l. te HeniD Lietard, een oude stad van
ongeveer 10,000 zielen in het mijngebied.
Te Henin-Lietard wonen nog grijsaards,
zoowel als moeders met kleine kiuderen, als
men 't verblijf in kelders, temidden van sol
daten, wonen noemen mag. Ook in het depar
tement Aisne vertoeven nog van die ongeluk
kige martelaars.
Bij de ruim 150.000 arbeiders en arbeidsters,
die in de fabrieken van Krupp werken, zijn er
40.000 Polen, zoowel vrouwen als mannen,
meest uit de omgeving van Warschau. Polen
is onafhankelijk en de bondgenoot der centrale
rjjken. En op die redeneering steunend, heeft
de Duitsche militaire overheid met geweld die
duizenden moderne slaven van Polen naar Es
sen gevoerd.
Verder zijn erongeveer 800 Belgen, die
reeds vóór den oorlog daar werkten, maar in
Augustus 1914 verhinderd werden te vertrekken.
Ze worden als gevangenen beschouwd en
logeeren samen achter prikkeldraad.
In theorie verdient ieder een dagloon van
12 tot 15 Mark, welk bedrag op het werk
boekje ingeschreven wordt. Allerlei afhoudin
gen verminderen het echter tot onder de helft.
Zelfs voor de oorlogsleening moest van dat
loon afgetrokken worden.
Bij Krupp zijn in den laatsten tjjd opstoot
jes geweest, maar elke poging tot werkstaking
wordt onmiddelljjk onderdrukt.
WEENEN, 24 Mei. (Korr. Bur.) Offici
eel Sedert gistermiddag woedt de tiende
Isonzo-slag opnieuw met buitengewone hevig-
hied. De druk der vijandelijke strijdkrachten
richt zich nu tegen het geheele 40 K.M bree-
de front van Plava tot de zee. Op vele plaat
sen zijn de gevechten ook vannacht onafge
broken voortgezet.
Iu het vak vau den Kuk, bij den Vodice
en tegen den Monte Santo wierp de vijand
gistermiddag zjjn stormkolonnes in het vuur.
Ten Oosten van den Kuk vielen ze ten offer
aan ons vernietigingsvuur, b|j den Vodice
braken de aanvallen op de dapperheid van de
reg. infanterie 24 en 41, die voor 't grootste
deel uit soldaten uit Oost-Galicië en Boeko-
wina bestaan. Bij het klooster Monte Santo
slaagde de vijand er in, onze door roffelvuur
geslechte schansen binnen te dringen, waaruit
hjj echter dadelijk door toegesnelde versterkin
gen weer verdreven en met zijn reserves door
ons geschutvuur de helling werd afgejaagd.
Terzelfder tijd mislukten ten Oosteu van
Gorz twee krachtige Italiaansche stormloopen,
ten deele reeds in ons spervuur en ten deele
iu gevechten op korten afstand. Buitengewoon
verwoed is op het Karstplateau gevochten.
Bjj 't aanbreken van den dag lagen onze
stellingen en het achterland ouder roffelvuur
en tegen den middag kwam bij Constanjevica
de eerste infanterie-aanval los Hij werd af
geslagen. 's Middags volgde een uiterst hevige
aanval tegen ons geheele front op 't Karstpla
teau. De vijand dreef de eene stormgolf na
de andere tegen onze linies tu-ischen den Faiti
Hrib en de zee en waar een stormgolf was ge
broken, rolde een nieuwe aan. Aanval en
tegenaanval beukten op elkaar. Tot op dit
oogenblik houdt de strijd met onverminderde
kracht aan.
Terreinwinst heeft de vijand slechts in bet
ver vooruitstekende vak van Jamiano kunnen
bereiken. Wij hebben daar onze troepen een
K.M. moeten terugtrekken. Overal elders heb
ben wjj al onze stellingen zegevierend gehand
haafd.
Db Hongaarsche regimenten 39 en 61 en de
beproefde honved-troepen hebben hier aan hun
geschiedenis nieuwe roemrijke bladzijden toe
gevoegd.
