Vrijzinnig Niouws- Gn AdvertGntiGbiad voor ZGGUWSch-VlaandGiGn. Kit eene rede dan nr. patlji, j)e drankbestrijding in deze dagen. MILITIE. MILITIE. Vrijstelling van Geestelijken enz. No. 2556. Zaterdag 13 Maart 1915. 26 e Jaargang abonnementsprijs gehouden te ZieriKzee op Zaterdag 6 JKaart. Telef. Interc, No 15. Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter NeuzeD. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bjj alle Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. rw.fi Courant verschijnt eiken Woensdag- Zaterdagmorgen bü dar Ditgeyer M DB JONftB, te Ter Neuzen. Vrijstelling van den dienst wegens eigen vrijwilligen dienst, broederdienst ot aanwezigheid van in hetzelfde jaar geboren broeders of halfbroeders. Eigen vrijwilligen dienst. Broederdienst. Aanwezigheid van in hetzelfde jaar ge boren broeders ol halfbroeders. Ter Neuzen, 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De burgemeester der Gemeente TER NEUZEN brengt ter kennis van belanghebbenden, dat vrijstelling vau den dienst bij de militie wordt verleend lo. aan den geestelijke, den bedienaar van den godsdienst, den zendeling-leeraar, den broeder-dia koon van een godsdienstige vereeniging en den Roomsch-Katholieken ordebroeder, die tot een bin nen het Rijk gevestigde kloosterinrichting behoort; 2o. aan den student in de godsgeleeidheid en den zendeling-kweekeling, die 3an een bij algemee- nen maatregel van bestuur aan te wijzen inrich ting van onderwijs tot geestelijke, tot bedienaar van den godsdienst of tot zendeling leeraar wordt opgeleid, en aan den proef broeder, die tot broeder- diakoon van een godsdienstige vereeniging wordt opgeleid. Wie geacht worden een dezer hoedanigheden te bezitten, is omschreven in een tweetal tabellen die door belanghebbenden ter secretarie dezer ge meente kunnen woiden geraadpleegd Door of vanwege dengene, die op grönd van een dezer hoedanigheden vrijstelling verlangt, moet een verklaring, waaruit het bezit dezer hoedanigheid blijkt, worden ingeleverd bij den burgemeester der gemeente, waar hij voor de militie is ingeschreven of voor welke hij heeft geloot. De verklaring moet zijn ingericht overeenkomstig een model, waaromtrent ter secretarie der gemeente inlichtingen kunnen worden verkregen. De inlevering moet geschieden: lo. vóór 1 April van het jaar, waarin het in schrijvingsregister is gesloten, ingeval de reden van vrijstelling aanwezig was op 21 Maart van bedoeld jaar; 2o. in de maand November van het jaar, voor afgaande aan dat, waarin de belanghebbende zou moeten worden ingelijfd: a. ingeval de reden van vrijstelling is ontstaan tussehen 21 Maart en 1 November van eerst bedoeld jaar b. ingeval hij opnieuw vrijstelling vraagt en hij bij de eerste maal verkeerde in het geval, om schreven onder a- 3o. binnen eene maand nadat de reden van vrij stelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats geiiad op of na 1 November van het jaar, waarin hij is of zou moeten worden ingelijfd 4o. in de maand, op éen na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrijstelling eindigt, ingeval hij opnieuw vrijstelling vraagt en hij bjj de eer ste maal verkeerde in het geval, omschreven on der 3o. Voor hem, die vermeld is op het inschrijvings register voor de militie, dat laatstelijk gesloten is, en op 21 Maart na de sluiting-een der voornoemde hoedanigheden bezit, moet de verklaring op ge noemden datum worden afgegeven of moet althans uit de verklaring bljjken, dat de toestand, die grond tot vrijstelling oplevert, op dien datnm aanwezig was. Voor hem, die eerst later een van bedoelde',hoe danigheden verkrijgt, moet in de verklaring de toe stand worden vermeld, gelijk die is op het oogen blik der afgifte, en mag de afgifte niet geschieden vóór het tijdvak, binnen hetwelk de verklaring moet worden ingeleverd. Wat geldt voor lien, die voor het eerst zijn ingeschreven, geldt ook voor hen, die voor de lichting van het volgend jaar opnieuw zijn ingeschreven. Tot dezen be- hooreu o. a. zij, die het vorig jaar tijde lijk zijn vrijgesteld bij eene uitspraak van tiedeputeerde Staten, die vóór 1 Sep tember onherroepelijk is geworden, of hij een Koninklijk besluit, dat vóór dien datum is genomen op een ingesteld be roep. Omtrent de vrijstelling van de hiervoren bedoelde personen wordt beslist door Gedeputeerde Staten, zoo de reden van vrijstelling aanwezig is op 21 MAART van het jaar, waarin het inschrijvingsre gister gesloten isanders door de Koningin. Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts TIJ DELIJK en wel ten hoogste viermaal voor een jaar en daarna, zoo de grond voor de vrijstelling ook bij de ten vijfden male te nemen beslissing nog aanwezig blijkt, VOORGOED verleend. Ter Neuzen, 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De afgevaardigde der Tweede Kamer voor Zierikzee sprak daar Zaterdag 1.1. in eene vergadering, belegd door de Centrale Liberale Kiesvereeniging. Eerst hield spreker eene inleiding over het ontstaan van den oorlog en betoogde daarna, dat deze oorlog niet, zooals sommigen mee- nen, om' economische doeleinden ondernomen is, maar dat de strijd gaat om de macht, om de wereldheerschappij Volgens spreker is het ook geen kapitalis tische oorlog, daar alle klassen er door wor den getroffen. De offers in bloed zijn dezelfde. En door waardevermindering is dus het verlies wel het grootst voor de bezittende klasse. Als eenig afdoend middel tegen den ver- schrikkelijken oorlog noemde spreker verhoo ging van het rechtsbewust zijn(*), waardoor het recht het geweld zal vervangen bij de regeling van de verhouding der volkeren. Spreker bracht een welverdiend woord van hulde aan onze regeering, voor hetgeen ze tot behoud vaD onze neutraliteit heeft gedaan. Die hulde verwekte daverende toejuichingen van de vergadering. Als overal, waar de bevolking leest en dus iets begint te weten, begreep men ook daar, wat kranig werk door de regeering in dat op zicht is verricht. Mr. Patijn schetste ook, hoe ons land onder den oorlog lijdt. »In de steden heerscht veel werkeloosheid. De prijs der levensmiddelen is onrustbarend gestegen. De havens worden door veel minder schepen bezocht. Fabrieken staan wegens ge brek aan grondstoffen stil en industrieën, zooals de mossel- en oestercultuur in Zeeland kwijnen. Alleen den landbouw gaat het goed. En zoolang het den boeren goed gaat, behoeft men nog niet te wanhopen. Mr. Patijn gewaagde eveneens van de mo bilisatie. Duizenden mannen zijn reeds langer dan 7 maanden onder de wapenen. Velen zijn daardoor gescheiden van hun gezin. Velen lijden schade in hun zaken. Dank zijn wij dien mannen schuldig voor de oilers, die zij aan het vaderland brengen, en te zijner tijd moet die dank zich in daden omzetten. Velen toch hebben hun betrekking verloren en van velen zjjn de zaken verloopen. Het is een eereschuld, die mannen maatsohappeljjk weer op de been te helpen. Spreker wekte vervolgens op tot aansluiting bij den 'landstorm, die achter de landweer moet staan. »Het verhoogt de weerbaarheid van ons volk. Weldadig deed het aan, dat bij de mobilisatie ieder man is opgekomen. Hieruit is gebleken, dat als de nood aan den man komt, ons oud volkskarakter niet verbasterd is, en bij het gevaar, dat ons omringde, verstomden alle partijgeschillen. Er waren geen liberalen, anti revolutionairen en socialisten meer. Eendrachtig stonden zes millioen Nede.rlanders om het nationale vaandel geschaard. Moge daaruit deze les getrokken worden, dat wanneer de politieke strijd later hervat wordt, wij dien allen met minder heftigheid en met meer waardeering van ieders standpunt zullen voeren. Wat'men zoo dagolijks ervaart, leert ons, dat aan het rechtsbewustzijn ook in ons land nog zeer veel gedaan zal moeten worden. Wi.j drukken hierbij de hoop uit, dat alle landbouwers, die wel varen bij het zooveel duur der worden hunner producten, ook aan hunne werklieden zullen denken, die door het duurder worden van alle levensmiddelen met hun