Yan het Oostelijk oorlogstooneel. Op het Zuidoostelijk oorlogstooneel De groots zeeslag. schiliende scholen en particuliere huizen. Men verwacht ook een uitbreiding van de militaire begraafplaatsen te Ledegem en Moorseele. In België hebben in den laatsten tijd weer belangrijke troepenbewegingen plaats. Zoo vertellen Belgische vluchtelingen, dat de Duit- scher8 tusschen Tournay en Boissieux sterke cavalerie-afdeelingen concentreeren. Te Tour nay moeten 70,000 Duitsche soldaten gearri veerd zijn, terwijl er groote hoeveelheden mu nitie opgehoopt worden. Te Brugge zgn onge veer 10,000 mariniers aangekomen. Beschadigde schepen te Zeebrugge. VAN DE GRENS, 4 Juni. (Telegraaf). Zaterdagnamiddag, omstreeks vier uur, koerste uit N O. richting een zonderling convooi naar Zeebiugge. Een Duitschp torpedoboot sleepte een torpedojager en een onderzeeër binnen, die beide zeer beschadigd waren. De torpedojager miste zijn schoorsteenen en was ter zijde met zeildoek bespannen. Van den onderzeeër was alles op het dek verdwenen. Vier matrozen bemanden hem. De drie vaar tuigen verdwenen achter de pi er van Zee- brugge. Twee Zeppelins vernield. LONDEN, 4 Juni. (Eigen tel. - Van onze V.-correspondent). De »Times" verneemt uit Kopenhagen Treilers, die te Ringkobing binnenliepen en andere visschersschepen van Thyboron, rapporteeren den ondergang van een Zeppelin. Zjj bemerkten twee Zeppelins die laag boven de zee langzaam in Zuidelijke richting voeren. Een er van viel plotseling omlaag op 45 mjjlen afstand van Kolmslands Kilt. Kort na den val volgde een ontploffing en een rookwolk verspreidde zich over de zee. De tweede Zeppelin slaagde er in het terrein van den strijd te verlaten, maar viel tijdens de vlucht naar beneden. Een derde, de L 27, bereikte het vaste land op de hoogte van Ribe (Jutland). Dit luchtschip was blijkbaar den weg kwijt geraakt, het vloog zeer laag en botste bjjna tegen een schoorsteen te Hjartsland aan. Het ging bij Homlund over de grens. BERLIJN, 5 Juni. (W. B.) Officieeel. Niets bijzonders. WEENEN, 5 Juni. (W. B) (Officieel.) De sedert lang verwachte aanval door de Rus sische zuidwestelijke legers is begonnen. Aan het geheele front tusschen de Prutb en de Styr-kromming bjj Kolki is een hevige slag ontbrand. By Okna wordt verbitterd gestre den om het bezit van de voorste Oostenrgksch- Hongaarsche stellingen. Ten noordwesten van Tarnopol is het den vijand gelukt op eenige punten tijdelijk de Oostenrijksch-Hongaarsche stellingen binnen te dringen. Hij werd er door een tegenaanval echter weder uitgeworpen. Aan beide zijden van Kozpow (ten westen van Tarnopol) mislukten Russische aanvallen reeds voor de Oostenrijksch-Hongaarsche ver sperringen, bij Nowo Alexinez en Dubno lie pen zij reeds dood in het geschutvuur der Oostenrijkers. Ook bg Sapanowolyka zgn hevige gevechten aan den gang. Ten zuidoosten van Luzk werd een vijande lijke vlieger naar beneden geschoten. PETROGRAD, 5 Juni. (P. T. A.) (Bericht van den Grooten Generalen Staf.) De Duitsche artillerie bombardeerde het bruggehoofd bg Ikskoel. In de streek van Dunaburg, ten noorden van den spoorweg naar Ponievesj, namen de Duitschers onze loopgraven onder hevig vuui en trachtten zgn vervolgens een aanval te doen, die echter afgeslagen werd. Op 4 Juni ontwikkelde zich reeds in den ochtend een gevecht op het front aan de Prip- jet tot aan jde Roemeeusche grens, waaraan ook de wederzijdsche artillerie deelnam. In de verschillende sectoren behaalden de Russische troepen belangrijke successen zij maakten totdusverre 13000 gevangenen en namen kanonnen en mitraileurs De strijd duurt