Yau het Oostelijk oorlogstooneel. Op het Zuidoostelijk oorlogstooneel Yan liet Russisch-Turksclie oorlogstooneel. Van het Italiaanscii-Oostenrjjksclie gevechtsterrein. Op Zee. UIT ONZE OMGEVING. ST. PETERSBURG, 5 Jan, (P. T. A.) OfficieelTen zuiden van de Pripet hebben wij in de streek van Koechokawola de Duitscbers teruggeslagen. Aan den middenloop van de Strypa hebben onze troepen het gewonnen terrein versterkt. De pogingen van den vijand om de verloren versterkingen te hernemen zijn met zware verliezen voor hem afgeslagen. Ten noorden van Czenowce (Cernowitz 't) duren de verbitterde gevechten voort. Onze troepen hebben opnieuw vijandelijke stellingen vermeesterd. Tegenaanvallen van den vijand zijn door ons vuur, dat hem groote verliezen heeft toegebracht, gestuit. In deze streek heeft een van onze afdeelingen 18 officieren en 1043 soldaten gevangen genomen en 4 machinegeweren vermeesterd. De briewen van kolonel Napier. VVEENEN, 6 Jan. (Korr. Bur.) In aanslui ting op de reeds openbaar gemaakte corres pondentie, welke in het bezit van den gevan gen genomen Engelschen attaché kolonel Napier is gevonden, is nog het volgende gedeelte uit een brief van een Engelsch offi cier van belang. Deze schreef op 2 Dec 1915 uit Athene aan een kolonel aan het departe- van oorlog werkzaam Ik ben niet bezorgd over de aanvallen van onze tegenwoordige vijanden. Hetgeen in vrees is Grieksch verraad. Men moet niet vergeten, dat dit volk het canaille van Europa is, dat het nimmer zelf iets heeft verworven, maar dat het of een ge schenk kreeg van de Ententemogendheden, zooals dit bijv. het geval was met de Jonische eilanden en met Kreta óf dat andere het hielpen iets te verkrijgen. Zoo danken de Grieken bijv. Saloniki aan de Bulgaren en Serviërs. Het komt mij voor, dat ook een oppervlakkige kennis van het Grieksche ka rakter voldoende is om in te zien, dat wij gevaar loopen door hen overvallen te worden, zoodra de Bulgaren en Duitschers aan hun grens staan. LONDEN, 6 Jan. (Reuter.) De »DaiJy Mailt verneemt uit AtheneGroote beroering is gewekt door de publicatie van z.g. uittreksels van brieven, welke kolonel Napier bij zich had, toen deze aanboord van het Grieksche stoomschip »Spetzai< door de Oosten rij ksche duikboot werd gevangen genomen. Deze uit- treksels zouden een gedeelte zijn van een brief van de secretaris van den Engelschen gezant te Athene aan den Engelschen minister van buitenlandsche zaken, waarin de schrijver zinspeelt op de instelling van een Grieksche republiek met Venizelos als presedent. De correspondent nu van de Daily Mailt heeft persoonlijk vernomen van alle secre tarissen van de Britsche legatie, dat geen hunner dezen brief heeft geschreven, zoodat deze geschiedenis derhalve gelogen is. De correspondent wijst er op, dat geen legatie-secretaris rechtstreeks correspondeert met den minister van buitenlandsche zaken, zoodat hiermede de bewering vanzelf te niet. Een andere brief zou afkomstig zijn van sir Francis Elliot, den Engelschen gezant, waarin deze gezegd zou hebben »lk heb weinig sympathie voor de Serviër, ik voel veel meer voor de Bulgaren*. Sir Francis Elliot verklaarde mij hedenmorgen, zoo meldt de correspondent, dat er geen woord van waar is: ik heb dat nooit geschreven. Ik heb eerbied voor Servië en veroordeel ten sterkste het gedrag van Bulgarije. De briefis valsch*. Oe toestand in Griekenland. LONDEN, 6 Jan. (Reuters bijz. dienst.) Volgens een bericht uit Athene aan de Daily Mail* zou generaal Mosakopoelos aan de re geering hebben meegedeeld, dat zijn legercorps wellicht zich niet rustig zoo houden, ingeval van een invasie van Bulgaren of Turken. Sedert hebben de bevelhebbers van de derde, vierde en vijfde legercorpsen nog eens den minister van oorlog en den generalen staf verwittigd, dat zij hun mannen niet zouden kunnen bedwingen als Bulgaren of Turken verschenen. Te Kavala zou er een muiterij zijn voor gekomen. De soldaten riepen laat ons vechten of naar huis gaan. Zelfs in het kabinet is het warm toegegaan en in de vergadering tegen Kerstmis gehouden, hebben Rallis en admiraal Gondoeriotis ronduit gesproken en verklaart, dat er geen enkele reden was voor de