Alweer een Vredesaanbod.
Yan het Oostelijk oorlogstooneel.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
genooten te voorschijn kwamen, heeft men
toch als had men nimmer iets met ons 'uit
staande gehad, de beide, ons geheel contraire,
maatregelen doorgedreven, en doorgedreven
op een manier", die elk doeltreffend verzet van
onze Karmerleden uitsloot.
Dit heeft de positie van onze Kamerleden
uitrest gedwongen en onaangenaam gemaakt.
Toch hebben ze en bij het schriftelijk en
bij het mondeling debat zelfs, op een wijze
boven onzen lof is, zich van hun taak gekweten.
By de stemming die namens de Deputaten-
Vergadering heel 't land door is houden, heeft
dan ook heel onze party, op uiterst kleine
exceptie na aan de houding van onze Kamer
leden haar volkomen fiat gegeven.
Dat dit zoo liep, sprak zelf, want ze hadden
zich uitnemend gehouden, en een ieder, die
op de hoogte was, kon geen oogeblik aarzelen,
dit volmondig te erkennen.
Op het Centralen Convent is dan ook aan
stonds met de malcontenten afgerekend op een
wijze, die volkomen doel trof.
Doch waartoe dient 't dan, nu nog steeds,
hier en daar, aldoor op dit voor ons zoo pijn
lijke incident te hameren
Hadden onze Kamerleden een ander koers
genomen, er zou één storm van afkeuring uit
heel het land tegen hen zijn ppgegaan.
is dr. Kuijper slecht te spreken over stem
plicht en vrouwenkiesrecht en neemt hij het
zijn coalitiegenooten kwalijk, dat ze met de
anti-rev. hierbij niet één lijn getrokken hebben,
sterker, veel sterker uit hij zich, waar hij het
heeft over de Evenredige Vertegenwoordiging.
Hij begrijpt, dat de Grondwetsherziening
er zal komen, ondanks zijn tegenstand en dien
der anti-rev. partij, en hij zegt waarom ze
niet zal verworpen worden in de volgende
karakteristieke woorden (Cursiv. van ons, Red.)
Om de eenvoudige reden, dat de Roomsche
Staatspartijdie in de Eerste Kamer de sterkste
is, zonder eenige sans gênezich op de Even
redige Vertegenwoordiging heeft geworpen,
om met Cort van der Linden in heimelijk
verbondmeester te worden van de positie in
de Ticeede Kamer. Reeds voor lange jaren
wees ons blad er op, dat het stelsel van Even
redige Vertegenwoordiging dit gevaar met
zich bracht.... Immers, we aarzelden geen
oogenblik, ten deze van een gevaar te geWagen,
omdat, gelijk thans dan ook de uitkomst zal
zjjn, de Roomsche Staatspartijin beide Kamers
saam over zulk een groot aantal stemmen zal
kunnen beschikken, dat zij bij elke volgende
Grondwetservisie de eindbeslissing in haar hand
heeft. Dit moest vanzelf aan de Roomsche
Staatspartij in zulk een mate toelachendat ze
er alles voor verzaakte, om dit haar voorge
spiegelde doel te bereiken.*
Deze aanval op zijn sterksten bondgenoot,
de roomsch-katholieke staatspartij, zal niet
weinig verbazing wekken in den lande. Vele
zullen zich afvragen, of het einde der coalitie
gekomen is.
En, dit mogen we er bijvoegen, in de har
ten var. vele anti-rev. zal het vreugde geven,
want zooals we reeds de vorige maal zeiden,
het bondgenootschap van anti-rev. en roomschen
leefde nimmer in~ de harten des volks, hoeveel
jaren het ook reeds bestond.
Toen wij de scherpe uitlatingen van Dr.
Kuijper aan het adres der roomschen lazen,
meenden wjj klanken te hooren uit lang ver
vlogen dagen, voordat Dr. Kuijper het verbond
tusschen anti rev. en r-k. tot stand bracht,,
uit den tijd toen de Marenatha ons zijn hevig
anti-papisme deed kennen.
Er is wel eens gezegd, dat Dr. Kuijper in
korten tjjd verandert als een blad aan een
boom.
Eerst fel tegen de roomschen, toen inet hen
in coalitie en thans weer een hevige aanval
op zijne bondgenooten.