gezin moeilijker kunnen rondkomen van wat vroeger misschien voldoende was. Wij zeggen dit naar aanleiding van een geval, dat een' zoogenaamden „vasten" arbeider betreft, iemand die dus winter en zomer bij den boer werkt. Ons werd oene week geleden uit geloofwaardige bron medegedeeld, dat deze, die een groot gezin heeft, armoede lijdt en zich tot het armbestuur zou moeten wenden. Daar wij er sinds dien niet var. hoorden, is wel licht deze zaak door den landbouwer in voor zijn' werkman gunstigen zin (alhoewel wat laat) opge lost Een „vaste" arbeider dient toch zeker buiten het armbestuur te kunnen blijven. Op eene der Zeeuwsche eilanden verhoogde een boe', die den druk der tijden begreep, de loonen zijner werklieden, wat buron van hem kwalijk namen, daar zij nu ook tot verhooging moesten overgaan. Zulke gevallen bewijzen, dat nog niet ieder begrijpt, wat er in deze dagen noodig is. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een krachtig antwoord doen hooren aan de geheel-onthouders. Dezen trachten deze moeilijke tijden te be nutten voor hunne propaganda. Dat ze door hunne zaak op de spits te drijven dikwijls eene verkeerde propaganda voeren, schijnen ze niet in te zien. Telkens en telkens staan ze met hunne adressen klaar. Nu wilden ze laatstelijk de behoefte aan granen dienstbaar maken aan hunne propa- ganda. Ze legden netjes uit, dat in deze tijden geen graan mocht gebruikt worden voor bier brouwerijen en branderijen. Dat lijkt op het oog heel mooi. Maar het zou erger dan een paardenmiddel zijn. Dat wist de minister glashelder aan te toonen. Wat in die inrichtingen aan granen gebruikt wordt staat in geene verhouding tot de hoe veelheid voor voeding benoodigd. En om deze betrekkelijk geringe hoeveelheid ter bewerking te verbieden en daarvoor stoker gen, brouwerijen en niet te vergeten de ver vaardiging van gist stop te zetten en nog honder den menschen meer werkeloos te maken, dat wilde de minister absoluut niet. Hij zeide, dat de houding van sommige voor mannen der geheelonthouders hem door hunne overdrijving, waarbij ze alles voorbijzien, hoe langer hoe onsympathieker werd. Dat was sterk gesproken. Was het ook te veel gezegd? Wie met alle omstandigheden in deze zware tijden rekening houdt, zal de eenzijdigheid van vele geheel onthouders betreuren en den minister van harte loven om zijn beslist en duidelgk antwoord. TER \KtmS( B VOLKSBLAD De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten aanzien van vrijstelling van den dienst bij de militie om een der hierboven vermelde redenen het volgende geldt Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens eigen vrij willigen dienst moet worden overgelegd een bewijs van dienst ot' een uittreksel uit het stamboek. Voor lien, die nog dienen ot' wier verbintenis nog loopende is, worden deze stukken door de zorg van de daarbij betrokken autoriteiten bij den Militieraad inge diend, zonder eenige bemoeienis van de zijde van be langhebbenden. Voor zooveel betreft ingeschrevenen voor do militie, die gediend hebben, maar niet meer in dienst zpn, moet het opgeven van de reden van vrijstelling, indien dit niet reeds bij de inschrijving heeft plaats gehad, door of vanwege hen geschieden ter Secretarie dezer gemeente, tussehen 21 en 31 Maart, bij voorkeur op Vrijdag 26 Maart a. s., des vooimiddags tussehen 10 en 12 uur. Aldaar wordt gezorgd voor het opvragen en indie nen van de vereischte stukken. Medebrengen van zakboekje of paspoort is zeer ge- wenBcht. De aandacht wordt er op gevestigd, dat van een even getal broeders of halfbroeders de helft en van een oneven getal de grootere helft wordt vrijgesteld, en voorts, dat een broeder, die ter inlijving bestemd is, met betrokking tot vrijstelling wegens broederdienst wordt gelijkgesteld met een broeder die dient. De wet bepaald n.l., dat vrijstelling wegens broeder dienst wordt verleend aan den ingeschrevene, wiens wettige broeder of halfbroeder betzij bestemd is ter inlijving of wel dient or gediend heelt bij de militie, hetzij als vrij williger dient of gediend heeft bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij de koloni ale troepenwat het eerste geval het bestemd zijn ter inlijving bij de militie betreft, tenzij het voor de inlijving bepaalde tijdstip reeds verstreken en hjj niet ter inlijving opgekomen is. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens broeder dienst moet worden overgelegd lo. een bewijs van bestemming ter inlijving, een bewijs van dienst of een uittreksel uit het stamboek van eiken wettigen broeder of halfbroeder, die ter in ly ving bestemd is, dient ot gediend heeft, zoomede ten aanzien van eiken wettigen broeder of halfbroeder, voor wien een plaatsvervanger is gesteld, een bewijs, van dienst of een uittreksel uit het stamboek van den plaatsvervanger 2o. een getuigschrift betreffende de wettige broe ders en halfbroeders van den ingeschrevene. De stukken, onder lo. bedoeld, worden, voor zoover de reden van vrijstelling reeds bij de inschrijving is of binnen den hierna te noemen tijd ter secretarie de zer gemeente alsnog wordt opeegeven, zonder verdere bemoeienis van de zijde van den ingeschrevene opge vraagd en ingediend. Tot het opmaken van het getuigschrift, onder 2o. bedoeld, moet door of vanwege den ingeschrevene aan vraag worden gedaan ter Secretarie dezer gemeente, tussehen 21 en 31 Maart, bij voorkeur op Vrijdag 26 Maart a. s„ des voormiddags tussehen 10 en 12 uur. Daarbij moet door of vanwege den ingeschrevene wor den gezorgd voor de tegenwoordigheid van twee ge tuigen, die meerderjarige mannelijke personen moeten zijn, van wie kan worden aangenomen, dat zij met hot gezin, waartoe de ingeschrevene behoort, voldoende bekend zijn. Medebrengen van zakboekjes en paspoorten is zeer gewenscht. Het getuigschrift wordt in den regel opgemaakt door den Burgemeester der gemeente, waar de belangheb bende voor de militie is ingeschreven, doch kan ook door een anderen Burgemeester worden opgemaakt. Zyu er twee of meer broeders of halfbroeders in 'hetzelfde jaar geboren en moet aan een of meer van ben vrijstelling wogens broederdienst worden verleend, dan wordt in de zitting van den Militieraad door loting uitgemaakt, aan wien of aan wie hunner de vrijstelling zal worden toegekend. Onder zekere voorwaarden kunnen zij echter, met afwijking hiervan, bij onderlinge overeenkomst aan wijzen wie hunner om bedoelde reden zal of zullen worden vrijgesteld. Minderjarigen moeten voor zulk een overeenkomst de toestemming hebben van hem of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij over hen uitoefent. Het aangaan van de overeenkomst en bet verleenen van de toestemming kan gescheiden hetzij schriftelijk ten overstaan vau den Burgemeester of van een door dezen aangewezen gemeente-ambtenaar, hjj voorkeur op den hiervoren bedoelden dag, hetzij mondeling in de zitting van den Militieraad, Deze aanwezigheid kan ook op zichzelf reden tot vrijstelling geven, zonder dat er reden tot vrijstelling wegens broederdienst bestaat. De wet bepaalt namelijk onder zekere voorwaarden Indien twee of meer broeders, die geen recht op vrij stelling wegens broederdienst kunnen doeu gelden, in hetzelfde jaar zijn geboren, wordt de helft van bun getal of, zoo dit oneven is, de groote helft vrijgesteld. Om voor vrijstelling om de hierbedoelde reden in aanmerking te komen, moet door of vanwege den in geschrevene tussehen 10 en 18 Juli ter Secretarie dezer gemeente aanvraag worden gedaan tot liet opmaken van een daartoe vereisebt getuigschrift. Wie van de broeders of halfbroeders zal of zullen wordeu vrijgesteld, wordt uitgemaakt door een loting of bij overeenkomst, op dezelfde wijze als hiervoren omschreven is onder „Broederdienst", doch voor dit geval moet het opmaken van een schriftelijke over eenkomst en het geven van een schriftelijke toestem ming geschieden in de maand Juli, bp voorkeur tegelijk met het opmaken van bet voor vrijstelling vereischt getuigschrift. