Kunnen wij ons recht uitoefenen js «r floor ons wat tc doe» Van het Westelijk oorlogstooneei. DE OORLOG. Oe algemeene toestand. Officieeie communiqué's. gewassen en daaraan kan geen Minister iets doen. Hadden wij nu de straffe en lange vorst niet gehad dan zouden de min houdbare soorten niet bevroren zjju en we hadden het langer uit kunnen zingen. Maar de vorst in den winter kan de Minister evenmin bezweren als den regen in den zomer, Zoo zijn ook van peul vruchten wel degelijk reserves gemaaktreeds in den voorzomer van 1916 is een deel van den oogst van 1915, dat in normale omstan digheden zou zijn geëxporteerd, vastgehouden. Maar de totaaloogst is slecht geweest. Voor de consumptie van de belangrijkste artikelen echter graan, steenkolen en vee voeder hangen wij af van de genade van het buitenland. En nu deelde de Minister cijfers en feiten mede, waaruit bleek dat hij al sedert een paar jaren had getracht voorraden van die artikelen aan te leggen, maar dat hem dit voortdurend door het buitenland was belet. Niet alleen door de bekende transportmoeilijk heden ten gevolge van de Duitsche torpedee ringen en de Engelsehe knevelarijen, maar ook door de politiek van rantsoeneering, die van Oost en West op ons werd toegepast. Duitschland (de Minister sprak van «den lever ancier* maar het was vrij duidelijk dat hij daarmede Duitschland bedoelde) had gemerkt, dat wij hier een kolenvoorraad gingen aan leggen (er was trouwens, en dit is misschien niet slim geweest, een «Kolen-Reserve-Maat- schappij* gevormd) en gaf toen onmiddellijk te kennen dat het, als wij daarmee niet op hielden, geen kolen meer zou leveren. Want het wilde en dat is nu wel weer begrijpe lijk niet de kans loopen, dat het. als wij met het Rijk in oorlog mochten komen, door ons met behulp van zijn eigen kolen zou worden be...stookt. Engeland echter rantsoeneert ons op nog veel krassere wijze, nl. in zake de producten die wij aanvoeren, niet uit Engeland, maar uit andere neutrale landen, ja zelfs uit onze eigen koloniën. De toevoer van graan en van veevoeder uit Amerika wordt ons toegestaan in zulk een mate, dat wij juist even meer hebben dan ons normale verbruik. Van het maken van veel voorraad kon dus geen spake wezen, zoodat thans, nu de stagnatie door den verscherpten duikbootoorlog is ingetreden, er natuurlijk al heel gauw een tekort kwam. Met de rijst staan wij er gunstiger voor, dank zij het feit dat er bij het begin van den oorlog een aanzienlijke hoeveelheid in hel land was. Maar thans laat Engeland ook daarvan, dus van een onzer eigen koloniale producten, niet meer door dan het vindt dat wij noodig hebben. Zoo zjjn wij aan de «vriendschap* van onze twee groote buren overgeleverd. Waarbij dan nog komt dat Engeland voortdurend zit te vitten op onzen uitvoer naar Duitschland (van artikelen die wij niet noodig of te veel hebben), terwijl aan den anderen kant Duitschland, als, wij van zulke artikelen weinig of niets uit voeren, ons knijpt met wat wij noodzakelijk uit Duitschland moeten betrekken, zooals steen kolen, verfstoffen enz. Met groote heeren blijft het kwaad kersen eten. Maar daar kan minister Posthuma niets aan doen en dat heeft de Kamer ook wel gevoeld. De replieken toonden, dat de Minister de Kamer in elk geval op de hoofdpunten had overtuigd. Hij had dezen slag glansrijk gewonnen. Meen nu echter niet, dat dit in het volk veel indruk zal maken. Dat laat zich toch niet uit het hoofd praten, dat Posthuma er niets van weet en dat alles veel beter zou