nog voort. De Russische artillerie gaat voort met de versterkingswerken en schuil plaatsen van den vijand te vernielen, terwijl de infanterie zich van de stellingen meester maakt naar mate die door de artillerie vol doende zijn beschoten. In den loop van den strijd van gisteren werden eenige dappere regiments-comman- danten door het vijandelijke vuur getroffen. Kolonel Lourie werd gedood en kolonel von Tsigler ernstig gewond. Uit Saloniki. Een correspondent te Saloniki schrijft d.d. 12 Mei Het vernietigen van den Duitschen Zeppelin in den nacht van 45 Mei beteekent voor Duitschlaud een schadepost van 2,5 millioen mark, voor de geallieerden is de winste slechts een moreele. Maar er vallen ook wel eens materieele voordeelen te boeken. Zoo Ternam ik pas betrekkelijk laat, waat er is geen ruchtbaar heid aan gegeven dat in de eerste helft van April ik meen op 8 April het. regiment chasseurs d'Afrique, op het frontge deelte GuevgueliMatchikowo, den vijand heeft ontlast van maar eventjes 5000 schapen, en van 800 buffels met hun karren, welke beladen waren met levensmiddelen, kleedingfornituren, harnachementen, zijden stoffen, o.a zijden mus kietengaas, enz. Den dag vóór Paschen ontnamen ze aan Turko-Grieksche boeren 2000 schapen en 15 buffels, die Zc bezig waren over de Bulgaarsehe grens te voeren om ze de tegenpartij in handen te spelen. Een en ander wordt geschat een waarde te vertegenwoordigen van mirstens een halt millioen francs. Het aantal Franschen in en om de stad vermindert steeds. Ze worden naar het front gedirigeerd en de Serviërs heden zag ik weer een compleet rigiment aankomen nemen de verschillende bewakingsdiensten aan de operatiebasis over. De 3000 hier aangekomen Annamieten zijn dadelijk doorgezonden naar verschillende pun ten in de stelling, voor het verrichten van allerlei werkzaamheden, waardoor evenzooveel militairen vrijkomen voor het front zelf. Van een Servisch officier vernam ik beden dat het gereconstrueerde leger in totaal 157.000 man telt en dat er daarvan ruim 51 000 thans reeds naar Saloniki zgn overgebracht en circa 10.000 onderweg. De wijze waarop de over tocht geschiedt, wordt strikt geheim gehouden hij duurt twee dagen. Optreden van de Entente tegen Griekenland. SALONIKI, 3 Juni. (Reuter). De Enten te-troepen hebben hedenochtend het telegraaf bureau, het stadhuis en het douanekantoor van Saloniki in bezit genomen. Tezelfder tijd zijn om de stad heen maat regelen van voorzorg genomen teneinde de mogelijkheid van tegenstand te voorkomen. De bevelhebbers van de Grieksche gendar merie en van de politie zgn uit hun ambt ontzet. De staat van beleg is in Saloniki (door de Entente) afgekondigd. Oe Duitsche lezing over het verloop van den zeeslag. BERLIJN, 4 Juni. (W. B Van bevuegde zgde wordt ons over het verloop van den zeeslag in aansluiting aan vorige berichten nog het volgende medegedeeld De Duitsche vloot was uitgevaren om de Engelsche vloot- atdeelingen, die volgens de berichten in den laatsten tijd herhaaldelijke aan de zuidkust van Noorwegen waren geweest, tot een gevecht te dwingen. De vijand kwam den 31steu Mei te 4 uur 30 's nam. ongeveer 70 zeemijlen voor het Skagerrak met een vloot van vier kleine kruisers van de L'alliope-klasse in het gezicht. De Duitsche kruisers gingen onmiddelgk over tot vervolging van den vijand, die zoosnel moge lijk naar het noorden stoomde. Te 5 uur 20 wer den door de Duitsche kruisers in westelijke rich ting twee vijandelijke colonnes, die uit zes vijan delijke slagkruisers en een groot aantal kleine kruiser bleken te bestaan, waargenomen De vijand ontplooide zich naar