Oö het Zuidoostelijk oorlogstooneel Op Zee. Portugal. China. BINNENLAND. UIT ONZE OMGEVING. De Berliner Ztg. am Mittag« zegt, dat de weigering van de bemanning van den »King Stephen«, om schipbreukelingen van den dood te redden, een onuitwiscbbare schan- devlek blijft, wanneer Engeland zich ooit be roept op het Engelsche «fair play*, dan zullen wij het herinneren aan den ondergang van de L. 19, toen een verzoek om redding werd afgewezen door de bemanning van den «King Stephen*. LONDEN, 6 Febr. (Reuters bijz. dienst.) De Bisschop van Londen, sprekende in Stoke- Newington, zeideEen der ongelukkigste mannen in Engeland moet wel de schipper van den treiler zijn, die een zinkende Zeppelin zag in de Noordzee. De schipper zou de Duitschers, hoewel het vijanden zijn, wel heb ben willen redden maar bij kon het woord der Duitschers niet vertrouwen. Had hij de Duitschers op zijn schip genomen, dan zouden zij de bemanning er van hebben kunnen aam- vallen en de geheele Duitsche pers zou dit hebben toegejuicht, als een daad van handige strategie. Daarom moeten wij den schipper verdedigen. Want de Duitschers hebben de ridderlijkheid in den oorlog gedood. In de Daily Mail* vertelt een correspon dent de geschiedenis van de geweigerde redding der bemanning van de L. 19, zooals William Martin, de schipper van de «King Stephen«, die bij aankomst te Grimsby vertelde. Martin, een jonge zeebonk, vertelde dan, dat hij Zaterdag was uitgevaren voor een tiendaagschen vischtocht in de Noordzee met een bemanning van negen koppen, zonder geschut of andere wapens. Woensdag ochtend bij 't krieken van den dag hadden ze tusschen de 70 en SO manden visch aan boord en de netten waren buiten. Het was een prachtige ochtend vertelde hij verder. We konden tot op 15 mijlen zien. Er was geen wind en de zee was zoo glad als de tafel. Ik kreeg iets in 't oog wat op een witte wolk op 't water leek, maar begreep dat 't dat niet kon zijn, bij zulk weer. Daarom liet ik met volle kracht heensturen, want ik dacht, dat 't wel een wrak kon wezen, dat de moeite loonde om naar de haven te sleepen. Toen we naderbij kwamen, zag ik dat 't een Duitschen «Zeppelin* was. Ik kou mij niet vergissen, want ik heb al te veel lucht schepen gezien om nog te kunnen twijfelen. Hij was Oostelijk van ons toen ik er heen stoomde. Toen we met meer dan 120 voet er vandaan waren, zagen we eerst den scher pen houten neus van den boeg boven 't water uitkomen, en toen een stuk van het omhulsel. Ze richtte zich uit 't water op ais 't ware als een olifant, die op z'n voorpooten overend rijst. Toen we er bij kwamen, leek-ie gewel dig hooghij stak wel 40 voet boven water uit, naar ik schat. Ik kon er een man of 15 boven op zien, sommigen op hun knieën, die telkens heen en weer gleden anderen bij mekaar met hun hoofden door de kajuitstrap gestoken, hun armen eraan vastgeklampt. Ze zagen er uit of ze van de Noordpool kwamen, want ze droegen fluweelen buizen en hoeden en allerlei ander zwaar spul wegens 't koude weer. Ik riep: »Wat is er aan de hand?