kunnen loopen als een ander op zijn plaats zat. En over eenigen tijd krijgen we dezelfde geschiedenis weer, want dan is de Kamer, door de menigte malconten, weer voldoende opge warmd. Wèl mochten we in een vorig artikel naar aanleiding van de weigering onzer regeering om gewapende koopvaarders in onze havens toe te laten, vragen Wat te doen, als ook Amerika zjjne gewapende koopvaarders Hol- landsche havens wil laten aandoen Pas de vorige week schreven wij dat artikel en thans vernemen we reeds, dat de Ameri- kaansche regeering de onze daaromtrent ge polst heeft. Het antwoord van onzen Minister van Bui- tenlandsche Zaken is eene weigering, gegrond op onze neutraliteitsproclamatie van begin Augustus 1914. Het Handelsblad en andere bladen zijn de meening toegedaan, dat net wenschelijk is ge wapende koopvaarders toe te laten. Het Algemeen Handelsblad, zich voorzich tiger uitlatend, is het ook met onze regeering niet eens, maar wijst op de groote moeilijk heid en verantwoordelijkheid van ons ministerie. Ons land staat alleen in zjjne opvatting om gewapende koopvaarders onze havens te wei- Daarmede gaan wjj in tegen de internatiaal gebruikelijke. Alle neutrale staten laten gewapende koop vaarders toe. Eene specialiteit als prof. Struycken stelt in het licht, dat handelsschepen van oorlog voerende landen het recht hebben zich te wapenen ter verdediging. Ook de koopvaardijschepen van neutrale landen hebben dat recht. En evenzeer heeft onze regeering het recht gewapende handelsschepen toe te laten. De houding van sommige Duitsche bladen en officiëele peisonen, die ons wilden verplichten, om de Princes Melita te interneeren, was dus meer dan arrogant. Op één gevaar is gewezen. Als wij gewapende koopvaardijschepen in onze havens laten, kunnen er van vijandelijke landen wel eens in eikaars nabijheid komen. Dit gevaar wordt door het Algemeen Han delsblad genoegzaam ontzenuwd. Prof. de Louter wil zich aan de neutrali- teitsverklaring van Aug. 1914 houden, daar wjj anders, meent hij, de eene oorlogvoerende partij (de geallieerden) zouden voortrekken. Hiermede zjjn we het gladweg oneens. Als we eens zeer juist de balans opmaken, van wat de beide partijen van ons land ge noten, dan slaat de schaal verre naar Duitsch land over. Dit land, dat onze mooie schepen ineedoo- genloos torpedeert, heeft op allerlei manieren (denk om den uitvoer, de beveiliging van Duitschlands grenzen, het binnenvluchten in onze havens, als het den strjjd verliest, zooals die losgelaten torpedojager te IJmuiden enz.) meer profijt van ons gehad dan eenig ar.der land. Neen, wat dimt te wegen bjj onze regee ring, dat is het belang van ons land. Eischt dat belang het, dan mogen we, dan moeten we zelfs van ons recht (want dat is het) gebruik maken om gewapende koopvaarders in onze havens te ontvangen. Want niemand (behalve dan de mannen van de Toekomst en andere pro-Duitschers) zal in deze vraag van Engeland, Frankrjjk en Ame rika iets onbilljjks kunnen zien. Integendeel kunnen deze landen het als eene onvriendschappelijke daad van ons beschouwen. Dit zou ons tjjdens den oorlog en nog meer na den vrede onberekenbare schade kunnen berokkenen, O. i. is er maar één geldig motief voor ons, om niet van de zienswijze onzer regeering at te wijken. Dat is, dat wjj onmiddeljjk grenzen aan Duitschland, dat wjj weten, wat onze buur man aandurft, dat wjj als klein land den druk van het begin des oorlogs af gevoeld hebben en dat wjj daarom ons recht niet kunnen uit oefenen. Wellicht, dat