de Zuidwestkust van Denemarken) een reeks
zware, voor ods succesvolle gevechten. Wjj
vernietigden, voorzoover ons bekend is het
groote slagschip Warspite, de slagkruisers
Queen Mary en de Indefagable, twee pantser
kruisers, blijkbaar van de Achilles-klasse, een
kleinen kruiser, de nieuwe torpedoboot-vernielers
Turbulent, Nestor en Alcartar, een groot aan
tal andere torpedoboot-vernielers een onder
zeeboot. Nog een groot aantal Engelsche slag
schepen heeft zware averij. Zoo is het groote
slag schip Marlborough door eeD torpede ge
troffen.
Aan onzen kant zijn de kleine kruiser Wies-
baden en het slagschip Pommern door den
vijand in den grond geboord. Het lot van den
pantserdekkruiser Frauenlob en van enkele
torpedobooten is tot dusver nog onbekend
De Duitsche vloot is heden in onze haven
binnengeloopen.
De Pommern was een linieschip, in 1905
van stapel geloopen en mat 13,200 ton ae
bemanning bestond uit 743 koppen.
De Wiesbaden komt in het Taschenbuch,
der Kriegsflotten van 1914/15 nog niet voor.
De Frauenlob was een pantserdekkruiser,
in 1902 van stapel geloopen hij mat 2700 ton
de bemanning bestond 281 koppen.
De Warspite was een linieschip, in 1913
van stapel geloopen en mat 28,500 ton.
De Queen Mary, in 1913 van stapel geloopen,
was een gepantserde kruiser van 30.000 ton
de bemanning hestond uit 1020 koppen.
De IndefaDtigable, in 1909 van stapel geloo
pen, mat 19,050 tonde bemanning bestond
uit 760 koppen.
De Achillesklasse telt 4 gepantserde kruisers
van 13,750 tonze zijn in 1905 te water
gelaten de bemanning telt 704 koppen.
Over de Turbulent,Nestor en Alcastor, heb
ben wij geen opgaven kunnen vinden.
De Marlborough, die getorpedeerd heet, is
een 28,000 ton, in 1912 te water gelaten.
BERLIJN, 1 Juni. (Wolff.) OfficieelVol
gens betrouwbare waarnemingen is een groot
aantal Engelsche slagschepen door ons scheeps
geschut en de aanvallen van onze torpedoboot-
flotilles, gedurende den slag 's middags en 's
nachts, zwaar beschadigd Zoo is ook het
groote slagschip Marlborough naar het
getuigenis van gevangenen door een tor
pedo getroffen. Verscheidene van onze sche
pen hebben een deel van de bemanningen
der gezonken vjjandeljjke schepen gered, daar
onder de twee eenige overlevenden van de
Indefatigable.
Aan onze kant is de kleine kruiser Wies-
baden, overdag door het vuur van den vijand
tot zinken gebracht's nachts werd de Pom-
meren door een torpedoschot in den geboord.
Over het lot van de Frauenlob, die vermist
wordt, en van enkele torpedobooten, die
nog niet zijn teruggekeerd, is tot dusver niets
bekend.
BERLIJN, 31 Mei. (Wolff.) Officieel: Een
onlangs uit den Atlantischen Oceaan terugge
keerde Duitsche duikboot trachtte den 2den
Mei by Ouessant een vrachtboot van ongeveer
3000 ton inhoud door een waarschuwingsschot
tot stoppen te bewegen. Het ss. opende daar
op na enkele minuten het vuur uit een kanon
van ongeveer 5 cM kaliber. De duikboot kon
zich, door met groote vaart weg te stoomen,
in veiligheid stellen, doch het gelukte haar
later niet het in zig-zag-koers varende s.s. weer
nabij te komen. In den namiddag van den
volgenden dag vervolgde dezelfde duikboot
een vrij groot stoomschip en vuurde op grooten
afstand een waarschuwingsschot al om het
schip te laten stoppen. Het s.s. opende toen
dadelijk het vuur uit een kanon van 12 tot
15 c.M. kaliber en ontsnapte, met volle kracht
stoomend, de duikboot.
De stoomt rei Ier Gerbrig.
Woensdagmiddag is de stoomtreiler Gerbrig
IJM 101 te IJmuiden teruggekomen, na van
25 April af onder Duitsche hoede te Cuxhaven
te hebben gelegen.
De voeding, hun te Cuxhaven verstrekt,
was beslist onvoldoende, wat den mannen bjj
aankomst te IJmuiden wel was aan te zien.
