Van liet Westelijk oorlogstooneel.
Neuzen, die eerst in het ontwerp was op
genomen, weer in het nieuwe ontwerp werd
ingetrokken.
De menscken in Ter Neuzen hadden zich
al in de handen gewreven van blijdschap en
nu wordt hij een nieuw ontwerp plotseling
dat werk ingetrokken. Ik vraag aan den
Minister wat daarvoor in de plaats zal komen
om de omgeving te helpen, aangezien de
werkloosheid daar zeer groot is en giooter
kan worden.
Evenals de heer Albarda heb ik getracht
er nogmaals op te wijzen gelijk trouwens
algemeen bekend moest zijn dat in de
bouwvakken de werkloosheid zoo groot is,
omdat in de Eerste Kamer een der geachte
afgevaardigden, die geaieend heeft bij de be
handeling van hoofdstuk IX der Staatsbe-
grootiug voor 1915 algemeene beschouwingen
te moeten "houden die indirect met dit wets
ontwerp in verband stonden, het deed voor
komen alsof de omvang van de werkloosheid
overdreven werd voorgesteld. Die geachte
afgevaardigde rekende als volgt de Minister
beeft reeds in October l1 millioen gekregen
ter bestrijding van de werkloosheid, tel daar
1 millioen bij daarmede was een half
millioen voor dit wetsontwerp bedoeld dan
heeft de Minister de beschikking over 2 mil
lioen. Eu dat in 14'/.j maand, voegde die
geachte afgevaardigde er bij, dat is al heel
mooi. Ik vindt het niet mooi. Daarom is
het wellicht goed, dat de heer Albarda en ik
er eens op wijzen dat wij dien kant niet uit
moeten. Twee millioen voor 14'/., maand ter
bestrijding van de werkloosheid Ik beweer
dat de Minister met het bedrag van 2 800 000
gulden van dit wetsontwerp er bij nog zoo
goed als niets zal kunnen uitrichten.
Bij de behandeling van hoofdstuk IX van
de Staatsbegrooting heeft de Commissie van
Rapporteurs zich or toen tegen verzet dat
incidenteel een som van 3 millioen als onvoor
zien op de begrooting werd gebracht ter be
strijding van de werkloosheid. Ik had ook
de eer deel van die Commissie uit te maken,
maar ik verklaar hier dat het verzet niet gold
de zaak zelf, doch de wijze van indiening.
De Minister van Landbouw heeft reeds zijn
ambtgenoot van Waterstaat eeri wenk gegeven
die van veel waarde is, namelijk toen hij
mededeelde dat het er in de toekomst rooi
de bouwvakarbeiders donker uit zal gaan zien.
De Minister heeft die wenk opgenomen in
zijn Memorie van Antwoord. Zij luidt:
»Uit de deswege van dien bewinds
man ontvangen inlichtingen is gebleken,
dat het gewenscht is, dat de Regeering
al het mogelijke blijve doen om het
ondernemen van werkeii te bevorderen,
waaruit werkverschaffing kan voort
vloeien.
Laat de Minister zijn attentie hierop ge
vestigd houden en voortgaan werken ter uit
voering voor te dragen.
Naar aanleiding van dit wetsontwerp wil
ik op nog iets anders wijzen dat mij ter
oore was gekomen en dat mij helaas bij onder
zoek juist is gebleken. Eenige firma's ook
in Zeeland, nemen Belgische schippers aan,
die onder de markt werken, om het binnen-
landsch vervoer te doen plaats hebben.
Op zich zelf is er niets tegen contracten
af te sluiten met vreemde schippers, maar het
ergste is dat die schippers onder de markt
werken en bovendien nog gesteund worden
door Belgische comités. De Hollandsche
schippers bleven in de buurt zonder vracht.
Ik zou aan den Minister willen vragen in de
bestekken der werken op te doen nemen of
althans aan de directies wenken te geven,
dat zij in de eerste plaats nationale
krachten moeten gebruiken en eerst als
die te kort komen als aanvulling vreemde
krachten bezigen. Men heeft verschillende
manieren van helpen en ik zal de eerste zijn
om mede te werken dat Belgische vluchtelingen
en andere vreemdelingen worden geholpen,
als zij in nood verkeeren. Hulp met steun-
comité's is echter een -soort hulp van de
lagere orde, terwijl werkverschaffing hulp
,van de hoogste orde is. l)c Hollandsche
arbeiders moeten in de eerste plaats van
dil laatste proüfeeren.
