Ontspanning. Van het Westelijk oorlogstooneel. Van üet Oostelijk oorlogstooneel. Een njeuwe ambtenaar is er nog niét. Dat verwondert me evenwel niet. Waarom deze nu met alle geweld in het bezit van een diploma moet zijn, is mij niet duidelijk. In Ter Neuzen zjjn wel geschikte krachten te vinden voor de werkzaamheden ter secretarie. Menschen, die het voor 600 gulden per jaar gaarne zullen doen, al zal bij verschillenden, die vroeger solliciteerden wegens telkens voorbijgaan, de lust er wel uit zijn. Nu ik toch over de secretarie spreek, denk ik aan een ijverig en geschikt ambtenaar, die daar voor driehonderd heele guldens per jaar werkzaam is. Kan daar nu eens geene verbetering in gebracht worden De tijdsomstandigheden vormen geen excuus om in dien lang verzuimden plicht ook nu nog na te laten. Is deze niet geschikt om voor de betrekking van zeshonderd gulden in aanmerking te komen In dat geval blijft toch verhooging van zijn salaris een noodzakelijke en rechtvaardige eisch. En nu leggen wij het bijltje (alias de pen) er weer bij neer. Tot later. Het antwoord van de Duitsche regeering inzake het ernstige geval met de Katwjjk heeft eenige ontspanning in ons land gebracht. Er is door de Duitsche regeering een degelijk onderzoek beloofd en ze zal, zoo het blijkt, dat de onderzeeër een Duitsche was, haar leedwezen betuigen ftn volledige schade vergoeding toekennen. Dit antwoord is dus meer bevredigend dan in het geval van de Medea en de andere schepen. Misschien heeft de ernst van het geval hiertoe het zijne bijgedragen. Mocht het tevens leiden tot eene herziening van de thans gevoerde strijdwijze. Intusschen mogen wjj gegronde hoop koes teren, dat ook dit geval voor ons land geene ernstige gevolgen zal na zich sleepen. V\ at evenwel onaangenaam aandoet Dat, sommige Duitsche bladen door berichten te lanceeren vóór of tjjdens het onderzoek zekere stemming trachten te maken. Ook in dit geval weder. Zoo ontving «Het N. v. d. dag« van een Berlijnsch persbureau het volgende telegram Ie Berlijn weerklinken steeds meer stem men, welke op het eigenaardig samentreffen wijzen van t optreden eener Engelsche torpedo- en duikbootflottilje nabij het lichtschip Noord- hinder en de geheimzinnige torpedeering der Hollandsche Katwijk en der Grieksche Ellis- pontos door onderzeeërs van onbekende nationaliteit. Beide voorvallen, zoo absoluut strijdig met het algemeen bekend humane optreden van de bemanning der Duitsche duikbooten, zijn geëigend de publieke opinie in Holland en Griekenland tegen de bedrijvers dier daden in te nemen, Men vermoedt hier algemeen een Engelsche intrige tegen Duitsch land, wijl juist Holland en Griekenland landen zijn, die Engeland gaarne de neutraliteit zag opgeven." Het »N. v. d. D.« wijst er op, dat het verwekken van een stemming als deze de afwikkeling van het Katwijk-incident kan bemoeilijken. erder zegt het blad, dat zorgvuldig uit dit Duitsche telegram is weggelaten het feit, dat denzelfden dag en op dezelfde plaats het Engelsche stoomschip Ptarmigan in den grond geboord werd. Wij berinneren ons, hoe onmiddelijk na het geval met de Medea een Duitsch blad zich door haar Amsterdamschen correspondent liet seinen, dat het schip lood en pyriet aan boord had, zonder eenig bewijs voor deze ernstige door niets bewezen beschuldiging. En we dachten tevens aan de geweren, die in biervaten naar I ripoli moesten gesmokkeld worden en die zoogenaamd uit Frankrijk kwamen, maar bij aanhouding bleken uit Duitschland afkomstig te zijn. DE OORLOG. De algemeene toestand. De klacht, dat er geen voortgang is, wordt nog eens besproken