Aan de Dartellen. I Op Zee. I aanvallen in den afgeloopen nacht een alge- meenen aanval gedaan, Ook deze is overal afgeslagen. Vanochtend zijn nieuwe aanvalspogingen bij Monfalcone wederom mislukt. De ar tilleriegevechten worden op het geheele Z.W. front voortgezet en zijn vooral hevig aan de Isonzo. LONDEN, 30 Juni. (Reuter.) Officieel.) De Engelschen veroverden op 28 Juni door een infanterie-aanval vijf jinies loopgraven ten westen van het Saghirdereravijn en twee linies ten oosten daarvan. De Engelsche rechter vleugel echter stuitte op hevigen tegenstand en kon niet verder trekken. Maar de Indische troepen, veroverden een (belangrijken heuvel vlak ten [westen van Krithia. Alle tegenaan vallen, die de 1 urken den volgenden nacht deden, werden met hevige verliezen aan hunne zijde afgeslagen. De geheele aanwinst der Engelschen op den linkervleugel bedraagt 1000 yard voorbij de grens voor den opmarsch, die zij zich aanvankelijk hadden gesteld. LONDEN, 30 Juni. (Reuters byz. dienst). Een officieel telegram uit de Dardanellen berichtNa een hevige beschieting, waarbij de Franschen uitstekende diensten verleenden, deden de Engelschen een infanterie-aanval met het doel den Britschen linkervleugel voor uit te brengen teneinde een nieuwe linie naar het oosten te formecren. Al wat men van die beweging verwachtte en zelfs meer dan dit werd door die operaties verkregen. De eerste voorgeschoven Turksehe verster king is de boomerang verschansing, een sterke stelling in het ravijn van de Saghir. Deze werd schitterend bestormd door een Schotsch regiment. De algemeene infanterie-aanval begon te 12 uur 's morgens en werd met groot »élan« (volvoerd. Drie linies loopgra ven ten westen van de Saghir werden geno men zonder dat veel tegenstand werd onder vonden. De loopgraven lagen vol gesneuvelde lurken en er werden 100 man gevangen ge nomen. len oosten van het ravijn deed een ander Schotsch regiment een aanval en veroverde twee linies loopgraven, maar de rest van de brigade op den rechtervleugel stuitte op ern- stigen tegenstand en kon niet vooruit komen. De tweede phase van Jen aanval ten westen van het ravijn begon te 11 uur 30. De brigade, die (voor dezen aanval was aangewezen, nam nog twee linies loopgraven en bereikte het het doel, maar de Indische troepen, die onder oi tdi oilmen, namen een belangrijken heuvel nog verderop juist ten westenvan Krithie. Zij versterkten dien heuvel en wisten hem te handhaven, zoodat onze aanwinst, op den linkervleugel 1000 yards bedroeg. In den middag werd een klein "gedeelte loopgraven aan de rechterzijde, dat wij nog niet veroverd hadden, aangevallen, maar de vi,and bood hardnekkigen tegenstand en werd daarbij gesteund door machinegeweren en artillerie, zoodat de aanval mislukte. Gedurende den nacht deed de vijand een tegenaanval op de voorste genomen loopgraven, maai weid met zware verliezen afgeslagen. Een Turksehe afdeeling, die tusschen "wee linies veroverde loopgraven was doorgedrongen, werd bij het aanbreken van den dag onder een hevig machine-geweer vuur genomen en had het zeer zwaar.te verantwoorden. De over levenden gaven zich over. Met uitzondering van het reeds vermelde stuk loopgraaf, dat nog in handen van den vijand is, hadden wij nog meer gewonden dan wij hoopten. Op den uitersten linkervleugel is de linie vooruitgelegd tot aan een buitengewoon sterk punt ver voorbij de gieris, die wij ons had den voorgesteld te bereiken. De Engelsche duikbooten in actie. De «Daily News« verneemt uit Athene, dat Engelsche duikbooten in de Zee van