* «Zend ons een boot, ik zal er je vijf pond sterling voor geven*, was 't antwoord en hij trok z'n jas uit, waardoor z'n koperen knoopen kwamen te zien. Ik herkende hem dadelijk als een marine-officier en den kapitein van 't schip. Hij zag er uit als onze eigen marine officieren, een jonge kerel, misschien even dertig, slank, een rood gezicht, erg verweerd, en een bevelerige manier van doen. Toen een paar van z'n bemanning die Engelsch spraken er wat tusschen wilden zeggen, had-ie hen gauw den mond gesloten, 't Was een meneer en hij gedroeg er zich ook naar. Netjes en beleefd. Ook sprake ie goed Engelsch. Maar ik hoorde ze hameren in de Zeppelin en af en toe doken er andere koppen op, totdat er een dertig bij elkaar waren. Ik dacht eens even na en zei toen «Wel, als er niet zoo veel van jullie waren, zou ik je er af halen, maar er zijn er te veel*. De officier zette een borst op en zei, dat daar niets in stak. Ik dacht nog eens na en zei «Maar stel nu eens we halen jullie er af en je smijt ons overboord en vaart met den treiler naar Duitschland? Dat bezorgt jullie weer een kruis, maar voor ons is't niets gedaan*. Hij zei«Ik geef je mijn woord, dat we niets van dien aard zullen doen*. Hij zwoer bij hoog en laag dat hij ons met rust zou laten en dat ik een flink stuk gelk kon verdienen door hen te redden. Ik weer aan 't denken zij waren met z'n dertigen wjj met z'n negenenzij ge wapend en wij hadden zelfs geen pistool aan boord. Ik dorst 't er niet op te wagen, Was er een ander schip in de buurt geweest om mij te helpen, dan had ik 't kunnen wa gen, maar er was niets in 't zicht. Bovendien wist ik wat de Hunnen hadden gedaan en wat ze wel eens opnieuw konden doen. Ik moet er hij vertellen, dat ik drie ijzeren kruisen op de Zeppelin geschilderd zag. Ik begreep, dat 't was voor de stoute stukjes die ze had den uitgehaald, en ik wou niet graag, dat ik en ru'n bemanning iets met 't vierde zouden hebben uit te staan. Ik stoomde 's ochtends om half tien weg. De gezagvoerder van de Zeppelin riep me toe, dat ze zinkende waren en vroeg mij, zijn woord van eer nog eens gevend, hem op te nemen. Toen wij ons verwijderen riepen eerst eenigen van de Duitsche bemanning «genade*, toen ze zagen dat het niet hielp, schudden ze de vuist tegen ons. Ik zou ze hebben opgenomen vervolgde de schipper als ik niet bang was geweest dat ze ons zouden overweldigen. In vredestijd zou ik ze natuurlijk allen in een ommezien hebben gered. Toen we wegstoomden, konden we de Zep pelin op en neer zien dobberen. Tegen etenstijd stak er een stevige bries uit het Z.W. op. Het werd dik en heiïg en 't begon te motregenen. Om half elf 's avonds stond er een harde wind en was zoo dik van regen, dat ik geen vuurpijlen kon oplatrh. Zoodra ik tegen 't aanbreken van den dag op de rivier kwam, rapporteerde ik de feiten en dadelijk vertrokken twee torpedo-jagers, om het luchtschip te zoeken. Wat sedert dien is gebeurd, weet ik niet. Naai mijn meening kan de Zeppelin, als hij niet te voren is opgepikt, het in dat weer niet hebben uitgehouden. Onze treiler, een zeewaardige boot, had het 's nachts hard te verantwoorden met de zware zeeën, die over dek spoelden. De verslaggever heeft ook de andere leden der bemanning gesproken. Zij bevestigden het verhaal van den kapitein en voegden er bij, dat deze hen naar hun meening had gevraagd, of 't gewaagd kon worden de Duitschers te redden. Maar allen hadden gezegd »laat ons wegstoomen als ze aan boord komen, maken ze ons dood«. De stuurman vertelde nog, dat de Duitschers, ziende dat de treiler wegvoer, hun toeriepen «Gott straffe England Ge vraagd waarom ze de Duitschers niet aan boord hadden genomen, zeide de stuurman «Natuur lijk was de schipper niet zoo gek. Had hij z'n boot naar hen toegezonden, dan zouden de mannen die er in zaten zijn gegrepen en door de Duitschers als gijzelaars vastgehouden en dan waren de bordjes verhangen. We hebben kort beraad gehouden wat we zouden doen. Ons gevoel van menschelijkheid zei ons de Duitschers te redden, maar de voorzichtig heid verbood 't Bulgaren en Duitschers. LONDEN, 6 Febr. (Reuter.) De bijzon dere correspondent van Reuter te Saloniki seint onder dagteekening van 5 Febrdat uit mededeelingen uit verschillende bronnen blijkt, dat er vrij groote wrijving bestaat tus schen Bulgaren en Duitschers, daar eerstge noemde niet verkiezen, dat de Duitschers over hen heerschen evenals over de Oostenrijkers en de Turken. De oneenigheid is grootendeels ontstaan door de quaestie van een aanval op de stellingen van de geallieerden te Saloniki, tegen welke de Bulgaren gekant zijn, daar zij inzieu, dat de hoofdaanval voor hen zoude zijn en dat de zware verliezen, die zelfs van een geslaagden opmarsch het gevolg zouden zijn, de militaire kracht der Bulgaren, verge leken met die hunner naburen, te veel zouden verzwakken. Naar bericht wordt, leggen de Bulgaren verdedigingswerken aan, niet alleen aan de grens, maar ook in de Krossna. Naar men gelooft, is de Zeppelin-aanval op Odessa uitsluitend uitgegaau van de Duit schers, evenals indertijd de moedwillige aanval op Odessa door de «Göben". De vreeselijke represaille-maatregel, dien de Franschen hebben genomen, is er op be rekend de Bulgaren afkeerig te maken van een hergaling der wandaad. De stad Petrisj is nl. bijna geheel en al verwoest door Fran- sche bommen. De Duitschers zouden misschien zulk een daad van wedervergelding op Duitsche steden welkom hebben geheeten, wijl daardoor de eenheid bevorderd en de oorlogskoorts heviger zou zijn geworden, maar Bulgarije heeft er geen belang bij aanvallen van Frausche lucht- flottiljes uit te lokken. De Zeppelin-aanval schijnt voor de Duit schers ook in ander opzicht een misrekening te zijn geweest. De openbare meening in Griekenland veroordeelt n.L dit barbaarsche optreden en is diep getroffen door de misda dige onverschilligheid der Duitschers voor leven en eigendom. Er kon dus moeilijk iets gebeuren, waardoor de Grieken beter den waren aard van de Duitsche wijze van oorlogvoeren konden leeren beseffen. Omkooperij. SOFIA, 5 Febr. (W. B.) De particuliere berichtgever van het bureau-Wolff verneemt het volgende omtrent de voorgeschiedenis van de arrestatie der dertien afgevaardigden Zooals bekend is, zond de Fransche regee ring verleden zomer den agent Desclosiers naar Bulgarije om daar op groote schaal graan op te koopen. Desclociers wendde zich daarop om bemiddeling tot verscheiden afgevaardigden van de groep Genadief, die in de Sobranje den doorslag gaf. Door de mobilisatie kwam echter een einde aan de onderhandelingen. Na het uitbreken van den oorlog stelde de justitie een onderzoek in op grond voor de verdenking, dat de graan-aankoop slechts een voorwendsel was geweest en datde voorschotten, die aan de afgevaardigden waren verstrekt, omkoopsommen waren geweest. Naar bericht wordt, heeft de justitie het verzoek aan de Sobranje gericht verlof te geven tot arrestatie van nog negen afgevaar digden en het protest van vier der in hechtenis genomenen, van de hand te wijzen. Bij de voorlezing van het voorstel werden de namen niet genoemd. Het voorstel werd zonder debat in handen van de immuniteits commissie gesteld. Onlusten. Volgens de Imparcial, uit Madrid, duren de onlusten wegens de duurte in Lissabon voort. In de