het zuiden. De Duitsche kruisers naderden tot op ongeveer 19 K.M. en openden een zeer krachtig vuur op den vijand. Gedurende het gevecht wer den twee Engelsche slagkruisers en een tor pedojager vernietigd. Nadat het gevecht een half uur had geduurd, kwamen ten noorden van den vjjand nog meer zware, vijandelijke schepen in het gezicht, die later vijf schepen van de Elizabeth klasse bleken te zijn en voegaen zich bij de Engelsche slagkruisers. De vijand trachtte, door zich in snelle vaart in échelons op te stellen, zich aan het zeer krachtdadig vuur der Duitschers te onttrekken en daarbij met oostelijken koers om de spits van de Duitsche vloot heen te varen. De Duit sche vloot volgde in zeer snelle vaart de be wegingen van den vijand. Gedurende dit ge deelte van het gevecht werden een kruiser van de Achilles- of Shannos-klassen en twee tor pedojagers vernield. Het achterste gedeelte van het Duitsche linieschepen-eskader kon op dat oogenblik, omdat het achter in positie lag, nog geen deelnemen aan het gevacht. Weldra verscheen dd'arop uit het noorden nieuwe zware vijandelgke schepen. Het waren, zooals reeds spoedig kon worden uitgemaakt, meer dan 20 vijandelgke linieschepen van het nieuwste type. Daar de spits van de Duitsche linie voor een oogenblik in het vuur van beide zijden geraakte, werd de linie in westelijken koers verlegd. Tegelijkertijd werden torpedoboot- flottiljes tegen den vijand in gevecht ge bracht. Deze deden met merkbaar succes driemaal achtereenvolgens een aanval Gedu rende dit gedeelte van het gevecht werd een groot Engelsch slagschip vernietigd, terwijl een reeks andere zwaar beschadigd moeten zijn. De slag tegen de Engelsche overmacht duurde tot bet donker werd. Er namen min stens 25 Engelsche groote slagschepen, zes Engelsche slagkruisers, minstens vier pantser kruisers deel aan het gevecht tegen 16 Duitsche groote slagschepen, vijf slagkruisers, zes andere linieschepen en geen pantserkruisers. Toen het donker werd, gingen de Duitsche flottiljes over tot den nachtelijken aanval. Gedurende den nacht hadden kuisersgevechten plaats en werden een groot aantal aanvallen gedaan door torpedobooten. Daarbij werden een slagkruiser, een kruiser van de Achilles- of Shannon-klasse, eén, waarschijnlijk echter twee, kleine vijandelgke kruisers en minstens 10 vijandelijke torpedojagers vernield, waar onder zes alleen door het voorste schip van de Duitsche. Daartoe behoorde de beide geheel nieuwe torpedojager ^Turbulent* en »Tippe- rary*. Een eskader andere Engelsche linieschepen, dat van het zuiden af kwam toesnellen, naderde eerst 's morgens nadat de slag afgeloopen was en keerde terug zonder aan den slag te hebben deelgenomen of in het gezicht van onze hoofd- vloot te zijn gekomen. Hoe admiraal Beatty den strijd tegen de Ouitschers aanbond. EDINBURGH, 4 Mei. (Reuter's bijz. Dienst.) Admiraal Beatty had reeds vele malen voor den thans geleverden slag plaats vond het groote slagveld doorkruisd, maar de Duit schers konden nooit uit hun met mijnen be zaaide wateren weggelokt worden. Verleden week Woensdag echter voelden de zeelieden dat »de dage, waarop zij zoo lang gewacht hadden, eindelijk was aangebroken. Het was een buitengewoon mooie ochtend met een kalme zee. De mannen waren goed gemutst in het vooruitzicht te kunnen vechten. Omstreeks vier uur in den middag toen het Bnt8cbe eskader zich ongeveer honderd mijl ten westen van de Deensche kust bevond meldde de voorhoede dat de vijand in zicht was met ongeveer 100 schepen, waaronder minstens 20 slagschepen en slagkruisers. Voor op bevonden zich verscheiden eskaders