Mar mora nog meer schade hebben aangericht en de Turksehe vloot zich schuil houdt in den Gouden Hoorn en in den Bosporus. «Central News« verneemt uit Rome, dat f arlo Scarfoglio, die een veertien dagen ge leden uit Konstantinopel was gekomen, uit Dedeagatsj aan de «Restodel Carlino« schrijft De duikbooten van de bondgenooter, hebben nu voor goed hun kwartier in de Zee vau Marmora opgeslagen. Zij varen dagelijks de zee af en begeven zich tot Konstantinopel en zelfs in den Bosporus. Alle Turksehe trans portschepen in de Zee van Marmora zijn in den grond geboord en er kunnen met sïeeps- gelegenheid geen troepen meer naar Gallipoli woiden vervoerd. De duikbooten hebben stellig benzine-deöts aan de Zee van Marmora, maar de lurksche oorlogschepen wagen het niet, op zoek te gaan. Drie Noorsche schepen in den grond geboord. LONDEN, 30 Juni, (Reuter.) Een Lloyds telegram uit Galley Head (zuiden van Ierland, graafschap Cork) deelt mede dat het Noorsche schip Cambuskenneth, van Oregon naar de Mersey onderweg, gisteravond door de Duitsche duikboot U 39 in den groni is geboord. De bemanning is te Galley Head ontscheept, be halve 8 Duitschers, die aan boord van de duikboot zijn opgenomen. Volgens een ander Lloyd 's bericht uit 1 ynemouth is het Noorsche stoomschip Gjesö gisteravond getorpedeerd. De bemanning is te North Schield geland. Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Juli bevorderd tot bureelambtenaar le klasse bij s-rijks-waterstaat de heer G. Timmerman, thans 2e klasse. Donderdagavond kouden de inwoners genieten van het concert door de Vereenigde Werklieden op de kiosk alhier gegeven Het was nu niet bepaald een echte zomer avond. Het weder was koel, maar het bleef geluk kig droog. De verschillende nummers werden met animo gespeeld en van eenige was de ver tolking zeer goed. VV ij troffen onder de stukken nog een oude lekende aan, maar dat steeds boeit en ook nu weer indruk maakte. Was het aantal toeffrorders in het begin niet zoo groot, later was eene groote schare aanwezig waarvan velen ook na de pauze de uitvoering bijwoonden. Bezoek van den Minister l'onllet te Ter Neuzen. Evenals in vele andere gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen, bracht ZExc. den heer Foullet, Belgisch Minister van kunsten en wetenschappen, Donderdag een bezoek aan onze gemeente, om de Belgen, die tijdeljjk hier verblijven, namens Z M. den Koning van België zijn groet over te brengen en hun inoed in te spreken voor de toekomst. In het gemeentehuis waren aanwezig om den Minister te ontvangen, burgemeester en wethouders benevens de secretaris, de comman dant der kustbatterij, de heer Van Rompu, lid van Ged. Staten, dames en heeren van het steun-couiité voor de Belgische vluchtelingen, besturen van de vereenigingen het roode kruis, van het Ziekenhuis, de doktoren, benevens eenige personen, die zich bij het verzorgen van vluchtelingen hebben verdienstelijk ge maakt. Vergezeld van den heer Van Cantfort, consul van België, werd ZExcellentie verwelkomt door den burgemeester, die ongeveer de volgende woorden tot hem richtte: Excellentie! Ik heet U hier hartelijk wel kom, hoewel het mij aangenamer zou zijn, als dit een feesteljjk weikon. had kunnen zijn. Evenwel verblijd het ons, dat U in deze ge meente eenige oogenblikken zal vertoeven, omdat het een plaats is, waar velen Uwer landgenooten door droevige omstandigheden, verblijven. Ik kan U verzekeren, dat door ons en alle inge zetenen niets i« nagelaten om de vluchtelingen zoo goed mogelijk te ontvangen en tegemoet te