Van hst Westelijk oorlogstooneel.
Op Zee
BINNENLAND.
Officieele communiqué's.
Over de gii*ens gekomen
Oorlogsgruwel.
Uit üKlesopotamië.
Heft aniwoofd van de entente
aan Wilson.
ONZE OOST,
laatste dagen herhaaldelijk tot den aanval
overgingen, om de door de Russen veroverde
loopgraven te hernemen, wat echter mislukte.
Voor het oogenblik heeft de strijd in den
Riga sector echter nog niet veel invloed ge
had op den vooruitgang der Duitsch-Oosten-
rijksche troepen in Roemenie, waar de Rus
sisch- Roemeensche troepen achter de Sereth
zijn teruggedreven.
En inmiddels schijnen de Centralen nog
in staat, troepen aan het Roemeensche front
te onttrekken en naar het Macedonische front
over te brengen. Een Reuter bericht uit Londen
meldt, dat Bulgaarsche troepen die onlangs in
de Dobroedsja streden, en Oostentijksche re
gimenten, die nog voor eenigen tijd bij Kal-
kandelen stonden, in Macedonië zijn aange
komen. Die versterking der troepenmacht in
Macedonië duidt, naar de berichten van Reuter
doen uitkomen, op plannen, om een krachtig
offensief tegen Sarrail's leger te beginnen.
Maar tevens om koning Konstatijn van Grie
kenland aan te moedigen tegenover de ge
allieerden.
Men 8chjjnt in Londen te meenen, dat een
plan van samenwerking bestaat tusschen den
Griekschen koning en de Duitschers, en dat
de versterking van het leger in Macedonië
dienen moet, om te trachten in verbinding te
komen met de Grieksche strijdmacht.
De aannemiDg door Griekenland van de
eischen in het ultimatum der Entente gesteld,
zal wellicht andere gedachten omtrent de
Grieksche plannen doen ontstaan. Doch hoe
die meening is blijkt wel uit hetgeen het
«Journal des Débats* over den toestand in
Griekenland zegt
«Het Italiaanscbe kabinet stelt zich op het
standpunt van de drie andere geallieerden
ziedaar de uitkomst van de conferentie te Rome.
Alles moet ondergeschikt worden gemaakt aan
het zoeken naar de wijze, waarop de uiteinde
lijke overwinning is te behalen. Derhalve is
het van het hoogste belang om Konstantijn
en zijn kliek ter zijde te schuiven. Men moet
hard slaan. Er is grond voor de verwachting,
dat in militair ohzicht het noodige geschieden
zal*
PARIJS, 11 Jan. (Havas OfficieelIn
de Argonne hebben de Franschen bij de Fille
Morte een mijn laten springen, die de Duitsche
loopgraven erg ontredderd heeft.
Aan den rechteroever van de Maas is een
aanval van de Duitschers op Fransche loop
graven bij het bosch van Cassières in een
levendig gevecht, waarbij de Duitschers erg
gehavend werden, afgeslagen.
Overal elders is de nacht kalm voorbij
gegaan.
BERLIJN, 11 Jan. (Wolff) Officieel avond-
bericht Gedeeltelijke aanvallen van de En-
gelschen bij Serre en Beaumont zijn gestuit.
Aan de Vlaamsche kust.
Blankenberge is de tweede badplaats van
België en ock bij duizeüde Nederlanders be
kend.
Van Blankenberge mag men naar Uitkerke,
dat is een dorp tien minuten gaans ver. En
dat is alles. De bewoners zitten dus gevangen
in enkele straten beneden aan den hoogen
langen zeedjjk, die met ruime hotels en sier
lijke villa's prijkt, waarin echter de Duitscher
meester speelt.
Nu en dan komt een onderzeeër de kleine
haven binnen. Marinevaartuigen liggen hier
niet. Immers Zeebrugge, de vioolbasis, is slechts
enkele K.M. ten Oosten.
De sloepen der visschers liggen al twee jaar
stil. De Duitschers dwingen drie visschers met
een sleepboot voor hen bij de kust tp visschen.
De grootste visschen zijn voor de officieren
de drie Blankenbergenaars krijgen 't afval tot
loon. Is die sleepboot uit, dan mogen eenige
audore visschers, in bezit van een paspoort,
in roeibooten ook voor de kust ter vangst
gaan.
