Van het Westelijk oorlogstooneei.
Van m Oostelijk oorlogstooneei.
Op Zee.
BINNENLAND.
Officieele communique's.
PARIJS, 11 Juli. (Havas). Officieele
mededeeling van hedenavond 11 uur:
De dag is betrekkelijk kalm geweest.
Tusschenpoozend kanonvuur.
In het bosch van Aprémont is een aanval
van den vijand met gemak afgeslagen.
PARIJS, 12 Juli. (Havas.) Officieele mede
deeling van hedenmiddag 3 uur
Groote bedrijvigheid in den nacht van 11
op 12 dezer op verschillende punten van het
front.
In den sector van Atrecht hebben de Duit-
schers na een groot aantal projectielen met
verstikkende gassen te hebben geworpen, tegen
middernacht ten Z. van Souchez een aanval
beproefd, die mislukt is.
Een tweede aanval tegen' 2 uur 's ochtends
stelde hen in staat, het kerkhof te bezetten
en eenige stukken loopgraaf, die onmiddellijk
daaraan grensden.
Een hardnekkige strjjd met granaten werd
gevoerd in de loopgraven ten Z. O. van Neuville
St. Vaast zonder noemenswaardige winst voor
een van beide partijen.
Op de hoogvlakte ten N. van de Oise is
het wederkeerige bombardement bijzonder hevig
geweest in de streek van Quennevières en
Nouvron.
In Argonnen mijnoorlog, met tusschenkomst
van de Eransche artillerie.
In Woëvre hebben de Duitschers Fresnes
met projectielen van alle kaliber hevig be
schoten en verschillende aanvallen beproefd,
een bij Sault in Woëvre, de andere in het
bosch van Aprémont, in Vaux-Serry en bij de
1 ete de Vache. Zij zijn overal afgeslagen.
In de Vogezen hebben de Duitschers een
mijn bij de Fransche stellingen ten Z. W.
van Amerzweiler (Amersviler) laten ontploffen.
Daarna hebben zij een aanval met verscheidene
compagniën ondernomen, die met zware ver
liezen is afgeslagen. Wij hebben eenige ge
vangenen gemaakt.
BERLIJN, 12 Juli. (Wolff.) Officiële mede
deeling uit het groote hoofdkwartier
Aan de noordelijke helling van de hoogte
60, ten Z. O. van Yperen, hebben wij een ge
deelte van de Engelsche stelling in den lucht
laten springen.
Het gevecht op korten afstand aan den
westelijken rand van Souchez vordert. Het
kerkhof, ten Z. van Souchez, aan den weg
van Atrecht, waar zoo heftig om gestreden is,
is weer in onze handen. Het is gisteren
avond na een harden strijd stormenderhand
genomen. 2 officieren en 1C3 Franschen, 4
machinegeweren en 1 mijnwerper werden ge
nomen.
Bij Combres en in het bosch van Ailly is
de vijand gisterenavond, na een krachtige
voorbereiding door de artillerie, tot den aanval
overgegaan. Op de hoogte van Combres slaagde
de vijand erin in onze linie birinen te dringen,
hij werd er echter weer uitgeworpen. In het
bosch van Ailly werd de vijandelijke infanterie
reeds voor onze stellingen door ons vuur ge
stuit.
Ten N. van de hoogte bij Cati de Sapt is
een stuk bosch van den vijand gezuiverd.
Bij Amerzweiler. ten N. W. van Altkirch,
hebben wij een vijandelijke afdeeling iu haar
loopgraven overrompeld. De vijandelijke
stelling werd over een breedte van 500 M.
gelijk gemaakt. Onze troepen trokken daarop
volgens het plan naar hun linie terug met
medeneming van eenige gevangenen.
Oe gevechten
bij Atrecht er» het Labyrinth.
De P^rijsche correspondent van de »Times«
geeft een verhaal van een der hevige gevechten
bij Atrecht in het z. g. Labyrinth.