komen om daardoor hun lijden te verzachten in hun tijdelijk toevluchtsoord. Het waren niet alleen gezonden, die wij ontvingen, maar ook kranken, die zoo goeil wij konden werden verzorgd. Het doet mij ook genoegen, dat U bi) deze gelegenheid kennis wilt maken met keu die aan dezen arbeid hebben meegewerkt. Zij deden het allen door een spontane ingeving om te helpen en zoo mogelijk verder te leiden. Het gemis van huis en haard van over de grenzen, kunnen wij niet vergoeden, maar wij hebben getracht daaraan zooveel mogelijk gelijk te komen. Dit alles hebben wij gedaan, omdat wij hier gevoeld hebben de beteekenis van hun lijden. Onze gemeente is nabegrensd aan Uw land en door handel en verkeer met Btlgië zijn de betrekkingen nauw verbonden. Het is daar door dat hier wel iets meer gevoeld wordt van het leed dan in andere plaatsen. Wat gedaan is. is gedaan om bewijs te geven, dat wij met de vluchtelingen meegevoelen. Daarna nam de heer Van Cantfort het woor^l en sprak liet volgende Excellentie tiet bezoek, waarmede Uwe Excellentie de verschillende gemeenten van mijn ressort hebt willen vereeren, verschaft mij de gelegenheid onder de aandacht van Uwe Excellentie te brengen, de toewijding en opoffering waarmede de militaire en burgerlijke autoriteiten van Zeeuwsch Vlaanderen bezield wnren de ver schillende initiatieven, welke genomen werden om onze ongelukkige landgenooten bij te staan, die ten gevolge der verschrikkelijke gebeurte nissen welke België doorleeft, genoodzaakt waren hun toevlucht te zoeken in het zoo gastvrije Zeeuwsch-Vlaanderen. i Uwe Excellentie heeft zich in de verschil lende door l bezochte gemeenten kunnen overtuigen \an de pogingen welke werden aangewend om de stoffffijke en geestelijke belangen der Belgische vluchtelingen te be hartigen. Het verheugt mij te kunnen verklaren, dat reeds bij den aanvang van den smartelijken uittocht, de verbannen Belgen door de mili taire en burgerlijke autoriteiten, alsook door de bevolking van Ter Neuzen, op werkelijk sympathieke wijze werden ontvangen. Met trots kan ik getuigen, dat Ter Neuzen maar al te zeer den hulpkreet der vluchtende Belgen heett verstaan en begrepen. Bijeenkomsten werden gehouden tot het oprichten van een Comité voor het Roode Kruis en ook ee-u Stenn-Oomité, ten doel hebbende de noodlijdende Belgen met raad en daad bij te staan, werd geformeerd. Van alle zijden werd hulp aangeboden, zoowel door de militaire en burgerlijke auto riteiten, Steun-Comité, lustellingen voor het Roode Kruis, Ziekenhuis en Diaconiehuis, als door de burgerij, om vluchtelingen, zie ken en gewonden zoo goed mogelijk te ver zorgen. En bij deze pogingen om het physieke en moreele leed der Belgen te verzachten, hebben zij zich zooveel opofferingen getroost, met zulk een onvermoeiden ijver dag en nacht gearbeid, dat, tot hunne groote voldoening, vele smarten werden gelenigd. Ik kan niet nalaten te verklaren, dat de gemeentelijke autoriteiten, onder presidium van den EdelAchtbaren Heer Burgemeester, zich met loffelijken ijver van hun zware taak hebben gekweten en de stoffelijke belangen der vluchtelingen welke in de gemeente Ter Neuzen vertoefd, op waardeerende wijze hebben weten te behartigen. Het is om hulde te brengen aan deze edele gevoelens van toewijding en opoffering en onuitsprekelijke goedheid tegenover onze zwaar beproefde slachtoffers van den vreeselijken oorlog, dat ik het mij ten plicht reken, de hier aanwezige Dames en Heeren, welke zich bijzonder in dit werk der cbaritas hebben onderscheiden, aan Uwe Excellentie