Uit Karinthië en Tirol is niet3 van belang
te melden.
ROME, 24 Mei. (Stefani.) OfficieelGisteren
hebben de dappere troepen van het derde leger
op den Karst na een onstuimig bombardement
van tien uur de sterke linies van den
vijand van Konstanjevica tot aau zee aange
vallen en veroverd. Terwijl de Italiaansche in
fanterie op den linkervleugel benoorden Kon
stanjevica door middel van stoere stormlooppn
de tegenpartij stevig in beslag nam, bezette
die in het centrum en op den rechtervleugel,
na de voorste schansen der Oostenrijkers door
tastend onder de knie te hebben gekregen, het
vak bezuiden, den weg tusschen Konstrnjevica
en Bosco Malo. Zelfs drong ze Bosco Malo en
Lucati voorbij en vermeesterde ze Jamiano.,
zoomede belangrijke en geducht versterkte
toppen van de hoogten 92 (één K M. beoosten
Pietra Rossa) 77 en 78 benevens Bagni, be
oosten hoogte 21. De vijand, aanvankelijk ver
rast en van zijn stuk gebracht door den. on-
verhoedschen en stormachtigen aanval, stelde
zich tegen den avond verwoed te weer in
tegenaanvallen van buitengewone vinnigheid,
maar werd met zware verliezen teruggeworpen.
In den loop van den dag ontnamen we den
vijand meer dan 9000 gevangenen o w. meer
dan 300 officieren.
Onze krachtige luchtsmaldeelen, tezamen
130 vliegtuigen sterk, waarbij een groep water,
vliegtuigen der marine hebben meegewerkt
bij den slag door op de vijandelijke linies
tien ton bommen te werpen en drommen in
fanterie met machinegeweren te beschieten.
Onze toestellen daalden onverlet in hun kampen.
Tot de machtige artillerie-voorbereiding
hebben tien Engelsche batterijen van de nieuw
ste soort, aan ons front gekomen om de
broederlijke samenwerking van het leger der
geallieerden aan den dag te brengen, zeer
nnttig bijgedragen. Zeer kloek was eveneens
de steuu, door de batterijen van onze dappere
marine verleend.
In de streek van Görz hebben onze troepbn
forsche aanvallen van den vijand gekeerd,
stormenderhand een klein fort op de noord
westelijke hellingen van den San Maro ver-
meesterd en na bloedige gevechten Hinken
voortgang in den omtrek van den Monte
Santo en den Vodice gemaakt.
Efï'ectenverlies.
De Stct. van 23 dezer bevat een bekend
making van den minister van finaneiën, blijkens
welke de Banque de Paris et des Pays Bas
aan den Staat der Nederlanden bij deurwaar
ders exploit heeft aangezegd dat tegen den
wil der bank door haar zijn verloren en :n
handen van derden geraakt 70 a f 100 3 pet.
N. W. S.8 a f500 3pct. N. W. S.539 a
f1000 3 pet. N. W.S. en 4145 af 1000 3 pet.
N. W. S. uitgifte 30 December 1895 in
totaal dus f4.695.000 aan Nederlandsche
staatsobligatiën, en dat zij zoo voor zich zelve
als ten behoeve van de eigenaren der voor
melde fondsen verzet doet tegen de terugbe
taling van de hoofdsom, den inkoop en de
verandering in inschrijvingen op het Groot
boek der Nationale Schuld, alsmede tegen
afgifte en betaling der coupon's en voorts
tegen alle verdere transacties betreffende ge
noemde stukken.
In verband met deze aanzegging brengt de
minister ter kennis, dat voorhands betreffende
deze stukken geen transacties zonder meer
door den Staat zullen worden verricht, noch
coupons zonder meer aan den houder uitbe-
laald.
De nummers der stukken zijn in de Stct.
opgenomen.
Geldswaarden uit bezet België.