Sedert het begin van Mei zijn daar over
een front van nauwelijks 10 mijl honderd
duizenden mannen bijna onafgebroken bezig
geweest in de aanval-verdedigingsgeveehten
der waterscheiding waaruit de zijrivieren van
de Schelde naar de groote Vlaamsche vlakte
vloeien. De Duitschers hadden belang bij de
linie in het noorden van Atrecht (Ablain
NazaireCarency—-La TargetteNeuville St.
Vaast en het beruchte »Labyrinth«), omdat
het den Franschen belette de vlakte van Lens
naar Rijssel te beheerschen.
Zjj legden er alles aan ten koste om die
stelling te behouden. Er waren daar loop
graven met blokhuizen beschermd door ge
pantserde koepels gepantserde holen en batte
rijen van mitrailleurs die beschermd werden
door optima-forma verschansingen
Zij groeven zich buitengewoon diep in Er
waren secties van 50 tot 60 voet diep. In het
Labyrinthis een regelmatig systeem van
tunnels en »pijpen« met verbindingsgangen.
Op de hellingen van Angres en van het Bois
dela Folie concentreerden zij zware artillerie
en zij brachten hun beste' troepen voor de
verdediging van de vlakte hier.
Het is hier de groote steenkolen vlakte van
Frankrijk en behalve de groote verkenriings-
balon die als een groote groene worst in de
lucht drijft (de vergelijking is voor rekening
van den «Times^-correspondent), getuigt de
rook van de op een afstand liggende fabrieken,
die door de Duitschers geëxploiteerd worden,
van de industrieele bedrijvigheid die rondom
dit kolenveld is ontstaan.
Souchez is geheel omsingeld en het gar
nizoen verdedigt zich met den kracht der
wanhoop en niemand kan beweren, dat daar
de Duitschers niet prachtig vechten, zegt deze
Engelsche correspondent.
In de fortificaties van de Ravine de Buval
lieten zich maar 10 man levend gevangen
nemen.
Zij hebben al hun discipline noodig en al
hun kracht der wanhoop, om de felheid der
Fransche aanvallen te verduren, die hen dag
noch nacht met rust laten.
De bevelhebber van eeri sectie hier klaagde
er over dat 't zoo moeilijk was om de soldaten
tegen te houden en hun de noodzakelijkste
veiligheidsmaatregelen in acht te doen nemen.
»Wel, generaal,zeiden de soldaten, »wij
zijn immers allen hier om ons te laten dooden
Dit antwoord bedoelde echter geen doffe
overgave aan het noodlot, en de generaal ant
woordde
»Ja, kinderen, gij en ik zijn hier om ge
dood te worden, maar wij moeten 't, er op
aanleggen, dat onze dood nuttig wordt voor
Frankrijk
Doodgaan is, inderdaad, een dagelijksch
avontuur in den sector Atrecht van het'front
en de groote les uit de gevechtsrapporten is,
dat er twee ernstige werktuigen zijn, om den
dood te veroorzaken of te voorkomen, n. 1.
projectielen en machinegeweren.
Het geheele district ziet er uit als of het
werd aangetast door een of andere hevige
huidziekte zoo doorploegd is het hier met ge
sprongen mijnen, uit elkaar geworpen loop
graven, projectielkraters enz.
De moeilijkheden van de gevechten en de
vroolijke-heldhaftigheid waarmee de Franschen
die trotseeren, kunnen niet beter blijken dan
uit onderstaand verhaal van een officier die
zijn deel in de gevechten had
Het bombardement eindigde juist toen de
mannen het bevel om te avuneeeren kregen.
Rechts en links ging de lange lijn van sol
daten over de vlakte.
Een Duitsche mitrailleur die aan de ver
nieling door onze beschieting was ontgaan,
opende het vuur op ons en bracht menigeen
tot vallen, maar niets kou de anderen tegen
houden.
In minder dan een uur bereikten wij den
ingang van het dorp.