voor te stellen. De Minister daarop het woord nemende sprak ongeveer het volgende Dames en Heerer. Ik ben zeer gevoelig voor de welwillende woorden, door den burgemeester gesproken en dankbaar voor de eer U hier tegenwoordig te zien. Gij geeft door Uwe tegenwoordigheid gele genheid aan den wensch van mijn beminden Koning te kunnen voldoen. Toen Z. M. Koning Albert mij naar Neder land zond om de Belgen in de verschillende gemeente te bezoeken en zijn groet over te brengen en hun aan te moedigen heeft Z.M. mij gelast inet de eervolle taak, de plaatselijke overheden en comité's die zooveel gedaan hebben om ter hulp te komen en zooveel hulp hebben verleend, voor dat alles hartelijk te bedanken. Zeer gevoelig is de Regeering en de bevolking voor al hetgeen voor de slachtoffers van den oorlog is gedaan. De gedragslijn voor Holland in deze moei lijke tijden, is door Uwe Koningin zelve gegeven Gij de opening der Staten-Generaal. Zij heeft daar een ordewoord gesproken tot de Neder- landsche bevolking. Holland is neutraal gebleven en ieder weet, dat Holland zich neutraal gedraagt. België wilde dit ook. De regeeringen die betrokken zijn bij den oorlog zijn het eens om hulde te brengen aan Holland, die zoo schoon de moei lijke plichten weet te vervullen. Maar Uwe Koningin is met het vervullen van die plichten om de slachtoffers van den oorlog te helpen voorgegaan en sedert dien dag is dat werk bijna voortdurend doorgegaan, zonder dat daarover werd geklaagd, niettegen staande de oorlog lang duurt. Als ooggetuige weet ik wat in Nederland voor de Belgen wordt gedaan en ik ben ge lukkig daarvoor*den dank van den Koning en de regeering te kunnen overbrengen. Onze beide landen zijn vereenigd door broederschap en de burgemeester heeft zooeven terecht gezegd, dat die banden door meerdere kennissen en betrekkingen hier grooter zijn dan elders. Ik ben gelukkig de plaatselijke overheid en comité's daarvoor te kunnen be danken. Veel is gedaan en het is niet te begrijpen hoe het mogelijk is geweest, dat alles te doen. Ik moet het rechtuit zeggen, dat het bewou- deringswaardig was. De Belgen zullen dit nooit vergeten. Twee namen zullen in de geschiedenis voort leven het is Amerika, die gezorgd heeft om België te bevrijden voor den honger en Hol land voor de gastvrijheid die het aan hon derdduizenden Belgen heeft geschonken. De aanwezigen werden daarna door den Burgemeester aan ZExc. voorgesteld, waarbij ZExc. belangstellend informeerde naar al wat in die eerste dagen hier had plaats gehad, waarna de plechtigheid was afgeloopen. Eenige oogenblikken nadat bovenstaande had plaats gehad, ging de Minister, vergezeld van de heer an l 'antfort, naar de bovenzaal van het »Nederlandsch logimentc alwaar de zaal stampvol was met dames en heeren van alle standen, allen Belgen, die hier en in de om geving verblijven. Deze bijeenkomst was ge organiseerd door het Belgisch Komiteit «Steunt elkanders te Ter Neuzen. Bij het binnenkomen der zaal, die smaakvol in de Belgische kleuren versierd was, werd ZExc begroet met de Braban^oune waarna de Belgische consul, de heer Van Cantfort het woord tot hem richte met de volgende toespraak Excellentie! Het is mij, in mijne hoedanigheid van Bel gisch Consul, zeer aangenaam, dat mij de groote eer te beurt valt, hier in naam mijner landgenooten, den vertegenwoordiger der Bel gische Regeering te verwelkomen, en ik meen de tolk te zijn van alle Belgen uit mijn ressort, wanneer ik Uwe Exellentie bedank voor het aan hunne uitnoodiging gegeven gehoor. Het is ons allen