De Belgische ministerraad heeft in den loop
van drie zittingen te Havre den teks van een
wet vastgesteld, die den verkoop van gelds
waardige papieren, door de Duitschers sinds
4 Augustus 1914 uit particuliere brandkasten
en baoken in België gehaald, van nul en geener
waarde verklaart. Gedurende drie jaar nadat
de vrede onderteekend is, zal elke eigenaar
van gestolené of te gelde gemaakte waarde
papieren bevoegd zijn om den verkoop nietig
te laten verklaren en schadeloosstelling te
eischen, zelfs indien de kooper te goeder trouw
heeft gehandeld.
De veenbrand in Drente.
De brand schjjnt tot rust te zijn gekomen.
Hier en daar smeult het nog wel, maar als de
wind niet toeneemt, is er niet veel gevaar
meer te duchten. Het is intusschen welletjes
geweest! De materieele schade beloopt in de
tonnen gouds en de nog voorradige turf is zoo
goed als weg. De reeds achterlijke veenarbeid
van 1917 zal door deze ramp zeker vertraging
ondervinden. Wat het aantal slachoffer betreft,
dit is nog niet met zekerheid op te geven.
Uit Valtaermond schrijft men aan het Hbld.
De geleden verliezen zijn zwaar. Jan Herder,
een jeugdig werker, die in de blokken bezig
was, kon door da rookwolken niet heenkomen
en liet in den veenkuil zijn leven. Den arbei
der D. van der 'Liy is het na veel moeite
gelukt zijn jonge vrouw en kleinste kind
geschroeid en met verbrand gelaat uit de vlam
men te redden, Maar zijn beide aanvallige
knaapjes Harm en Pieter, onder scheidenlijk
9 en 4 jaren oud, ze werden verkoold or.der
de puinhoopen weggevoerd. Als dat moeilijk
te verdragen feit hare geoeziug niet iu den
weg treedt, zoo meende de door ons gesproken
medicus zullen kind en moeder het levea
allicht Dog redden.
Het oude echtpaar Oosterloo verzorgde een
kleinkind, 't Kind is niet verongelukt maar
grootmoe- en -vader, ze leven niet meer.
Man deelde mede dat de circ3 40-jarige
vrouw van Albert Blok vermist wordt en dus
verbrand of verdronken zal zijn, terwijl de
arbeider Smit een vrouw in het net gevonden
heeft.
Maar het ergste werd de familie van den
schipper Albert Brons getroffen. Deze te Gro
ningen gedomicilieerde turfvaarder heeft een
vrouw met 11 kinderen. Twee zijuer zoons
zijn gemobiliseerd en van de 12 kinderen
verblijven eeu 3-tal elders. De rest man,
vronw eu 9 kinderen leeft niet meer.
Een deel hunner ligt denkelijk op den bodem
van het Noorderdiep. Het tot nog toe opge
diepte spoor wees uit dat de kinderen meest
in de vlammen omgekomen zijn. Onder leiding
van de marechaussee werd het achterste ge
deelte van het vaartuig geïnspecteerd. Het
voorgedeeite brandde nog en kon nog niet
worden onderzocht.
Met een grooten stalschepper gewapend to
gen de beide wachtmeesters en twee manschap
pen aan den arbeid. Eenige bonderden toe
schouwers wachtten in spanning op het resul
taat dat lang op zich liet wachten.
Ten slotte werd eeu jute-zak van boord
gedragen. In den half-gevulden zak bevonden
zich de povere restjes van wat eens lieve,
teere kinderen waren geweest.
Eerbiedig liet men den drager gaan met
z'n luguberen last
Donderdagmorgen heeft de Koningin, verge
zeld van Prins Hendrik, een bezoek gebracht
aan de Drentsche veenstreken, waar het vuur
dezer dagen zoo groote ramp heeft aangericht.
Donderaagmorgen vroeg waren H. M. eu Z.
K. H. van Meppel naar Assen vertrokken, van
waar zij per auto verder gingen over Gieten
en Stadskanaal naar den Valthermoud, de meest
geteisterde der veenderij.