dit argument ook bij Enge land, Frankrjjk en Amerika in goede aardé valt. Nog eens onze regeering neemt eene beslissing in het moeiljjkste geval van dezen oorlog. Ze heeft hare goed of afkeuring te geven over een billijk verzoekeen rechtmatige wensch. Het belang van ons land moet hier den doorslag gtven. En dit op het moment te bepalen, dat is juist het moeljjke. Zoo is dan het antwoord van Duitschland gekomen op bet ernstig protest onzer regeering tegen het torpedeeren van 7 Hollandsche sche pen gelijk.. Veel verwachtten wjj "iet. Immers we hadden al Duitsche uitlatingen gelezen, die eerst Engeland wilden beschul digen (zelfs zekere Nederlanders deden hie.aan mee) en toen dit onmiddeljjk een tast bare onwaarheid bleek, onzen reeders en onze regeering de schuld gaven. Ook lazen wjj in Duitsche bladen De Hol landsche reeders hebben geld genoeg verdiend. Hun schepen kunnen wel een poos stilliggen. Afsot wij geen aanvoer noodig hebben Alsof wjj geen recht hebben als vreedzame koopvaarders de zee te bevaren Veel verwachtten wjj dus met.. Maar het ofBciëele Duitsche antwoord valt ons nog tegen. Duitschland wil schade vergoeden aan de zeelieden die hun have verloren en wjj mogen Duitsche schepen huren. Kan het vernederender Afgezien van het feit, dat gehuurde schepen Duitsche schepen bljjven en dus door Engeland mogen en zouden genomen worden, zjjn het bovendien schepen, die renteloos in de Duitsche havens liggen en dus zoo in ruil van de tor- pedoering nog geld in Duitsche zakken zouden brengen. Gelukkig heeft onze regeering de vernede ring gevoeld en het aanbod onaannemelijk ver klaard, eu ook da reeders hebben op het voor beeld onzer regeering de schadevergoeding voor de bemanning afgewezen. Gelukkig, zeggen wjj. Want dit van zelfrespect getuige da ant woord van onzen minister maakt een flinken indruk in ons land en niet minder in het buitenland. Men vergete niet, dat uit degaheale werel 1 na zoo'n misdadigen aanslag de oogan op ons gevestigd zjjn en dat zooY antwoord ons kleine landje tot eer strekt, waar het zjjn prestige handhaaft zoo goed als het dit kan- Eu onderdertusschen torpedeeren en schieten de Duitsche onderzeeë s maar lustig op on schuldige koopvaarders los. De Haelen van het reliefcomilé, nogal met een bewijs van den Duitschan gezant in Den Haag voorzien, wordt beschoten met het ge volg, dat 7 personen gedood worden, waar onder 2 Hollar ders en 3 Belgen, die in Vlis- siogen woonden. Ons schip de Amstelstroom, wordt op eene woeste manier aangevallnn. Met moeite redt zich de bemanning. Ook hier moeten minstens 2 Hollanders slachtoffers geworden zjjn. Wat een monsterachtig bed rij f Men moet tot de oudste en meest barbaor- seba tjjden in de geschiedenis teruggaan om geljjkwaarJige daden te boeken als die, welke thans in naam der hoogste cultuur plaats hebben. Wjj moeten als klein land ons veel laten welgevallen. Toch zouden we wel iets kannen doen. We zouden kunnen beginnen met niets uit te voeren, dan zulke zakeu, die we in ruil voor iets, dat we noodig hebben, verplicht zjjn te leveren. Er wordt nog al te veel geleverd,' dat we zelf best kunnen gebruiken en waarvoor we niets in ruil krijgen. Dan zou het noudig zjjn een einde te maken aan de wjjdvertakte Duitsche spionnage in ons land, die zoo vaak te Vlissingen, Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, IJmuiden enz., ook in onze streek, gebleken is, opdat we niet in de Amerikaansche toestanden vervallen, zooals die thans aan bet licht komen. Ook op