y Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Waarom het goed is, dat ooH in de tegenwoordige omstan digheden de regeering hare Hieireehtplannen doorzet. j)c Setadigispconmissit. Belasting op het honden van honden. No. 2660. Woensdag 22 Maart 1916. 27e Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc. IMo 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief, Grootere letters naar plaatsruimte Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen Deze Courant verschijnt eiken W o e iï s cl a k - en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Nenzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis, dat het kohier van de belasting op het houden van Honden No. 1 in deze gemeente voor 1916 in afschrift gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, den 20 Maart 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA. Burgemeester L WABEKE, Secretaris. Omdat wjj na den oorlog meer dan ooit behoefte zullen hebben aan een Parlement en eene Regeering, die zich gesteund weten door de meerderheid van het volk in al zijn lagen. Wanneer wij onze parlementaire geschiedenis nagaan, zien wij, dat wij steod3 na een kies- rechtuitbreiding een tijdperk van krachtigen wetgevenden arbeid hebben gehad. De kracht eener Volksvertegenwoordiging is gelegen in de wetenschap, dat zij het volk inderdaad ver tegenwoordigd, dat de basis, waarop zij is gebouwd, zoo breed mogelijk is. Het bewustzijn, dat zij werkelijk de vertegenwoordigster is van de ideën, welke leven in het volk, dat belang stelling heeft voor de publieke zaak, sterkt hare overtuiging, geeft haar het gezag, dat zjj noodig heeft om in te kunnen grijpen in het maatschappelijk samenstel, om scheppend werk te verrichten. Het record van het ministerie der sociale rechtvaardigheid, PiersonGoeman Borgesius, staat nog ongeslagen daar om te bewijzen, welk een kracht een Volksvertegenwoordiging en daaruit voortgekomen ministerie ontleenen aan eene belangrijke kiesrechtuitbreiding. Na dien tjjd is nagenoeg niets van beteekenis tot stand gebrachter is geadministreerd, maar niet geregeerd. Wanneer door het Ministerie-Cort van der Linden in deze buitengewone omstandigheden iets tot stand zal worden gebracht, dan is het, omdat die buitengewone omstandigheden er toe hebben medegewerkt om het gevoel van samen- hoorigheid van Volk en Regeering te versterken. De noodzaak wordt gevoeid om de eenheid naar buiten te bewaren en aan de Regeering de middelen te verschaffen, niettegenstaande de zware lasten, welke ons worden opgelegd, haar taak naar de behooren te vervullen. Maar hoe zal het zijn als de druk van buiten ophoudt Dan behoort de kracht, die thans ontleend wordt aan den nood der tijden, plaats te maken voor de natuurlijke kracht eener Volksvertegen woordiging, die zich gesteund weet door den wil van het volk in al zijn geledingen. De taak, waarvoor Regeering en Volksver tegenwoordiging zich zal zien gesteld, wanneer Europa tot bezinning zal zijn weergekeerd en elk volk zich zal hebben te herstellen van de ontzaglijke slagen, aan zijn wélvaart toegebracht, zal onvergelijkelijk zwaarder zijn dan de moeilijkheden, welke wij thans hebben te over winnen. Toen in 1848 een revolutionnaire strooming door geheel Europa ging, hebben wij ons weten te vrijwaren door een herziening van ons Staatsbestuur in democratischen geest, eene herziening, die nog juist op tijd tot stand werd gebracht. Laten wij thans zorg dragen, dat de moeilijkheden, welke ons na den oorlog staan te wachten, ons bereid vinden. Wat ons staat te wachten weet niemand nog met juistheid te voorspellen, maar een denkbeeld daarvan kan men zich maken, wan neer men zich er rekenschap van geeft, Jat bijvoorbeeld geheel Duitschland 180 dagen van het jaar zal hebben te arbeiden alleen om de rente op te brengen van de Staatsschuld, door dezen oorlog in het leven geroepen. Laat men zich dus onthouden van alle klein politiek gedoe, van elk zoeken naar partij voor deel. Wat wij noodig hebben is een krachtige Volksvertegenwoordiging, opgebouwd op een zoo uitgebreid mogelijk kiesrecht, zoodat alle volks krachten kunnen worden gebezigd voor de in wendige versterking van ons maatschappelijk leven. Slechts bij een inwendig gezonde maat schappij kan Nederland die kracht ook naar buiten ontwikkelen, welke in den economischen strijd, die ons na het sluiten van den vrede staat te wachten, ons zelfstandig volksbestaan zal hebben te waarborgen. De Bevrediginscommissie inzake onderwijs is tot overeenstemming gekomen. Met de grootst mogelijke meerderheid (dus met 1 stem tegen) zijn de conclusie's vast gesteld. Deze stem