Uitlotingen geldleeningen.
Tout coittittc chez noaz.
gen duüjboot.
MILITIE.
Van het Westelijk oorlogstooneel.
Inlijving van dienstplichtigen voor de
lichting 1917.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN brengen ter kennis van belangheb
benden dat in hunne vergadering van heden
zijn uitgeloot:
a. bet aandeel No. 10 in de geldleaning
groot 5000,aangegaan in 1901
b. het aandeel No. 13 in de geldleening
groot ƒ3500,aangegaan in 1903;
c. de aandeelen No. 30, 32 en 34 in de
geldleening groot ƒ6500,—, aangegaan in 1905.
d. de aandeelen Nos. 30 en 32 in de geld
leening groot 17500, aangegaan in 1906.
e. de aandeelen Nos. 11 en 30 in de geld
leening groot ƒ9000, aangegaan in 1907.
f. bet aandeel No. 5 in de geldleening
groot ƒ7500,aangegaan in 1910.
De aandeelen onder a, c, d en f zijn aflos
baar 1 October 1915, onder b 1 Januari 1916
en onder e 1 Augustus 1915 ten kantore van
den ontvanger de^er gemeente en wat die
onder d, e en betreft ook bij de Amsterdam-
sche bank te Amsterdam en bij Julius Oppen-
heims's bank te Groningen.
Ter Neuzen, den 17 Juli 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Indertijd, toen in onze plaats de strijd om
de H. B. S. hevig oplaaide, hebben wij ge
wezen op de levensvatbaarheid van eene der
gelijke inrichting en tegen de scherpe, de perken
te buiten gaande aanvallen der z. g. Christe
lijke partijen in het licht gesteld, dat de diepe
ondergrond der tegenwerking niet gelegen was
in de financieele kwestie
Deze bracht men bij voorkeur te berde, om
te kunnen vrijbuiten op het gebied, dat niet
onmiddellijk tot de coalitierichting behoorde,
om hulptroepen te werven, waar die anders
voor de anti-rev. c. s. niet te vinden zijn.
De oorzaak van den heftigen strijd lag in
de kwestie van openbaar of bijzonder onderwijs.
Dit was voor ieder denkend mensch toen
reeds duideljjk.
De levensvatbaarheid wordt ieder jaar op
nieuw bewezen.
Al is het eene toevallige omstandigheid,
toch is er voor onze streek nog een tastbaar
voordeel bjjgekomen, dat ieder duidelijk moest
zjjn, die in dezen tijd niet zonder vrees de
uitlatingen in het buitenland hoort of leest.
Al hadde het Rijk zelf hier een H. B. S.
gesticht, wat wij plicht hadden gevonden, ook
dan nog schreven wij destijds zou van
zekere zijde alles gedaan zijn, om dit te doen
mislukken.
Dat leert trouwens de voorgeschiedenis der
H. B. S., toen nog eene algemeene commis
sie voor dit doel werkzaam was.
Waarom wij hier aan herinneren?
Omdat het ook in andere deelen van het
land evenzoo gaat.
Omdat de strijd hier slechts een onderdeel
was van den strijd, die door het geheeleland
zonder ophouden gevoerd wordt met alle
denkbare, niets ontziende middelen om het
openbaar onderwijs tegen te staan.
Het is de strijd, waartegen we voortdurend
te wapen moeten zijn, waarbij we nimmer
mogen inslapen.
Deze strijdt houdt niet op, al worden de
voorstellen der bevredigingscommissie wet.
In 's lands vergaderzaal zal men er dan
minder van merken, maar door het geheele
land, vooral in de kleinere gemeenten zal hij
blijven voortgaan.
In Oud-Beierland waren vele voorstanders
van Middelbaar Onderwijs.
De regeering is genegen tot stichting van
eene H. B. S. over te gaan.
Maar ze wenscht, dat ook Oud-Beierland
wat doet.
Den grond tot stichting beschikbaar stellen
en een zeker subsidie van gemeentewege
jaarljjks.
En ziedaar, ook hier ontbrandt de strijd.
Ook hier hardnekkig verzet, in het bjjzon-
der van de anti-rev. partij.
