Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Pc aap uit de mouw. JUengegaati na een nuttig teilen. gm lijkrede. Van het Westelijk oorlogstooneel. No. 2562. Zaterdag 3 April 1915. 26e Jaargang ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter NeuzeD. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief, Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- én Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. niet het oog op de Paaschdagen verschijnt het „Ter \euzensch Volksblad" a. s. Woensdagmorgen niet. Het begint 1 April en toch ia het geen Aprilgrap. Met 1 April zal ook het Duitsch onder wezen worden in de Jozinastraat. Dat zegt Luctor et Eraergo. Want verleden jaar is een der onderwijzers geslaagd voor acte Duitsch. En nu komt dit vak er bij. Wie wil in dezen tijd niet graag Duitsch leeren Het oogenblik is dus zeer geschikt en de bedoelde onderwijzer is op den juisten tijd voor acte Duitsch geslaagd. Niet te vroeg en niet te laat. De aardbeien zijn op tijd rijp. Toch is er nog niet genoeg. Er moet nog onderwijs komen in boekhouden, handelscorrespondentie, machineschrijven enz. Dit ideaal wil Luctor et Emergo bereiken. De vrienden van Christelijk Onderwjjs in deze streek moeten de handen maar ineenslaan. Ja, ja, wij begrijpen de zaak. Zooveel mogelijk alle vakken van de H. H. S., in de Jozinastraat onderwezen. Maar geene H. B. S., zie je. Neen, eene M. U. L. O. school is beter. Zich vrij houden van een eindexamen, zegt het Christelijke blad. Van zelf, zeggsn wij, dat belemmert de beweging maar Wel geld van den Staat, meer, altijd meer, maar vrij big ven, begrijp je, totaal vrij. Geen banden, die knellen, alleen een ruim subsidie. Wij vindeu het aardig, dat die onderwijzer zijn acte Duitsch haalde, waarmede wij hem van harte geluk wenschen. Ook verheugt het ons, dat de Christelijke school »een stap vooruit* wil doen. Hoe meer ontwikkeling, hoe beter. Wij hebben die immer voorgestaan. Maar wat ons onaangenaam trof, dat was weer die zelfverheffing, dat naar voren brengen van het Christelijk M. U. L. O. en zoo zij- waarts de H. B. S. afkammen Wij dachten Zouden de lezers van Luctor et Emergo de geschiedenis der laatste jaren vergeten zijn De gemeente wilde indertijd eene Openbare School voor M. U. L. O. inrichten, de anti- rev. meerderheid in den Raad hield het tegen. De voorstanders van Christelijk Onderwijs haastten zich zelf eene M. U. L. O.-sehool te stichten. Later, toen de meerderheid gelukkig omging, kwam er toch ook eene van gemeentewege. En wie is de strijd om de H. B. S. ver geten Heeft niet Luctor et Emergo meer dan eens gepleit voor eene Christelijke H. B. S, Maar toen de beweging voor eene open bare de overhand kreeg, toen deugde eene H. B. S., zooals ook nu volgens het hoofd artikel, niet. Zou men nu eindelijk algemeen begrijpen, wat de strgd over de H. B. S. in Ter Neuzen inhield De anti-rev. raadsleden en ook Luctor et Emergo hadden het maar druk over de finan- tiën, over de kosten. Ze verborgen hun ware motief. Het was de strijd tusschen Christelijk en Openbaar Onder wijs. Wij wezen er destijds reeds op. De uiterste mannen der a.-r. partij en een paar onruststokers zweepten de bevolking van Ter Neuzen tegen eene H. B. S. op. Maar ze kwam er, door de cordaatheid van een aantal wakkere mannen. Wie ou dit hoofdartikel in Luctor et Emergo leest, die ervaart, dat het waar is, wat wii vroeger schreven, dat de tegenstanders van eene H. 8. S. deze trachten tegen te houden ten behoeve van hunne eigen Christelijke school 't Is te hopen, dat thans aan ieder de oogen geopend zijn. De Volkswil heeft onder den naam Na tuurrecht opgehouden te bestaan. Het laatste nummer behelst in bet kort het programma, het geheele werken en streven van De Volkswil gedurende zijn bestaan. Al was de richting van den heer Van Dal- sum niet de onze, al konden wij ons met de eenzijdige behandeling der buitenlandsche politiek niet vereenigen, wij hebben voor ons gezegdTout savoir est tout comprendre. Tout comprendre est tout pardonner. Wij hebben het waarom begrepen en val len Diemand hard. En als wij dan alles nagaan, wat De Volkswil in den loop van zijn bestaan heeft gedaan, dan past ons opnieuw een woord van bewonderen. Er zijn weinigen, die kunnen beseffen, wat deze eenling in het land van Hulst heeft aangedurfd. Wij