Een kleine hoeveelheid aardappelen en vet 1
brood, was een rantsoen voor zeven dagen.
Omtrent het opbrengen naar Cuxhaven ver
nemen wjj nog van den gezagvoerder, dat
men 25 April thuis stoomende was, toen men
op 53 10 N.B. en 4 gr. 20 O.L. een groote
Duitsche vloot gewaar werd, waarvan een
torpedoboot zich afscheidde om den treiler
aan te houden. Het was des morgens 8 uur.
Aan boord kwamen 1 officier en 10 gewapende
mannen. Zonder onderzoek deelde men ons
mede, dat wij naar Cuxhaven opgebracht
zouden worden voor een onderzoek. Des
middags te 4 uur voelden we een zwaren
scbok, die het achterschip deed trillen. Ver
moedelijk hadden we aan grond gestooten.
Eerst op weg naar Cuxhaven werden door
eey der Duitsche matrozen een ledig vinken-
kooitje en een oud kistje voor Dalovet gevon
den, waarin de machinist een op reis gevan
gen leeuwerik bewaard had, welk beest ge
storven was Het was het vinder, van die twee
vogelkooien, die het vermoeden van spionage
hadden gewekt. Bij aankomst werden wij
in de gevangenis gezet de schipper, de stuur
man, de eerste machinist, de tweede machinist,
de stoker en twee matrozen werden eenzaam
opgesloten de vier overigen bi] elkaar.
7 Mei ontvingen we bericht, dat het onder
zoek voorloopig geëindigd was en dat geen
ernstige feiten tegen ons gevonden waren.
Wij mochten naar boord terugkeeren, doch
het schip niet verlaten en geen brieven schrij
ven. 29 Mei ontvingen wij bericht, te mogen
vertrekken en wij werden door een loods
en vier gewapende matrozen uit de haven
geleid.
Een der opvarenden beklaagde zich over
de behandeling van den Hollandschen consul
te Cuxhaven, een Duitscher, die op een
mondelinge vraag, of dat zoo maar mocht,
dat men hem naar de gevangenis terugbracht
na het eerste verhoor, lachend geantwoord
zou hebben ga jelui er maar weer rustig in,
en op een schriftelijk verzoek van denzelfden
om tusschenkomst geen antwoord had gezonden.
De geredden uit den zeeslag.
Gisteren werd uit IJmuiden gemeld, dat de
stoomtrawler >IJmuiden 122aldaar zou bin
nenkomen met plus minus 15 Duitsche in de
Noordzee opgepikte marineschipbreukelingen
aan boord, w. o. één kolonel en 2 luitenants
ter zee en verder één Engelsche gewonde.
Ook zou gisteren aan den Hoek van Holland
aankomen de sleepboot »Thames« met 8 Duit
sche marineschipbreukelingen aan boord, die
in de Noordzee opgepikt zijn en waarvan twee
zijn gekwetst; één schepeling is sinds de red
ding overleden.
De Vereenigde Staften en Mexico.
WASHINGTON, 1 Juni. (Reuters bijzon
dere dienst.) De nota van Mexico, die kort
weg de goede trouw van de Vereenigde Sta
ten ter zake van het zenden van troepen naar
Mexico in twijfel trekt, en dreigt met gewa-
penden tegenstand, wanneer de troepen niet
worden teruggetrokken, is, naar men gelooft,
teneinde indruk te maken in het land, in oor
logszuchtige termen vervat. Zij verklaart, dat
de troepen de grens hebben overschreden om
Villa op te sporen, zonder toestemming van
Mexico. Mexico beschouwde dit echter niet
als een inval uitsluitend omdat de Vereenigde
Staten verklaard hadden, dat zjj de houding
van Mexico verkeerd hadden uitgelegd.
Later werd de grens nogmaals overschre
den om den bandiet te zoeken en werd een
aanval op Glen Srongs gedaan. Ofschoon deze
naar beweerd is, geschied is met toestemming
van den Mexicaanschen consul, kan het ge
beurde volgens nota niet anders als een inval
worden beschouwd en Mexico moet derhalve
aandringen op onverwijlde terugtrekking van de
troepen der Vereenigde Staten en staking van
de uitzending van dergelijke expedities naar
Mexico.
De nota verklaart nog: Nu Mexico zijn
houding duidelijk heeft gemaakt, zal het ge
noodzaakt zijn zich te verdedigen tegen elke
groep van Amerikaansche troepen, die zich
op zijn grondgebied mochten bevinden.
