Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
AANBESTEDING.
Ongebuild Tarwebrood.
Opluchting.
Van liet Westelijk oorlogstooneel.
No. 2573.
Zaterdag 15 Mei 1915.
26e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 aent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tariei. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterilagmo r g e ll bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuz c n.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN zullen op Woensdag 26 Mei
1915, des namiddags ten 3 ure, in het
openbaar aanbesteden
het gedeeltelijk afgraven
der vestingwallen van het
voormalig Bastion 2 der
vesting Neuzen.
Het bestek met een teekenincr, liort van
af 17 Mei a.s,, ter gemeente-secretarie ter
inzage en is aldaar voor f 0,50, per exem
plaar, verkrijgbaar.
Ter Neuzen, den 10 Mei 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HU1ZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
noodigen de ingezetenen, die nog gebruik wenschen
te maken van de gelegenheid om ongebuild Tarwe
brood te koopen, uit, daarvan aangifte te doen ter
gemeente-secretarie, op Maandagnamiddag 17 Mei
a. s., van 7 9 uur.
Ter Neuzen, 14 Mei 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J HU1ZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
China heeft i. de wijste partij gekozen
en toegegeven.
Wat had het land. dat aan militaire toe
bereidselen niet heeft kunnen denken, kunnen
beginnen tegen den machtigen nabuur, die in
twee oorlogen heeft bewezen, dat hij een
Oostersche Pruis is.
Wat had het anders kunnen verwachten
dan een algeheele Japansche invasie
Men mag nu zeggen welk een armzalige
houding, daar staat tegenover, dat althans
Oostersch bloed is gespaard.
Er is veel wijsheid uit het Oosten gekomen.
Zoo is Japan de zee overgesprongen en
zull.en onze onderwijzers welhaast aan de
kinderen kunnen leeren, dat er ook een
Japansch vasteland bestaat.
Welhaast? Er zal nog wel een tijdje
overheen gaan, vóór het bezette gedeelte'ge
heel gejapaniseerd is.
Tot zoolang heeft het machtige rijk al zijn
aandacht aan dit gedeelte van wat het als
zijn taak beschouwt, te wijden, m. a. w. het
gevaar, dat reeds voor Zuidelijk gelegen eilan
den als de Philippijnen en Onze Archipel
opdoemde, is voorloopig afgewend.
Wat een oorlog thans voor ons Indië had
gebracht laat zich denken.
C hina heeft ons heel wat opluchting ge
bracht.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Opnieuw is geheel de aandacht gevestigd
op Italië, welks regeering nu spoedig beslissen
moet wat zij wil doen vrede bewaren of
oorlog voeren.
Een tusschenweg is er niet. Eu de spanning
moet niet langer duren, wil zij niet tot een
uitbarsting in Italië zelf leiden.
Maar nog is de toestand niet veranderd, nog
is het onzeker wat Italië zal doen.
In Rome duren de besprekingen tusschen
de staatslieden en met de parlementsleden
voort. Het doel van Giolitti is den toestand
op te helderen, voordat het parlement bijeen
komt. Hij wil een weg pogen te vinden, om
den oorlog te voorkomen. De Koning zelt
heeft de besprekingen met Giolitti gewenscht,
en is evenzeer als deze oud-minister overtuigd,
dat de vrede moet bewaard worden, als de
aanbiedingen van Oostenrijk bevredigend zijn.
Giolitti acht het noodig, dat de regeering,
zoo zij zich reeds te vast aan de Triple En
tente heelt verbonden, aftreedt, om de neutra
liteit te kunnen behouden.
En uit de berichten in verschillende bladen
wordt het duidelijk, dat socialisten, clericalen
en aanhangers van Giolitti onder de Kamer
leden werken, om den wensch van het parle
ment naar behoud van den vrede uiting te
geven.
Giolitti heeft duidelijk uitgesproken dat hjj,
nu hij alle stukken kent, overtuigd is, dat
de oorlog kan worden vermeden. De »Stampa«
zegt, dat de concessies, door Oostenrijk gedaan,
meer dan voldoende zijn om den strijd te voor
komen, doch dat deze voor de regeering te
laat gekomen zijn, wijl zij zich reeds te veel
aan de Triple Entente had verbonden. En de
vraag wordt gesteld of het ministerie zich
kan losmaken van die besprekingen met de
geallieerden
Kan dat niet, zegt de »Avanti«, dan moet
Salaudra, die noch in den Seuaat, noch in de
Kamer een meerderheid heeft, en die dus het
aanzien mist, noodig om Italië in een oorlog
te wikkelen, heengaan, opdat een ministerie-
Giolitti met Oostenrijk een overeenkomst kan
aangaan.
Het blijft de oude sjaggerpolitiek, die Salandra
van den aanvang at heeft gevoerd, een politiek,
die met de waardigheid en de eer van een
groote mogendheid moeilijk valt overeen te
brengen.
Het is natuurlijk, dat de bladen in de en
tente-landen de beslissing van Italië ten gunste
van een oorlog tegen Duitschlaud en Oosten
rijk pogen te verhaasten.