Tobac straat zijn een wachtmeester en twee republikeinsche gardes door een bom gedood. In andere wijken zijn verscheidene huizen door bomontploffingen beschadigd. Het paleis van den gouverneur wordt door troepen bewaakt en de bureau's der arbeiders bonden, die een algemeene staking willen uit lokken, zijn door militairen omsingeld. Het tramverkeer staat geheel stil. Tal van verdachten zijn opgepakt en naar oorlogsschepen overgebracht. Ook in andere plaatsen van Portugal is het onrustig, zoo in Settubal, San Pedro, Portem, Redundo en Mortemar. (In laastgenoemde plaats is de burgemeester vermoord). Voorts in Aguarantes, Pedua en Folgaria, waar graan- pakhuizen zijn geplunderd. De toestand. TSJANGHAI, 7 Febr. (Reuters's bijz. dienst.) Dagelijks wordt er met afwisselend geluk gestreden op vijftien mijl ten noord oosten van Suifu. De Yunnan-opstandelingen vreezen nog verder op te rukken, omdat de komst van aanzienlijke regeeringsstrijdkrachten wordt gerapporteerd. De opstandelingen brengen artillerie in stel ling op de Suifu-heuvels. De regeeringstroepen houden alle wegen aan drie zijden van Suifu bezetter bewaking van de wegen naar het zuiden zijn te Nankihsien talrijke troepen aangekomen. Uit Peking wordt officieel gemeldt, dat de regeeringstroepen de rebellen versloegen op zestien mijlen ten noordoosten van Suifu, waarbij zij belangrijke stellingen bezetten en driehondeid rebellen doodden en gevangen namen. Verder werden twee bergkanonnen beuevens een groote hoeveelheid munitie en veel paarden buitgemaakt. De regeeringstroepen zetten hun marsch naar Suifu voort. Een Duitsch offensief ter zee Uit Rome wordt aan de «Daily Telegraph* bericht «De «Angezia Nationale*, die een maand geleden de groote Zeppelin-raid tegen Enge land voorspelde, zegt uit dezelfde bron te hebben vernomen, dat Duitschland groote m&ritiene toebereidselen maakt voor een offen sief ter zee in de aanstaande lente. Duitschland zal spoedig in 't bezit zijn van een aantal nieuwe schepen, die bestand zullen zijn tegen torpedo-aanvallen en eene bewapening zullen voeren van 42 of zelfs 50 c.M. kanonnen.* De Appam. Luitenant Hans Berg zoo heet de com mandant der prijsbemanning van de Appam in een telegram uit Newport News aan de Daily Telegraph moet er zich aanvankelijk tegen verzet hebben dat de Engelsche beman ning benevens een 11-tal Engeische militairen de Appam verlieten, maar de Amerikaansche autoriteiten hadden het zoo gelast en de Duit sche officier gaf toe. Aan verslaggevers heeft ook Berg den naam genoemd van den commandant van de Möwe of hoe het kaperschip mocht heeten kapitein graaf Dohna. Mijn schip verzekerde Berg was Z. M. S. Möwe. «Maar* vroeg een verslaggever «is 't de oorspronkelijke Möwe, of een ander schip, omgezet in een oorlogs schip en waaraan de naam Möwe is gegeven Ik herhaal, zei Berg, dat 't de Möwe is, en hjj scheen zich met de nieuwsgierigheid van zijn ondervragers ts vermaken. Op geen enkele nadere vraag omtrent de Möwe gaf Berg echter antwoord. Luitenant Berg heeft de brievenmail van de Appam, 153 zakken, afgegeven aan de Amerikaansche postautoriteiten, maar de pa- ketpost, 150 zakken heeft hij nog zoolang gehouden. De Koningin. De Koningin beeft Zondag, voor de eerste maal sedert haar ongestelheid, een ki rteo rjjs toer per automobiel gemaakt. De crisis. De minister van binnenlandsche zaken, mr. Coit van der Linden, begaf zich Maandag ter audiëntie naar de Koningin. Maandagmiddag, dus