Wij hadden drie reeksen Duitsche loop
graven genomen en maakten een groot aan
tal gevangenen. Nadat ik mijn manschappen
op adem had laten komen, kreeg ik het
bevel op de begraafplaats los te trekken.
Wij gingen zingende vooruit. Hoe 't ge
schiedde weet ik niet, maar wij kwamen aan
het hoofd van onze vuurlinie. Het terrein
was daar geheel open en de kogels suisden
overal om ons heen. Wij kwamen tot op
200 meter van de begraafplaats. Daar be
gon zoo 'n andere helsche mitrailleur op
ons te spelen. Wij moesten allen blijven
liggen.
In 10 minuten waren vier mijner man
nen gedood. De mitrailleurkogels gingen
voortdurend vlak boven onze hoofden voor
bij. Een oogenblik dacht ik dat wij allen
weggemaaid zouden worden. Wij moesten
op die manier op onze maag liggen van 11.30
's morgens tot 7 uur 's avonds.
Tegengehouden door de mitrailleurs der
Duitschers werd ten slotte de voorwaartsche
beweging der Franschen tot staan gebracht
voor dien dag
De officier die 't verhaal deed kwam in het
dorp X. »De scène daar was vreeselijk,
schreef hij. Er was geen huis of muur meer
staande gebleven Het dorp is een chaos van
puin en hout, van Fransche en Duitsche
lij ken.
Hij plaatsche zijn mitrailleurs in het dorp
achter een barricade, maar zette die later weer
in een huis dat nog gespaard was en had
daar een mooie schietgelegenheid recht op
de Duitsche loopgraven. De soldaten waren
verrukt zij kouden den vijand zien loopen,
geheel op hun gemak, van loopgraaf tot
loopgraaf. Wij schoten er op en lieten er geen
meer in 't leven.
Zoo ging het gevecht voort, op en neer
een week en langer. Eens toen de Duitschers
een nachtelijken aanval deden, plaatste de
Fransche officier een mitrailleur in de hoofd
straat van het dorp achter een barricade;
de Duitschers naderden tot ongeveer 50 me
ter. Toen begon het mitrailleur-vuur, en allen
werden neergeschoten.
Op die wijze duurt nu de strijd daar voort,
sedert het begin van Mei.
In bet Labyrinth hebben de Duitschers
meer succes in hun tegenstand tegen de
Fransche aanvallen maar de strijd is daar
nog verschrikkelijker, wijl die gevoerd worden
in ondergrondsche gangen, bij het licht
van toortsen en electrische lampen, met
bommen en handgranaten, waardoor de on-
deraardsche gangen met rook en smook wor
den gevuld. En die gevechten eindigen meestal
met een wanhopigen strijd man tegen man.
ST. PETERSBURG, 11 Juli. (P. T. A.)
Mededeeling van den generalen staf:
In den nacht op Zaterdag heeft ons garni
zoen een uitval uit Ossowiec gedaan en daarbij
sappen van den vijand vernield.
In de streek van Edvabuo hebben wij twee
mijngangen van den vijand vermeesterd en
in de lucht laten vliegen.
Den lOden dezer bleef de vijand zich hand
haven op hoogte 118 en op de boerderij
Koversk en ondernam hij een krachtiger) aan
val tusschen die boerderij en de Bystrzyca (de
rivier die evenwijdig met den weg Krasnik
Lublin noordwaarts stroomt). Wij sloegen
echter den aanval af en brachten den vijand
aanzienlijke verliezen toe. Ten Z. van Bycliawa
(aan een rechter zijrivier van de Bystryca)
namen wij totdusver 900 man met 14 officieren,
voorts 3 machine-geweren.
Aan het overige front geen gevechten van
belang.
BERLIJN, 12 Juli. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofdkwartier
Aan den weg Suwalki—Kal waria, in de
streek van Lipina, hebben onze troepen de
vooruitgeschoven stellingen van den vijand
over een breedte van 4 K. M. bestormd.