Eenige vragen wenschen we niet als partij
mannen, maar als eerlijke menschen te doen
Als Dr. Kuijper reeds vroeger gevaren duchtte
van eene te sterke roomsche staatspartij, waarom
ging hij dan met opoffering van eigen beginsel
met hen in coalitie.
Heeft hij dan niet onverantwoordelijk ge
handeld
Heeft hij dan niet met vuur gespeeld
Heeft de anti-rev. partij dan niet immoreel
gehandeld
Dit is zeker, de anti-rev. partij heeft door
het bondgenootschap niet gewonnen, de
roorasch-katholieke Staatspartij is er door
versterkt.
Dr. Kuijper kon toch van den beginne
reeds begrijpen, dat de Katholieken zijn bond
genootschap niet zochten ter wille van de
anti rev. beginselen, maar ter behartiging
hunner eigen partijbelangen.
Deze uitingen van den leider der anti-rev.
mogen- door niemand worden vergeten.
Zij bevestigen, wat wij steeds al die jaren
hebben volgehouden, dat het verbond tusschen
Rome en Dordt iets kunstmatigs, iets onzede
lijks zelfs was.
Gelukkig bestaat er ondanks dr. Kujjper
$eue sterke vrijzinnige party, die gestreden
heeft tegen de coalitie, die ook al wordt dpze
verbroken, haar eigen goeden weg zal gaan,
die zal blijven met eerbieding van ieders
godsdienst, een bestrijdster van het clericalisme,
dat in de laatste jaren in ons Vaderland zoo
zeer is voortgewoekerd.
Zij is en blijft een wachter in den lande.
Bti de linkscbe partijen, maar ook bij haar
alleen blijven de staatkundige en maatschappe-
lijke viijheid van het Nederlandsche volk ge
waarborgd.
Er staat binnenkort -weer een vredesaan
bod te wachteüs namen de Centrale mogend
heden.
In welke bewoordingen dit zal gedaan wor
den, weten wjj nog niet.
De wijze, waarop de Oostenrjjksche Mini
ster-president zich uitte, doet verwachten,
dat de toon minder brallend zal wezen, dat
geen victopegescbreeuw het aanbod zal inleiden.
Het schijnt, dat in het algemeen het ver
langen naar vrede in Oostenrijk oprechter*»
dan in Duitschland.
Om eenige kans te hebben, dat werkelijk
naar vrede gestreefd wordt, is het o.i. noodig,
dat de centrale mogendheden niet met een
vaag aanbod komen, maar concrete voorwaar
den noemen, iets wat de vorige maal niet
is gebeurd.
De Oostenrijksche minister-president wilde
in tegenstelling met Von Betbmann-Hollweg,
die een' afzonderlijken vrede met Rusland
voorstaat, een eervollen vrede met alle oor
logvoerenden.
Naar veroveringen streefde Oostenrijk niet,
werd gezegd.
Wat zou er dan tegen zijD, om ronduit te
veralaren, dat België en de overige bezetten
gebieden vrij werden verklaard, onmiddelljjk
bij het doen van het vredesaanbod
Want zonder dat kan er van vrede geen
sprake zijn.
We zijn benieuwd wat de volgende dagen
ons brengen zullen.
De woorden van den Oosten rij kschen mi
nister-president waren zoo gematigd en ver
zoenend, als we ze van de zijde der Centralen
nog niet gehoord hebben.
Dat geeft moed voor de toekomst, al ja
het ook, dat de Jonkerpartij in Duitschland
zich al dadelijk begint te roeren en zooveel
mogelijk wil annexeeren.
DE OORLOG.
Oe algemeene toestand.
De eerste beslissing is gevallen.
De Senaat der Vereenigde staten heeft met
82 tegen 6 stemmen de resolutie aangenomen,
verklarende dat de Vereenigde Staten in staat
van oorlog zijn met Duitschland.
Daarbij komt zich straks de resolutie van
bet Representantenhuis voegen, ieder der
Huizen beraadslaagt en besluit over de ge
lijkluidende ingediende resolutie en dan
heeft de president Je machtiging, die hij vol
gens de Grondwet behoeft, om de aansluiting
van Amerika bij de Entente te kunnen af
kondigen.