Niet verwonderlijk, voor wie de toestand kent.
In Oud-Beierland is eene Christelijke School
voor M. U. L. O.
En nu ziet men ongaarne een Openbare
H. B. S. tegemoet.
Op alle mogelijke manieren niet immer
Christelijk, dat zijn we trouwens gewoon
wordt tegengewerkt.
Ter Neuzen wordt daar dikwijls door de
anti-rev. aangehaald.
Men begrijpt op welke wijze.
De waarheid plaats men ook daar niet naar
voren.
De eigenlijke bedoelingen worden zorgvul
dig gemaskeerd.
Om kort te gaan, men gaat er te werk als
vroeger bij ons.
Aan verdachtmakingen en onjuiste voor
stelling ook daar geen gebrek.
Wij hopen, dat op het end Oud-Beierland
zijnde H. B. S. zal verwerven.
Het is voor die streek werkelijk geen weelde.
Velen doorzien de bedoeling der anti-rev.
en hunne aanhangers.
Zullen zij de sterksten blijken
Of zullen gebrek aan ontwikkeling en door
zicht sommigen in het vijandelijke kamp
voeren
Het ging hier immers niet anders?
Maar leerzaam voor ieder, die leeren wil,
is ook de strijd in Oud-Beierland.
Smalend en spottend wordt wel eens van
coalitiezijde gezegd, dat de liberalen immers
het denkend en verlichte deel der natie ver
tegenwoordigen.
Zeker leert de historie der laatste tijden
telkens opnieuw, dat men blijkens hare strijd
wijze, haar geheele wijze van optreden, in
het bijzonder de anti-rev. partij er niet bij
mag rekenen.
De goede uitzonderingen, aan te wijzen, be
vestigen slechts dezen regel.
In Noord-Amerika is aangekomen de Deutsch-
land, een duikboot van groote afmetingen, in
gericht voor den handel.
Dit feit heeft heel wat sensatie verwekt en
eene wereldvermaardheid gekregen.
Wij wenschen niets al te dingen, op den
durf of ondernemingsgeest, die hieruit spreekt,
noch wenschen wij van deze zaak al tegrooten
ophef te maken (gedachtig aan het feit, hoe
Hollandsche oorlogsvaartuigen van kleinere
afmeting hun weg naar het verdere Indië
vonden).
Ook houden wij ons niet onledig met een
betoog, of deze duikboot als handels- of oor
logsvaartuig moet beschouwd worden.
Waar wij wel in verband met de interna
tionale positie van ons land op willen wijzen,
is het volgende bericht, dat we in de dag
bladen aantroffen
,,Jhr. J. Sandberg, gepens. officier van het
O.-I. leger te Rotterdam, deelt aan de N. R.
Ct. mede, dat het denkbeeld, om Duitsche
duikbooten naar Amerika te zenden, teneinde
de Engelsche blokkade te breken, van hem
en niet van iemand in Duitschland is uitge
gaan. Hij had het ruim een jaar geleden
aan admiraal von Tirpitz uiteengezet.
Sedert heeft Jhr. Sandberg niet vernomen,
hoe zijn plan in toongevende kringen in
Duitschland ontvangen was. Alleen vernam
hij zijdelings, dat Ballin, de directeur-generaal
van de Hamburg-Amerikalijn met zijn plan
zeer ingenomen was."
Jhr. Sandberg eischt publiekelijk de eer
op, waarop hij z.i. aanspraak mag maken.
Toch wil het ons voorkomen, dat het wijzer
geweest ware, indien Jhr. Sandberg zijn schrij
ven niet aan de N. R. Ct. had gezonden,
maar toevertrouwd aan eene duikboot, die
vooreerst onder de oppervlakte bleef.
Men kan op den duur te veel relaties met
eene oorlogvoerende mogendheid krijgen.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Het Engelsche offensief aan de Somme en
de Ancre, Vrijdag hervat, met nieuwe aan
vallen tusschen Ovillers en Hardecourt, heeft
volgens het offlcieele rapport van Sir Douglas
Haig geleid tot het bezetten, van de Duitsche
linie over een front van vier mijlen, waarbij
eenige krachtig verdedigde plaatsen werden
genomen. De aanval had ditmaal plaats in een
noordelijke richting, waarbij het plateau van
Thiepval en Poziëres het doel van den aanval
waren, met de rechts daarvan gelegen plaatsjes.