Ik zou aan den Minister willen vragen om,
voor het geval liet te moeilijk is om in de
bestekken de noodige bepalingen op te nemen,
althans een wenk te geven aan de aannemers
der werken dut ook in de eerste plaats ge
schoolde krachten moeten worden gebezigd en
eerst als zij dezen te kort komen ook gebruik mag
worden gemaakt van ongeschoolde krachten.
Van deze gelegenheid wil ik gebruik maken
om er op te wijzen dat zelfs publiekrechtelijke
lichamen Belgen in dienst hellen genomen als
klerk, terwijl Hollandsche jongelieden, reizigers
enz., die zonder werk waren en zelfs hulp
moesten vragen hij steuneomité's en aan den
dijk bleven. Mij zijn twee plaatsen bekend
waar op de gemeente-secretarie Belgen zijn
aangesteld als klerken. Wij trekken millioeueu
uit om die meuschen te helpen, dat acht ik
ook goed, maar het gaat niet aan dat men
hun bovendien nog werk verschatten gaat ten
nadeele van onze eigen werkloozen.
Het is wel eens goed daarop van af deze
plaats te wijzen.
Een enkel woord over de uit te voeren
werken zelf. Bij het eerste wetsontwerp werd
1 millioen uitgetrokken voor verbetering van
wegen baggerwerken, rivierwerken enz. Verder
werd l®/]() millioen voorgesteld voor enkele
werken, met name genoemd, en een bedrag
van 7/)0 millioen werd voorgedragen voor ge
heel nieuwe werken. Te zamen 3 millioen.
Nu is in het Voorloopig Verslag opgemerkt,
dat de Minister eigenlijk carte blanche vroeg
om drie millioen te verwerken geheel vrij op
de wijze, zooals hij dat wilde. Daar kwamen
vele leden tegen op. Nu is de Minister ge
komen met een Memorie van Antwoord, waarbij
het. eerste ontwerp werd ingetrokken, terwijl
die Memorievan Antwoord eigenlijk tevens
de Memorie van Toelichting is voor een geheel
nieuw ontwerp.
Ik weet niet of dit staatsrechtelijk wel in
orde is ik beu geen jurist en kau dat niet
beciordealen, maar mijn gezond verstand verzet
zich toch deze wijze van doen. Eigenlijk wordt
nu dit nieuwe ontwerp zeer zonderling be
handeld. In de afdeelingen hebben wij het niet
onderzocht. Waa dit wel gebeurd, dan had ik
wel verschillende vragen gedaan omtrent de
werken die wel en niet ter uitvoering worden
voorgedragen. Ik zou dan ook wel aan den
Minister willen vragen om in het vervolg
dergelijke ontwerpen tot bestrijding van werk
loosheid liever op de normale manier te doen
behandelen. Namelijk zoo, dat wij die een
voudig ter onderzoek krijgen in de afdeelingen,
zoodat wij daar vragen kunnen stellen om
daarop behoorlijk inlichtingen te kunnen ont
vangen. Nu ben ik verplicht een paar vragen
te doen in het openhaar, maar ik vrees dat
de Minister daar nu natuurlijk niet op zal
kunnen antwoorden.
Zoo stond in het eerste ontwerp het maken
van de havenwerken te Ter Neuzen. Ik
was het daarmede eens. Nu is dit werk
plotseling ingetrokken, zonder dat ik in de
gelegenheid ben geweest daaromtrent in een
Voorloopig Verslag als gevolg van afdee-
lingsvergaderingen eenige inlichtingen te kun
nen vragen en verkrijgen. Er is wel eenige
toelichting gegeven bij de intrekking van
bet eerste wetsontwerp, n.l. bij de Memorie
van Antwoord, maar de vraag o.a., welke
maatregelen er zullen worden genomen, op
dat de verschillende onteigeningen vlotter
van stapel zullen loopen, kon niet worden
gedaan en werd dus ook niet beantwoord.