De toestand, die reeds zoo ontzaggelijk in
gewikkeld geworden is, wordt daardoor nog
moeilijker, nog minder ontwarbaar. De Ver
eenigde Staten willen oorlog voeren tegen
Duitschland, niet tegen het Duitsche volk maar
tegen de Duitsche regeering, tegen de autocra
tie in Pruisen, die Wilson noemde »den natuur
lijken vijand van de vrijheid*.
Maar het volk, dat bestreden wordt en dat
lijden moet onder de kwalen en kwellingen
van den ernstigen tijd, ondergaat de gevolgen
van deze nieuwe oorlogsverklaring. Afgesloten
van de geheele wereld, gebrek lijdende aan
het allernoodigste, moet het de rampen en het
leed verdragen, die de toestand het oplegt. En
de tegenstander, die beschikt over alle hulp
bronnen van de geheele wereld juicht, nu op
nieuw een land en volk zich aansluit, omdat
daardoor de middelen voor de voortzetting van
den strijd van allen tegerr een zullen toe
nemen.
Tegen een
Want het merkwaardige in de redevoering,
in de politiek van Wilson blijft, dat deze den
oorlog slechts verklaren wil aan Duitschland,
niet aan de bondgenooten en medestanders van
Duitschland, zelfs niet aan Oostenrijk, dat in
een breedvoerige nota in antwoord op de
vraag der Vereenigde Staten, zich volkomen
solidair verklaarde met de Duitsche opvatting
omtrent den duikboot-oorlog. Wilson zeide,
dat het hem om de houding van Oostenrijk
niet mogeljjk was geest den nieuwen gezant,
Tarnowski te ontvangen, doch dat hij, wjjl
Oostenrjjk niet metterdaad oorlog ter zee voert
tegen de burgers der Vereenigde Staten, voor-
loopig de betrekkingen met de regering te
Weenen buiteD beschouwing laat. Over Turkjje
en Bulgarjje, de beide andere bondgenooten
van Duitschland, wordt niot gesproken die
worden als »quantite négligeable* beschouwd.
De strijd gaat dus alleen tegen Duitschland,
of nog beter, slechts tegen de Duitsche re-
reering, tegen-de onverantwoordelijke macht
hebbers, die, zooals Wilson dat uitdrukte
>dpn wereldvrede en de vrijheid der volkeren
bedreigen met, een autocratisch georganiseerde
macht, die zij zeiven controleereu en niet de
volken.*
Het middel om dien strijd te doen eindigen
is de invoering in Duitschiand van den door
allen behalve dan door de Oost-Elbische
conservatieven gewenschten nieuwen toe
stand, de invoering van den werkelijk consti-
tutioneelen en parlementairen regeeringsvorm,
geschoeid op Engelsche leest. Dan kan Duitsch
land de plaats innemen, die Wilson het wil
aanwijzen, in den volkerenbond, die voor de
toekomst den vrede zal moeten handhaven.
Maar hoe dat gebeuren zal dat is de groote
moeilijkheid die door deze oorlogsverklaring
niet verminderd, eer vergroot wordt.
Op het westelijk front wordt ondanks
sneeuwstorm en regen, de strijd krachtig voort
gezet. Een Fransch bericht zegt, dat zich een
groote slag ontwikkelt bij St. Quentin. over
een front van 22 kilometers. De Engelsche
troepen belegeren die stad, en door een om-
trekkenden beweging naderen de Franschen
haar van drie zijden. Dat de stad door de
Duitschers zou worden vastgehouden wordt
niet verwacht, maar waarschijnlijk -zal het
Duitsche leger de gelegenheid, om in den
omtrek der stad een grooten slag te leveren
niet laten voorbijgaan.
Op de overige fronten is de strijd rriet be
langrijk, en zijn de veranderingen in den toe
stand onbeteekenend.
PETROGRAD, 5 April. (P. T. A Het
communiqué van het groote hoofdkwartier dd.
4 April luidt
Op het westelijk frontgadeelte vielen de
Duitschers na een geweldig bombardement op
onze stellingen ten Z. van Illust, de loopgra
ven van onzen veldpost in de streek ten Z.
van de spoorljjn naar Ponaviege aan en dron
gen er binnen doch dank zij een tegenaanval
werden zij teruggeslagen.