in het vrijere land van Axel, wij kun nen ons moeilijk voorstellen, welk een kracht, welk een zedelijke moed er toe noodig is om tegen misstanden daar op te komen. Uit stemmencijfers bij verkiezingen konden wij den invloed des heereu Van Dalsum be speuren. Maar minder groot was de staf, die hem omringde, om hem openlijk te steunen en den door positie en geld overmachtigen vijand te trotseeren. De heer Van Dalsum heeft het in zijne positie kunntn voelen, die hem medestonden, werden getroffen in alles, waarin ze getroffen konden worden, bg godsdienstzaken, in hun brood zelfs. Jaren lang had een zekere partij in het land van Hulst de lakens uitgedeeld. Wie zich tegen de brute overmacht, tegen ver keerde toestanden, tegen hoe langer, hoe meer inkankerende misbruiken verzette, hij gevoelde spoedig, hoe hij niets vermocht tegen de macht van het clericalisme. Op straffe van broodeloosheid moest hij er zoo gauw mogelijk het zwijgen toe doen. En in deze streek, onder deze toestanden heeft notaris Van Dalsum jaren lang in het openbaar, ondbr gekende vlag, met open vizier, zijn strijd gestreden voor waarheid en recht. Dat hebben de machthebbers hem kwalijk genomen, dat hebben ze hem ingepeperd waar en zooveel ze maar konden. Maar hij ging voort, zonder zich vrees te laten aanjagen, hij streed verder met opoffe ring van tijd, van rust, van geld. Wie als wij eenigszins met de toestanden in het land van Hulst bekend is, hij zal eer bied hebben voor dit werken aan eene zaak, die daar onmogelijk scheen. En ofschoon wij niet blind zijn voor de gebreken, bij het verscheiden van het blad des heeren Van Dalsum, zeggen wij als eer lijke menschen, met waardeering voor wat ieder waardeeren moet»Gij hebt eene groot werk, een reuzentaak verricht. Rust in vrede". Wij drukken er de hoop bij uit, dat het opofferende werk van den heer Van Dalsum in de toekomst nog meerdere vruchten zal dragen. Mogen ook in het land van Hulst vrijheid en onafhankelijkheid, waarheid en recht on vervreemdbare goederen dee volks worden. „Twee sterfgevallen" zet Zelaudia boven haar hoofdartikel in het nummer van 31 Maart j.l. Ze doelt op het verscheiden van „De Volks wil" en het „Weekblad van Zeeuwsch-Vlaan derens Westelijk deel". Hoe de toon is der lijkrede kan opgemaakt worden uit deze woorden „Treuren over het heengaan dier beide bladen zal wel niemand". Vooral dat niemand is kostelijk. De Ze- landia schijnt te meenen, dat haar wil voort aan de wil zal zijn in Zeeuwsch-Vlaanderen. Wij hebben gegronde hoop, dat èu het zaad, door het Weekblad, èn dat door de Volkswil gestrooid, reeds vruchten heeft voort gebracht en nog meerdere in de toekomst zal voortbrengen. Beide bladen hebben de oogen van velen geopend voor wat, schoon met een blinkend vernis bedekt, in den grond verderfelijk was. Zij hebben door het publiek juist in te lichten en tot nadenken te brengen de publieke zaak op krachtige en bovenal eerlijke wijze gediend. Zelandia zegt van de twee bladen, dat beiden getracht hebben in Zeeuwsch-Vlaanderen be roering te stichten, vooral door aanvallen van persoonlijken aardt. Wij zouden wel eens ieder willen afvragen, wie in Zeeuwsch-Vlaanderen op allerlei manie ren de meeste beroering heeft gesticht, wie steeds optrad voor eene coterie, een kliek, wie nooit tegen onderdrukking en misleiding in het Land van Hulst opkwam, wie op allerlei wijze (men zie naar het land van Cadzand) het vuur der onverdraagzaamheid aanwakkerde. Neen, Zelandia is wel de laatste, die critiek op anderen mag uitoefenen. En hare lijkrede met den glimlach van voldoening om den mond had gerustelijk ach terwege gebleven. DE OORLOG~ Oe algemeene toestand. Het gerucht, gistermiddag op de Beurs verspreid, dat de Etigelschen aan den Yser een overwinning hadden behaald, die tot den terugtocht der Duitschers had geleid, is niet bevestigd geworden. Integendeel, alle berich ten van het westelijke tront zijn nog altoos onveranderd en onveranderlijk hetzelfde; er heerscht op sommige punten zelfs een groote activiteit, er worden loopgraven genomen, maar de toestand blijft ongewijzigd. Het Reuter bureau zend ons nu een samenvatting van de geheele reeks officieele Fransche rapporten, loopende tot 10 Janu ari, die reeds dagenlang in de Engelsche bladen werden gepubliceerd opmerkelijk zeker wel, dat daarvan