Op het Zuidoostelijke oorlogsterrein is de
toestand op de Duitsche troepen onveranderd.
LONDEN, 12 Juli. (Part.) De correspon
dent van de Times te St. Petersburg meldt
dd. gisterenHoewel de nederlaag van
aartshertog Jozef den toestand op het oorlogs
terrein van Lublin ongetwijfeld verbetert,
waarschuwt men in militaire kringen op
nieuw tegen voorbarig gejuich en stelt men
in het licht dat de vijand een front van 1600
K. M. bezet houdt, zoodat zijn tegenslag op
een gedeelte van het front dat maar 64 K.M.
lang is, slechts als een feit van onderschikt
belang te beschouwen is. De nederlaag volgde
op het aanspreken van zijn laatste reserves,
die ijlings in het gevecht in het dal van de
Bystrzyca geworpen werden in de hoop dat
daardoor het Russische succes te Urzedow
(bij de Wyznica) en Wilkolaz te niet gedaan
en de Russen, die aan beide oevers van de
Bystrzyca opereerden, verpletterd zouden kun
nen worden.
In de onderstelling dat zijn rechter flank
den strategischen sleutel van de operatiën
om Krasnik vormde, trok de aartshertog zijn
voornaamste reserves in het dal van de
Brystrzyca aan den oostelijken zoom van de
bosschen van Krasnik samen. Dank zij deze
maatregelen, waren de Russen in staat den
Oostenrijkscheri linker vleugel uit de richting
van Urzedow (tusschen Jezefow en Wilkolaz)
aan te vallen, den vijand op de Wyznica (ten
W. van Krasnik) terug te werpen en door
tegen de rivier-linie te deboucheeren de vijan-
d. lijke groep van Wilkolaz in den rug te
ln ii eigen.
In dit stadium vau het gevecht gebruikte
de aartshertog zijn laatste reserves, wier ver
woede aanvallen afgeslagen werden, en Vrij
dagmiddag om 3 uur deed de beslissende
tegenaanval van de Russen den vijand op de
vlucht slaan. De hardnekkige verdediging van
de hoogte 118, ten Z. van Wilkolaz, door de
Oostenrijkers kan ten doel hebben het front
van het Russische offensief in twee deelen te
splitsen, nainenlijk van de Wyznica in de
buurt van Urzedow tot hoogte 118, en van
hoogte 118 tot Bychawa.
De militaire deskundige van het Nowoje
Wremja laat uitkomen, dat de nederlaag van
de reserves van den aartshertog de Oosten
rijkers bij Wilkolaz Gornia (d. i. Hoog-Wil-
kolaz) in een netelig parket brengt, daar de
omvatting zoowel van den kant van het dorp
Bystrzyca en van den kant van de rivier
Wyznica hen aan artillerie-vuur op beide
flanken blootstelt.
Nu de Oostenrijksch-Duitsche linkervleugel
ingetrokken is, vormt het Duitsche centrum
Gielczew en Olchowiec een onnatuurlijk voor
uitspringende punt, juist op zijn zwakste plaats,
zoodat men kan verwachten, dat de Duitschers
hier terug zullen trekken om hun front recht
te maken.
De „Friedrïch Arp".
CHRISTIANIA, 10 Juli. (Ritzaubur.) Door
een onderzoek is uitgemaakt, dat het in de
Hysoe-Scheren in den grond geboorde vaar
tuig het Duitsche stoomschip »Friedrich Arp«
was, dat op 7 dezer te half 12 's voorm.
met een lading erts uit Narwik is ver
trokken.
Het stoomschip werd den 8sten Juli 's
ochtends te 2 uur door een kleinen Engel-
schen hulpkruiser, een gewapenden treiler,
in den grond geboord, nadat de bemanning
eerst aan boord van den hulpkruiser was
genomen.
Hst was «enigszins mistig weder.
Bommen in een scheepslading.
NEW-YORK, 11 Juli. (Reuters bijz. dienst.)