tegen is, naar men verder mee- dedeelt, van het oud-liberale kamerlid Tyde- man. Al kan ons vaak de houding der oud-libe ralen in vele kwestie's niet behagen, op het punt van onderwijs wekt hunne besliste hou ding bij ons bewondering. Zeker, wij begrijpen het, dat er onder de vooruitstrevenden velen zijn, die overeenstem ming zochten, opdat de politiek niet langer door het onderwijsvraagstuk beheerscht worde. Zij weten, dat Dr. Kuiper de onderwijs kwestie brandende wil houden, omdat hij die kwestie eene levensvoorwaarde acht voor den bloei zijner partij. Al wordt de twistappel uit de regeerings- zaal weggenomen, de verdeeldheid in stad en lande zal toenemen. Eén ding zal echter volstrekt noodzakelijk zijn bij wjjziging van art. 192. Er zullen (het is trouwens nu reeds hard noodig) strenge voorwaarden moeten zijn voor het bijzonder onderwijs, voorwaarden voor de naleving van welke een eerlijk en voor zijn taak berekend schooltoezicht zal hebben te waken. Zoodoende kunnen de nadeelen, die ons land in de toekomst bij vooruitgang van het bij zonder onderwijs te wachten staan, althans een weinig getemperd worden. Dat voorwaarden noodig zijn, dat er waar borgen moeten zijn, dat de openbare school niet met dwang en oneerlijke middelen op onverantwoordelijke wijze door de tegeustan- wordt genekt, bewijst ons de volgende historie die zich nog kortelings geleden in Limburg afspeelde «Priester en Openbare School". Onder deze titel vonden we in »Het Han delsblad Ons wordt toegezonden een exemplaar van «Limburg's Belang", een te Maastricht ver schijnend Politiek Weekblad voor het Zuiden. Daarin komt een schrijven voor, »van be voegde, zéér geloofwaardige zijde", behelzende het verhaal van het optreden van een priester te Heerlen, die zich als een bijzonder jj veraar doet kennen voor het bijzondere R. K. onder wijs aldaar, waar zulk een school is gesticht, die echter niet dien opgang maakt, welken men er van had verwacht, dauk zij het goede onderwijs dat aan de openbare scholen wordt gegeven. De schrijver deelt dan het volgende mede «Op den morgen van Donderdag 10 Febr. 1.1. vroeg kapelaan J. P. P. Nicolaye, bestuurs lid der Schoolvereeniging, aan een onderwijze res van de openbare school No. I, gelegen aan de Akerstraat alhier, voor hem een lijst op te maken van leerlingen harer klasse die zich niet vooi de bijzondere school hadden aangemeld. Ook zou hij gaarne een dergelijke opgave ontvangen van een collega dier dame van hare klasse en hij verzocht daarom te wiljen vragen. De aangesproken juffrouw deelde dit ver zoek mede aan een collega-onderwijzer, die haar den raad gaf zulk een lijst niet aan te leggen en als de kapelaan er nog eens om vroeg kon zij hem volgens zijn meening het best naar het hoofd der school verwijzen. Ook werd het gedane verzoek aan de andere onder wijzeres overgebracht, die zeide, dat de kape laan zich inaar persoonlijk tot haar moest wenden. Vrijdagmorgen, 11 Februari j.L, ongeveer half elf bemerkte de vorenbedoelde onderwijzer, dat de eerstbedoelde onderwijzeres, welke in klas II les geeft (zijne klasse grenst aan deze), onrustig was. Door wenken gaf zij te kennen, dat er iets haperde. De onderwijzer opent de deur en ziet tot zijn groote verbazing kapelaau Nicolaye bezig de kinderen te ondervragen. Van de onderwijzeres vernam hij later, dat de kapelaan om 10.20 v.m. heel stil de klasse No. 11 was binnengeslopen, zoo stil zelfs, dat de juffrouw er van geschrokken was. Direct had hij gevraagd of zij de boodschap aan de andere onderwijzeres had overgebracht en naar het antwoord daarop. Ook vroeg hij naar de lijst van klasse II. De juffrouw ant woordde, dat de kinderen het zelf niet zouden weten, hij moest dit maar aan het hoofd der school vragen. Het wederantwoord van den kapelaan was Het hoofd weet het niet, laat ze mij dan maar gauiv opschrijven. Meteen voegde hij de daad bij het woord en begon de kinderen te ondervragen en aanteekeningen te maken. Zelfs straat en huisnummer werd niet ver geten. De onderwijzer ging de klasse binnen en zei tot den kapelaan Mijnheer de kapelaan, u maakt zich schuldig aaü een feit, dat straf baar is mag ik u den raad geven er niet mee door te gaan. Blozend en glimlachend bedankte Z.Eerw. voor die opmerking, maar ging toch door tot op een tweetal jongens na. Van dezen ver zocht bij aan de onderwijzeres hem de adressen etc. op te geven. Zich verwijderende zei hij tot de onder wijzeres Ik zal maar gaan, anders krijgt die de koorts (doelende op den onderwijzer). loen het waarnemend hoofd, dat inmiddels gewaarschuwd was, verscheen, was de vogel gevlogen. Na afloop van de