lichte torpedo-kruisers. De heele vloot stoomde snel in noordwestelijke richting. De condities waren in elk opzicht gunstig voor de Duitschers die het voordeel hadden dat zg onder de kust hielden en dus van een veiligen terugtocht verzekerd waren. Met de atmosferische condities konden zij eveneens hun voordeel doen. Het weer was veranderd. Een dunne motregen verminderde het gezicht. Terwijl de Britten met de zon in het westen achter zich, gemakkeiijk aan den horizont te onderscheiden waren, konden de Duitschers hunne strijdkrachten min of meer schuil houden, gedekt als zij wareu door de kust van Jutland. Ondanks deze slechte con dities, aarzelde admiraal Beatty, overeenkomstig de Britscbe vloottradities, geen oogenblik, maar viel terstond aan. Met zware kauonneerbooten had de eerste wisseling van schoten op ongeveer 15 mijlen afstands plaats. Te oordeelen naar de waterkolommen die rondom de voorgeschoven Britsche vaartuigen opstegen, kan er geen twijfel bestaan of de Duitsche slagschepen kregen de volle laag, en daar de beroemde nieuwe »Hindenburg« niet officieel vermeld werd, bestaat er reden om aan te nemen dat dit schip het hard te ver antwoorden heeft gehad. De afstand verminder de spoedig van vijftien tot tien, en daarna tot vijf mijlen. In den beginne was het voordeel geheel en al aan de zijde der Britsche kanonneerbooten, en niet lang nadat de slag begonnen was, zag men dat eeu groote Duitsche kruiser getroffen werd. Een oogenblik later was hij geheel in vlammen gehuld, en zonk bijna onmiddellijk daarna. Nu namen ook de vijandelijke slagschepen deel aan den strjjd en hun verpletterende kracht gaf den Duitschers een geweldig overwicht. Een van de ergste vijanden voor de Engelscben was het Duitsche mijnenveld, dat den Brit- schen eskaders belette in algeheele vrijheid hun actie te ontwikkelen, terwijl de Zeppelins en onderzeeërs krachtig konden opereeren. Nu bg er eindelijk in geslaagd was de ge heele Duitsche vloot uit haar veilig kwartier te halen, besloot admiraal Beatty, hoewel de vijand hem in sterkte verre overtrof, het veel zeggende bevel uit te vaardigen met volle kracht op den vijand aan te houden. Ondanks de ongunstige condities en in het vertrouwen dat versterkingen onder weg waren, bevochten onze kruisers den vijand met pop pige hardnekkigheid. Toen het gevecht reeds eenige uren geduurd bad kwamen de invin cible*, de indomitable* en de inflexible* in zicht. Nog steeds waren de kansen der Duit schers gunstig. Het licht was zoo, dat de Britsche schepen duidelijk te onderscheiden waren terwijl de Duitsche vloot, beschut door het mijnenveld, in de schaduw van de kust lag en de mist het bovendien moeilijk maakte een doelwit te vinden. Gedurende dit gedeelte van den strijd was het in hoofdzaak een gevecht met zware kanonnen. Nadat de invincible* met den meest moge lijken moed gevochten bad en den vijand aan zienlijke schade had toegebracht, achterhaalde haar het noodlot en zonk zij spoedig. Admiraal Beatty zag zich weldra van alle vrees bevrijd toen vier slagschepen van de groote vloot, de »Valiant«, de >Barthan«, de «Malaya* en de »Warspite«, aan den horizont verschenen. Toen zij aan den strijd deelnamen kreeg het gevecht een gansch ander karakter. De »Warspite« werd door vijf Duitsche slag schepen of kruisers aangevallen. Zij vocht schitterend en bracht drie van de aanvallers tot zinken of berokkende hun zware schade. De Valiant* rammeide een vijandelijke onder zeeër en bracht hem tot zinken. Ten slotte sloegen de Duitschers op de vlucht. De be manning van admiraal Jellicoe's schepen die zeer op de Duitschers