door de «Timesc. Ondanks de kleine plaatselijke successen, zegt het blad, is er in zes maanden op het westelijk oorlogs- tooneel niets gewijzigd, niets gebeurd. Op 20 October waren de Duitschers in Rjjssel, en zij zjjn er nog. Sir Henry Rawlinson was niet in staat den overgang van de Lys bij Meenen aan te vallen. Sir Douglas Haig was pas begonnen met zijn deel aan den langen en wanhopigen strijd, dat uitliep in den slag bij peren. En sedert is er niets gewijzigd, afgezien van de kleine plaatselijke veranderin gen, die met zeer zware verliezen zijn verkregen. De moeiljjke taak voor de geallieerden, die volbracht moet worden voordat Duitschland 'elf kan worden bedreigd, moet nog beginnen Wat in zes maanden verkregen is, bestaat hoofdzakelijk uit een kleinen vooruitging bij Neuve Chapelle, een paar mjjlen in Champagne, een verklaring van de Duitsche positities bij St. Mihiel en eenigen vooruitgang in de Vo gezen. Doch die wijzigingen kunnen op een kaart bijna niet worden aangegeven. Eu geen beschouwingen over de groote Duitsche verliezen, de krachtige voorbereiding der geallieerden, en hunne toenemende hulp middelen, kunnen het feit veranderen, dat de toestand in het Westen sinds October bijna ongewijzigd is. Deze erkjnning van het feit, dat er andere, krachtiger en afdoender maatregelen moeten worden genomen, wil de strijd niet nog maanden en maanden worden gerekt, moest komen. Met de partieele successen is het niet gedaan, zoolang er geen eindeljjke be slissing komt. En het praten over de vredes voorwaarden, die de geallieerden zullen stel len, over de verdeeling van Duitschland zooals André Sardou en Onesime Reclus dedeu, die in brochures den toestand schets ten zooals zij zich dien na den strijd voor stelden, met een verbrokkeld, verlamd en uitgeput Duitschland, gepraat dat de «Humanité* aanleiding gaf tot de opmerking »dat het verspreiden van zulke geschriftjes in Duitschland en in de neutrale landen het ergste is wat den geallieerden kan overko men* dient tot niets, zoolang de zege niet bevochten is. De «Neue Zürcher Nachrichten«, eveneens den toestand na zes maanden besprekend, van een neutraal standpunt, zegtdat ernstige militaire beoordeelaars van den toestand er bijna niet meer op rekenen, dat de Duitsche posities in het westen kunnen worden door gebroken. Zelfs niet als men het zou wagen, er honderdduizenden menschenlevens voor op te offeren. Dit wil slechts zeggen dat de kans op een beslissende overwinning voor beide par tijen zeer gering is. W act ook de defensieve kracht der ge allieerden is in het westen bij lange niet vernietigd. Evenmin als zij er kans toe zagen, door de Duitsche linie te breken, zagen de Duitschers er kans toe, hunne stellingen te wijzigen. De offensieve beweging der Duitsche legers bij Soissons heeft evenmin tot een resultaat geleid, als de offensieve beweging der geallieerden in Champagne. Natuurlijk is voor de »Times« de uit een zetting van den toestand de aanleiding om- aan te dringen op krachtiger maatregelen der regeering, geheel in den geest van een artikel van de «Daily Mails. Voor ons is het belangiijke slechts de erkenning, dat er na zes maanden ongeveer geen verandering in den toestand is gekomen, en dat, zoo het op deze wijze moet voortgaan, het einde van dezen ongelukkigen, moord- dadigen strijd nog in zeer lang niet is te voor zien. Officieele communique's. LONDEN, 21 April. (Reuter). De vijand doet nog voortdurend hevige tegenaanvallen op heuvel No. 60. Gisteravond zijn twee krachtige aanvallen door de infanterie met groot verlies voor den vijand afgeslagen De heuvel is den