in de Fransche bladen nog metgeen woord melding is gemaakt en waarvan de conclusie is: dat de Fran- schen er steeds beter voorstaan, en dat Frankrijk zeker is van de overwinning. Maar tevens, dat de Fransche opperbevelhebber geen haast heett en het gunstige tijdstip met kalmte afwacht. Wat dit rapport over het Fransche leger mededeelt, moge in menig opzicht juist zijn, in vele andere opzichten echter zondigt het tegen den eersten regel van een goeden strateeg men moet zijn tegenstander nooit gering schatten. En zoolang de overwinning niet be vochten is, dient het voor nietsvictoriete roeren Zes maanden lang is het Duitsche leger door de Fransch-Engelsch-Belgische troepen tegen gehouden zes' maanden lang heett het geen kans gezien de bedoelingen van den generalen staf uit te voeren. Maar zes maanden lang heeft het weerstand geboden aan alle krachtige aauvaUpogingen van de tegenstanders, en zich in een verdedigende positie weten te handhaven die, naar wij zagen, slechts weinig verschilt van de stellingen, die half September werden ingenomen. De aanvalskracht moge dus gebroken zijn, de defensieve kracht is dat zeker niet. Het Fransche leger heeft, gesteund door Engelsche en Belgische troepen, een barrière opgeworpen tegen den krachtigen aanval waarvan de ge schiedenis gewaagt. Maar het zal nog moeten blijken of die vereenigde legers krachtig ge noeg zullen zijn, om de Duitschers uit Frankrijk en België te verdrijven. Voor het oogenblik ziet het er meer naar uit, dat in het westen het doode punt is be reikt, en de positie der beide legers in dit opzicht gelijk staat dat er geen mogelijkheid is voor één van beiden om den tegenstander uit de door hem ingenomen stellingen te ver drijven. Generaal French heeft opnieuw geen half- wekelijksch bericht uitgegeven, op grond dat er niets te melden is. En de. dagelijksche be richten van den Franschen en Duitschen gene ralen staf bevatten geen belangrijke mede- deelingen. maken slechts melding van de gewone gevechten, die nergens een beslissend resultaat hadden. Op het oostelijk oorlogstooneel is in den boog van den Weicbsel een toestand ontstaan, die meer en meer op dien aan het westelijk front gaat gelijken. Dag na dag melden de berichten, dat in dit deel van het front niets belangrijks voorvalt. Slechts op de vleugels wordt de strijd voort gezet, en met groote hevigheid worden pogingen aangewend om door een overvleugeling den tegenstander te noodzaken, uit zijn centrum troepen naar den vleugel over te brengen. Hierdoor zou de kans om in het centrum aanvallend te kunnen optreden toenemen en de mogelijkheid van een doorbreking der vijandelijke linie kunnen ontstaan. Op het westelijk front, waar de vleugels zijn aan geleund aan de zee en de Zwitsersche grens, is zelfs die kans uitgesloten. Op het noordelijk deel van het Oostelijk front, dus op den Russischen rechtervleugel, is de stand van zaken thans weer ten gunste van de Duitsche legers gekeerd. De Russen, die in Oost-Pruisen waren binnengevallen, zijn teruggedreven, en na den slag hij Tauroggen, dat door de Duitsche troepen bezet is, zijn de Russen teruggetrokken in oostelijke richting, naar Skawdwillie. Iets zuidelijker, ten oosten van Augustowo en ten noorden van het bosch, werden de Russen eveneens teruggedreven. En in het zuidelijk gedeelte, op den Rus sischen linkervleugel, wordt de strijd in de Karpathen met hevigheid voortgezet, doch zonder tot nog toe belangrijke resultaten te hebben opgeleverd. Oostenrijksche berichten melden, dat de Russische aanvallen werden afgeslagen, Russische, dat het offensief werd voortgezet. Officieele communique's. BERLIJN, 1 April (Wolff.) Officieele mede- deeling uit het groote hoofdkwartier Bij de vermeestering van het door de Belgen bezette klooster Hoek en van een kleine steun punt bij Dixmuiden hebben wij een officier en 44 Belgen gevangen genomen. Ten W. van Pont a Mousson in en bij het Le Prêtre-bosch is de strijd gisterenavond tot staan gekomen. Op eenige plaatsen zijn de Franschen in onze voorste loopgraven binnengedrongen. De strgd wordt vandaag voortgezet. Bij voorpostengevechten ten NO. en O van Luuéville hebben de Franschen zware verliezen geleden. In de Vogezen zgn alleen artillerie-gevechten geleverd. »V ,."5'.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1915 | | pagina 1