Yan het Westelijk oorlogstooneel,
mNNKJNLAND.
de mogelijkheid van Roemenië'a ingrijpen heb
ben voorbereid en gereedstaan den Roemenen
een eersten klap toe te brengen. Maar hier
komen we op het terrein der veronderstellingen,
dat in dezen oorlog steeds gebleken is een
zeer gevaarlijk terrein te zijn. De »Köln.
Ztg." beweert, dat een Duitsch-Oostenrijksch
leger in Zevenbergen onder de beproefde leiding
van Mackensen gereedstaat. Het is echter de
vraag hoe groot de reserves zijn, die de cen-
tralen, aan zoovele zijden bedreigd, voor dit
doel hebben kunnen sparen.
Zoo zijn er trouwens op het oogenblik
nog tal van vragen, waarop eerst de naaste
toekomst ons het antwoord zal leeren. Daar
is de vraag in de 'eerste plaats, welke hou
ding Bulgarije thans zal aannemen. Het Bul-
gaarsche gevaar is voor Roemenië zeker be
langrijk verminderd, nu de Bulgaren het
offensief tegen de Entente troepen in het
zuiden zijn begonnen, waar ze zeker de han
den vol zullen hebben. Maar hoe zal zich
de geheele verhouding tot Bulgarije ontwik
kelen, nu voorloopig althans alleen met Oos
ten rijk-Hongarije oorlog wordt gevoerd Zal
Roemenië thans den Russen gelegenheid geven
naar Bulgarije door te trekken, hoewel het
nog niet met dit land in oorlog is Zal de
nieuwe toestand, door Roemenië'a ingrijpen
ontstaan, de vredespartij of beter wellicht Dog
de Russischgezinde party, in Bulgarije nieu
wen steun geven Al deze vragen mogen
worden gesteld en zullen ook in Duitschland
worden gesteld, waar men zich blijkbaar over
de vastberaden trouw van den Bulgaarsehen
bondgenoot geen al te groote illusies maakt.
Het verstandigst is het zeker, op al deze
quaesties voorloopig niet te diep in te gaan
en eerst de aanwijzingen af te wachten, die
de toekomst zal brengen. De toestand op den
Balkan is zoo uiterst ingewikkeld, er werken
daar zoovele invloeden en tegenstellingen dat
voorzichtigheid bij de beoordeeling geboden
is. Vooral ook omdat thans de mogelijkheid
grooter is geworden van een deelneming van
Griektnland aan den oorlog. Het bericht van
den »Temps« over het ontslag van generaal
Doesmanis, den chef van den Griekschen
generalen staf, en de vervanging van dezen
Duitschgezinden opper-officier door den En
tentevriend Moschopoelos, zou, indien bet
mocht worden bevestigd, een sterke aanwijzing
zijn voor de richting, die Griekenland zal in
slaan.
Een bewijs van de nauwe samenwerking,
die thans tusschen de geallieerden bestaat, is
zeker, wel bet samenvallen van Roemenië 's
oorlogverklaring aan Oostenrijk-Hongarije, met
die van Italië aan Duitschland. Ook deze oor
logsverklaring is een succes voor de diplomatie
der Entente. Italië, dat langen tijd de fictie
heeft volgehouden in vrede te zijn met Duitsch
land, terwijl het diens bondgenoot de zwaarste
slagen trachtte toe te brengen, is eindelijk
voor den aandrang van zijn geallieerden ge
zwicht en heeft ook aan Duitschland den oor
log verklaard.
De jmilitaire toestand verandert hierdoor
feitelijk niet, de oorlogsverklaring heeft alleen
beteekenis uit economisch oogpunt vooral
ook voor de toekomst. Voorloopig zal het voor
naamste gevolg wel dit zijn, dat de in Italië
liggende Duitsche schepen nu zullen worden
in beslag genomen. Dat Italië, dat in eigen
land en door de deelneming, zij het op be
perkte schaal, aan de actie op het zuidooste
lijk oorlogstooneel zeker wel al zijn troepen
noodig heeft, nu ook nog troepen voor het
westelijk front beschikbaar zal kunnen stellen,
is niet te verwachten, lr.tusschen, al- brengt
d» nieuwe Italiaansche oorlogsverklaring geen
wijziging in de militaire positie, zij is een
nieuwe slag voor de centralen, die te feller
zal worden gevoeld, nu de honderdduizenden
versche Roemeensche troepen ook voor den
militairen toestand der centralen een ernstige
bedreiging zijn en aan weer een nieuw front
de Midden Europeesche vesting zal worden
bestormd.