In den nacht van due op vier April bom
bardeerde de vijanj op een geweldige wijzo
met artillerievuur en handgranaten onze loop
graven in de streek van het dorp Novozielka
ten Z. van Krevo.
Bjj bet krieken van den dag drong een
vijandelijke colonne ongeveer op corapagnie-
sterkte de loopgraven van de eerste linie bjj
het dorp Novozielka binnen, zij werd echter
teruggeslagen en verjaagd door een tegenaan
val van onze verkenners,
Op den derden April opende de vijand van
vier uur af een sterk ai tillerievuur op ons
exercitieterrein aan den linkeroever van de
Stochod in buurt van het station Tsjewistje
Gelenie, alsmede op de overtochten langs de
rivier. Voor ean gedeelte gebruikte de vjjand
daarbij gasgranaten.
Terzelfdertjjd wierp de vijand in den sectoT
Gelenine Borowna 13 gaswolken.
Onder de hoede van het artillerievuur gin
gen de Dnitschers op het front TobolyGele
nine tot het offensief over. Onze troepen werden
teruggeworpen en een deel der Duitschers deed
een inval tot aan da overtochten over de Sto
chod in^de streek ten N.O. van Gelenine. Ouze
elementen op de linkerflank verdedigden het
exercitieterrein in deze hachelijke positie. Met
het oog op deze terreingesteldheid werden onze
troepen, waarop de vijand van alle kanten aan
drong, naar den rechtei oever van de Stochod
gebracht.
Verschillende Van onze elementen leden
zware verliezen.
Ouze infanterie bombardeerde met gced ge
volg een vijandelijke trein die op de lijn Kovel
Rovno het dorp Svikniki op korten afstand
naderde.
Onze ongeregelde troepen vielen den vijand
aan die de stellingen in de streek 9 werst ten
W. van Ralailoff had versterkt. Zjj wisten ov6r
de draadversperringen te komen en bezetten
loopgravenlinies. De Oostenrijkers werden met
de bajonet verjaagd.
Op het overige gedeelte van het front wordt
van weerskanten het geweervuur onderhouden
de verkenners en de vliegtuigen zjjn in actie.
Tegen jl. Dinsdagvoormiddag had de burge
meester onzen Raad bjjeengeroepen. De hoofd
schotel was, zooals in het verloop der zitting
bleek, eene reorganisatie het M. U. L. O.
Het leek bedenkelijk. De hevige sneeuwbuien
deden ons vreezen voor ouvoltalligheid, vooral
waar eene vacature nog niet was vervuld en
ons enkele absenten wegens ziekte en uitstedig-
heid bekend waren. De Voorz. wist ons echter
al spoedig gerust te stellen, bjj had van een
voldoend getal leden de toezegging, en in de
zaal was het of het weder verhelderde, toen
zelfs dhr. De Bruijue den betrekkeljjk verren
afstand naar de vergaderzaal bleek te hebben
afgelegd, om op zijn post te zijn bjj de be
handeling onzer gemeente belangen en daar
over te helpen beslissen.
Toen we begonnen waren dhrn. De Jager,
)e Bruijne, Eijke, Van Borssum Waalkes,
D. Scheele, Nolson en Geelhoedt, terwijl ook
een poos later dhr. Van Hasselt verscheen,
en door het vertrek van dhr. Lensen ontstane
vacature thans werd aangevuld, door het ver
schijnen van den heer G. de Ridder, die, nadat
de Secretaris hem op verzoek van den Voorz.
de raadszaal binnengeleid had, de wetteljjke
eeden aflegde en zitting nam. Hjj werd door
den Voorz. met een hartelijk woord verwel
komd, hij wees hem op de moeiljjke taak,
die de Raad in deze omstandigheden te ver
richten heeft, maar acht het toch mogelijk
die taak vruchtbaar te verrichten, vooral voor
iemand als de heer De Ridder, die Ter Neuzenaar
in merg en nieren, en zich geregeld op de
hoogte stellende van wat er in de gemeente
omgaat, hare nooden, behoeften en belangen
van top tot teen kent. Dhr. De Ridder ver
zekerde, dat het steeds zjjn streven zal zjjn,
naar zjjn beste weten te werken voor de be
langen der vereeniging. Nu, we verwachten
van hem ook niet anders.