Grieksche troepen om toe te staan, dat de Bulgaren de Grieksche grens overschreden. Het kabinet moest zich in het onvermijdelijke schikken en de minister van Oorlog heeft nu aan de be velhebbers van de troepen aan de grens last gegeven hun troepen zoo te concenteeren dat ze gereed zijn om op te treden tegen de Bul garen, als dat noodig mocht zijn. ST. PETERSBURG, 5 Jan. (P. T. A.) OfficieelIn het kustgebied en aan de Ark have zijn Turksche afdeelingen, saamgetrok ken bij het dorp Patadjour, door ons vuur verstrooid. Ons vuur heeft ook in verscheidene sectoren de beschuttingen van Turksche kampen ver nield. De ltaliaansche legatie ontving het volgende commupiqué van het opperbevel, d.d. 5 Jan, Op den derden dezer hebben twee Oosten- rijksche vliegtuigen een tocht naar Verona gemaakt, maar onder vuur genomen door onze anti vliegtuigbatterijen, vluchtten zij, voordat zij het doel van hun tocht hadden bereikt, in Noordelijke richting en lieten daarbij eenige bommen, die geenerlei schade aanrichtten. In de streek van den Moote Croce Comelico hebben de welgerichte schoten van onze artillerie op een kamp in de vallei van Fischlein een groote vijandelijke troepenafdeeling genoodzaakt de' vlucht te nemen in de richting van Moos, Ook op verschillende plaatsen in de streek van Karinthië heeft het vuur onzer batterijen de verschansingen vernield, en de troepen, welke ze verdedigden, op de vlucht geslagen. Op het Karstplateau heelt de vijand opnieuw onze stellingen van den Monte San Michele aangevallen, maar hij is nogmaals terugge slagen en heeft zware verliezen geleden. Stout moedige aanvallen onzer patrouilles hebben ons een dertigtal gevangenen doen maken. De duikboot- en mijjnoorlog. De bemanning van een Engelshe duikboot gered. Het departement van marine deelt mede, dat Hr. Ms. Noord-Brabant Donderdag ter hoogte van het zeegat van Texel, buiten de territori ale wateren, een Engelsche duikboot heeft aangetroffen, die noodseinen deed. De Noord-Brabant heeft de geheele beman ning, ten getale van 33 koppen, gered en in Den Helder aaogebracht. De duikboot is gezonken. Uit Nieuwediep meldt men De gezonken Engelsche duikboot, welker bemanning het pantserdekschip Noord-Brabant heeft gered en alhier aanbracht, is dej E 17. Tot de bemanning behooren drie officieren. De duikboot is bij de Noorderhaaks gezonken. Ze werd hedenmorgen, toen ze noodseinen gaf, opgemerkt door de Noord-Brabant, die twee sloepen liet strijken, welke de opvarende redden. De duikboot was gisteren den koers kwijtgeraakt. Ze was toen nabij de Noordhinder om vijandelijke patrouillevaartuigen te vervol- Daarop is ze in de Haaksgronden terecht ge komen en lek gestooten. De bemanning is ondergebracht in de ma rine kazerne alhier. Oe „Leto" op een mijn geloopen. Men meldt uit Hoek van Holland: Het Nederlandsche stoomschip »Alkoid« is hier binnengekomen met 23 man der equipage van het Nederlandsche stoomschip »Leto«, welk schip op een mijn is gevaren. De »Leto« is drijvende en vraagt sleepboot hulp. Aan boord bevinden zich nog 3 man. Omtrent het op een mijn loopen van het s.s. »Leto», deelt de 2e machinist, de heer L v. Iteeven, cns nog het volgende mede Het ongeluk gebeurde te omstreeks 1 uur. Nadat de bemanning in de booten was gegaan, roeide men naar het s.s. »Loch Tay«, dat zich in de onmiddellijke nabijheid bevond. Van dit schip af wierp men een lijn af, doch deze brak, en evenzoo een volgende. De reddingboot dreef af en bijna had het schroefwater de boot doen omslaan. Vervolgens is men naar het s.s. »A1- koid« geroeid, dat zich ook in de nabjjheid bevond. Te omstreeks half twee was meu op de »Alkoid" en een half uur daarna ver trokken de reeds in het eerste bericht ge noemde 7 mannen, waaronder ook onze zegs man, in de werkboot van de »AIkoid" met eenige trossen voor het nog steeds drijvende schip. Toen men aan boord terug kwam, bleek ruim 2 ingeslagen te zijn. Er liep een scheur van het luikhoofd tot bijna op den bodem van het schip, dat aan de voorsteven door de mijn was getroffen. Het graan, waar uit de lading bestond, dreef weg. In de machinekamer afgedaald bleek, dat tank 2 lek gesprongen was. Men heeft toen de