gebeten was, weigerde het gevecht te beëindigen. Bij het invallen van de duisternis hielden de grootere schepen op met vuren, de actie werd echter den geheelen nacht tot aan het krieken van den dag door de kleinere strijdmachten voortgezet. Toen keerde de schepen der Britsche vloot naar hunne verschillende bases terug. De vijand was verdwenen. LONDEN, 5 Juni. (Reuter. Part.) Overle venden van de Warrior (kruiser, 13,550 ton), te Devonport geland, vertellen De Warrior kwam kort na zessen in den slag. Met de Defende (kruiser, 14,600 ton) scheen de Warrior zich tusschen twee linies Duitsche linieschepen te bevinden. Het gevolg was, dat de Defence werd opgeblazen en de Warrior met schoten doorregen was. De vijand gebruikte gasbommen. Na zeventien minuten stoomden de Duitsche schepen weg, gevolgd door bodems van de volle zeevloot. De Warrior begon zich met water te vullen. De mannen werden aan de pompen gezet. Ten slotte kwam een hulpschip bijstand verleenen. De gewonden van de Warrior werden daarop overgebracht. Twee etmalen werd de Warrior voortgesleept. Toen het schip blijkbaar verloren was werd de tros losgemaakt en de Warrior zonk. Te Plymouth vertelde een overlevende van de Warrios, dat het schip een verschrikkeljjke beschieting van vijf Duitsche schepen vau de Dreadnought-klasse en twintig torpedojagers moest doorstaan. De verhalen, die uit verschillende Engelsche havens van Engelsche gewonden inkomen, toonen, dat de mannen in de beste stemming zijn, jubileeren over de overwinning en over tuigd, dat de Duitsche verliezen veel zwaarder ziju dan Berlijn toegeeft. Onder de voorvallen, die ze beschrijven, is, hoe de torpedojagers Shark tusschen twee colonnes Duitsche torpedojagers in stoof, ze aanviel en er twee torpedeerde voor ze zelf, door het vuur overstelpt, zonk. Toen al de kanonniers aan boord gedood waren, richtte de kommandant, in weerwil van een verbrijzeld been, zelf een stuk geschut. Aangaande de Queen Mary (liniekruiser, 27,000 ton) vermelden wij, dat het schip van dichtbij vocht tegen een linieschip en een zeppelin, die het met bommen bestookte. De Queen schoot bet luchtschip niet, voor zij zelf in uen grond werd geboord door twee verschrik kelijke salvo's van twee vijandelijke schepen. De Lion en de Tiger (linieschip van 26,350 en 27,000 ton) zgn in het laatst van het gevecht geweest De Lion werd herhaaldelijk getroffen. De Tiger was tien minuten lang aan het vuur van twintig schepen blootgesteld, maar kwam het te boven. Alleen de Tiger schoot zes torpedojagers in den grond. De lichte Engelsche kruisers waren die van den vijand verre de baas. De lichte Duitsche kruisers werden reeds in het begin van het gevecht in verwarring op de vlucht gedreven. Drie ervan gingen verloren, doordat ze gedreven werden op mijnen, waarvan het leggen een van de vermetelste, heldhaftigste daden van de Engelschen in dit gerecht was. De Engelsche torpedojagers deden een aller dapperst werk door de Duitschers, toen deze in wanorde terugtrokken te vervolgen. Een torpedojager stoof op een groot vijandelijk schip af en boorde het linieschip met een torpedo in den grond. Vervolgens zocht de torpedojager ijlings de veiligheid. De kom mandant wenschte de officieren op de brug geluk. Op dat oogenblik trof een granaat de brug en doodde den kommandant en vier officieren. De overlevenden zjjn overtuigd, dat een van de gezonken Duitsche linieschepen de Hindenburg (onbekende tonnenmaat) is. Het werd door vier torpedo's getroffen, zonk op zij tot de schoorsteen met het water gelijk waren en zonk.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 2