Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
DRANKWET.
OVer eene motie en
Ouderdomsrente.
Van het Westelijk oorlogstooneel.
No. 2665.
Zaterdag 8 April 1916.
27e Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij rooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
Grondbelasting.
De Burgemeester van TER NEUZEN,
Gelet op art. 15 der wei van 26 Mei 1870 (Staats
blad no 82) tot regeling der Grondbelasting
Brengt ter kennis, dat de door hem ontvangen
staten van de uitkomsten der meting en schatting
enz. in bovengemeld artikel bedoeld, gedurende 30
dagen, op de secretarie der gemeente ter inzage zjjn
nedergelegd en dat aan ieder, wiens eigendommen
in die staten vermeld zijn, eene kennisgeving zal
worden gezonden.
Ter Neuzen, den 3 April 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J HU1ZINGA.
Toen Dinsdag na het comité-generaal de
vergadering der Tweede Kamer openbaar werd,
verraste de heer Lohman de aanwezigen met
zijne motie om de behandeling van het wets
voorstel op de ouderdomsrente voorloopig op
te schorten.... op grond van de ernstige om
standigheden.
Men begrijpt, wat eene verbolgenheid zoo'n
motie bij de linkerzijde moest verwekken.
't Is jammer, dat de heer Lohman de voor
steller der motie moest zijn. Heeft de coalitie
hem er voor gespannen
Wij hebben het reeds zoo dikwijls moeten
zeggen, dat de rechterzijde om partij-doeleinden
te bereiken er eeuwig en altijd die ernstige
tijdsomstandigheden bijhaalt.
Zelfs in Neuzens gemeenteraad hebben we
dat al gezien.
Laten die rechtsche menschen de tijdsom
standigheden er eens bij halen, om ons goed-
kooper aardappelen, groente, boter, melk, eieren
en tal van andere voedingsmiddelen te ver
schaffen.
Dat zoo niet alleen geoorloofd, maar nood
zakelijk zijn.
Met links tegen rechts is de motie verworpen.
Bichon van IJselmonde stemde met de linker
zijde mede.
De linkerzijde hield zich dus goed.
De handelwijze van rechts kan niet geDoeg
worden gelaakt.
Hebben tal van aDti-rev. en kath. bladen,
ook die in onze omgeving als de Zeeuw, Luctor
en Zelandia niet een tijdlang gezongen, dat
de linkerzijde hare beloften van 1918 nog niet
heeft ingelost
Ën nu links blijkt van goeden wille te zijn,
nu het ernstige streven bestaat om veel goeds te
verwezenlijkennu komt de coalitie uit den
hoek om dezen moeizamen arbeid te niet te
doen en wegens gebrek aan degelijke argu
menten tracht men het volk te biologeeren
door voor de zooveelste maal »de ernstige
tijdsomstandigheden* daartoe te misbruiken.
Het ontbreekt den Christelijke partgen aan
den noodigen, heiligen ernst.
Maar gelukkig, de toeleg is doorzien.
De behandeling van het wetsvoorstel op de
ouderdomsrente is aangevangen.
De heeren De Visser, Kooien en Snoeck-
Henkenmans hebben zich reeds tegen doen
hooren.
Onze afgevaardigde Jhr. De Muralt heeft
eene wakkere verdediging gehouden en deze
heeren op afdoende wijze te woord gestaan.
Hij heeft gesproken met oprechte, warme
geestdrift.
Hij was de eenige dien dag, die de Kamer
wist te boeien.
Wij drukken hier een beknopt oordeel uit
de Telegraaf" af.
Op zijn eigen levendige en beweeglijke ma
nier heeft de heer De Muralt het wetsontwerp
verdedigd. Het was het eenige moment van
den dag, dat de Kamer wat öp-leefde uit haar
apathie, en dat de rechterzijde haar interrup-
tors in de loopgraven zond. Maar de heer
De Muralt, die aan 'teind van z'n speech
zelfs historisch materialistisch werd, laat zich
niet spoedig uit het veld slaan en tegenover
den heer Snoeck Henkemans heeft hij doen
zien dat het ontwerp-Treub nog waarlijk wel
de wet-Talma kan doorstaan.