Van de beide vakcursussen die der Ver
eenigde Handwerkslieden en van de Chr.
werklieden gemeente Rom. 13 1 waren de
vrjjwel geljjkluidende verslagen en de reke
ningen over het afgeloopen jaar ingekomen,
die voor kennisgeving worden aangenomen.
Goedgekeurd werd eene af-en overschrjjving
in de begrooting van het Burgerljjk Armbestuur.
Bjj de behandeling daarvan vroeg de heer
Waalkes eene inlichting. Hem was ter oore
gekomen, dat het Burg. Armbest. patiënten
naar elders zendt, voor behandeling, zonder
daarvoor het advies van den aanwezigen ge
neesheer in te winnen. De Voorz. kon
hieromtrent bevredigende inlichtingen geven.
De betrokken patient schjjnt wat voorbarig
geweest te zjjn en al verteld te hebben dat
hjj de huid van den beer bezat voordat die
eigenljjk gescholen was.
Nu gingen we bekjjken het adres van het
waterleiding comité, dat voor het bestrjjden
der kosten van het voorloopig onderzoek voor
de voorbereiding van het aanleggen eener
drinkwaterleiding in Zeeuwsch Vlaanderen een
bjjdrage vraagt van een dubbeltje per inwoner,
terwjjl dan van de provincie ook een dubbeltje
en van het Rijk 2 dubbeltjes zullen worden
gevraagd. Dat hier gevraagde dubbeltje moet
meer dienen ais bljjk van instemming met de
zaak. Burg. en Weth. stelden voor om die
ongeveer 9500 dubbeltjes toe te staan. Dhr.
D. Scheele had daar geen bezwaar tegen, maar
wilde er dan, evenals men in Axel deèd, de
voorwaarde aan verbinden, dat minstens 75 °/0
van het gevraagde bedrag door al de gemeenten
moet worden verleeüd. Hjj wil voorkomen,
dat Ter Neuzen met nog enkele andere groote
gemeenten weer de kosten der zaak zouden
dekken, en anderen zich daaraan zorfden ont
trekken. Hjj wees er op, dat dit weer al valt
waar te nemen, waar de gemeenteraad van
eene gemeente van betrekkelijke beteekenis
als Zaamslag, weer maar eens gemeend heeft
zich te moeten onttrekken. Dhr. Scheele had
wel geljjk, daarop eens de aandacht te vesti
gen. Als men de manier nagaat, waarop over
eene belangrjjke zaak, als eene drinkwaterlei
ding, met een zoo groote beteekenis voor een
streek als de onze, in den Raad van Zaamslag
is besproken, dan moet men zich werkeljjk
bedroeven.
Er zjjn verschillende vergaderingen gehou
den om gemeentebesturen en raadsleden in te
lichten. Er zjjn in alle organen in dezestreek
artikels overgeschreven en bjjzonderheden
medegedeeld. Toch bleken die vroede vaderen
weinig van de zaak weten. Daarom was de
meerderheid er maar voor er niet aan mee te
doen, ondanks de krachtige verdediging van
den Burgemeester, die er ook wel niet te veel
van wist, maar meende, dat de zaak toch dient
gesteund te worden. Stel u voor, dat het al
of niet doorgaan van zoo'n zaak zou moeten
afhangen van zoo'n groep menschen, die het
als vertegenwoordigers eener gemeente nog
niet eens de moeite achten om daarover vol
doende gegevens te verkrjjgen, die men hun
gratis aanbiedtDhr. Nolson wilde daarom
hier een andere bepaling inlasschen en wel,
dat gemeenten die nu niet willen meedoen,
als de waterleidiug er later komt, moeten be
ginnen met eerst ook hun dubbeltje te offeren,
eer ze kunnen aansluiten. Dhr. Waalkes, die
de zaak geen belemmeringen zou willen be
zorgen en de subsidie maar verleenen, wees
er op, dat die voorwaarde weinig beteekent,
want dat de gemeenten, als de zaak tot stand
komt, toch hun dubbeltje terugkrjjgen. Dhr.
Nolson acht dat niet bepaald zeker, en hand
haafde zjjn voorstel. Ten slotte kwam het tot
eene stemming over de voorstellen van dhrn.
Scheele en Nolson, met het resultaat, dat het
eerste verworpen, het tweede aangenomen werd,
en dus wordt toegevoegd aan de voorwaard^