De bezetting van Blankenberge bestaat uit
mariniers. Deze logeeren echter niet in het
stadje, maar in de «uderstandsc der duinnen.
Weerzgden van de badplaats en voorbij Wen-
dnine liggen ondergrondsche kamers, zeer ge
rieflijk en zelfs weelderig ingericht. En men
begrjjpt dit* als men weef, dat de mooien meu
belen uit hotels en villa's daarheen verhuisd
zjjn, zoowel bedden, canape's, fauteuils, als
piano's. De mariniers houden daar de wacht
artilleristen staan gereed om de stukken, die
in 't zand verborgen zijn en wier muil naar de
zee grijnst, te bedienen.
In 't stadje zelf zijn ook troepen maar die
komen er van de IJzer rusten. Zij logeeren in
de hotels. Hun aantal is echter veel geringer
dan voorheen de militairen klagen over honger.
Te Blankenberge is weinig schade hier en
daar een geschonden huisVroeger meldden
we hoe eens van uit zee 't station beschoten
werd. Wat meer landinwaarts ligt Lissewehe j
de bevolking is eens op de vlucht geslagen,
{oen de granaten der Engelscheo tot bjj de
kerk vielen, maar thans weer rustig thuis. Er
zijn zelfs granat-n geyallen tot bij Dudzeele,
niet ver van Brugge.
De burgemeester D is zooals men weet,
weg. Hij heett Blankenberge tijdens de bezet
ting moeten veilateu. De bejaarde wethouder
P neemt zijn plaats in. Hij heeft geweigeid
de Ijsten der werklonzen af te leveren. De
Duitschers hebben nu bekend gemaakt, dat zij,
die weigeren voor ben aan de kust te werken,
dus militairen arbeid te verrichten, gedepor
teerd zullen worden.
Men ziet en voelt het dus ook den dwang.
De militaire aibeiders van voorheen, waren
veelal Duitschers, maar we. den voor 't mee-
rendeal bij 't leger ingelijfd.
Zeebrugge ligt dus eenige K.M. ten Oosten.
Veertien dagen geleden kwamen er van Hobo-
ken een nieuwe torpedoboot aan. De Duitschers
breiden er hun eskader steeds uit.
Wij werden door een Engeisch vuurschip
aangehouden, verklaarde me een opvaareude
van een opgebracht schip, 't Was nacht. Ik
had de wacht. Pioseling zag ik aan weerskan
ten een torpedoboot en voor ons een onderzeeër.
We moesten volgen. Wal waren de Duitschers
zenuwachtig Alle lichten dooven. Zelfs ver
bod een pijp of sigaar aan te steken. Alles'
afsluiten, dat geen minste schijnsel naar buiten
kwam. Op de torpedobnoten vlogen mannen
van boven naar beneden. Overal uitkijken.
Soms stoppen en luisteren.
De Duitschers vreesden maar, dat de En-
gelsehman hun waagstukje zou komen storen,
't Was een onder bedekking van de duisternis.
Doch wie zoo'n tochje heefi meegemaakt, be-
giijpt dadelijk dat de Duitaeher bier heel wei
nig te vertellen heeft.
Toch is Zeebrugge hinderlijk. De Duitschers
hebben er hun bureaux grootsch ingericht,
men zou zeggen een vioolbasis, die alle zeeén
beheerscbt. Maar 't is er doodscb en de schild
wachten stago zich vreeselijk te vervelen op
d6 duinen of den muur.
De onderzeeërs echter komen en gaan maar
bijna geruiscbloos, geheimzinnig, geljk geheel
hun rol is Tel.
Een Brusselsche correspondent van het Hbl.
schrijft d.d. 7 Jan.
Af en toe verschjjnt in de Hollandsche
bladen een kort relaas omtrent de avontuui-
lijke wijze, waarop jeugdige Belgen nog steeds
over de Nederlandsche grens weten te komen.