Reeds in 1913 heb ik op het lang duren
van dergelijke onteigeningen gewezen. Ik
heb toen voorspeld dat het talmen met de
uitvoering der werken zou worden verklaard
met de langzame onteigening. Helaas is mijn
voorspelling uitgekomen.
Een enkel woord over de werken zelfs.
In het Voorloopig Verslag is de opmer
king ook van mij afkomstig opgeno
men, dat de verbetering van wegen betrekke
lijk weinig kan strekken tot bestrijding van
werkloosheid.
Nu vertelt de Minister ons in zijn Memorie
van Antwoord, dat er in de uitgaven voor
wegverbetering wel 50 u/0 arbeidsloon zit.
Dit kan niet anders dan een vergissing
zijn. De goedkoope wegen van natuursteen,
namelijk die gemaakt van de Eecoupins fa-
connées, kosten vier gulden per vierkanten
meter. Ik bedoel bij vernieuwing van de
deklaag.
Hierin zit hoogstens 25 °/0 arbeidsloon,
waarin ook het indirecte loon genoten door
schippers, vervoerders, enz. is begrepen.
Er wordt wel meer arbeidsloon per vier
kanten nieter verdiend, maar dit komt terecht
in de zakken van de arbeiders die in de
carrières werken, dus in de zakken van
vreemde arbeiders.
Bij de zoogenaamde keiwegen, zooals die
in Zeeuwscb-Vlaanderen voorkomen, moet
men rekenen op een uitgaaf van f 0,50 per
vierkanten meter. Hierin zit ongeveer 10 u/0
arbeidsloon. D. w. z. slechts 10 ";'0 komt
als arbeidsloon in de zakken van onze ar
beiders. Het overgroote deel blijft weer in
de carrières. Bij steenslagwegen is dit pre
cies hetzelfde. De steenslag komt uit Duitsch-
land en België. Ook hier is geen Sprake
van 50 (l/0 arbeidsloon, dat in de zakken
van onze arbeiders zou terechtkomen
Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat bij de
steeiislagwegen meer arbeidsloon hier te lande
zon worden verdiend, indien, zooals vroeger,
de benoodigde steen hier te lande werd ge
klopt. Dit schijnt niet de bedoeling. De
Minister toch spreekt er van, dat de weg
verbetering kan doorgaan, indien er voldoende
materiaal te krijgen zal zijn.
Anders staat, liet met de klinkerwegen.
Dit kunnen wij noemen nationale wegen.
Een vierkante meter kliukerdeklaag kost
f'2,5.0. Daarin zit 80 pet. arbeidsloon, omdat
de steen hier te lande wordt gebakken.
Ook ter bevordering van de binnenlandsche
industrie is het goed in deze dagen waar
gewenscht in het bijzonder de verbetering van
klinkerwegen aan te pakken.
Voor den ombouw van den keiweg Eind
hovenValkenswaard, wordt 50 °/0 arbeids
loon in de uitgaven gedacht. Hoeveel kost
die ombouw wel per vierkanten meter Dit
is een vraag voor de afdeelingen, maar de
mogelijkheid voor het stellen van dergelijke
vragen heeft ontbroken, omdat over dit wets
ontwerp geen afdeelingsvergaderingen zijn
gehouden.
In de Memorie van Toelichting is reserve
gemaakt in verband met het baggerwerk,
of er wel voldoende kolen zouden zijn. Overal
klaagt men over gebrek aan kolen. Mag
ik vragen hoe het met de kolen, voor bag
gerwerk bestemd, staat, en ook, of er vol
doende baggermateriaal is.
Nu iets over een andere quaestie.
Het zou mij zeer spijten indien de Minis
ter een gewillig oor verleende uan den af
gevaardigde in de Eerste Kamer, die heide-
ontginning voor werkverschaffing aanbeval.
Eerstens is de daar gemaakte opmerking
dat van elke gulden voor heideoutgiiimng
een gulden terugkomt onjuist, maar de tijd
is voorbij, dat men, wat misschien 50' of
100 jaar geleden nog kon, de werkloozen in
groepen als koelies verplaatst in massa naar
een onherbergzaam oord ver van huis en
haard, als het niet bepaald noodig is. Te
recht heeft de Minister over het geheeleland
werken uitgezocht om verplaatsing van
werklieden in massa te voorkomen.