Men ziet er uit, dat onze afgevaardigde als
immer zijn taak ernstig opvat.
Ons compliment voor zijn schitterend op
treden in deze schoone zaak. Want het lot
der ouden van dagen te verzachten, blijft een
edel werk.
Wij helpen aan dit edel werk mede door
de kiezers er steeds op te wijzen, hoe door
motie's en andere middelen de coalite dit
werk tracht tegen te houden.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
De Duitsche Rijkskanselier heeft Woensdag
in een lange redevoering »pro domo* zijn
staatkundige jffannen, de oorlogswenschen van
het Duitsche Rijk, uiteengezet. Heel veel nieuws
kon de kanselier, na alles wat hij in vele,
lange en omvangrijke redevoeringen heeft ge
zegd, thans niet vertellen. Opnieuw gaf hij,
na den spot gedreven te hebben met de oor
logsleus van de overzijde »de vernietiging van
het Pruisische militarisme*, aan de tegenpartij
de schuld van de voortzetting van den strijd,
die nu toch ook in zijn woorden neerkomt op
het »vermoorden van menschen en het ver
woesten van Europa*. Het strijdt met veler
opvatting, dat de verantwoordelijke leider van
de Duitsche staatkunde de oorzaak, de stoot
tot dezen strijd aan anderen toeschrijft, dat
hij blijft betoogen »Wij hebben dezen oor og
niet gewild, wij gevoelden geen behoefte onzen
grenzen te wijzigen, toen hij tegen onzen wil
begon, wij bedreigden geen volk met vernieti
ging van zijn bestaan, de verwoesting van zijn
volksbestaan.*
Twee van de voorwaarden, waarop Duitsch-
land vrede wil sluiten, worden thans door von
Bethmann-Hollweg genoemd, of nog liever
aangeduid, want een duidelijke formuleering
kan eerst bij de onderhandelingen worden ter
tafel gebracht.
De voorwaarden zijn
In de eerste plaats regeling van de Duitsche
grens naar de zijde van Rusland.
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije hebben
niet de bedoeling gehad de Poolsche quaestie
aan de orde te stellen. Het noodlot der veld
slagen heeft dit gedaan.
»De oplossing moet nu konmn, want na
zulke schokken kent de geschiedenis geen
»status quo ante*.*
En dan stelt de Duitsche Rijkskanselier
den eisch, dat Polen autonomie zal krijgen,
want dat dit land niet weer kan worden over
geleverd aan de heerschappij van den Russi-
schen Tsjinownik. Maar hij wil ook de Lit-
hauers, de Balten, de Letten bevrijden. Dat
wil zeggen, de Russische Oostzeeprovincies
zullen, order een eigen bestuur, deel moeten
uitmaken van het Duitsche rijk, evenals Polen,
dat willicht, vereenigd met Gallicië en de
Pruisisch Poolsche landen, en onder een koning,
zal worden opgenomen in den Midden-Euro-
peeschen bond.
Dit is de vage schets van wat Bethmann-
Hollweg verwacht van de regeling aan de
Oostgrens.
Vager en nog minder begrijpelijk is wat
hij zegt van den toekomstigen toestand in
het westen. »Wij zullen de landen, waarin
het bloed van ons volk gevloeid is, niet prijs
geven, zonder volledige zekerheid voor de
toekomst.
»Wij zullen ons reëele waarborgen ver
schaffen, dat België geen Fransch-Engelsche
vazalstaat wordt en militair en economisch
niet tot een versting-buitenwerk tegen Duitsch
land wordt ingericht*.