Officieele communique's.
PARIJS, 28 Aug. (Reuter.) Communiqué.
Artillerie-actie aan het Sommefront. Rechts van
de Maas deden Duitschers vergeefsche aanval
len oostelijk van Fleury en bombardeerden zij
de loopgraven bij Vaux en het Chapitre-'oosch.
Op de overige deelen van bet front verliep
de dag rustig.
LONDEN, 28 Aug. (Reuter.) Officieel. Veld
maarschalk liaig berichtOnze verdragende
kanonnen bombardeerden met succes de troe
pen-transporten op verschillende plaatsen tus
schen Bapaume en Miraumont.
De vijandelijke artillerie beschoot met tus
schen poozen de streek tnsschen Pozières en
Thiepval.
Op andere deelen van het front waren onze
artillerie en loopgraafmortieren in actie.
Ia den arond van 26 Augustus overviel een
hevige storm acht onzer vliegmachines. Vijf
daarvan keerden niet terug.
BERLIJN, 28 Aug. (W. B.) Officeel. In
het Sommegebied deden des avonds en 's nachts
onze tegenstanders onder inzetting van een
krachtige vuurvoorbereiding pogiügen om onze
liniën ten Doorden van de rivier door te bre
ken. De Eugelscben bestormden herhaaldelijk
onze stellingen aan de fronten Thiepval
hoeve Mouquet en DelvilleboschGiscby de
Franschen deden aanvallen tusschen Maurepas
Clery. De aanvallen mislukten ten deele na
gevechten op korte afstand, ten deele door
tegenaanvallen. Ten zuidwesten van de Mon-
qeut en in het Delvillebosch wordt in kleine
loopgraafgedeelten nog verder gevochten. Aan
het overige front, behalve levendige vuuractie
des avonds ter weerzijden van het La Bassée-
kanaal en aan den oostelijken oever van de Maas
niets belangrijks.
Voor Verdun.
In „Le Journalbeschrijft Charles Humbert
een bezoek aan Verdun:
„lk heb Verdun willen terugzien, mijn
arme dierbare Verdun. In de zesde maand
van den afschuwelijken veldslag heb ik het
contact willen herstellen met onze dappere
strijders, een oogenblik naast hen willen leven,
hen bezig zien aan hun heldhaftig werk, Uit
hun mond hun indrukken, hun overtuiging
en hun hoop willen hooren.
Zij allen, bevolking, soldaten en chefs, vor
men slechts één lichaam, zij allen hebben my
gezegd: „Zij zullen-Verdun niet hebben."
Evenals op mijn vorige reizen heb ik op
nieuw, in lange rijen, de zware vrachtwagens
ontmoet, die naar de vuurlinie gaan of er
van terugkomen ik heb weer de oude ploe
gen oude territorialen gezien, bezig om de
wegen op te hoogen, om ze onophoudelijk te
herstellen.
Ik heb de orde en de dicipline bewonderd,
die overal herschen, de toewijding en den ern-
stigen ijver van die mannen, antomobilisten
en militaire wegarbeiders, uitsluitend bezorgd
om bet beste hun plicht te vervullen, en
vroolijk bezig aan hun zwaren arbeid onder
de heete zon, in het verstikkende stof.
Ik heb de verwoeste dorpen weergezien, de
velden bezaaid met graven. Te midden van
die beelden van vernieling heeft de burger
bevolking, ouden van dagen, vrouwen en kin
deren, het werk hervat en is zij reeds bezig
de ruïnen weder op te bouwen, alzoo de won
derbare vitaliteit aantoonende van ons ras,
dat geen enkele beproeving ter neder slaat
en dat geen enkele poging ontmoedigt van
het oogenblik af aan, dat zijn geweten het
zegt, niet te wijken en den eerbied van de
wereld te verdienen.
Ik ben vrachtwagens tegen gekomen, die
troepen uit de loopgraven terugbrachten
mannen in hemdsmouwen en naakt bovenlijf,
het gezicht bedekt met zweet en stof, maar
allen vroolijk, vol vuur, zingende om hun
vermoeienis te vergeten.