geheelen nacht zwaar beschoten. Verschillende latere aanvallen werden, nog afgeslagen. Er is met succes een stoute aanval gedaan op de luchtscbiploodsen van den vjjand te Gent. De aangerichte schade moet aanzien lijk zijn. Een luchtgevecht. LONDEN, 22 April. (Reuter's bijz. dienst.) De «Daily News* verneemt uit Genève, dat Dinsdag langs den Rijn tusschen Bazel en Istein gedurende twee uren een luchtgevecht is geleverd. Duizenden waren getuige van dezen strijd in de lucht. Vier vliegers der geallieerden werden door een overmacht aan gevallen. Zij trokken dus terug, maar keer den later met versterkingen terug en ver volgden toen de Duitsche vliegers Het Engelsche succes. LONDEN, 22 April. (Reuter's bijz. dienst.) De verslagen omtrent het Britsche succes bij Y peren in «Daily Mail* en «Times* geplubi- ceerd, toonen dat de strijd grooteren omvang aannam dan werd verwacht De oorspronkelijke bedoeling was de vermeestering van de hoogte, van waar de Duitsche scherpschutters ageerden. De eerste aanval slaagde volkomen. De verlie zen waren buitengewoon gering, het verzet was zwak, tengevolge van een geweldige ont ploffing die een krater sloeg geljjk nog nooit in dezen oorlog is gezien. Een geheel bataljon trok het door de mijnontploffing geslagen gat binnen en verloor daarbjj slechts weinigen Versche troepen kwamen tegen het aanbreken van den nacht en arbeidden met kracht om de beschadigde loopgraven te herstellen. Daar de Duitsche kanonnen echter het terrein ODder vuur hielden en een regen van projectielen deden neerkomen gedurende den geheelen nacht werden zware verliezen toegebracht. Tegen het aanbreken van den dag deden de Duitschers een verwoeden aanval; hun massa's werden gedecimeerd door granaten, necrgemaaid door mitrailleurs en geweren. Maar zij rukten niettemin met wanhopigen moed voort en bereikten meer dan eens de loopgraven aan den voet van den heuvel, waar zij dan met de bajonet werden ontvangen. Den geheelen dag duurde het gevecht met verwoedheid voort, maar in den avond trok de vijand terug, stapels dooden en gewonden voor het Britsche front achterlatende. De Britsche verliezen zjfn zwaar, maar niet zoo groot als eerst werd gedacht. LONDEN, 22 April. (Part.) Aan de Times is dd. gisteren uit Noord-Frank rijk geseind Ofschoon het schitterend en zegevierend ge vecht ten Z O. van Y peren, dat geëindigd is met de verovering van heuvel 60, van geringen omvang was, vergeleken met den grooten slag bij Nieuw Kapelle, beloven de resultaten zelfs van nog verder strekking en belangrijker te worden, want met heuvel 60 in onze macht, ligt de weg tot het tuebrengen van een gevoe- ligen slag aan den vijand voor ons open. Heuvel 60 is een lage rug tusschen Zille- beke en Klein Zillebeke, met zijn top bij Zwar talen. Deze was rijkelijk van loopgraven voorzien en werd doorinfanterie bezet gehouden. Hij vormde een beschutting vooreen grooteren heuvel bij Zandpoeder,'ongeveer 5 K.AI. meer oostelijk aan den weg tusschen Yperen en Menin, waar de artilleriestelling van den vijand is. De heuvel van Zandpoeder is de hoogste heuvel in het district. Hij beheerscht de geheele streek en vormt de sleutel van de stelling in Belgisch Vlaanderen. Dit werd ingezien bij de gevechten, welke zich ontwikkeld hebben tot den slag van Y peren in October. Er werden vele en ver woede gevechten om het bezit van den heuvel bij Zandpoeder geleverd, want zij die er meester van waren, beheerschten den toestand. Den bisten October viel hij in handen van den vijand en deze heeft er zich sedert gehandhaafd. Hij bad er batterijen van zware kanonnen op geplaatst, die Yperen