Van liet Oostelijk oorlogstooneai.
Op het Zuidelijk oorlogstooneel.
Op Zee.
Aan da Dardanelles
ten), geeft het Fransche verhaal een uitvoerige
beschrijving van den strijd in de straten In
de huizen en op het kerkhof, hetwelk,
volgens getuigenis van gevangenen den
Duitschers was gelast tot het uiterste te ver
dedigen.
Na een nauwkeurige voorbereiding door de
artillerie, liepen de Fransche troepen, aange
vuurd door het vroegere succes en verlangend
hun overwinning te voltooien, met zoodanige
geestdrift en vastberadenheid storm, dat de
vijanden plotseling hun stellingen verlieten en
met de handen in de hoogte op de onzen
toeliepen en in onze schansen een sehuil-
plaaats zochten, lntusschen zetten onze troepen
hun stormloop voort en namen ook een naburig
veldwerk, Waar zij zich in het bezit stelden
van oorlogstuig en schietvoorraad. Wij maakten
4 machinegeweren buit en namen 493 man
en 7 officieren' gevangen. Die verklaren hun
tegenstand, daar hij verder doelloos was, te
hebben opgegeven.
Honderden lijken van Duitschers liggen in
de puinhoopen van Ablain en het feit 'dat er
gevangenen zijn genomen weerlegt, de valsche
voorstelling van den generalen staf des vijands
op welsprekende wijze.
De Koningin van België in het
hospitaal.
Een correspondent schrijft
Op den 28en Wei stapte ik uit Oosterkerken
den weg langs het Yzer-kanaal naar Yperen
op. Daar het weer bijzonder mooi was, neemde
ik dat een wandeling van een 10 a 15 kilo
meter, mij niet zou schaden. Ik had slechts
weinig bagage te dragen en verkoos ook daar
om te voet te gaan, wijl men dan meer en
beter de omgeving ziet en meer gelegenheid
heeft met allerlei lieden onderweg te praten.
Ik had dan reeds een vijftal kilometers af
gelegd toen ik langs een plaatsje achter het
front kwam, waar een complex van tenten was
ingericht tot hospitaal. Nieuwsgierig als een
journalist nu eenmaal is, kwam ik dichterbjj,
en daardoor in aanraking .met den comman
deerenden officier, die mij natuurlijk onmiddelpk
vroeg naar mijn pas. Na inzage van mijn papieren,
vroeg mij de officier wat ik begeerde. Ik zeide
toen dat ik gaarne eens een kijkje in het hos
pitaal zou nemen. »0 ho Dat zou óp 't mom int
moeilijk gaan, want.de koningin was er«.
Men begrijpt, dat was voor mij een reden te
meer om er heen te willen. Ik vroeg mij bij
den leider van het hospitaal te willen brengen.
Dat gebeurde en na een briefte hebben getoont,
die heel dicht uit de omgeving afkomstig was,
werd er geen bezwaar tegen gemaakt, dat ik
«p een kleinen afstand den rondgang dei-
koningin in het het hospitaal zou volgen.
Zoo was ik dan in de gelegenheid haar gade
te slaan, wier beeltenis in alle hoeken dei-
wereld verspreid is.
Hoe lieftallig die beeltenis ook op de prenten
en foto's wordt weergegeven, die afbeeldingen
halen niet bij het origineel. Het kleine smalle
gezichtje met de opeen geklemde lippen, dat
op de foto's voorkomt, is niet verhelderd door
den zachte glimlach, dien ik zag toen zij hier
troost en opbeuring kwam brengen. Als een
weldoende fee ging zij rond, overal haar on
zichtbare, toch zoo weldadige gaven uit te
deelen. In het verpleegsterskostuum met de
kleine kap lijkt het lieve smalle gezicht op
dat eener non, die alle wereldsche genoegens
voor zich heeft afgezworen, en slechts"één
begeerte heeft, n I. andere wel te doen.