Ik heb den indruk gekregen, dat het moreel
van onzen dapperen nog beter was dan toen
ik ze laatst bezocht. Men voelt dat een chef
het bevel Voert en dat hij het vertrouwen en
de liefde geniet van wie hem gehoorzamen.
Een officier van hoogen rang, na mij voor
loopig op de hoogte te hebben gebracht van
den loop der operaties, heeft mij de reden
gezegd van zijn hoop. Zonder twijfel heeft
Duitschland geen enkel man van het leger
van den Kroonprins afgenomen, en heeft waar
schijnlijk niet de artillerie verminderd, die
Verdun bedreigt. Maar het heeft geen versche
divisies in den strijd geworpen en het schijnt
meer dan vroeger voorzichtig te zijn met het
verbruik van munitie.
Toen ik mijn wensch uitsprak om mijn
pelgrimstocht tot het einde te volbrengen, en
binnen de verwoeste muren van Verdun door
te dringen, zeide mijn zegsman mij „lk zal
u iets beters voorstellen. U bent nu reeds
drie keer overdag binnen gekomen, een nieuw
bezoek zou u niets meer kunnen leeren. U
zult het alleen nog wat erger verwoest vinden,
maar ik kan u vannacht tot aan het fort X.
brengen, daar zult u een indruk krijgen van
het ensemble van den veldslag".
En wij zijn 's avonds vertrokken langs
donkere wegen, waar, met gedoofde lichten, de
convooien met nieuw proviand circuleeren,
een lange processie van schaduwen, die elkan
der zonder geluid, zonder een stoot, zonder
een weifeling opvolgen.
Aan den rand van den weg lost een trein
granaten, die snel door munitie-sectie worden
weggevoerd. Verderop kom ik bagagewagens
tegen, vrachtwagens, een battery zware artil
lerie, die stelling gaat nemen.
Overal om ons heen ontsteekt de hemel in
brand van gloed, men zou zeggen een ge
ducht onweer, waarvan de donder rommelt
zonder ophouden.
Thans naderen wij de vuurlinie. De blik
semstralen zijn brusk en duidelijk. Het ge
weld der knallen en der ontploffingen is
dichtbij.
En daar sta ik op de hoogte die het fort
domineert. Voor my, rechts vaD mij, links
van mjj, lichtten snelle dwaallichtjes op.
Schijnsels loopen over het donkere véld. Lich
tende vuurpijlen stijgen op en werpen een
hard licht over alles. Hier en daar ontploffen
vuurballen, een oorverdoovend lawaai vervult
de lucht.
In het weifelend licht van dat sombere
vuurwerk onderscheid ik al de geluiden van
dat wijde slachtveld, dat zich in een halven
cirkel uitstrekt van den linkeroever van de
Maas tot aan de streek van Vaux.
Plotseling stijgt aan den horizon een brand
op, dooft uit, vlamt weer op en flikkert eenige
oogenblikkenj als een bengaals vuur, dat met
schokken brandt.
„Dat moet een Duitsch munitie-depot zijn
dat spiingt," zegt mijn metgezel.
En de artilleriestrijd gaat door, verwoed.
Geen enkele kreet, geen enkel geluid van ge
weervuur, geen enkel geknetter van een ma
chinegeweer.... niets dan de groote stem van
het kanon....
O zij die zich den oorlog al bijna geëin
digd denken, moeten maar eens, evenals ik,
dat onvergetelijke en verschrikkelijke schouw
spel gaan zien Dat zij dit veld van slachting
en verschrikking maar eens gaan bekijken,
waar de wanhopige krachten van twee naties
tegen elkaar aanbotsen.
Zij zullen er de scherpe sensatie van mede-
nemen van de geduchte poging tot vernieling,
waarheen al de middelen, al de wilsuitingen
stormloopen van de volken, die elkaar het
hoofd bieden."
Van de Yserlinie.
VAN DE GRENS, 26 Aug. (Telegraaf.)
Wat leeft en roert daar nog, achter de lijn
RousselaereThorhout -Ostende zoo vraagt
menigeen, en vooral hij, die vandaar gevlucht
of met geweld verdreven is, zich af. Kanon
gebulder is 't eenige wat men uit die geheim
zinnige streek, het voorland van 't Yserfront,
verneemt. Wij kunnen thans wat meer ver
tellen.
Thorhout, Rousselaere, zijn, zooals we trou
wens reeds meermalen beschreven, echte sol-
datenkampen. Verder in de richting van 't
front, is, alle verkeer voor burgers verboden.