Het plateau van Thiepval, zegt de Times*,
is een zeer versterkt gedeelte van de voorste
Duitsche linie, en is een kiachtig verdedigd
Pozières is een dorp, dat door Duitsche ar
tillerie is bezet, en dat eveneens gerekend
wordt tot de voorste Duitsche linie. En oos
telijk van Trönes-bosch ligt het dorp Guille-
mont, dat als een belangrijke stelling in de
tweede Duitsche linie wordt beschouwd De
krachtige tegenstand, dien de Duitschers boden
in het Trönes-bosch, wordt door de Times*
toegeschreven aan den wensch, Gulllemont
zoo lang en zoo krachtig mogelijk te verde
digen.
Bij den aanval dien de Engelschen Vrijdag
morgen in de vroegte begonnen en waarvan
het eindresultaat nog niet volkomen is te over
zien, ging dus de strijd voornamelijk om het
terrein, waarin Bazentin, het dorp Longueval
en het Bois des Trönes gelegen waren. De
kracht van dien aanval was zoo groot, dat
volgens het Duitsche legerbericht van Zaterdag
de Engelschen er in slaagden, tusschen Pozières
en Longueval, met hunne troepen in de Duit
sche linie door te dringen, en daarin terrein
te winnen. En meer naar het oosten, in het
Trönes-bosch, waarom de geheele vorige week
was gevochten, werden eveneens de Duitsche
troepen genoodzaakt terug te trekken. Daarbij
is het voorloopig gebleven. De generaal Haig
meldt, dat de Uuitschers teruggedrongen zijn
tot op vier mijlen afstands van hun oorspron
kelijke frontlijn Fricourt - Mametz. Sir Douglas
heeft daardoor zeer precies aangegeven, tot
hoever de vooruitgang plaats had, dat wil
zeggen tot Bazentin, dat sedert Zaterdag in
Engelsche handen schijnt te zijn. Britsche
cavalerie ging tot het Foureaux-bosch, ten
noorden van de lijn PozièresLongueval ge
legen vooruit, om de inrichting dier linie te
beschermen, maar werd daarna weder terug
getrokken.
Het Duitsche legerbericht, dat Zaterdag de
ontruiming van een gedeelte der linie erkende,
meldt nu, dat verdere aanvallen in den sector
Ovillers - Bazentin en ten oosten daarvan ge
legen punten werden afgeslagen.
De juiste stelling, waarin de Engelschen
tusschen Ovillers en Hardecourt zijn aange
komen, is nog niet aan te geven ongeveer
omvat die thans de beide dorpen Bazentin en
het Trönes-boschje.
Ten zuiden van de Somme werd eveneens
hevig gevochten in de buurt van Biaches en
La Maisonnette. Het Fransche legerbericht zegt,
dat de Duitschers, gebruik maken van den
mist, een hevigeu aanval deden op La Mais
onnette en Biaches en beide punten vermees
terden. De Franschen deden een tegenaanval,
en hernamen niet alleen de hoeve en het dorp,
doch ook het kleine bosch ten noorden daar
van. Het Duitsche legerbericht meldde alleen,
dat Biaches door de Dnitschers gedeeltelijk
bezet werd, maar vermeldde niet, dat zij er
later weder door de Franschen uit verdreven
werden. Dit bericht maakt tevens melding van
Fransche aanvallen bij Barleux en Estrées,
het zuidelijkste deel van het Fransche aan
valsfront, die echter werden afgeslagen.
Hieruit blijkt, dat de Fransche aanvallen,
ten zuiden van de Somme gedaan, in verband
met Je Engelsche aanvallen ter N. der rivier,
tot krachtige en hevige gevechten geleid hebben,
zonder dat daardoor echter de aanvankelijke
linie, die ten Z. en ten O. van de Somme
loopt, gewijzigd werd.