Tn verband daarmede meen ik u mededeeiing
te mogen geven van een bekendmaking, die
zoo even op de muren van Brussel is aange
plakt, en waaruit blijkt welke zware straffen
ja, hoe nu wel de zwaarste aller straffen
de jonge Belgen bedreigen, die in hun pogen
om de grens te overschiijden falen en door
de Duitscbe autoriteiten worden gesnapt. De
alhier aangeplakte bekendmaking, die de hand-
teekening draagt van den waarnemenden gou
verneur-generaal in België, luidt, ais volgt
«Een bende van een honderdtal, ten deele
bewapende mannen, heeft op G December 191G
gepoogd met geweld over de grens te trekken
en Nederlandsch gebied te bereiken. Daarbij
zjjn 37 personen aangehouden, waarvan de
Veldkrjjg*raad bij het Kr ijg-gouevernemeut
Luik, bij vonnis van 18 December 1916, er 30
ter dood veroordeeld heeft 4, die den ouder
dom van 18 jaar nog niet hadden bereikt en
waarvan niet bewezen was dat zij eenig wapen
op zich droegen, werden ieder tot 15 jaar ge
vangenisstraf verwezen. Drie personen zijn er
met mildere straffen afgekomen, daar niet be
wezen was, dat zjj wisten met welke middelen
het overschrijden der grens zou worden ten
uitvoer gebracht.
In aanmerking nemende, dat de deelnemers
aan de poging tot grensoverschrijding door
geweteniooze drijvers verleid waren en den
ernst van hun misdaad niet zullen hebben in
gezien, hcffi ik in dit geval de doodstraf nog
eens in levenslangen dwangarbeid veranderd.
Mocht zich echter nog een dergeljk geval voor
doen, zoo zal ik vermoedelijk van mijn recht
om genade te verlepnen geen gebruik meer
maken.
Em Fransch officier, zekere kapiiein Hassler,
is vijf keer gewond geweest en heeft bovendien
een schedeloperatie moeten ondergaan. Niet
temin is hij weer naar het front teruggekeerd,
al zat zjjn hoofd nog in de windsels.
Deze zelfde kapitein Hassler heeft een boek
over den oorlog geschreven «Ma campagne,
Aout 1915-Decembre 1915*. Wij doen er één
aanhaling uit
.Mijn manschappen hadden hun loop
graaf gemaakt, en toen zy veilig waren zorgde
ik voor een klein hol om te slapen. Mijn sol
daten hadden hoopen lijken van Duitschers
opgegraven, maar wij hadden het niet voor
het uitkiezen. Ik viel in slaap, en in een paar
seconden snorkte ik heerljjk, maar het ontwaken
is soms niet prettig. Toen ik bjj daglicht in
mijn kuil rondkeek; vond ik hier doode handen
uitsteken, daar doode voeten, enz. Ik kroop
eruit eu vond daar de hoofden van twee doode
Duitschers die mij aanstaarden, de een met
een spookachtigen trek van angst, oogen vol
ontzetting en wijd open mond.
Vier dagen en nachten heb ik in die vreese-
lijke omgeving moeten verblijven Maar ik heb
erger dingen doorgemaakt en geleidelijk wordeu
de gevoelens afgestompt. Niettemin moet men
sterke zenuwen hebben om den aanblik van
een stapel dooden bij maanlicht uit te houden.
Ik weet niet hoe vaak ik wel gewenscht heb,
dat de maan er niet zou zijn.
Nog één andere aanhaling
«De korporaal kwam mij halen en vertelde
mij, dat een man zwaar gekwetst was. Het
was een arme kerel van 32, reeds stervende
toen ik kwam. «Wel oude jongen* zei ik
«wat is er aan de hand*.
«Dit kapitein* en bij toonde mij een
granaatwond in de maag. «Ik weet dat ik
dat ik sterven ga en ik zou eerst nog iets
willen zeggen.*
«Malligheid, oude jongen, aan sterven moet
je later maar eens denken. Ik zal je laten
•onderzoeken en in het hospitaal doen opnemen.*
«Kapitein, ik weet dat het mij gedaan is.