ander gebied ('voeding van Duitsche kinderen enz zjjn wjj wel wat te lieftallig tegenover de misdadige handelingen, waar van wjj gedurig de dupe zjjn. De Chineesche nota, waarin de diplomatieke betrekkingen tusschen China en Duitschland worden opgezegd, is te Berlijn ontvangen en de Chineesche gezant te Berljjn heeft ook zjjn passen aangevraagd. Er is dus nogmaals een staat open 1 jjk over gegaan tot de groep der vjjanden van Duitsch land. Voor den strjjd op de slagvelden is dit van weinig beteekenis. En of de oorlogstoe stand zal intreden tusschen deze beide landen is niet te zeggen. Ware dit zoo, dan zou het alleen zjjn om de Duitsche schepen, die in Chineesche havens liggen, buit te maken, en de Duitsche concessies in Tientsin, in Hankou, aan Duischland te ontnemen en weder aan China te brengen. De Duitsche regeering ziet zich genoodzaakt tot een platonisch protest tegen deze verbre king der diplomatieke betrekkingen, en ver wacht, dat ten minste aan de Duitschers en aan de Duitsche bezittingen in China de vol ledige beschermingj ingevolge de Duitsch- Chiueesehe vei dragen, zal worden verzekerd. Dat is echter slechts mogeljjk zoolang de oorlogsverklaring niet is gevolgd. Want dan worden alle verdragen opgeheven en zal de chaotische toestand, die nu over het grootste deel der wereld heerscht opnieuw worden uit gebreid, nu tot de Chineesch-Duitsche betrek kingen. De terugtocht der Duitschers wordt nog steeds voortgezet verder dan ook onze mi litaire deskundigen meenden. In de 1 jjn Leon La Fère meende men, dat de terugtocht zou stand houden, en er werd zelfs op gezinspeeld, dat de vestingwerken van Laon en La Fère als steunpunt zouden dienen van een nieuwe Duitsche linie of mogeljjk van een Duitsche offeusieve beweging. Nu melden echter de Franschen, dat zjj tusschen de Somme en de Oise hunne vorde ringen voortzetten en den westeljjken oever van de Oise bezetten, waarbjj de voorsteden van La Fère en twee der buitenforten van La Fère in handen der Franschen vielen. Hier is dus de terugtocht nog niet geëindigd, wordt bjj wellicht verder voort gezet dat de Duitschers aanvankeljjk voornemens waren. Het blijkt uit de berichten, dat in het noor delijk deel van het ontruimde gebied, tusschen Atrecht en Péronne de Duitsche terugtocht althans voor het oogenblik niet wordt voort gezet, dat in het gebied tusschen Péronne en de Oise voornameljjk ten westen van St. Quen- tin, nog actie bestaat en dat ten zuiden van die plaats uit de stellingen bp Qlastres, Bssi- gny-le Grand en hoogte 121 de Franschen de Duitschers hebben teruggedrongen. Ook bij La Fère is de stand nog niet vast en ten zuiden van de Oise werden eenige plaatsjes door de Franschen genomen. Voorloopig vormt de nieuwe stelling een bijna rechte Ijjn van At recht over Péronne, St. Quentin, la Fère naar Soissons, waar hij nu een vrjj scherpen hoek maakt met de ljjn Soissons Berry-au-Bac en zoo naar de Aisne. De Duitsche regeering heeft bekend ge-naakt, dat de zee-gebieden ten noorden van Rusland, in de Noordeljjke lJzee, met uit zondering van de Noorsche territoriale wateren, behoo- ren tot het afsloten zeegebied, waarin het ver keer gevaarljjk is, omdat er tegen alle vjjan- deljjke en neutrale schepen net torpedobooten of duikbooten zal worden opgetreden. De Duitsche regeering doet daarbij vooral uitkomen, dat die afsluiting tegen Rusland is gericht, en dat het Noorsche recht op de vrjje zee niet zal worden gekrenkt. Wanneer dat op dezelfde wjjze gebeurt als in de Noord