Zoo schreed zij van liet eene bed naar het
andere. Lijders, die de meest pijnlijke won
den hadden leefden op, wanneer de Koningin
hen toesprak. Een vriendelijke blik uit haar
zacht,stralende oogen wekte hen uit hun halve
verdooving, en deed hen woorden vinden om
haar vragen te beantwoorden. Zoo nu en
dan, wanneer de Koningin hij jongelingen
kwam van 18 en 19 jaar, streek zij soms
liefkoozend over 't hoofd of de hand van den
lijder, en dari verhelderde een glimlach haar
gelaat. Men verzekerde mij dat de Koningin
zoo bijna dag aan dag rondgaat om hen die
streden voor hun land te truosten en te hel
pen. Zelfs schroomt zij niet zelfs het ver-
pieegsterswerk over te nemen als het noodig
is. 't Deed mij goed zoo de vrouw in die
Koningen terug te vinden, zooals ik meer
malen in den Koning van België den man, den
sterken flinken man zag.
Belgische dames veroordeeld.
BRUSSEL, 3 Juni. (W. B) Mevr. Carton
de YViart, de echtgenoote van den Belgischen
minister van justitie, is doordegouvernements-
rechtbank te Brussel veroordeeld tot drie
maanden en veertien dagen gevangenisstraf
wegens het hij herhaling overbrengen van
brieven buiten de Duitsche post om en met
ontduiking van de Duitsche censuur, wegens
de verspreiding van verboden geschriften en
verduistering en vernietiging van een brief
aan het Duitsche bestuur, die bij vergissing
in haar brievenbus was gestoken. Zij erkende
volledig het haar ten laatste gelegde en is tot
het, ondergaan van de haar opgelegde straf als
burgerlijke gevangene naar de »Kommandan
tur« te Berlijn overgebracht.
De 10-jarige gravin Helène Jonghe d'Ar-
dey is door de gouvernementsrecbtbank alhier
veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf
wegens het feit, dat zij op den boulevard
een Duitsch officier grot had beleedigd.
De grootmoeder der gravin, die aan de
beleediging had medegedaan, kreeg eveneens
gevangenisstraf.
Duitschiand en Amet*ika.
LONDEN, 3 Juni. (Eigen Bericht) L^e
/>Times« meldt uit New-York, dat president
Wilson graaf Bernstoff ontving. Het heet
dat d^ze een compromis-voorstel zou doen,
wam-Lu) in ruil voor het opgeven van den
duikbootenoorlog door Duitschiand, Amerika
bij Engeland zou aandringen op erkenning
van het recht om. naar Duitschiand levens
middelen, katoen en grondstoffen uit te voe
ren. 1 evens zou het de bedoeling van den
ambassadeur zijn om uit 's presidents eigen
mond te vernemen hoever de Vereeni»de
Staten zouden gaan, indien Duitschiand be
slist zou weigeren aan de Amerikaansche
verlangens te voldoen, terwijl hij tevens zou
willen weten of president Wilson zou willen
toestemmen in een regeling, waarbij Amerika
zou waarborgen dat passagiersschepen noch
contrabande zouden vervoeren, noch kanon
nen aan boord zouden hebben, zoodat dan
alle andere schepen getorpedeerd zonden mo
gen worden.
Allen die den president hebben gesproken
zijn overtuigd, dat hi) op de technische argu
menten niet zal willen ingaan, maar op hu
manitaire gronden zal blijven verlangen, dat
de duikbootenoorlog tegen handelsschepen
zal eindigen.
Ongerustheid in Amerika.
Volgens een telegram uit New York aan
de Manchester Guardian« heeft de gespannen
verhouding tusschen de Vereenigdo Staten
en Duitschiand grooten invloed op den ka
toen handel. Ofschoon men zich van voor
spellingen onthoudt, wordt algemeen aange
nomen, dat eene vreedzame oplossing van het
conflict zal worden gevonden. Toch valt er
een weifeling waar te nemen, die ten gevolge
heeit, dat de meeste groote kooplieden op
het oogenblik geene zaken willen doen. De
markt is dus zeer flauw, wat volstrekt niet
aan gebrek aan belangstelling voor het artikel,
maar uitsluitend aan de heerschende onzekerheid
omtrent de gedragslijn der regeering moet
worden toegeschreven.
Ongeregeldheden ie Londen.