Over de >lJzeren Klap* en langs het Zui-
derdiep bereikte het gezelschap het aan dat
Diep gelegen Café Schuringa, waar werd halt
gehouden. Behalve het gevolg waren daar de
commissaris der Koningin in Drenthe, de heer
Linthotst Homan, en baron Van der Feltz,
voorzitter van het comité voor nationale ram
pen in Drenthe.
Na een korte begroeting van de aanwezige
autoriteiten werd doorgereden naar het verder
gelegen café Brat, waar het gezelschap de
auto's verliet en zich direct naar de terreinen
van de ramp begaf. De Koningin liet zich door
burgemeester Vriend, van Valthermond, uit
voerig inlichten omtrent de plaatsen waar de
brand het felst had gewoed en stond er op
juist die punten te bezoeken. De eerste ont
reddering, welke H. M. in het oog kreeg, was
een aan den overkant van het Diep staand
huis, dat niet was verbrand, maar waar omheer.
allerlei huisraad en gerei lag verspreid van
lieden uit de verbrande huizen, die daar onder
dak hadden gevonden. H. M wilde van de
tijdelijke bewoners een en ander vernemen om
trent hun vlucht.
De brug over het Diep was echter verbrand.
De buurtgenooten hadden een zeer primitief
noodbruggetje gemaakt, twee planken breed,
vlak op het water liggend, zoodat bij het gaan
er over de planken in het water doorzakten,
H. M. zag daar niet tegenop en begaf zich
kordaat langs het schippersbruggetje over het
Diep. Zij trad het huis binnen en vroeg er
uitvoerig naar de omstandigheden.
Het viel eenigszius rüoeilijk het zeer plat
Groningsch dialect te verstaan. Een van hen,
die tijdelijk onderdak had gevonden in de
woning, was echter een gemobiliseerde soldaat
met verlof, die H. M. in goed Hollandsch
wist te vertellen dat zijn huis aar den over
kant van het Diep was afgebrand dat hij,
behalve zijn hnis, ook een deel van zijn huis
raad was kwijtgeraakt als zoovele anderen,
maar dat gelukkig hij en zijn vrouw er het
leven hadden afgebracht en dat zij onderdak'
hadden gevonden bij zijn moeder. Dankbaar
deelde hij aan de Koningin mede dat hij, toen
het bericht van de ramp in zijn garnizoen
ergens in Zeeland bekend was, onmiddellijk
verlof had gekregen.
H. M. ging weer terug over het vondertje
en begaf zich steeds begeleid door burgemees
ter Vriend, in het verbrande veen. Over het
veraschte terrein begaf de Koningin zich naar
de verbrande huizen en schepen. Zij liet zich
vertellen waar de bewoners onder waren ge
bracht in de naburige gespaarde huizen en
ging dan daar navraag doen naar de omstan
digheden, waaronder de ramp de menschen
had getroffen, en de manier waarop zij zich
hadden weten te redden.
Toen II. M. hoorde, dat twee gezinnen wa
ren ondergebracht in een tjalk, die in het
Noorddiep lag, ging zij terstond daarheen.
Over de smalle loopplank kwam H. M. aau
boord en langs het kippeutrappetje daalde zij
af in het ruim om te zien hoe de menschen
het daar hadden. Zij sprak langdurig met de
getroffenen en betuigde den schipper haar vol
doening over zijn menschlievendheid. Zoo diepen
indruk maakte dit alles, dat de vrouwen met
tranen in de oogen tegen elkaar er over fluis
terden, dat H. M. toch zoo nederig was, toen
de Koningin het schip weer had verlaten.
Het gezelschap begaf zich dan naar den an
deren kaut van het Noorddiep om een bezoek
te brengen bij vluchtelingen, die daar in de
huizen onder waren gebracht. Steeds vroeg
H. M. aan burgemeester Vriend naar bijzon
derheden en eigenaardigheden van de streek
en van het veen-bedrijf, en alle veenarbeiders
en hun vrouwen en kinderen liepen uit om
het vreemde geval aan te zien de Koningin,
die zoo maar daar rondliep over de asch, over
het veen, tusschen de bulten turf door, en die
daar kwam kijken naar hun nood en ellende.
Zij stonden er verbaasd van en bet maakte
diepen indruk dat H. M, zich door niets liet
afschrikken, over grippen en kuilen wipte,
tegen de heuveltjns klom, en fluisterend werd
bet voortgezet, toen men uit den mond der
Koningin het was toen zij over een gre|ipel
was gewipt, waarvan burgemeester Vriend
gezegd had^Majesteit 't kan niet* de
woorden opving: meneer de burgemeester,
er is niets dat niet kan.«
Tot heelemaal achter in den Mond wandelde
H. M. doorzij stond daar en zag uit over
het Valtherveen aan den overkant, dat nog
zwaar lag te smeulen. Burgemeester Vriend
legde H. M. uit, dat het Valtherveen gisteren
veel van den brand geleden had dat de buien
van vannacht en vanmorgen wel iets hadden
geholpen, maar toch niet afdoende waren dat
hij, toen 't gisteravond in het Valtherveen
ernstig dreigde, een motorbrandspuit uit Assen
had aangevraagd, die vanmorgen vroeg was
aangekomen.
Langs de blokken ging H. M. weer naar
het Zuiddiep en toen terug naar het Café
Prat, waar de auto's wachten. Telkens onder
weg sprak H. M. nog met de menschen en
vroeg allerlei bijzonderheden. In de schuur
van het café Prat onderhield zij zich met de
leden van het lenigingscomité, dat zich daar
gevormd heeft, en informeerde naar de maat
regelen, welke waren genomen, toen de Konin
gin ergens in de menigte een man zag," die
zijn geheele gezicht en zijn handen verbonden
had. H. M. vroeg of hij verwondingen had
opgedaan bij de ramp. Op het bevestigend
antwoord liet zij den man bij zich komen en
vroeg hem naar zijn ervaringen. De man,
Smit genaamd, vertelde dat hij voor den brand
uit met zijn kinderen was gevlucht. Hij had
nog wat uit zijn huis willen meenemen en
had in de verbouwereerdheid maar een paar
stukken spek gegrepen. Alle moeite had hij
gehad om zijn kinderen voort te krijgen eu
soms moest hij de kleertjes, die vuur hadden
gevat, blusschen. Toen hij dat weer had ge
daan en de stukken spek, die hij op den grond
had gelegd, opraapte, spoot hem ineens van
onder de stukken spek eeu golfgloed in he-
gezicht, waardoor dit fel was geschroeid. Ger
lukkig had hij zich nog kunnen redden, maat
't had hem veel moeite en angst gekost.
Deze en dergelijk verhalen hoorde H. M.
met groote belangstelling aan en duidelijk
liet zjj blijken, dat zij met de rampen van de
zoo diep getroffen bewoners meevoelde.
Na een tocht van anderhalf uur begaf bet
gezelschap zich weer in de auto's op weg
naar Emmercompascum.
De regens van vannacht en hedenmorgen
hebben op de venen, waar de brand vrijwel
had uitgewoed eu 't nog maar wat smeulde,
wat blusschend gewerkt. Waar 't vuur echter
nog jong is, was het beetje regen onvoldoende
Er wordt dan ook hard gemerkt om het vuur
daar, waar het nog woedt, tegen te gaan door
het opwerpen van zandwallen. Soldaten en
burgers wisselen elkaar geregeld af bij dat
werk.
Vannacht hebben in het Exloërveen en het
Valtkerveen soldateD gewerkt, die daarheen
waren gerequireerd op verzoek van den bur-
roeester van Odoorn. Vanmorgen om 8 uur
werden de burgers van Exlo en de andere
dorpen opgeroepen door hoornsignalen om de
soldaten te gaan aflossen.
Iu den Valthermond is een groote zendrng
ondergoederen en linnengoed aangekomen,
afgezonden door het hoofdcomité van het
Nederlandsche Roode Kruis te 's Gravenhage,