verwoest hebben en maandenlang is de opmarsch der Britsche troepen van peren naar Meenen en Rijssel vandaar belet. Nu is heuvel 60 in onze macht. De scherm van loopgraven is veroverd. De gelederen van den vijand zijn doorbroken en teruggedreven De heuvel van Zandpoeder is beroofd van zijn voornaamste bescherming en ligt nu gevaarlijk. Indien de vijand van Zand poeder wordt verdreven, zal zijn linie over een aanzienlijken .afstand in de richting van Meenen worden teruggebogen Een daarop uitgeoefende druk kan zeer goed tot een doorbraak leiden, want hier heb ben dc Duitschers geen vooruitspringend front als bij la Bassée en St. Mihiel. Hier heeft men een binnenwaartsehe kromming met Zand poeder in het midden De verovering van heuvel 60 is gevolg op een lange periode van betrekkelijk rust in dit gedeelte van Vlaamderen. Gedurende de wintermaanden hebben onze soldaten moedig in de loopgraven gewerkt en gevochten, doch zij hebben weinig indruk op den vijand gemaakt, aangezien zi] waren blootgesteld aan een vuur van granaten en granaatkartetsen, dat van Zandpoeder op hen neerregende, en aan de kogels van de scherpschutters, die op gunstig gelegen plaatsen van heuvel 60 waren gepos teerd. Doch al dien tijd zijn onze genisten aan den arbeid geweest. Meter na meter hebben zij hun gangen verder gebracht naar de loop graven van den vijand op den heuvel en eindelijk werd een mijn geplaatst, die Zondag avond ontplofte en den weg voor een aanval op den heuvel baande. Ook de vijand was bezig zijn mijngangen te graven, doch onze genisten hebben hen overtroefd. Het scheelde echter niet veel, want mjj is verteld, dat de vijand een half uur later een mijn onder onze loopgraven zou hebben laten springen De voorbereiding tot den aanval, de aanvoer van kanonnen en de versterking van de infan terie, was goed verborgen geweest. De stelregel «men moet aanvallen bij het aanbreken van den dag* werd opgegeven en de vijand was blijkbaar geheel verrast. De mijn onder den heuvel liet men Zaterdagavond ontploffen en onmiddelijk daarna regende het granaatkartet sen en 'granaten uit onze kanonnen in de loopgraven op een heuvel. Iemand, die bij den aanval tegenwoordig is geweest, vertelde mjj, dat het gebulder van ons geschut oorverdoovend was. Toen sprong onze infanterie uit haar loopgraven om de eerste linie loopgraven op den heuvel te bestormen. Deze werden na geringen tegenstand genomen, zoo groot was de uitwerking van de ontploffing en van ons artillerievuur geweest De tweede linie werd nog door een talrijke vjjandelijke macht bezet gehouden en de vij and, verrast en zeer onder den indruk, vocht hardnekkig, doch liet elan/de moed en de vastberadenheid van onze manschappen waren onweerstaanbaar en de geheele heuvel was spoedig in ons bezit. Toen de duisternis inviel, werden nieuwe troepen in de veroverde loopgraven gebracht en gedurende den nacht zijn krachtige po gingen in het werk gesteld om de bescha digde loopgraven te herstellen en ze in staat van verdediging te brengen. Het was echter een vreeselijke beproeving voor onze man schappen De vijand had den heuvel binnen schootsafstand en den geheelen nacht door regende het granaten en granaatkartetsen met treffende uitwerking. Toen de dag aan brak, kregen zjj nog geen rust, want de Duitschers ondernamen hun eerste tegenaan- val. Dichte gelederen van de in het veld- grjjs gekleede troepen zwermden over de vlakte en werden gedecimeerd door ous granaatkar tetsvuur en door ons mitrailleur- en geweer vuur neergemaaid. Zij vormden zich opnieuw en zetten hun voorwaartsche beweging dan met verwoeden moed