Dinsdag hebben te Londen, waarschijnlijk
naar aanleiding van het, bezoek der Zeppelins,
wederom anti-Duitsche ongeregeldheden plaats
gehad. 1
oeste benden schoolden opnieuw samen
voor de winkels en woningen van personen
in Shoreditch, die terecht of ten onrechte voor
Duitschers werden gehouden en bij een vorige
reeds van het gepeupel te lijden gehad. Na de
jongste ongeregeldheden hadden zij hunne
huizen door betimeringen tegen nieuwe over
vallen trachten te beveiligen, het volk echter
rukte woedend planken en latten weg en richtte
groote schade aan.
In Hyde-street, Hoxton, ging het buiten
gewoon lievig toe. Daar hadden in der) idbp
van den dag al betoogingen plaats gehad tegen
winkeliers, die men voor Duitschers hield, en
daarna ging men in vele gevallen over tot
een geregelden aanval op de winkels.
Een bakkerswinkel Pearson-street, waar de
menigte vertien dagen geleden reeds zeer woest
had huisgehouden, moest het thans ook weer
ontgelden. De ruiten werden ingeslagen, het
brood werd medegenomen en al wat, verder in
den winkel was op straat gesmeten.
YYEENEN, 2 Juni. (Wolff.) Officieele uiede-
deeling
De vijand heeft zijn krachtrgen aanval op
de verbonden troepen, die ten Oosten van de
ban staan, hervat. Over het algemeen werden,
onder nieuwe groote verliezen, de razende
aanvallen der tegen standers afgeslagen.
Op het Noorderfront van de vesting Premysl
zijn t,wee andere vestingwerken in storm ge
nomen en liet tot, nog toe gewonnen terrein
gehandhaafd.
I en Zuiden van den Dn jestr schrijdt ons
oöensiel met succes voorwaarts. De stellingen
des vijands tusschen Drohobycz en Stryj zijn
gisteren :n storm genomen.
Sterke Russische strijdkrachten, die gisteren
in de buurt van Solotwina (ten Noordwesten
van Nadworna) tot den aanval op onze stel
lingen aldaar over gingen, berokkende zich-
groote verliezen en trokken zich op de enkele
plaatsen terug op de wijze van een vlucht.
De gevangenen en de buit van de verbonden
legers, die onder Oostenrijksch-Honganrsch
opperbevel strijden, in de slagen gedurende
de maand Mei zijn 863 officieren en 268,869
wan, 251 lichte en zware kanonnen, 567
machinegeweren en 189 munitiewagens, Daar
bij komt een groote hoeveelheid oorlogsma-
terieel, dat hij voorbeeld bij een van de legers
in de Karpathen 8500 projectielen voor de
artillerie, 5,500,000 infanteriepat.roneu, 32.000
Russische repeteergeweren en 21,000 Russische
sabels bedraagt.
YVEENËN, 3 Juni. (Wolff.) Ambtelijk:
Sedert hedenmorgen halfzes is Przemyls weer
in ons bezit.
BERLIJN, 3 Juni. (Wolff.) Officieele me-
dedeeling van het groote hoofdkwartier
Op het Oostelijke oorlogsterrein is de toe
stand onveranderd.
>p het Zuidoostelijke oorlogsterrein is de
vesting Przemysl vanochtend door ons geno
men, nadat in de nachtelijke uren de werken
aan het zuidelijke front, die zich nog staande
hielden, bestormd waren.
De buit is nog niet te overzien.
De tegenaanval van de Russen teger. de uit
onze stellingen ten O. van Jaroslau aanvallende
kolonnes is volkomen mislukt.
Het leger van generaal v. Linsingen rukt
in de richting van Zydaczow ten N.O. van
Stryj voort en strijdt om het terrein ten W.
van Mikolajow.
De buit van den slag bij Stryj is tot 60
officieren, 12,171 man, 14 kanonnen en 35
machinegeweren gestegen.
De strijd om Radymno.