op een buitengewonen dag, wordt ministerraad gehouden. Landweer 1911. De dienstplichtige onderofficieren, korporaal- en manschappen van de landweerlicbting 1911 zullen op 10 Maart met voorloopig, klein ver lof worden gezonden. Bij een groot aantal on- derdeelen, waar de belungen van dan dienst dit veroorloven, zullen de dienstplichtigen ech ter reeds op 18 Februari met voorloopig, klein verlof huiswaarts keeren. De staatscommissie voor de belasting op oorlogswinsten, heeft in haar vergadering van Zaterdag j.l. een voorontwerp in eerste lezing vastgesteld. Dominee en de school. Volksonderwijs schrijft Er moest naar den zin van den dominee in W. een bijzondere school komen en op een daartoe belegde vergadering moesten bur gers en buitenlui van de noodzakelijkheid daarvan worden overtuigd. In een lange rede werd die noodwendigheid betoogd, meest op gronden van ondeugdelijk heid, enz. van de openbare. Ook moest het oude argument dienst doen, dat de openbare school «socialisten kweekt'' en dat, als bol werk daartegen, de bijzondere school het beste en goedkoopste in gebruik zijnde middel was. Een der aanwezigen, iemand, die wel al jaren lang op dat dorp woonde en de inwo ners er van goed kent, ofschoon dan geen inboorling, kwam in debat en nam het voor de openbare school op. Hij betoogde, dat dominee die school óf niet in haar beginse len en in haar praktijk kende, óf dat hjj maar voor de vaak en tegen beter weten in redeneerde. «Kijk, dominee", zei hij o.a., «al de dorpelingen, die hier zitten, zijn oud leerlingen van de openbare school hier. Hoe veel socialisten zijn daar nu bij U weet het, net zoo goed als ik, of nog beter. Nie mand Waar blijft gij nu met die socialisten- kweekerij door die openbare school?" Dominee zweeg, -wist er geen te noemen maar zette een gezicht, of ie zeggen wou «Maar jij dan toch wel «O", antwoordde deze op dat zwijgend spreken »U denkt van ik, - we zullen dat maar zoo laten, maar ik wil u dan wel zeggenik ben een oud leerling van de Christelijke school Dominee zweeg in zeven talen en zwijgt nog. En dit zijn tweede zwijgen was nog wel sprekender dan het eerste. Ja, ja, hoe men te pas kan komen Ingevolge Kon. machtiging is dhr Percy T. Jones erkend en toegelaten als Bntsch vice-consul te Ter Neuzen. Door het Bestuur van den polder Nieuw Neuzen werd gisteren alhier amgesteed het aanleggen van een buitenberm aan den zeedijk over een lengte van 220 M. en het verhoogen van den buitenberm van den zee dijk over een lengte van 645 M. met daarbij behoorende werken en het onderhoud daarvan tot 30 April 1917. Ingeschreven werd door de volgende beeren W. L. Klos, Scherpenisse voor f 33,570 0. de Voogd, Duivendijke voor f33,333; A. Wissekerke, Ellewoutsdjjk voor f 33,000 J. M. Dekker, Brouwershaven voor f 32,900 P. Bervoets-Kerkwerve voor f 32,700 P. Andries- sen, Hontenisse voor f 32,650C. Klaassen, Zaamslag voor f32,497; R. Verschelling, Ter Neuzen voor f 32,095 J. Roelofs, Papen- drecht voor 32,087 J. P. de Vos, Ter Neuzen voer 32,010 J. de Bree Fz., Ter Neuzeu voor f 32,000 Job Wolfert, Hoek voor f 32,000 J. van Drongelen, Hoek voor f 31,980. Behoudens nadere goedkeuring van Ged. Staten aan den laagsten inschrijver gegund. Maandagavond vergaderde in de boven zaal van de Wed. Michielsen de afd. Ter Neuzen van den Bond voor Staatspensioneering. Na lezing der notulen en enkele mededee-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 2