stoom in één ketel opgestookt en gepro beerd de ballastpomp in werking te zetten. In de machinekamer stond het water 3 a 4 voet boven den top-tank en niet lang duurde het of de ballastpomp raakte verstopt door de kolen, die van de plaat af in de machine kamer dreven. Nadat de ballastpomp weer in orde was gemaakt, werd ze weer in werking gesteld, doch al spoedig geraakte ze weder onklaar. Daarop heeft men getracht met het langzaam draaien van de binnenboord-lens circulatie het watér uit het schip te pompen, doch ook deze raakte door de afdrijvende kolen verstopt. Nadat ze weer in orde was geraakt, bleef men een kwartier langzaam doordraaien, waardoor het water in de ma chinekamer eenige voeten zakte. Toen raakte ook de condensor verstopt, waardoor men ge noodzaakt was, het werk op te geven. In dien tijd had men zich aan dek onledig gehouden met het vastmaken en uitbrengen van de trossen. Tot tweemaal toe braken deze af, waarna men besloot het schip^te verlaten. De wind was in dien tusschentijd opgestoken en de zee be gon woelig te worden, zoodat langer aan boord blijven gevaar had kunnen opleveren. Voor men echter het schip verliet, werd een anker met 90 vadem ketting uitgebracht, om zoodoende te verhinderen, dat het schip in het mijnenveld zou drijven. De le stuurman beval toen in de booten te gaan, terwjjl twee man aan boord zouden blij ven om de boot te vieren Wanneer ds boot eenmaal op zee dreef, zou men ook hen van boord halen. De bootsman wilde echter ook aan boofd blijven, waarop de le stuurman het bevel tot vieren gaf. Verschillende malen is deze drie achtergeblevenen nog gevraagd ook in de boot te komen, het werd echter gewei gered. De oorzaak van deze weigering is ver moedelijk het te ruim gebruik van sterken drank geweest. De werkboot met vier opvarenden roeiden terug naar de »Alkoid«, waar ze werd opgeno men. Het was toen ongeveer half zes en het bogon hard te waaien De »Alkoidc is ver volgens naar Noord-Hinder* gestroomd en heeft jdaar draadloos om sleepbooten geseind. Nader vernemen wij, dat van de sleepbooten, die door de firma L. 8mit te Rotterdam waren uitgezonden, om de »Leto* te brengen en waar van er een met een inrichting voor draadlaoze telegrafie was uitgerust, nog geen bericht is ingekomen. (Het schip is dus vermoedelijk vergaan. Een later bericht meldt dat ook de 3 achter gebleven mannen zjjn gered. Turksche schepen buitgemaakt. PETROGRAD, 6 Jan. (P. T. A.) In de Zwarte Zee maakte een Russische torpedoboot den 3 Januari, in de nabgheid van Sourmine kruisende, elf I urksche zeilschepen buit, die niet geladen waren. Veertig man der equi- pages, gedeeltelijk gewapend, werden gevangen genomen. De redding van lord Montagu. LONDEN, 5 Jan. (Telegraaf.) Van onzen V correspondent. Lord Montagu Beauhin heeft van Malta een lang telegram aan de »Times gezonden, waarin hij zegt De Persia" werd zonder voorafgaande waar schuwing getorpedeerd het was mooi weer en de zee was kalm. Het schip zonk in vijf minuten. Onder de passagiers ontstond echter geen paniek. Het schip helde spoedig over, zoodat men de booten onmogelijk kon neerlaten. De bakboordzijde was in twee minuten onder water verdwenen. Het schip zonk en sleepte mij mee naar be neden. loen ik weer aan de oppervlakte kwam, zag ik daar een ontzettend tooneel van worste lende menseben. De meeste booten werden ver brijzeld. Slechts drie kreeg men na een wan hopige inspanning te water. Ik klom met drie andere Europeanen en 27 Lascaren op den bodem van een stukgeslagen boot. Dien nacht werd ons aantal tot 19 ver minderd, den volgenden dag, Vrijdag bleven er nog slechts 11 over een andere stierf door ont bering en door de bekomen wonden. Een neutraal schip, dat voorbij voer, merkte ons niet op. Wij zagen Vrijdag een groot schip, dat ook geen acht sloeg op onze signalen, waarschijnlijk uit vrees met een list van een duikboot te doen te hebben. Onze boot schepte voortdu rend water, de golven gingen steeds over ons heen. De stoomboot »Ningehow« pikte ons Vrijdagavond om negen uur op, nadat wij 32 uur op zee hadden rondgezworven zonder se dert ons ontbijt op Donderdagmorgen drinken of voedsel gehad te hebben, behalve een bis cuit, die wij in de boot vonden. Onze reddiug is gewoon een wonder. In de op Donderdag 13 Januari 1916, des voormiddags om 10 ure te houden open bare vergadering van den Gemeenteraad alhier, komen de volgende punten in behandeling 1. Notulen 2 Ingekomen stukken. 