lessen vroeg de kapelaan echter aan een tweede onderwijzeres een der gelijke opgave. Zij gaf ,hem te kennen, dat zjj deze niet mocht geven zonder toestem ming van het hoofd der school of andere autoriteiten. Zjjn wedergezegde hierop luidde U heeft geen toestemming van hoogerhand noodig dat is een persoonljjke quaestie. Het waarnemend hoofd der school kreeg ook na afloop der lessen gelegenheid zich met den kapelaan te onderhouden. Het schoolhoofd merkte o. m. op, dat de kapelaan zich aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt door de klasse binnen te dringen en kinderen te ondervragen, alsmede dat bjj een onbeleefdheid beging door hem voorbjj te loopen. Ook werd Z.Eerw. te ver staan gegeven, dat als bjj propaganda voor de R K. bjjzondere school wenschte te maken, bjj dit niet moest doen in een openbare school. Kapelaan Nicolaye scheen zich echter niets van die gezegden aan te trekken. Hjj zeide Ik lach er eens om Daarna ging hjj zjjns weegs. Van een en ander werd aan den burge meester kennis gegeven. Waartoe dergeljjke lijsten en opgaven moeten dienen, zal, voegt de redactie eraan toe, voor ieder wel duideljjk zjjn. Als men de bjjzondere school niet bezetten kan door vrjj willige aan melding, zal men wel pressie weten te oefenen. De middeltjes zjjn onuitputteljjk. Vooral kape laan Nicolaye is een meester in het bedenken ervan. Den bovenbedoelden onderwjjzer meende hjj al de koorts op 't ljjf te jagen; De boeren van Margraten dacht hjj indertjjd hun stem biljet goed te doen invullen door dreigen met de veepest. Mogeljjk gaat hjj stiaks de ouders bewerken met hongersnood en oorlog, opdat zjj toch maar hunne kindertjes naar de onder zjjn schutse staande school zullen zenden. En men weet het, tal van gevallen, die allerminst Christeljjk zjjn en waarbjj op on rechtmatige wjjze tegen de neutrale school, de school voor allen, wordt opgetreden zjjn vooral in de laatste jaren geconstateerd. De anti-rev. zjjn al even weinig kieskeurig om hunne »scholen met den bjjbel" te vullen. Onthouding van bedeeling, onttrekking van klandizie en tal van andere middelen passen deze nobele burgers zonder gewetensbezwaar toe. Daarom zjjn en bljjven strenge voorwaarden hard noodig. DE OORLOG. Oe algemeene toestand. De torpedeeringen worden voortgezet. Na de »Tubantia« de »Palembang«. En de Duitsche regeering verklaart officieel, dat haar duik- duikbooten het niet deden. Wie dan Worden er'door onbekende hand, van uit een geheimzinnig, een nieuwe «Nautilus* van Jules erne, onzichtbaar voor den getroffene op ge- geheimzinnige wjjze torpedo's afgeschoten, die neutrale schepen doen zinken, de passagiers en de bemanning in levensgevaar brengend De Duitsche duikbooten doen het niet, zegt de Duitsche regeering. Dat Engelsche duikbooten het zouden doen is niet aan aan te nemen. Dus moeten het spookschepen zjjn Maar onze regeering dient toch zekerheid te hebben, tot wien zjj zich wenden moet, om haar protesten te uiten, om op maatregelen ter voorkoming van nog meer zulke geheimzinnige vernieiingen aan te dringen. En zoo dan niemand de schuld ervoor vrjj willig op zich nemen wil zal een onderzoek moeten worden aangevrragd. voor onpartjjdige rechters, door een |arbitrage-commissie, die de journalen en beëedigde verklaringen der kapiteins van de duikbooten der verschillende in aanmerking komende mogendheden onderzoekt en vergeljjkt. Want tot klaarheid moet de zaak komen De Daily Telegraph geeft den raad, dat Nederland ds Duitsche schepen maar in beslag moet nemen, die in de Nederlandsche havens liggen het blad zegt, dat er hier meer zjjn dan in Portugal. Nederland zou zich daardoor dus kunnen schadeloos stellen. Men mag de Zwitsersche pers gelooven, dan zou von Ballin, de directeur van de Hamburg Amerikaljjn bjj den Keizer op het ontslag van v. Tirpitz en op wjjziging van den duikbooten oorlog hebben aangedrongen, omdat de torpe deering der handelsvaartuigen door Duitsche onderzeeërs zou leiden tot in beslagneming van de Duitsche schepen in verschillendelanden, bjj wjjze van schadeloosstelling, door degenen, die nadeel leden door het verlies van hunne schepen. Het inbeslagnemen van die schepen door Portugal hebben wjj veroordeeld als een on rechtmatige daad en het beroep op het ver ouderde «angarierechU, was niets meer dan een doekje voor het blosden. Maar het zou zeker te bezien staan, of, wanneer het bewezen is dat de Nederlandsche schepen door Duitsche duikbooten werden ge torpedeerd, beslaglegging op Duitsche schepen, als represaille-maatregel, geen overweging raam—in minimi i n mm

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 1