Het zelfde geldt van den strijd om Ver
dun. Ook daar wordt zeer krachtig gestreden,
en met afwisselende kans. De Franschen hebben
zeer hevige aanvallen gedaan, tegen Froide
Terre en bij Fleury, doch terwijl het Fransche
bericht zegt, dat de Fransche troepen daar
merkbaar terrein wonnen, meldt bet Duitsche
bericht, dat dez.e aanvallen werden afgeslagen.
Daarentegen meldt dit laatste nog, dat de
Franschen bij een aanval ten zuidwesten van
Thiaumont in een gedeelte der Duitsche voorste
linie binnengedrongen, om welk gedeelte nog
gestreden wordt.
Op verschillende andere gedeelten van het
westelijke front werden aanvallen en tegen
aanvallen ondernomen in Champagne, zegt
het Fransche communiqué, waren Russisch-
Frausche patrouilles actief, zoodat daar dus
de Russen deelnamen aan den strijd legen
de Duitsche troepen.
Van het oostelijk front zijn de berichten
van minder belang. De pogingen om aan
de Stochod door te breken, in de buurt van
den spoorweg Sarny - Kovel, werden voortge
zet, en meer naar het zuiden, ten W. van
Loezk, wordt hevig gevochten, zonder dat het
resultaat van dezen strijd in den Wolhynischen
sector bekend is. In Koerland en in het gebied
van Baranowitsji, waar reeds sedert eenige
dagen hevig gestreden wordt werden Duitsche
aanvallen door de Russen afgeslagen tenmin
ste het Russische legerbericht meldt dit. Het
Duitsche daarentegen zegt, dat in de groep
van prins Leopold van Beieren de eerste linies,
die sedert 3 Juli door de Russen bezet waren,
in een tegenaanval werden hernomen, en dat
Russische pogingen om deze linies te herwin
nen werden afslagen.
Het blijkt voortdurend, dat Lord Derby zeer
terecht opkomt tegen de Engelsche neiging,
om de Duitsche kracht te onderschatten, en
dat het een zeer langen tijd zal duren, voor
dat de militaire kracht van Duitschland ge
broken zal kunnen worden, of gelijk de <Times«
het uitdrukt»it will be a long, a very long
way to Tipperary*.
Want ondanks de aanvallen in het westen
en in het oosten, slagen tot dusver Russen,
Franschen, Engelschen en Belgen er nog niet
in, om de Duitsche linies op twee lange fron
ten aan 't wankelen te brengen.
Officieele communiqué's.
LONDEN, 17 Juli. (Reuter.) Officieel be
richt van vanavondOnze troepen hebben
opnieuw belangrijke voordeelen behaald. Ten
N.W. van het bosch van Bazentin le Petit
hebben wij de stellingen van de tweede Duitsche
linie op een front van 1500 M. breedte stor
menderhand genomen. Uit het groote aantal
gesneuvelde Duitschers in dit vak blijkt welke
zware verliezen de vijand sedert het begin
van ons offensief heeft geleden. Ten oosten
van Longueval hebben wij de bres in de tweede
Duitsche linie nog verwijd door de vermeeste
ring van de sterk verdedigde stelling, Water-
lot-hoeve ten noorden van Guillemont.)