Verder spreekt de nota van de strijdmacht,
uitgezonden ter vervolging van Villa als »ge-
ïnterneerd* in den staat Chihuahua en dringt
zij aan op haar terugtrekking, terwyl zij tevens
beslist een verklaring van Amerika eischt
omtrent de werkelijke plannen van dit land
ten opzichte van Mexico.
WASHINGTON, 1 Juni. (Reuters bijz.
dienstVan bevoegde zijde wordt verklaard,
dat de Amerikaansche troepen niet uit Mexico
teruggetrokken zullen worden, voordat Can-
ranza bewezen heeft bij machte te zjjn de
Amerikaansche grens te beschermen.
De nota van Carrarza zal vermoedelijk in
dezen geest beantwoord worden.
UIT QffZE OMGEVING.
De gemeenteraad was tegen Dinsdag
avond opgeroepen. Alle leden waren present,
behalve de heer Dees, die eene andere verga
dering moest bijwonen, dhr. Donze, die door
ongesteldheid nog steeds verhinderd is en dhr.
Lensen die buitenslands vertoefde. De verga
dering was hoofdzakelijk op zoo'n ongewoon
tijdstip belegd, om mede te deelen dat de
koninklijke goedkeuring was ontvangen op de
nieuwe verordening betreffende de zoo royale
regeling van den hoofdei jj ken omslag, teneinde
nu definitief het kohier te kunnen vaststellen,
dat reeds voor een paar maanden door den
raad in besloten vergadering is behandeld en
waarbjj de verschillende ingezetenen in de
weegschaal zyn gelegd. Nu het resultaat van
die behandeling uit het verschenen kohier is
gebleken, valt in het oog, dat meerdere inge
zetenen zeer zwaar in de schaal hebben ge
wogen en dat er nogal enkele ingezetenen zyn,
die hebben kunnen profiteeren van zooals
men dat noemt oorlogswinst. Nu, die
winst zonder het voorvoegsel »oorlogsc
zij hun ook in de toekomst van harte gegund,
de gemeentekas vaart er dan wel bjj, mocht
bun aantal in onze gemeente nog maar wat
toenemen, was dan inmiddels dat voorvoegsel
»oorlogs« vervallen, dan waren voorbjj de
moeilijke tijden voor de velen die nu werden
gedrukt door dezeltde tijdsomstandigheden, die
over enkelen hare gaven zoo rijkelijk uitstorten,
dan was dit ook een bewijs, dat beëindigd is
de bloedige krjjg die een groot deel van ons
werelddeel verscheurd en waarvan we on
danks alle spreken over vrede het eind nog
maar niet kunnen zien.
Uit de ingekomen stukken bleek, dat dhr.
Eug. F. Lauret, die reeds een paar malen bij
Burg. en Weth. heeft aangeklopt, om hem
vergunning te verleenen voor verlof voor epn
lokaal in de De Fejjterstraat, dat niet aan de
afmetingen voldoet, het nog niet had opgegeven
om zyn doel te bereiken. In een uitvoerig
adres deelde hij de omstandigheden mede, die
beletten thans het lokaal te verbouwen en wilde
de verzekering geven dat dit zoodra mogeljjk
zou geschieden, en noodigde don raad uit B.
en W. te verzoeken, alsnog te zjjnen behoeve
dispensatie voor te stellen. Het verloop was,
zooals te verwachten viel, ais we de geschiedenis
der betrokken verordening nagaan. Maar
adressant zal wel gedacht hebben toen de
Voorz. droog ga-weg voorstelde dat adres voor
kennisgeving aan te nemen »zoo wordt
men nu van het kastje naar den muur ge
stuurde. De raad ging op dat voorstel in en
niemand nam bet voor hem op.
Uit een adres van den opzichter van het
Domein alhier vernamen we, dat er een plan
bestaat en geld disponibel is gesteld voor het
uitbreiden van de bestrating in de buurt »Javat,
doch dat alvorens eerst beslissing moet zijn
genomen omtrent het bouwen van arbeiders
woningen in die buurt. We verwachten, dat
het nog wel wat voeten in de aarde zal hebben,
eer men daar aan toe is. Dat zal wel bljjken
nog niet zoo gemakkeljjk te zyn optelossen.