zee, dan is dit eeu nieuwe maatregel om den oubeperkten duikboot-oorlog te voeren, die zeker de toch al moeiljjke positie van Noor wegen niet vergemakkeljjkt. Want zoo gelei delijk worden alle toegangen tot de neutrale landen, behalve door smalle vaargeulen, on- mogeljjk gemaakt. En zelfs in die vaargeulen zjjn de schepen niet altoos veilig Thans worden ook de Duitsche klokken opgeroepen, om hun dienstplicht te doen. Zjj zullen niet meer: «Vivos roso, mortuos plango, fulgura frango* roepen zjj zullen niet meer vrooljjk of droevig Run geluid doen hooren over de zonnige velden of de sombere steden, niet meer kleppen voor een bruiloftstoet of een begrafenis, maar worden opgeëischt en versmolten voor kanonnen, om den strjjd te strjjden voor het Duitsche rijk. Van dezen maatregel zjju slechts vrjjgesteld de oude klokken, die historische waarde heb ben, doch dit geldt voor zeer weinige" geval len de meeste klokken van Duitschland, niet alleen de kerkklokken, maar ook de fabrieks-, school-, en andere klokken, gaan naar den smeltoven, en worden tot kanonnen gegoten. En nooit zullen zjj weder kunnen worden gebruikt, om, «Concordia* gedoopt, den vrede in te luiden! Als het ooit vrede wordt. PARIJS, 26 Maart. (Havas.) Officieel Tus schen Somme en Oise hebben de Duitschers in den loop van den nacht bjj herhaling hun aanvallen op het front Essigny (le Grand) Benay hernieuwd. Al die pogingen zjjn ge stuit door liet Fransehe vuur of in tegenaan vallen der Franschen teruggeslagen. Den Duitschers zjjn zware verliezen toegebracht. De Franschen hebben hun gister veroverde stellingen onverkort behouden. Ten Z. van de Oise hebben de Franschen hun opmarsch voortgezet, in weerwil van de gesteldheid van den bodem en het slechte weer. Da Franschen hebben hun patroeljes voorbjj Folembray en bezuiden het bosch van Couchy vooruitgestuwd. Den schot van Fransehe bat- terjjen deed een Duitsche opslagplaats van munitie, noordeljjk van Reims, in de lucht vliegen. Overigens was het 's nacht rustig.' Gister hebben Fransehe vliegers vjjf Duitsche toestellen geveld. Twee kwamen er voor rekening van adju dant Artoli, waarmee het aantal vliegtuigen, door dezen onderofficier vernield, tot acht steeg. In den nacht, die voorafging aan 26 Maart, wierp een Fransch luchtsmaldeel 1000 K.G. projectielen op fabrieken van Diedenhafen en het bekken van Briey, zoomede op de stations Conflans eu Montmédy. LONDEN, 26 Maart (Reuter). Officieel Van ochtoDd hebben wij het dorp Lanicourt benoorden Bapautne aan de weg naar Kamerjjk aanvallen. Wjj maakten 30 gevangenen en namen een machine geweer. De vjjand deed vanmiddag van het oosten en noordwesten uit forsche tegenaanvallen, maar werd verdreven. De derde aanval, die in het open veld in ons geschutvuur raakte, kon zich niet ontplooien. Een bomaanval, in den Dacht op een Eögel- schen post benoorden Beaumetz lez Cumbrai gedaan, is afgeslagen. Vjjandeljjke afdeeling, die onze linies in de buurt van Fauqu sart en ten O. van Yperen trachten te naderen, zjjn door machinegeweer vuur verstrooid. PARIJS, 26 Maart. (Havas) De bladen be vatten een brief van den voorziter van het departementale verbond van krjjsgevangenen te Besanfon verklarende, dat thans 30,000 Fransehe gevangenen bezig zijn met schans werk en spoorwegwerk op 1400 M. van de vuurlinie. Zjj worden onvoldoende en slecht gevoed en ondergebracht. De brief protesteert tegen handelingen,die hjj als een verfjjnde

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1917 | | pagina 2