In Ovillers-la Boiselle, waar sedert den
7den dezer voortdurend man tegen man is
gevochten, .hebben wij de versterkingen, die
nog in handen van den vijand waren, genomen
en er 2 officieren en 124 soldaten van de garde
het overblijfsel van de dappere bezetting
gevangenen genomen. Het geheele dorp
is nu in onze handen,
De volgende buitgemaakte bescheiden zijn
van belang, daar er uit blijkt welke uiterst
zware verliezen de vijand in de jongste ge
vechten heeft geleden
Een compagnie van het 16e regiment Beier-
sche infanterie aan het 3e bataljon van dat
regiment: »De compagnie staat onder zwaar
vijandelijk geschutvuur van alle kalibers, tot
28 c.M.'s toeis nog sterk 1 officier en 12
man verzoeke dringend spoedige ontzetting,
want wat er nog over is van de compagnie
is zoo uitgeput, dat er bij een vijandelijken
aanval op de paar uitgeputtte overgebleven
manschappen niet meer te rekenen valt*
Een andere compagnie van hetzelfde regiment
aan het 3e bataljon van het 16e regiment in
fanterie aZeer zwaar verwoed vijandelijk vuur
op onzen sector; de compagnie beeft haar ge-
vechtswaarde volkomen verloren de over ge
bleven manschappen zijn zoo uitgeput, dat ze
niet langer voor het gevecht kunnen worden
gebruiktals het vuur van het zware geschut
aanhoudt, zal het spoedig geheel met de com
pagnie gedaan zijn hulp wordt dringend
gevraagd.*
Van het 2e bataljon aan het 3e bataljon
van het 16de regiment Beiersche infanterie
Het eerste bataljon heeft van kolonel Kum-
me bevel gekregen zich onder de orders te
stellen van het 3e bataljon van het 16e reg.
Beiersche inf., daar de sector van het reser
vebataljon op 't oogenblik bestaat uit 3 offi
cieren, 2 onderofficieren en 19 man.*
LONDEN, 17 Juli. (Reuter). Officieel
Onafgebroken regen en zware mist belemmer
den opnieuw de krijgsverrichtingen. Niets
van belang vandaag.
Er zijn nog meer gevangenen gemaakt ia
plaatselijke gevechten. Het totaal is thans
189 officieren, 10,779 manschappen. Onder
de buitgemaakte kanonnen zijn 17 zware, 37
veldstukken, 30 loopgraafmortieren, 66 ma
chinegeweren, duizenden geschutprojectielen,
boven en behalve de door den vijand ver
nielde en achtergelaten kanonnen.
PARIJS, 17 Juli. (Reuter.) Officieel bericht
van hedenavond.
Op den rechter Maasoever duurde de ge-
schutstrijd voort in de streek van Souville,
Wij hebben 200 gevangenen gemaakt. Ia
het vak van Fleury is het betrekkelijk rustig.
Aan het overige front is de weersgesteld
heid afschuwelijk.
PARIJS, 17 Juli. (Havas). De Franschen
vielen de Duitschers op 9 Jnli ten Zuiden
van de Somme aan en vorderden tot beoosten
de linie Sormont-boerderij Flaucourt, namen
het dorp Biaches, bereikten de buitenwijken
van Barleux en voltooiden hun voordeelen
met de vermeestering van de hoogte Maisonette,
ten Zuiden van Biaches, en de loopgraven
tusschen Maisonette en Barleux.
Op den rechter Maasoever woedde op 9 Juli,
en vooral op den lOen, een uiterst verwoed
bombardement, dat vooral op de bosschen van
Vaux, Chapitre, Fumin en Chenois was ge
richt. De 11de Juli kenmerkte zich door een
buitengewoon krachtige inspanning der Duit
schers op het terrein van Thiaumont tot aan
de batterij van Domloup, waarbij de Duitschers
gebruik maakten van keurtroepen, behoorende
tot 5 verschillende divisieszij slaagden er
in, enkele vorderingen te maken ten Zuiden
van het dorp Fleury en het Chenois-bosch en
de batterij van Damloup te vermeesteren, doch
door Fransche tegenaanvallen werd een deel
van het in het Chenois-bosch verloren terrein
hernomen.
Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht,
dat de loting voor de lichting 1917 NIET wordt ge
houden en dat ter inlijving zijn bestemd alle inge
schrevenen voor die lichting, uitgezonderd zij
lo. die voor den dienst bij de militie ongeschikt
zijn bevonden
2o. die bij onherroepelijk geworden uitspraak voor
goed of tijdelijk van den dienst zijn vrijgesteld
3o. die bij onherroepelijk geworden uitspraak hetzij
voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst zijn uitge
sloten.
Het korps, waarbij ieder ingeschrevene zal worden
ingelijfd, en het tijdstip van inlijving zullen nader
worden bekend gemaakt.
Ter Neuzen, 17 Juli 1916.
De Burgemeester, van Ter Neuzen
J. HUIZINGA.