3. Voorstel tot oproeping van sollicitanten voor de vacante betrekking van gemeente geneesheer. 4. Voorstel tot machtiging om af te wijken van de verordening waarbij eischen zijn ge steld voor verlofslokalen. 5. Idem. 0. Voorstel tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. Jansen als onderwijzeres aan school D. 7. Voorstel tot toekenning van een perso- neele toelage aan J. J. Huijssen. 8. Voorstel tot toekenning eener gratifi catie aan mej. Lansen. 9. Besluit tot. voorziening in kasgeld. 10. Opnieuw vaststelling van de begrooting voor 1916. 11. Ontheffing belastingen. 12. Vaststelling schoolgeldkohier. De loop der bevolking in de gemeente Ter Neuzen over 1915 was als volgt: Geboren126 107 233 Gevestigd218 221 439 Overleden Bevolk, op 31 Dec. 1914 31 1915 344 328 672 54 57 111 258 256 514 312 313 625 4687 4844 9531 4719 4859 9578 Alzoo vermeerderd met 32 15 47 Er werden voltrokken 63 huweljjken. Levenloos aangegeven 7 kinderen. Ingevolge Ministerieele beschikking is de bureelambtenaar le klasse van den Rgks- Waterstaat de heer J. C. Heijblom, met ingang van 1 April 1916 overgeplaatst van Ter Neuzen naar Haarlem. De oudste ingezetene in onze gemeente, de heer P. J. Kielman, rustend landbouwer te bluiskil, is Donderdag in den ouderdom van bjjna 103 jaren overleden, Naar men meldt zouden er te Zaamslag vanwege de Christel. Ger. gemeente pogingen worden aangewend tot stichting van een eigen school voor lagtr onderwijs. Komt dit plan tot verwezenlijking, dan bereikt men hiermee te Zaamslag het respectabele aantal scholen van acht stuks en dit op een bevolking van ongeveer 3600 zielen. Binnen de hoofdkom heeft men nl. een openbare, een Christelijke Historische, en een Geref. school. Voorts een Geref. school aan den Reuzenhoek, een open bare in den Grooten Huissenspolder, een open bare en een Geref. in de buurtschap Othene. In de Dinsdag gehouden raadsvergadering van Hulst werd door den voorzitter in eeu berinneringswoord er o. a. op gewezen, dat dat door den oorlogstoestand aan de straat verbetering niet kon worden doorgewerkt. In het gasbedrijf werd 58.065 kub. Meter meer gas afgeleverd, d. i. een vermeerdering van 21 pCt. De raad benoemde tot onderwijzer den heer G. C. L. Eggermont, onderwijzer te Nispen. Bij de rondvraag vroeg de heer Fricot of het Rijk bereid is tot vergoeding voor herstel van de schade aangebracht aan het stadhuis en dfën wal. De voorzitter zei, dat de zaak in behandeling is en vermoedelijk wel tot een goede uitkomst leiden zal. In antwoord op een vraag van den heer l'aepe, wanneer de naambordjes aan de straten komen, zei de voorzitter, dat met de aanbrenging daarvan eerst thans kan worden aangevangen omdat de kosten daarvoor zijn toegestaan op de begrooting 1916, welke eerst nu in werking treedt. In de grensgemeente Koewacht zal in het Nederlandsche gedeelte met toestemming van den bisschop van Breda een houten hulp kerk worden gebouwd. Voor den oorlog gingen de Nederlanders in België ter kerk, maar dit was niet meer mogelijk. Een noodlottig toeval. Woensdagavond achtervolgden aan de grens onder de gemeente St. Jausteen een commies en een grenswacht-soldaat twee personen, die op een rjjwiel. dat ^ij aan de hand meevoer den, meel transporteerden. Aan het bevel om halt te houden, werd niet voldaan, doch de smokkelaars zetten het op een loopen. Toen zij niet meer ontvluchten konden, wierp de 17jarige C. A het rijwiel voor de voeten van den commies, waardoor deze strui kelde, en toevallig de revolver, die hij in den zak had, afging en A. trof, die door het schot werd gedood. Men schrijft uit IJzendjjke De heer L. de Vleeschhouwer die de» Nieuwjaarsdag zoo jammerlijk om het leven kwam, had zich steeds voorgesteld in zjjn woonplaats L'aprgcke begraven te worden. Daar hij zich oud wist (81 jaar), waren de mann. vr. totaal. Ter

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 2