Want men verwacht, daarvan niet alleen
de deelneming van Italië aan den strijd, maar
ook die Roemenië
De Times* verneemt uit Boecharest, dat
de aansluiting van Roemenië bij de entente-
mogendheden nu ieder oogenblik kan worden
verwacht. De bezwaren, door de houding van
Bulgarije ontstaan, zijn thans feitelijk wegge
nomen. De betrekkingen van beide mogend
heden worden steeds beter. Het blad »Alde-
verul* zegt dat het oogenblik gekomen is, waar
in Roemenië een beslissende houding moet aan
nemen, en de Roemenen zich moeten gereed
maken hun plicht te doen.
Herhaaldelijk is op die wijze de geheele
toonladder van verwachtingen bespeeld Italië,
Roemenië, Bulgarije, Griekenland
Griekenland heeft door het afgetreden van
YTenizelos en de houding van koning Constan-
tijn, beslist het voornemen te kennen gegeven
buiten den strijd te willen blijven, zoolang er
geen directe aanleiding ontstaat voor een
gewapende interventie.
Van Italië is voor het oogenblik de toekom
stige houding nog niet vast te stellen. Het
kan meegaan maar het kan ook blijven staan.
Het is mogelijk dat de regeering zich zoo
vast verbonden heeft, dat er geen terug meer
denkbaar is, maar het is eveneens mogelijk dat
Giolitti en zijn medestanders de overhand
behouden, en de vrede bewaard blijft.
Ot echter de beslissing van Italië ook die
van Roemenië, wellicht van Bulgarije na zich
sleepen zal, is zeker de vraag. De »Times«-
correspondent voegt bij zijn bericht dan ook
de restrictie: ^although experience has shown
that such predictions are liable to be falsified
by the course of events*, »hoewel de onder-
vioding heeft geleerd, dat zulke voorspellin
gen door den loop der gebeurtenissen licht
kunnen worden gelogenstraft,*
Officieele communique's.
BERLIJN, 12 Mei. (Wolff.) Officieel bericht
uit het groote hoofdkwartier
Vijandelijke vliegers hebben gisteren bom
men op Brugge geworpen, zonder militaire
schade aan te richten.
Ten oosten van Yperen hebben wij een
belangrijke, door Schotsche hooglanders ver
dedigde hoogte genomen.
Duinkerken zijn wij onder vuur blijven
nemen.
Ten oosten van Dixmuiden hebben wij een
Engelsch vliegtuig neergeschoten.
De loopgraven tusschen Careney en Neu-
ville, door de Franschen de laatste dagen
veroverd, zijn nog in hun bezit.
Overigens zijn ook gisteren alle pogingen
van den vijand om door ons front heen te
breken vergeefsch geweest. Zijn aanvallen
waren hoofdzakelijk gericht op onze stellingen
ten oosten en zuidoosten van Vermelles, op
de Lorette-hoogte, de plaatsen Ablaing en
Careney en op onze stellingen ten noorden
en noordoosten van Atrecht. Al deze aanvallen
zijn onder de zwaarste verliezen voor den vij
and mislukt.
Een krachtig door de artillerie voorbereide
poging vau den vijand om ons den Hartmanns-
weiierkopf weer te ontnemen is verijdeld. De
Fransche Alpenjagers zijn ons op den top ge
legen blokhuis binnengedrongen, doch er da
delijk weer uit verdreven.
PARIJS, 12 Mei. (llavas Het officieele
communiqué van hedenmiddag 3 uur luidt
(met weglating van hetgeen reeds in het avond-
bericht van II Mei is meegedeeld):
De aanval op het door de Belgen ingerichte
bruggehoofd ten N. van Dixmuiden in den
naeht van 10 op 11 Mei geschiedde door 3
Üuitsche bataljons. De Belgen hebben hun
gevoelige verliizen toegebracht en 50 gevan
genen gemaakt.
De door de Engelstfhen afgeslagen aanval
der Duitschers, waarbij dezen van verstikkende
gassen gebruik maakten, had plaats ten O.
van Tperen.
De door de Franschen ten N. van Atrecht
behaalde successen hebben op 11 Mei na uiterst
hevige gevechten nog aanmerkelijk grooter
afmetingen aangenomen.
In den nacht vau 11 op 12 Mei hebben
de Duitschers bij een tegenaanval een deel
van het veldwerk en de loopgraven, die de
Franschen aan den weg Loos—Vermelles had
den vermeesterd, heroverd.
De Franschen hebben hun succes bij Notre
Dame de Lorette voortgezet en drijven de
Duitschers tusschen de kapel van Notre Dame
de Lorette eenerzijds en Ablaing en St. Na-
zaire anderzijds krachtig achteruit.
De Duitschers hebben van Ablaing uit een
tegenaanval gedaan, die is afgeslagen.