Bjj een volgend punt, wijziging der begroo
ting voor 1916 ontstond een verschil tusschen
dhr. De Jager en den Voorz., daar eerstge
noemde eerst het kohier van den hoofd, omslag
wilde vaststellen alvorens het cijfer van het
kohier in de begrooting werd vastgelegd. De
Voorz. betoogde, dat de goede orde gevolgd
werd, bjj de gewone vaststelling der begroo
ting gaat het niet anders en als dhr. De Jager
wilde beknibbelen, dan kon bjj voorstellen doen
tot verandering in het wjjzigingsbesluit. Dit
beoogde den hoofd, omslag, reeds op 55.000
uitgetrokken, te verhoogen met 23 000, ter-
wjjl verder werd voorgesteld niet af te lossen
de leeningen ten behoeve van het steun-comité,
maar twee tegen eene hoogere rente (5'/s °/0)
gesloten leeningen, gesloten voor het in orde
brengen van terrein achter de H. B. S. en
voor het aanschaffen der motorbrandspuit, resp.
15.000 en 3000, doch van welke laatste
leening reeds 1000 is afgelost, terwijl verder
werd voorgesteld 8000 op den post voor
onvoorzien te reserveeren, in verband met
mogeljjke reclames tegen den hoofd, omslag
en uitgaven die in de toekomst nog te wachten
zyn in verband met den oorlogstoestand, waarbij
de Voorz. nog niet voornameljjk het oog had
op het steun-comité, doch op de goedkoope
levensmiddelen-voorziening, die bljjkens eene
van den Minister ontvangen circulaire voor
een vierde deel ten laste der gemeente zal
komen.
Die 8000 welke werden gereserveerd, waren
blijkbaar niet naar den zin van enkele raads
leden, ze denken >als je 't breed hebt, laatje
't breed hangen* en als B. en W. over veel
geld kunnen beschikken gaat het op ook. De
Voorz. bracht onder 'toog, dat aan dat geld
toch niet kan geraakt worden zonder raads
besluit en dat het onder controle van Ged.
Staten staat. Zooals eenige minuten later
bleek, had hjj de leden Diet alle kuDnen over
tuigen, maar toch ging het voorstel met alge-
meene stemmen er door.
Nu bleek ook, dat het werkeljjk beter ge
weest was, maar eerst het kohier van den
hoofd, omslag vast te stellen, want nu nam
de raad een wonderljjk besluit. Zooals we hier
aangaven, werd met algemeene stemmen goed
gekeurd eene verhooging van de hoofd, omslag
tot 78.000. En nu het kohier van den
hoofd, omslag terstond daarop aan de orde
kwam, nam de raad een besluit, waardoor dit
pl.m. 71.000, of 7000 minder dan in de
begrooting geraamd, zal opbrengen. Dat ging
zoo: de Voorz. deelde mede, dat volgens de
classificatie oorspronkelijke aanslagen een totaal
aanwezen van f 79.515 70, dus te veel, daar
maar hoogstens 78.500 mag worden ontvan
gen. 1 procent aftrekken is een beetje vreemd
en daarom stelden B. en W. voor 5 procent
korting op de aanslagen te verleenen, de qp-
brengst zou dan zyn 75.539.911/a.
Neen, zeide de heer D. Scheele, thans
maar dat had hjj bjj het vorige punt dan
moeten doen, die 8000 zijn wel wat royaal,
je kunt het geld beter in de zakken van de
ingezetenen laten, en ik stel voor 10 procent
korting te geven. Dat is overbieden en 't staat
wel gekleed. Dhr. De Jager was het met hem
eens de uitgaven waar de Voorz. van spreekt,
die zijn den Raad nog niet bekend. Het hielp
den Voorz. niet, dat hjj de heeren mededeelde,
dat die voorstellen in een zeer naaste toekomst
te wachten zyn. Ze meenden, is er dan geld
noodig, dan zal er wel gemaakt worden. Ze
verschillen daarin met den Voorz., die het ge
makkelijker vindt, dat het geld er al is, als
men het gebruiken moet. En dat is ook ge
makkelijker. We meenen echter, dat hjj ook
daarop gerust kan zjjn, de Raad Beeft een
post voor onvoorziene uitgaven van 8000
disponibel gesteld en daaruit kan dus worden
geput. Als nu inmiddels de hoofd, omslag, die
op de begrooting voor f 78 000 te boek staat
maar 71.000 opbrengt, dan kunnen noch
de Voorzitter, noch B. en W. dat helpen, dan
is dat de schuld van den Raad die door het
geen hjj wenschte niet op het goed tjjdstip
te besluiten, eene beslissing heeft genomen,
die bjj het opmaken der eindrekening over
1916 op eene tekort van 7000 moet uitloopen,
als over die onvoorziene uitgaven moet worden
beschikt. En dan moeten natuurlyk op de op
brengst van den hoofd, omslag nog niet te
veel tegenvallers komen, door reclames als
anderzins, want dan ontstaat gevaar voor een
nog grooter tekort, het ljjkt ons dat men
voornemens zjjnde 10 procent korting voor
te stellen had moeten voorstellen den
hoofd, omslag uit te trekken op het bedrag
dat het kohier nu aanwjjst en die 8000 on
voorziene terug te brengen tot ƒ1000. Nu heeft
men een fictieve begrooting. Dhrn. De Jager
en D. Scheele, die daartoe door hun spreken
en voorstellen aanleiding gaven zjj hadden
bljjkbaar er zich op voorbereid in dien geest
werkzaam te zjjn hebben hun doel voorbjj-
gestreefd. Dhr. De Brujjne viel hen ook bjj.