Een ding heeft mij zeer verwonderd. Aan
vankelijk vroeg de Minister een bedrag van
3 millioen als onvoorzien, zonder specificatie.
Nu heeft hij er, zonder dat daarop voor zoo
ver ik gezien heb in het Voorloopig Verslag
is aangedrongen, twee ton afgetrokken, zoo
dat er overblijft f 2.800.000 voor vooral' ge
stipuleerde werken. De Minister is thans
in deze plus ïoyaliste que le roi. Eerst was
de heele post als onvoorzien voorgedragen,
nu is er in het geheel geen jiost voor on
voorzien. Het was m. i. wenschelijk geweest
die twee ton te handhaven om wanneer hier
of daar plotseling onvoorziene werkloosheid
optreedt cïe menschen aau het werk te kunnen
zetten.
Ik wil eindigen, Mijnheer de Voorzitter,
met waar ik mede begonnen ben, den Minis
ter dank te zeggen voor de indiening van
dit ontwerp, dat noodig en nuttig is. Ik
herhaal, dat ik hoop dat de Minister zorgt
gereed te zijn met meerdere dergelijke ont
werpen die zeker noodig zullen zijn en ook
hoop ik, dat de Minister daar waar wensche
lijk en mogelijk zal rekening houden met
de door mij gemaakte opmerkingen. Na
tuurlijk zal ik ook aan het ontwerp zooals
het daar ligt gaarne mijn stem geven.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Op het westelijk oorlogstooneel hebben
eenige gevechten plaats gehad, waarover de
lezingen zeer uiteenloopen. »In de Argonnen«,
zegt bij vb. het Duitsche bericht, «behaalden
wij een volkomen succes. Ten N O. van
Vienne-le-Chateau werd een Eransche loop-
gravenlinie genomen ter breedte van 1000
Meter. Een officier en 137 man werden ge
vangen genomen.
«In de Argonnen*, aldus het Fransche
bericht, «hernam het leger van den kroon
prins het offensief aan den weg Dinarville -
V ienne-le-Chateau tot aan de Haute Chevauchée,
dweu leed een nieuwe nederlaag.
Dan volgt er wel iets, waardoor deze me-
dedeeling eenigszins wordt gewijzigd, üp
een punt was de Fransche linie teruggewor
pen, doch krachtige Fransche aanvallen be
letten den Duitschers daarvan gebruik te ma
ken. En in het volgende bericht wordt de
Duitsche terreinwinst in de Argonnen behaald
op vierhonderd voet vastgesteld.
Maar tegelijk wordt daarbij vermeld dat,
waarschijnlijk op een ander punt, de Fran-
schen tot in de Duitsche loopgravenliriie
doorgedrongen.
Het Duitsche bericht maakt verder melding
van een bestorming eener Fransche hoogte
positie bij Boureuilles, waar de hoogte 285,
bekend onder den naam »La fille morte*,
in hunne handen viel, en 2581 Franschen,
onder wie 51 officieren, beuevens eenig ge
schut en materieel in Duitsche handen viel.
Van dit gevecht, waarin de Duitschers
doordrongen tot aan de Fransche artillerie
stelling, en daar 8 kanonnen vernagelden
wordt in de Fransche legerberichten niet ge
sproken.
Maar ook van deze meer of minder groote
plaatselijke successen kan gezegd worden
«Plus que ca change, plus c' est la mêrae
chose
Officieele communiqué's.
PARIJS, 14 Juli. (Havas.) Officieel be
richt van hedenavond elf uur:
In België heeft de vijand Veurne (Furnes)
en Oostduinkerken gebombardeerd.
Ten N. van Atrecht hebben de Duitschers
tweemaal vergeefs beproefd bij Souchez uit
hun loopgraven te komen. Het kanonvuur
in den geheelen sector duurt aanhoudend
voort. De wijk van de kathedraal van Atrecht
wordt in het bijzonder geteisterd. Daar zijn
3 burgers gedood.
In Argonne hebben wij een aanval gedaan
en voet gekregen in de Duitsche loopgraven
in het Westelijk gedeelte van het Argonner
Woud. De winst die de vijand gisteren ver
kregen heeft, was niet meer dan 400 M. diep.