Daar liggen de ontvolktt, vernielde dorpen.
Enkele bleven echter gespaard en bewoond.
Hooglede, Gits en Cortemarck hebben in de
omgeving wel uitgebrande hoeven (meestal nog
in 1914 moedwillig door de Duitschers ver
nield), maar zijn zelf bijna ongeschonden.
Couchelaere is als de drie vorige bewoond.
Ichtegem en Ghistel eveneens. Ghistel heeft
eenige schade van bommen op het vliegplein
nabij 't Godelieve-klooster gericht.
De eerste vernielde gemeente tusschsn Thor
hout en Dixmuiden, is Vledsloo. Van de kerk
staan nog alleen stukken. Burgers zijn er niet
meer. De Duitschers bezitten er abris in beton
en staal, boven den grond want de ondergrond
is weinig geschikt voorwerken. Dit abris die
nen voor de reserven, welke hier geregeld
liggen.
Oost-Nieuwkerke telt nog eenige gezinnen
van burgers, maar West-Roozebeke, Moorslede,
zijn voor een groot deel vernield en geheel
onbewoond. Ledegem en Dadizeele zijn be
woond en nog gaaf. Becelaere, Langemarck,
Plasschedale, Benschoote, en meerdere dorpen
vlak bi] 't front bestaan alleen nog uit een
puinhoop.
De linie bij Dixmuiden is het meest 't too-
neel van gevechten. De stad is in bezit der
Duitschers zooals men weet. Recht over de
stad, aan de overzijde van de Yser, ter plaatse
van de Hooge Brug* liggen echter de Belgen,
die tot in de vernielde straten kunnen kijken.
Maar even ten Noorden der stad, bij de petro-
leum-tanks hebben de Duitschers een post over
de Yser, dus op den linkeroever. De Belgen
daarentegen hebben ten Zuiden van Dixmuiden
een post op den rechteroever van de Yser.
Aan 't Yserfront bevinden zich ook nog Fran
schen, n.l. bij Nieuwpoort, waar de zes groote
sluizen een zeer voornaam strategisch punt
uitmaken.
Aan den overkant van de Yser zijn Coeskerke,
Oostkerke, Lampernisse gedeeltelijk vernield
en geheel onbewoond. Lampernisse is ver
maard om zijn »graf der geallieerden*, waar
een vijftigtal Fransehen en Belgen rustten,
die samen door een bom, welke in de kerk te
Lampernisse viel, gedood werden. Langen tijd
stond er een reusachtig kruis op dit graf, te
gen den gehavenden, toch nog indrukwekken-
den toren. Die toren, een waar kunstwerk,
ligt nu neer.
Men vraagt dikwijls of de Yser nog over
stroomd is. Bij plaatsen is er nog veel water.
Men moet zich echter niet voorstellen, dat aan
beide zijden der rivier het land blank staat.
Hier en daar ziet men uitgestrekte plassen.
Als 1 winter wordt, strekt zich de vloed weer
yerder uit en bereikt men alle posten slechts
door water en slijk, zoo aan Duitsche als Bel
gische zijde.
Bij de kust is Westende het punt, tot waar
men de Duitschers per tram brengt.
Van dit vernielde dorp gaat men verder on
der beschutting van de duisternis of in (jen
nacht,
De moordenaars van baron d'Aeoz.
HAVRE, 28 Augustus. (Havas.) Een jaar
geleden werd het kasteel van baron d'Udekum
d'Aeoz door Duitsche officieren bezet. Het
lijk van den baron werd eenigen tijd later in
een naburig bosch gvvonden. Het droeg de
sporen van verscheidene revolverschoten, die
op korten afstand gelost waren. Eenige maan
den later verdween de jachtopziener van het
landgoed en men ontdekte het lijk eveneens
diep in het bosch.
De Belgische justitie opende toen de instruc
tie, maar de Duitsche autoriteiten stonden niet
toe haar voort t8 zetten. De »XXme Siècle*
meldt thans, dat deze zaak door de Duitsche
justitie ten einde is gevoerd. Twee Duitsche
officieren, prins S:olberg en graaf Gagern, zijn
voor den krijgsraad gebracht onder beschuldi
ging van tweevoudigen moord. Prins Stolberg
werd ter dood veroordeeld, maar het vonnis is
in gevangenisstraf veroordeeld. Graaf Gagern
werd tot tien jaar dwangarbeid veroordeeld.