Dhrn. Ejjke en Van Nes achtten aanneming
van het voorstel van B. en W. gewenscht.
Het slot was, dat met 6 tegen 4 stemmen
werd besloten de aanslagen met 10° 'o te ver
minderen. Met dhrn. De Jager, R. Scheele,
De Brujjne en D. Scheele stemden ook dhrn.
Waalkes en Nolson daar voor; dhru. Visser.
Ejjke, Van Nes en Van Hasselt stemden tegen.
Hierop volgde nog eene uitvoerige bespre
king naar aanleiding van het verzoek van
ae Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaatschappjj
om den djjk langs den toegangsweg naar de
prov. boot te mogen afgraven voor het aldaar
leggen van rails. B. en W. wenschen te
weten of de Raad meent dat de maatschappjj
daarvan op grond der reeds verleende conces
sie gratis gebruik van mag maken, dan wel
of meD dat terrein wenscht te verkoopen. In
het eerste geval zouden zjj de maatschappjj
zelf willen laten zorgen voor de noodige ver
gunning van Oorlog en Ged. Staten, in het
tweede geval meenen zij dat de gemeente dat
dan zelf moet doen en ook het terrein in
orde brengen. Vooral op dat laatste heeft de
Voorz. bljjkbaar nogal nadruk gelegd. Was
dat om gratis in gebruik geven meer aanne-
meljjk te maken Te verwonderen was het,
dat niet werd opgemerkt, dat men den djjk
toch ook kon verkoopen zooals die daar lag
Dhr. Van Nes sputterde tegen dat weggeven.
De tramwegmaatschappjj is ook maar een
onderneming, een verzameling van particulie
ren, die daarmede geld willen verdienen. Een
particulier moet veel geld geven als hjj grond
van de gemeente koopt, hij meende dat het
zelfs niet mag, aan die verzameling van par
ticulieren iets weggeven. Hjj en ook dhr.
Nolson noemen dat lijntje naar de boot in
het geheel geen voordeel voor de gemeente.
Dat dient alleen om de reizigers zoo vlug
mogelijk door de stad te voeren. Dat is een
belang voor de maatschappjj en voor de rei
zigers, niet voor de gemeente. Dhr. Van
Hasselt gaf te kennen, dat er toch onderscheid
moet gemaakt worden tusschen een trammaat-
schappij en een particulieren onderneming.
Dit bljjkt ook wel uit de subsidies uit de
openbare kassen. Een tramweg is in het voor
deel eener streek. Hij wil echter het terrein
ook niet weggeven, er wel geen geld voor
vragen, maar de verplichting opleggen, dat
de maatschappij niet alleen de djjk omlegt
voor hare tramlijnen, maar zoover dat de
toegangsweg naar de boot nog een meter of
5 breeder wordt en dat zjj dien verbreeden
weg dan behoorljjk geplaveid aan de gemeente
overgeeft. Dhrn. D. Scheele en De Jager
waren nu royaal gestemd en wilden bljjkbaar
gaarne het gevraagde terrein gratis in gebruik
afstaan. Laatstgenoemde meende, dat de Raad
destijds als het ware als voorwaarde van sub-
sidieverleening stelde het aanleggen eener
zijlijn naar de boot. Anderen meenden, dat
slechts de wenschelijkheid is uitgesproken.
Opgemerkt werd. dat de zaak dan in een
ander licht komt. Teneinde nader te onder
zoeken wat van een en ander aan is, werd
de behandeling aangehouden.
Daarna ging zonder dat, als gebruikeljjk