Ik zou u iets willen vragen Ik heb een vrouw
en kinderen vari wie ik veel houd, en die ook
veel vaD mij houden. Schrijf u voor mij aan
hen, kapitein, schrijf hun een mooien brief,
vertel hun, hoe ik gestorven ben, en dat mijn
laatste gedachten voor hen zijn geweest.*
Er rolde een dikke traan langs zijn wang,
en ik moest ook schreien. »Kapitein« ging
hij voort zou u goed vinden, dat ik u even
op de wang kus, en wilt u hun dan vertellen
dat die kus voor hen bestemd was
Ik nam hem in mijn armen en legde hem
weer neer. dood, tegen den wand van de
loopgraaf'. Zulke dingen doen iemand het hart
ineenkrimpen, ik kan er niet zonder tranen
aan terugdenken.*
LONDEN, 11 Jan. (Reuter.) Officieel: Ten
noordoosten van Koet el Aruara, aan den rech
teroever van de Tigris, hebben wij 10 Januari
in den ochtend, ten spijt van het nevelachtige
weer, de krijgsverrichtingen voortgezet. Den
geheelen dag vorderden wij.
Bij het vallen van den nacht waren de
Turksche loopgraven aan den rechteroever van
de Tigris in de bocht ten noordoosten van
Koet grootendeele ons. Het aantal gisteren
gemaakte gevangenen steeg tot 178, onder
wie 7 officieren.
Een enkele verbiudingsloopgraaf ter lengte
van 300 meter bevatte 200 lijken van Turken.
Elders schijnt het ongeveer evenzoo gesteld.
LONDEN, 11 Januari. (Reuter.) Het ant
woord der geallieerden op Wilson's vredes
nota geeft de meening te kennen, dat het op
dit oogenblik onmogelijk is een vrede te krijajen,
die de vergoeding, het herstel en de waar
borgen verzekert, waarop de geallieerden recht
hebben.
De geallieerden verklaren, dat zij hun uiterste
best zulien doen om de schade, door den oorlog
aan de onzijdigen berokkend, zooveel mogelijk
te beperken.
Het antwoord bestrijdt in den hoff'elijksten,
doch stelligsten vorm de gemaakte vergelijking
tusschen de twee groepen van oorlogvoeren
den, somt uitvoerig Duitschland's barbaarsche
strijdmethoden op, die tegen alle beginselen
van menschelijkheid en het aan kleine staten
verschuldigde ontzag indruischen o. a. de
moorden op Armeniërs, de Zeppelin-aanvallen,
de duikbootoorlog tegen koopvaarders, de
slechte behandeling van gevangenen, de depor
taties enz. en zegt dan zulk eeu opsom
ming van misdaden zal stellig het protest,
dat de geallieerden hier aanteekenen, verklaren.
Ten aanzien van de vredesvoorwaarden zegt
het antwoord zij omvatten herstel van België,
Servië en Montenegro, met schadeloosstelling
Ontruiming van het bezette gebied in Frank
rijk, Rusland en Roemenië, met gepaste ver
goeding; reorganisatie van Europa, op den
grondslag van het nationaliteitsbeginsel en
het recht voor alle volken klein en groot, op
volle zekerheid van vrije economische ontwik
keling
Herstel van de gebieden, die aan de gealli
eerden zijn ontrukt
bevrijding van de volken, die onderworpen
zijn aan de moorddadige tyrannie van de
Turken; verbanning van het Turksche keizer
rijk uit Europa.
Het antwoordt zegt ten slotte, dat bij de
geallieerden in geenen deele de bedoeling be
staat om te trachten naar politieke uitroeiing
der Duitsehe volken.
De „Leda".
Het Nederlandsche stoomschip «Leda* van
de Kon. Ned. Stoi invaart Mij., dat in de Golf
van Biscaje door een onderzeeër beschoten
werd, is in ballast van Rotterdam, waar de
lading erts gelost "was, te IJmuiden binnen
gekomen en naar Amsterdam opgestoomd.
Men van ara de volgende bijzonderheden, doch
konden niet een volledig verslag der gebeurte
nissen krijgen, daar het de bemanning verboden
was iets omtrent de beschietirg, buiten de
militaire autoritéhen om, mede te deelen. Te
Rotterdam was echter reeds een verboor door
de militaire autoriteiten over het voorgevallene
afgenomen.
Het stoomschip «Leda*, kapitein Van Wijk,
met een lading r yriet van pl.m. 1400 ton,
was op reis van Huelva naar Rotterdam, toen
het op de hoogte van Kaap Finisterre was en
niets anders op de oppervlakte der zee zag
dan zooals men eerst meende, een zeilsisschers-
vaartuig, Toeu de «Leda* het vaartuig dichter
genaderd was, loste het eensklaps een scherp
schot in de richting van het stoomschip, dat
na onderzoek bleek goed raak geweest te zijn.