BERLIJN, 3 Juni. (W. B.) Uit het
groote hoofdkwartier wordt, over den strijd
om Radymno gemeld
De legerkorpsen van generaal Mackensen
stonden in den avond van 23 Mei in een
grooten naar het oosten geriehten hoog op
gesteld aan heide oevers van de San. Aan den
rechtervleugel stonden de Beiersche troepen
ala observatieleger tegenover het noordwest
front van de vesting Przemysl. Naast de
Beieren stonden Duitsche eu O.-H. troepen
ten zuiden van de San tegenover het krachtig
versterkte bruggehoold van Radymno. Verder
naar liet noorden sloten daarop andere troepen
aan. Het bruggehoold van Radymno bestond
uit een drievoudige linie n I. ten eerste de
goed met ijzerdraadversperringen voorziene
hoofdstelling, welke over de hellingen ten
westen van het dorp Ostiof en door de San-
vlakte naar deze rivier liep verder uit een
stevig gebouwde tusschensteliing, welke midden
door het langgerekte dorpje Ostraf was aan
gelegd en eindelijk uit het z.g. bruggehoofd
van Tsjagrody, dat gemaakt was tot dekking
van de ten oosten van Radymno over de
rivier voerende spoorwegbrug.
Eerst moest de hoofdstelling storm rijp worden
gemaakt. Hiertoe werd in den middag van
23 Mei het artillerievuur ingezet, dat den'
volgenden morgen voortgezet eu tot het uiterste
werd opgevoerd. De Russische artillerie ant
woordde. 's Morgens om zes uur gingen lange
infanteriekolonnes uit de stormstellingen tot
den aanval over. De vijand scheen niet te
gelooven aan een ernstigen aanval. Het Peters-
burgsche legerbericht, had danookgemeld.dat
de strijd in Galicië minder heftig woedde en
dat de verhonden troepen bijna overal tot het
defensief waren overgegaan.
Om half zeven 's morgens was de vijande
lijke hoofdstelling over hare geheele uitge
strektheid in handen van de Duitsche troepen.
Geschokt door het zware artillerievuur had de
vijand slechts korten tegenstand geboden en
was 111 snellen aftocht naar het oosten. Maar
onze artillerie had intusschen juist in die richting
en naar Radymno verwacht konden worden,
haar vuur verlegd, zoodat de Russen zich niet
in Ostraf konden vastzetten. De bezetting van
dit dorp kapituleerde. Over de geheele linie
was nu de Duitsche infanterie in opmarsch
tegen Radymno en de zuidelijk daarvan gelegen
dorpen Skolosjaf en Tsamosjé. Voortdurend
steeg het aantal krijgsgevangenen.
Bij Radymno kwam de vijand in groote
moeilijkheden tengevolge van het te vroeg in
brand steken van de houten brug over de San.
Aangezien de in Radymno samengetrokken
Russische recruten slechts korten tijd tegen
stand boden, ging ook deze plaats verloren.
De geheele artillerie, welke trachtte naar de
San te ontkomen, werd veroverd. Eerst voor
liet bruggehoofd van Tsjagrady brachten de
Russische aanvoerders door het in actie brengen
van versche, snel aangetrokken reserves, de
Duitsche aanval tot staan.
In het geheel waren dien dag 70 officie
ren en 9000 man krijgsgevangen gemaakt,
terwijl 42 mitrailleurs, 52 kanonnen, waar
onder tien zware, veertien munitiewagens en
een groote hoeveelheid ander oorlogsmateri
aal veroverd waren. Ook op den noordelijken
oever van de San had zich een groote slag
ontwikkeld.
Ifaliaansch legerbericht.
Het Italiaansche gezantschap te 's-Graven-
hage doet ons de volgende mededeeling uit
het groote Hoofdkwartier
Van de grens TyrolTrentino zijn geen
gevechten van eenig belang te vermelden. Onze
troepen rukken voort naar de Giudicaria vallei,
terwijl zij Storo hebben bezet, en voorwaarts
rukkende tot voorbij Condino, waarbij zij in
verbinding kwamen met sterke Alpen-detache
menten, die van de steile rotsen uit het Caffaro-
dal en het Camoruca-dal naar Ohiesa waren
afgedaald.
Op de Karinthische grens brachten wij op 31
Mei van de hoogten in het Roccolana-dal, door
een krachtdadig geschutvuur van grooten af
stand gelost, de pogingen des vijands in de
war om een brug te leggen over'den Alpen-
stroom aan de overzijde van de grens op een
helling ten noorden van Predil. Het geschut
van den tegenstander antwoordde "zonder
resultaat.