Dus, België herkrijgt zijn onafhankelijkheid,
maar onder voorwaarden, die nog niet duidelijk
genoeg geformuleerd zijn, om te kunnen na
gaan, of die onafhankelijkheid geen frase, geen
holle klank wezen zal.
België geen Fransch-Engelsche vazalstaat,
geen vesting-buitenwerk tegen Duitschland
maar dan toch ook waarborgen, dat het geen
Duitsche vazalstaat worden zal, en dat de on
afhankelijkheid geen schijn, maar waarheid
zal wezen
Daarmede is slecht te rijmen, de voorwaarde,
dat de Vlaamsche volksstam niet weder zal
worden prijsgegeven aan verfransching, maar
in staat zal worden gesteld zich te ontwikkelen
op den grondslag van zijn Nederlandsche taal
en zijn Nederlandschen aard. De bestuurlijke
scheiding, de aan de Vlamingen op grond van
hun ontwikkeling en getalsterkte toekomende
macht in den Belgischen staat dus, doch vast
gesteld als voorwaarde bij het sluiten van
den vrede. Een wellicht uit beginsel te waar-
deeren zorg voor de ontwikkeling van het
Nederlandsche element in België, doch die
onder deze omstandigheden den indruk moet
maken, er op berekend te zijn, de eensgezind
heid en de samenwerking van de beide in
België naast elkaar levende volken te versto
ren, door een van buitenaf opgedrongen eisch.
Over de toekomstige verhoudingen in den
Balkan spreekt de Duitsche Rijkskanselier niet.
Die komen vanzelf ter sprake bij de onder
handelingen, denkt hij willicht.
En van de koloniën gewaagt hij slechts om
te verklaren, dat over het lot dier bezittingen
zal worden beslist op de slagvelden van Europa
die zal Duitschland terug krijgen, bij den vrede,
hoopt en verwacht de kanselier.
Inmiddels is er van vrede nog geen sprake,
en de schalmeien kunnen voorloopig worden
opgeborgen, want om de vrede te sluiten
moeten de beide partijen zich bereid verklaren
tot onderhandelen.
De bereidverklaring van Duitschland is niet
voldoendede andere groep moet hetzelfde
doen. Eu daartoe is noch de wil, noch de ge
legenheid aanwezig. Thans over vrede gaan
onderhandelen zou de erkenning inhouden,
verslagen te zijn. En daar men dit niet er
kennen wil, moet de moordende strijd, die
steeds voer de andere, neutrale staten gevaar
lijk wordt en voor de oorlogvoerenden ver
nietigender, maar worden voortgezet. Tot uit
putting toe
Zoo gaat het in Frankrijk. Bij Verdun
wordt dagelijks gevochten, zonder dat er nog
uitzicht bestaat, voor een der beide groepen
op een beslissend succes. Maar het aantal
slachtoffers Deemt met den dag toe. Er komt
geen einde aan de gevechten en gevechtjes
om de verschillende terrein voorwerpen, die
waarlijk niet zullen bijdragen tot de eindover
winning -- tenzij dan door het vernietigen
van de tallooze menschenlevens, die tot ver
zwakking van de beide strijdende partijen
moet leiden.
Zoo gaat het aan het geneele westelijke
front. De berichten daarover zijn van hope-
looze eentonigheid, en slechts de zekerheid
bestaat, dat elke ontmoeting er toe bijdraagt
om in dezen oorlog te doen, wat Bethmann-
Hollweg noemdehet vermoorden van men
schen en het verwoesten van Europa.
Op het oostelijk front, is sinds de mislukte
offensieve beweging der Russen in het noor
delijk gebied, geen belangrijk wapenfeit meer
voorgevallen. De strijd bepaalt zich tot artil
lerie-beschieting en vliegers-activiteit. In het
zuidelijke gebied, waar de wegen minder slecht
zijn en de modder minder hindelijk is, wordt
nog wat gevochten. Doch zeer belangrijk is
ook de strijd niet.