De granaat had n.l. aao bakboordzijde door
de brug haar weg gevonden en versplinterde
een gedeelte van den voet van het kompas,
ging verder door de kaartenkamer, waar de
kapitein zich op dat oogenblik bevond, om
weer aan stuurboordzijde Ie verdwijnen. De
granaat had een gat in den vloer van de brug
geslagen en in den wand van dit scheepsge-
deelte ontdekte men miustens een dertigtal
gaatjes van verschillende grootte.
Niemand van de bemanning we'd gekwetst,
zoodat alleen materieele schade geleden werd.
Het had echter anders kunnen zijn en de
matroos, die aan het rner stond, had gedood
kunnen worden. Toen het zeilvaartuig na het
gebeurde eensklaps ondeidook om niet weer
boven te komen (blijkbaar had de commandant
zijn vergissing ingezien), ontdekte men eerst,
dat men met een duikboot te doen had. Door
het spoedig verdwijnen heeft men de nationa
liteit niet kunnen vaststellen
Men vervolgde onmiddellijk de reis en k wam
14 December in de Downs aan, waar men drie
weken werd opgehouden. Te zatnen met de
stoomschepen «Zeus«, «Mars* eu «Anders*,
alle eveueeus met erts geladen, stoomde de
«Leda« naar Rotterdam, waar deze schepen
den 8sten Januari aankwamen.
Beperking Zondagsdienst bij de
posterijen.
Er zijn bij de post maatregelen in voor
bereiding, om het aantal verzendingen op
Zondag te verminderen, en de bestelling op
eeu zoo vroeg mogelijk tijdstip in de ochtend
uren te doen ploats vinden.
Overwogen is ook om de kantoren des
Zondags voor de behandeling van spaarbank
zaken te sluiten.
Bovendien is den directeuren aangeschreven
de uitvoering van administratieve werkzaam
heden door het personeel op Zondag zooveel
mogelijk te beperken.
Nederlandsch stoomschip opgebracht
Een officieel Wolff-bericht meldt
Op 10 December hebben onze Vlaamsche
zeestrijdkrachten het Nederlandsche stoomschip
«Import*, op weg van Rotterdam naar Londen,
naar Zeebrugge opgebracht.
De lading bevatte o.a. katoenwaren, oliën
en dranken.
Het stoomschip «Import*, groot 513 netto
en 847 bruto tons, was in de geregelde vaart
van Rotterdam op Londen. Het schip vertrok
Dinsdag en was te 10 u. 40 m. nam. in zee.
Naar de firma mededeelt, zal het spoedig
worden losgelaten, daar het slechts 10 a 20 pet.
contrabande aan boord had.
Opstand iu Tapanocli.
BATAVIA. (N. I. P. A Volgens de bladen
bevinden zich onder de opstandelingen ook
Atjehers.
in een geïnspireerd bericht deelt de «Java
Bode* nipde, dat de Parboeaamdambeweging
hetzelfde doel beoogde als de tegen het Neder
landsch gezag gerichte Sarekat Abang-bewe-
ging in Djambi.
Onlusten in Tapauoeli.
De berichtgever te Soerabaja seinde dd. 8
Jan.
Ten gevolge van het optreden der gewa
pende politie werden de opstandelingen in
Tapauoeli in westelijke richting verjaagd of
opgevangen door de militaire troepen.
In den nacht van 3 dezer werd te Siboeloean
een groote vergadering verrast door de troepen,
die deelnemers vervolgden en bij Patoena
Godang aanvielen. Drie opstandelingen werden
gedood, twee gewond en zestien gevangen
genomen.
De leiders van den opstaud zjjn bekend.
De beweging breidt zich nit in de richting
van Loboe Iskam
De waarnemend gezagvoerder Mulder was
op 1 Januari vertrokken naar het terrein van
de ongeregeldheden. Den volgenden dag te
vjjf uur, terwijl hij een vergadering dwong
uiteen te gaan, werd hjj overvallen en ver»
moord.