bekend, met welk een onvermoeiden ijver Uwe Excellentie zich in het bijzonder het lot der op Jen zoo gastvrijen Nederlandschen bodem gevluchte Belgen, heeft aangetrokken. Ik twijfel er dan ook niet aan, of mijne landgenooten welke thans in Zeeu wsch-Vlaan- deren verblijven, zullen met mij instemmen, wanneer ik Uwe Excellentie in hun naam hun innige dankbaarheid overbrengen. Indien men de komst van Uwe Excellentie zoo geestdriftig heeft het voorbereid, dan is dat omdat in onze oogen, Uwe tegenwoordigheid in ons midden, ons vrije en geliefde België weder voor den geest roept, weder de hoop doet herleven op een heroverd Vaderland, op onze weder opgebouwde haardsteden, op alle vergeten leed. Waarom zouden wij niet een onwrikbaar vertrouwen koesteren in de toekomst van ons geliefd Vaderland, wanneer ons heldeuleger het voorwerp is van algeheels bewondering, wanneer onze dappere en verheven Koning het bewijs levert van een moed en een dapperheid zonder weerga Het behaagt mij de onvergetelijke woorden aan te halen welke onze verheven Vorst heeft uitgesproken in Zijn rede, tijdens de zitting der Kamers op 4 Augustus iaatstleden, toen Hij zeide «Ik heb vertrouwen in onze toe komst een land dat zich verdedigt dwingt een ieder eerbied af; zulk een land kan niet vergaan Met deze gevoelens bezield, noodig ik mijne landgenooten uit tot een driewerf: Leve de Koning Leve Belgie AJsnu zong de heer A mand Saey liet lied »Waar Maas en Schelde vloeien«. De heer Poullet het woord nemende, was zeer getroffen door de hem bier bereide ont vangst en vooral door de welwillende woor den, die de Belgische cunsul, welke zooveel diensten bewezen heeft aan de vluchtelingen. Het is hem aangenaatn, aan de talrijke vergadering te kunnen verzekeren, dat in de toekomst voor het aau allen zoo dierbaar vaderland weer betere dagen zullen aanbreken. Zijne Majesteit Koning Albert heeft hem gelast de in Nederland vertoevende Belgen die tijding te brengen. Hoewel Hij zeer drukke bezigheden in het leger heeft, houdt Zijne Majesteit zich ook bezig met het welzijn van het geheele Bel gische volk. Overal heeft spreker gehoord, van de har telijke ontvangst, die aan de Belgische vluch telingen is te beurt gevallen, en de Koning,, heelt hem opgedragen, om de plaatselijke autoriteiten en comité's in Holland daarvoor te danken. Allen moeten de hetere dagen afwachten. Vast is de Regeering overtuigd, dat in dezen oorlog met Gods hulp, het goede recht een maal zal zegevieren. Wel heeft België veel stoffelijke schade geleder), schade die wellicht in de toekomst niet meer te herstellen is, als men denkt aan de vernielde monumenten, maar de eer is behouden, versterkt. Het heeft zijn plicht vervuld tegenover de mogendheden. Land en Vorst hebben zich van den plicht gekweten die het land op zich ge- nomen had. Daardoor lijden Land en Volk thans. Ook is gebleken dat de vroeger geroemde dapperheid van het Belgische leger nog bestaat. Dat is gebleken door de gebeurtenissen be gonnen te Luik, voortgezet tot aan den User. Ook in dit opzicht is de eer behouden. De eer is ook behouden door het gedrag van den Vorst, den dappersten aanvoerder van liet dappere leger, die zulke moeilijke plichten te vervullen heeft. Nog geen oogenblik heeft Koning Albert, die in moeilijker omstandig heden leeft dan welke vorst ook, den vader- landschen bodem, dien hij moest verdedigen verlaten. Hij is blootgesteld aan dezelfde ge varen, die den simpelsten soldaat van zijn leger loopt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1915 | | pagina 2