De Franschen hebben bij hun aanval op de
stelling SouchezCareney verscheidene op
zichzelf staande huizen in het Oostelijk deel
van het dorp genomen en 50 gevangenen ge
maakt, waaronder een officier. Wij zijn verder
vooruitgekomen in de richting van het bosch
ten O. van het dorp.
De verbinding tusschen Careney en Ablaing
over Souchez wordt steeds lastiger voor de
Duitschers.
In den heelen sector Loos Atrecht, waai
de Franschen sedert Zondag 3 linies Duitsche
loopgraven hebben genomen, wordt thans om
de 4e linie gevochten.
Duitsche krijgsgevangen, wier aantal steeds
toeneemt, verklaren dat er order was gegeven
om tegen eiken prijs Nieuw- Kapelle en het
steunpunt Notre Dame de Lorette te verde
digen.
Op het overige front is niets belangrijks
voorgevallen.
De gevechten hij Yperen.
LONDEN, 12 Mei. (Reuter part.) De oog
getuige bij het Engeische hoofdkwartier geeft
een beschrijving van de gevechten ten N. en
N.O. van Yperen, op Zaterdag en Zondag,
waaruit blijkt, dat deze slag een der meest
verbitterde van deu heelen oorlog was. De slag
begon Zaterdagochtend vroeg met een hevig
geschutvuur, gevolgd dour aanvallen der Duit
schers met sterke strijdkrachten. De Engtlsche
linie werd op verscheidene punten doorboord,
vooral bij Frezenberg. De Duitschers kwamen
op een gegeven oogenblik zelfs tot Wieltje
toe. Dadelijk werden tegenaanvallen op touw
gezet. Maar de Duitsche infanterie keerde
telkens weer terug. Gedurende den nacht nam
de strijd voortdurend in hevigheid toe. Het
gevechtsfront waggelde voortdurend heen en
weer. Omstreeks I uur, in den nacht van
Zaterdag op Zondag, wierpen de Engelschen
den vijand met de bajonet uit Wieltje, dat
bezaaid was met Duitsche gesneuvelden. Bjj
het krieken van den dag was er een korte ver
ademing. Ze duurde echter niet lang. In den
namiddag bereikte de strijd zijn hoogtepunt.
Onder dekkiDg van een verschrikkelgk artil
lerievuur deden de Duitschers vijf afzonderlijke
aanvallen.
Duitsche infanterie, in dichte gelederen,
wierpen zich met doodsverachting op onze stel
lingen en werden door ons weggemaaid.
Óp één punt ten N. van de stad kwamen
500 Duitschers het bosch uit. Ooggetuigen
verklaren, dat er niet één van hen is ontkomen.
Om half zeven 's avonds beproefden de Duit
schers een stormaanval op het kasteel Hooge,
doch hij werd onder een hagel van granaat
kartetsen gebroken. Op dit punt hadden de
Duitschers gelijktijdig het vuur van kanonnen,
snelvuurkanonnen en geweren te verduren.
Bij hun doorbraakpogingen hebben de Duit
schers ontzettende verliezen geleden. De grond
was letterlijk bezaaid met hun dooden.
Voorzoover de streek bij Yperen betreft,
was dezen dag wel de gelukkigste voor de
Engelschen.
Onze linie, die den dag tevoren hersteld
was op korten afstand achter het oorspronke-
front, bleef onaangetast.
Onze verliezen waren betrekkelijk gering.
Doordat de vijand ons voortdurend zulk een
goed doel bood, bestond de strijd onzerzijds
eenvoudig in het neerschieten van den vjjand.
Maandagochtend om 5 uur begon een nieuw
gevecht 20 mijlen meer naar 't Zuiden.
De bondgenooten openden een geweldig
kanonvuur; om 6 uur rukte onze infanterie
vooruit tusschen Bois-Grenier en Festhubert
en bestormde de voorste loopgravenliuie der
Duitschers ten N. van Fromelles Een tijd
lang werd er man tegen man gevochten met
bajonet, geweer en handgranaten. Wij hand
haafden ons den heelen dag en brachten den
vijand uiterst gevoelige verliezen toe.
Niet alleen werd een groot aantal Duitschers
gedood bij het bombardement, maar hun her
haalde pogingen om ons uit de vermeesterde
stelling te verdrijven kwam hun allerduurst
te staan.
Ten N. van Festhubert heeft onze opmarsch
zwaren tegenstand ontmoet. Onze verliezen
waren zwaar.
In de Fransche loopgraaf.
Een Fransch officier, die zich in de loop
graven in den Elzas bevindt, schreef dezer
dagen aan de »Temps« een brief, waarin hjj
verhaalt op welke wijze de Fransche troepen
aldaar bericht kregen van de overwinning van
de Duitschers en Oostenrijkers in Galicië.
Opeen mooien Mei-avond zaten wij, officieren,
achter de loopgraven bij elkaar, schrijft hjj,
toen ik plotseling heel in de verte een »Hur-
rah* hoorde. Ik sprong op en verzocht den
kameraden stil te zijn. Het was werkeljjk zoo
TER lElIZESSCII VOLKSBLAD.
o1 o