Een smaldeel van twintig vliegtuigen heeft
het kruispunt van den militairen spoorweg
van den vijand tusschen Douai en Rijsel be
stookt. Met kanonnen gewapende vliegtuigen,
die het smaldeel vergezelden, beschoten een
stationerenden trein.
BERLIJN, 15 Juli. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofdkwartier
In Zuid-V!aanderen hebben wij gisteren ten
O van Wijtschaete met goed succes mijnen
laten springen.
In de streek van Souchez hebben de Fran
schen, ten deele met vijf sterke strijdkrachten,
op verschillende plaatsen aanvallen gedaan.
Zij werden echter overal teruggeslagen.
Ten N.W. van de hoeve van Beauséjour,
in Champagne, kwam een vijande'ijke aanval
met handgranaten tengevolge van ons mijn-
vuur niet tot uitvoering.
De Franschen hebben gisteren tot in den
nacht herhaalde pogingen gedaan, om de door
ons veroverde stellingen in het Argonner dal
(woud terug te veroveren. Hoewel zij veel
munitie en sterke strijdkrachten, waaronder
ook nieuwe, gebruikten, mislukten hunne
aanvallen tegen het onwrikbare front van de
Duitschers.
Op vele plaatsen kwam het tot verbitterde
gevechten met handgranaten op korten afstand.
Met ongewoon zware verliezen betaalde de
vijand zijn vruchtelooze pogingen. Het aantal
gevangen genomen Franschen steeg tot G8
officieren 3G88 man. Het succes van onze
troepen is zooveel te merkwaardiger, daar,
volgens eensluidende verklaringen van gevan
genen, de Franschen tegen den 14den Juli,
den dag van het ntrtionale feest een grooten
aanval tegen het front van de Argonnen
voorbereid hadden.
Ook ten O. van de Argonnen heerschte
gisteren grootere bedrijvigheid. In het bosch
van Malancourt zijn pogingen van den vijand
om aau te vallen, door ons vuur verhinderd.
In het Bois le Prête werd een voorwaartsche
beweging van de Franschen met groote ver
liezen voor ons front gestuit.
Een Fransch vliegtuig is hij het vliegen
boven onze stellingen bij Souchez getroffen
en viel brandend in de vijandelijke linies.
Een tweede werd bij Heneiulietard naar
beneden geschoten. Vlieger er. waarnemer
vielen gewond in onze handen.
Wanhoopsdaden.
Herhaaldelijk komen in ons blad belichten
voor van den dood van menschen, die pogen
over onze grenzen te komen en slachtoffer
worden van de prikkeldraadversperring.
Ln de «Nieuwe Ct.« vertelt de correspon
dent te Aardenburg hoe werkloosheid, armoede,
de menschen uit België naar ons land drijft.
«De onbemiddelde grensbewoners, landar
beiders, commercianten, fabriekswerkers, smok
kelaars, velen alles tegelijk of alles na elkaar,
zooals het valt eertijds een volkje vol bravoure,
vol durf en ondernemingsgeest, met geld in
den zak, vrij en ongebonden, nu sinds maanden
en maanden ingeperkt en afgesloten, al meer
afgesloten van de buitenwereld, tn in hun
eigen kleine dorpje is geen uitkomst en geen
toekomst meer. Vrouw en kinderen zijn
hongerig thuis, vader kan niet werken, en als
hij komt bij het steuncomité of bij het arm
bestuur om hulp, dan ontvangt hij een paar
broodjes of wat andere etenswaar, voor ééns.
Maar armoe blijft hef. en morgen zitten vader
en moeder weer triestig en radeloos tegenover
elkander.
Daar moet een eind aan komen, besluiten
zes jonge kerels. En hun onderworpenheid
en ook lichamelijke uitputting richt zich op
in een laatste verzet tegen liet, oorlogsnoodlot
dat hen dreigt te wurgen. Daar moet een
eind aan komen Zjjn zij niet de sluwe en
onverschrokken grensbewoners van weleer
Een nachtj van durvende stoutmoedigheid, en
de vrijheid, de goede verdienste en brood voor
vrouw en kinderen ligt voor hen open Neder
land is afgesloten met een streng en dicht
cordon van militaire wachten. Dan is er de
vaart, en dan de electrische geleiding. Maar
van
het