voort. Meer dan eens bereikten zij onze loopgraven .aan den voet van den heuvel en dan was de bajonet noo- dig bij het geweer- en mitrailleurvuur om hen daaruit te houden. Weer en nogeens weer werd de aanval herhaald. De strijd woedde hevig gedurende den geheelen dag, doch toen de avond kwam, hadden de moed en de voortreffelijke gevechts eigenschappen van onze mannen de overhand gehouden. De vjjand trok af, hoopen dooden en gewon den voor onze linie achterlatende. Ook onze verliezen waren zwaar, doch niet zoo ernstig als wel is verondersteld. Men zeide mij, dat bevelen waren gegeven naar de hospitaalbasis, om zich op een buitengewoon groot aantal gewonden voor te bereiden, doch later hoorde ik, dat de uit dien hoofde getroffen voorbe reiding voor een groot deel onnoodig waren gebleken. s WEENEN, 21 April. (Wolff.) Officieel bericht uit groote hoofdkwartier. In de Karpathen hebben de Russen hun met groote verliezen gepaard gaande aanvallen op de belangrijkste sectoren van ons front sedert geruimen tijd gestaakt. Dit geldt met name voor die gedeelten onzer stellingen die de beste wegen naar Hongarijede dalen van Oudawa, Laborcza en üng, dekken. Naast deze hoofdwegen heeft de vijand in de Bosch-kar- pathen tusschen het dal van de Laborcza en de Ung met aauzienljjke strjjdkrachten zijn pogingen om door te breken voortgezet. Daar een doorbraak in deze richting ook met de grootste opofferingen frontaanval niet mogelijk bleek, hebben de Russen getrachtden tegenstand van onze stellingen in de dalen en op de bergen door omtrekking te boeken. In verband daar mede hebben zich in het dal van de boven Cziroko bij Nagy Polany en in het geheele grondgebied van deze rivier onlangs hevige gevechten ontwikkeld, die verscheidene dagen en nachten aan één stuk hebben geduurd. Gok hier hebben de Russen na verlies van duizenden dooden en gewonden, zoomede van meer dan 3000 ongewonde gevangen, hun offensief moeten staken. In tegenspraak met de in het buitenland verspreide berichten over successen der Russen in den langdurigen slag in de Karpathen (ook in de officieele Russische berichten is van zulke successen gewag gemaakt) moge worden vast gesteld dat ondanks alle krachtsinspanning en groote opofferingen van den vijand, üzsoker- pas, dien de Russen steeds als buitengewoon belangrijk en als hoofddoel hunner krggsver richtingen beschouwd, nog steeds vast in ons bezit is. Op andere gedeelten van het front zijn artilleriegevechten gaande. De toestand is overal onveranderd. ST. PETERSBURG, 21 April. (P. T. A.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier ln West Galicië hebben wij in den nacht van den 20sten een aanval der Oostenrijkers bij Gorlice afgeslagen. In de Karpathen heeft de vijand den 19den vruchtelooze aanvallen gedaan op onze stellin gen in de streek van Vereczke, Jablonka, Polen en ten noorden van Oroszpatak. Het offensief van den vijand tegen den door ons genomen heuvel bjj Polen was uiterst hardnekkig, de verliezen van den vijand bui tengewoon zwaar. Van de daar gemaakte gevangenen zgn 500 ingeschreven. Op de andere gedeelten van het front is de toestand onveranderd. Een eskader Duitsche vliegtuigen heeft den 20sten ongeveer 100 bommen op Belostok geworpen. Onder de ingezetenen zjjn gedooden en gewonden. De aangerichte stoffeljjke schade heeft niet veel te beteekenen. In den nacht van den 20sten is de stad liechanow door een Zeppelin met bommen bestookt, die geen schade hpbben aangericht. Onze vliegers hebben met succes bet station- van Soldau gebombardeerd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1915 | | pagina 2