De chauffeur van de beide officieren was ge
tuige geweest van de misdaden en had ben
ep de kaak gesteld.
Oe inval der* Bulgaren in
Griekenland.
ATHENE, 24 Aug. (Reuter. Part). Volgens
betrouwbare mededeelingen uit Saloniki boden
de Grieken te Demir Hissar tegenstand, toen
de Bulgaren de stad op 17 Augustus wilden
binnenrukken en dooden 3 Bulgaren. Dit had
represailles van den kant der Bulgaren ten
gevolge, die het Grieksehe garnizoen omsin
gelden, welks lot tot op dit oogen nog on
bekend is.
De Bulgaren zetten hun opmarsch naar Do-
laptchiflik voort, waar zij verscheideue man
nen, in dienst van ons leger staande, gevangen
namen.
Te Vronda viel een Bulgaarsch detachement
het kleine Fransche garnizoen aan, en drong
verder door tot Kavakli. Bij Seres stuiten de
Bulgaren op verzet van de zijde der Franschen
en Grieken. Deze laatsten verloren bij die ge
legenheid drie man, een kapitein en eenige on
derofficieren.
Op 18 Augustus vielen de Bulgaren Okigilar
aan, maar ondervonden hier geen tegenstand
van de zijde der Grieken, die reeds met hun
artillerie teruggetrokken waren Dezelfde Bul-
gaarsche troepenmacht rukte dien dag naar
het dorp Plevna op, en bezette twee dagen la
ter Doxat, aldus hun opmarsch naar Kavalla
voortzettend.
Gemeld wordt, dat het Bulgaarscha leger,
hetwelk in deze richting optreedt, 70.000 man
sterk is, ofschoon dit nog bevestiging behoeft.
Het staat verder vast, dat de Bulgaren by
hun opmarsch de plaatselijke Giieksche auto
riteiten en de bevolking op schandelijke wijze
behandelen. Zoo haalden zjj b.v. de Grieksehe
wapenschilden van de openbare gebouwen af, en
vervingen ze door het Bulgaarsche wapen en
de Bulgaarsche vlaggen. Niet allen ontwapen
de zij de gendarmen, maar zij namen ben me
de op hun toebt naar Kavalla. Overal hebben
de Bulgareu hun eigen overbeidspersoned aan
gesteld.
Het Bulgaarsche leger beweeg, zich zeer
snel. Er bevinden zich geen Duitschers bij. De
Bulgaarsche opmarsch wordt overal door ver
nieling gekenmerkt en overal neemt de Turk-
sche bevilking de wapens tegen de Grieken op.
Kavalla en Drama krioelen van Grieksehe
uitgewekenen, terwijl andere Grieken troep-
gewijze uit het district van Fiorina Daar Kas-
toria en Kailar vluchten. Op verscheidene pun
ten van den weg haddeD gevechten plaats tus
schen Giieksche en Slavische boeren, als ge
volg van de paniek, aovr den inval der Bulga
ren verwekt.
Oe vasscherijkwestie met
Engeland geregeld.
Reuter seint uit Londen
Naar de Daily Mail verneemt, is Zaterdag
tusschen de vertegenwoordigers van de Neder-
landsche reederijen en de Engelsche regeering
een overeenkomst geteekend nopens de bestem
ming, die voortaan de Nederlandsche haring
vangst zal krijgen. De Nederlandsche visschers-
Bchepen, die in Schotland worden vastgehouden,
zullen worden vrijgelaten op voorwaarde, dat
Duitschla id slechts 20 pet. kiijgt van de ge
heele vangstNederland zelf zal 6veneens 20
pet. houden en de overblijvende 60 pet. is be
stemd voor andere onzydigeD.
In buitengewonen dienst seint Reuter over
de getroffen regeling
Voor elk vat (van de 60 pet. der geheele
vangst, die aan onzijdige landen zal worden
verkocht) zal de Engelsche regeering den toe
slag van 30 shillings aan de Nederlaudsche
eigenaars betalen. Dit zal een aanmerkelijken
invloed hebben.
Een lid van een Nederlandsche visscherij-firma
heeft verklaard De Nederlandsche haring zal
evenals altijd op de open markt worden ver
kocht. Indien bjjv. Duitschland 60 shilling