Slechts de duikbooten-oorlog wordt met
kracht voortgezet. Geen dag gaat voorbjj,
zonder dat een aantal schepen tot zinken wordt
gebracht, en voortdurend nog wordt, ondanks
de Duitsche verklaring, gemeld, dat schepen,
zonder voorafgaande waarschuwing, werden
in den grond geboord. Is dit de volvoering
van de bedreiging, door den Rjjkskkanselier
geuit: »Hoe heftiger de woorden onzer tegen
standers worden, des te krachtiger zullen onze
slagen worden*
PARIJS, 5 April. (Reuter.) Officieel bericht
van hedenavond
De Duitsche loopgraven bij Steenstraete zjjn
met goed gevolg beschoten.
Activiteit van de artillerie in de streek van
de Aisne.
In de Argonnen een kalme dag.
Ten Oosten van de Maas tusschenpoozend
geschutvuur bij Douaumont en Vaux. Infan
terie is hij Verdun niet in actie geweest.
PARIJS, 5 April. (Havas.) Na den zwaren
tegenslag der Duitschers gedurende de laatste
twee dagen, heeft de vijand Woensdag voor
V erdun geen enkele infanterie-aanval beproefd.
Ten oosten van de Maas zjjn de Franschen
voortgegaan met behulp van handgranaten
eenigszins vooruit te komen in de loopgraven
ten noorden van het la Caillette- bosch, waar
van het Dnitsche communiqué vandaag ein
delijk stilzwijgenderwijs erkent, dat het dit
weder heeft moeten afstaan. Het kanonvuur
nam in hevigheid af en werd tusschenpoozend
aan het front DouaumontVaux.
In het westen van de nacht evenals de dag
zoo goed als kalm. De noodzakelijkheid waarin
de vijand zich bevond om zijn batterijen op
nieuw van schietvoorraad te voorzien en zijn
gedecimeerde eenheden aan te vullen of te
verplaatsen, verklaart misschien deze pauze.
De jongste gevechten in het bosch vau Avo-
court en dat van la Caillette hebben boven
dien de Duitschers kunnen overtuigen, dat de
Fransche troepen hun hardnekkig de stellingen
zullen betwisten, die onmisbaar geacht wor
den om Verdun en hun gezag te handhaven.
LONDEN, 5 April. (Reuter.) Officieel. Gis
teravond hebben wij met succes nabij Hulluch
uijnen laten springen, waardoor een vijan
delijke mijnengalerij werd beschadigd en posten
in oude kraters werden verwoest.
Heden hebben wij met goed resultaat de
vijandelijke werken nabjj het Bois Grenier
beschoten.
Ten Noorden van Yperen aan den weg van
St. Julien heeft onze zware artillerie een ge
slaagd bombardement uitgevoerd, veel schade
aan de vijandelijke loopgraven toegebracht en
talrijke ontploffingen veroorzaakt.
BERLIJN, 6 April. (Wolff.) Officieel: Ten
W. van de Maas is de dag, eerst door voor-
bereidingsvuur dat wij op de buurt van Hau-
court richtten, zeer levendig geweest, 's Middags
was ook de werkzaamheid van onze infanterie
levendig. Zij bestormde het dorp Hancourt en
het zeer versterkte Fransche steunpunt ten
O. van die plaats. Zeer zware, bloedige ver
liezen daargelaten, verloor de vijand 11 oflj-
VEI
VOLKSBLAD.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ingevolge artikel 37, in verband met artikel
12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij
ben is ingekomen een verzoekschrift om verlof tot
den verkoop van alcoholhoude' den, anderen dan ster
ken drank van MARIA PAULINA VAN EERDEN-
BURGH, zonder beroep te Ter Neuzen, in het beneden
lokaal van het perceel plaatselijk gemerkt 10 en gele
gen aan de Dijkstraat.
Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is
geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof
schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren
inbrengen.
Ter Neuzen, 3 April 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.