Men verneemt dat negen bommen zijn ge
vonden in de lading van het stoomschip »Kir
Ivoswaldc, waarschijnlijk in zakken suiker
verborgen vóór het schip van hier vertrok.
De politie is overtuigd van een vèr vertakte
samenzwering van Duitsche belanghebbenden.
TWEEDE KAMER.
Langer in dienst houden van militie en
landweerlichtingen.
Over de beide .wetsontwerpen tot het langer
in diensthouden van dienstplichten bij de militie
en landweer zijn de memoriën van antwoord
op de afdeelingsverslagen verschenen. Daaraan
ontleenen wij het volgende
Er bestaat overwegend bezwaar tegen, de
oudste bij de bereden korpsen en de zeemilitie
in dienst zijnde lichting weg te zenden, omdat
de daartoe behoorende manschappen voor den
dienst bij hunne afdeelingen niet kunnen worden
gemist.
Het moge juist zijn, dat de verlengde militie-
tijd voor de onder de wapenen zich bevindende
kiezers met zich brengt, dat zij langer van
de uitoefening van hei kiesrecht blijven ver
stoken dan het geval zou zijn, wanneer zij
op den gewonen tijd naar de landweer waren
overgegaan, een onbillijkheid kan de Minister
van Oorlog daarin niet zien, omdat de grond
voor de schorsing van het kiesrecht onvermin
derd is blijven bestaan. De noodzakelijkheid
van een noodvoorziening ten deze ziet hij dan
ook niet in en ook overigens is hij van oordeel,
dat deze voorziening niet op zjjn weg ligt.
Een onderzoek naar de juistheid der beweerde
ongenoegzaamheid van de geestelijke verzorging
der gemobiliseerde troepen is gaande.
De Minister deelt de volgende redenen mede,
waaromtrent het weuschelijk wordt geacht de
manschappen van de landweerlichting 1907
nog niet uit den dienst bij de landweer te
ontslaan
lo. een gedeelte der lichting bevindt zich
nog onder de wapenen
2o. voor overgang naar den landstorm zouden
de thans onder berusting der manschappen
zich bevindende wapenen en kleedingstukken
moeten worden ingeleverd terwijl die mannen
bij eventueel later noodig gebleken oproeping
opnieuw gekleed en gewapend zouden moeten
worden
3o. de overgang naar den landstorm zou
de tegenwoordig reeds zoo omvangrijke admi
nistratieve werkzaamheden nog meer doen
toenemen, zonder dat voor de betrokkenen
daaruit eenig noemenswaardig voordeel zou
ontstaan.
De Minister stemt niet in met het gevoelen
van verschillende leden, die meenden, dat
althans een deel der onder de wapenen zijnde
landweerplichtigen naar huis gezonden kon
worden, mits men tegelijker tijd maatregelen
neme, die verzekeren, dat zij in geval vau
nood ten spoedigste naar hun bataljons en
compagnieën terugkeeren. Nederland verkeert
nog steeds in den toestand van oorlogsgevaar,
en het is voor de veiligheid van den 3taat
volstrekt noodig, dat onze strijdmacht zoo
krachtig mogelijk blijve voor onmiddelijke
optreding.
Het is te betreuren, dat de besliste nood
zakelijkheid van het onder de wapenen houden
der dienstplichtigen niet algemeen wordt in
gezien en de geest der landweermannen in
enkele korpsen dientengevolge te wenschea
Iaat de Regeering twijfelt niet, of ook de leden
der volksvertegenwoordiging zullen hun invloed
niet ongebruikt laten om hen, die door do
gevolgen der mobilisatie inderdaad zwaar
wordan getroffen, tot berusting in dezen onver-
mijdelijken toestand en tot blijmoedig vervullen
van hun plicht op te wekken. Niet voor alle
korpsen is het mogelijk ze in de nabijheid der
woonplaatsen der manschappen te stationneeren
een verbreking van het georganiseerd verband
zou daarvan het gevolg zijn.