Bij verkenningen, uitgevoerd met aanval
lende doeleinden in den omtrek van den Val-
dogna-top, maakten wij materieel des vijands
buit. Het slechte weer hield den ganschen
dag aan en belemmerde uitgebreider krijgs
verrichtingen.
Aan de grens van Friaul hebben wij den
rug van de Monte Nero op den linkeroever
van de Isonzo, op ongeveer 10 K.M". ten noord
westen van Tolmino, bezet. den namid
dag van den 31en Mei poogde de vijand door
hevige tegenaanvallen ons de bezette plaatsen
te doen ontruimem, maar werd overal terug
geslagen.
Consulaat beschoten.
Nadat hij vernomen had, dat de Duitsche
consul te Jaffa Turksche soldaten had opge
hitst om te schieten op een sloep, waarin zich
een parlementair bevond, de graven der soldaten
van 't leger van Napoleon te schenden en de
beenderen in het rond had laten werpen, zond
de admiraal-bevelhebber van het Fransche
eskader op de kust van Syrië een kruiser af,
die, nadat eerst aan de Turksche autoriteiten
de reden voor een beschieting waren mede
gedeeld, het consulaat vernielde.
Alleen de gebouwen van het consulaat moesten
het ontgelden geen enkel ander 'huis werd
geraakt.
Canada en het moederland.
De »Times« ^verneemt uit Toronto, dat
Huntley Drummond van Montreal, wiens
broeder Guy Drummond te Langemarck sneu
velde en James Carruthers elk 20,000 p. st.
aan de Canadeesche regeering hebben aange
boden om voor dat bedrag mitrailleurs aan te
koopen.
Er worden in Canada stappen gedaan om
een militaire reserve te vormen. Men schat
dat reeds 300,000 man eenige voorloopige
oefeningen hebben meegemaakt, maar nog niet
in actiev^n dienst zijn opgenomen.
Duikbooten
in de Middellandsclie Zee.
BERLIJN, 3 Juni. (Korr. Norden.) Aan
de »Giornale d'Italia* wordt uit Kaïro gemeld,
dat aan het Britsche legerbestuur mededeeling
is gedaan van de aanwezigheid van twee vijan
delijke onderzeebooten in het oosten van de
Middelllndsche Zee. Generaal Maxwell heeft
onmiddellijk maatregelen getroffen ter verdedi
ging van het Kanaal van Suez batterijen zijn
ten oosten van Port Said opgesteld. Voor dén
ingang van liet kanaal zijn netten gespannen
om nachtelijke verrrssingen te voorkomen.
Een nieuwe krijgslist.
Vrijdag j.l. werd het stoomschip »Dixiana«
dicht bij Oussant getorpedeerd.
De »Times« deelt nu mede, dat de kapitein
en de bemanning in open booten bleven rond
zwerven dat zij Zondagochtend door de Griek-
sche stoomboot ,,Zanos Sifneos« werden op
gepikt.
Drie schepen voeren hun in dien tijd des
nachts voorbij, zonder hen op te merken.
De kapitein van de »Dixiana« had vóór
den aanval een klein zeilscheepje gezien, waarop
hij geen acht sloeg. Dit scheepje bleek echter
een onderzeeër te zijn, die masten en zeilen
had opgezet om de waakzaamheid der beman
ning van het stoomschip te verschalken. De'
onderzeer beschoot het schip en gaf daarna de
bemanning het bevel zich in de booten te'
hegeven. Een half uur later was de »Dixiana«
gezonken.
LONDEN, 3 Juni. (Reuter De admiraliteit
maakt bekend, dat een van de Engelsche duik
booten die in de Zee van Marmora werker»
gisterenochtend een groot Duitsch transport
schip in de Tandera-baai in den grond heeft
geboord.
BERLIJN, 3 Juni. (E. Van Duitsche zijde.)
Uit Mytilene wordt gemeld, dat de Frausche
admiraal Nicolet op het eiland Moedros ia
aangekomen, met de opdracht, naar men zegt,
om kalmeerend te werken op den houwdegen
admiraal Quépratte, die in overleg met den
Engelschen admiraal Robec besloten heeft,
nogmaals een aanval van de zeezijde tegen de
Dardanellenfortep te ondernemen,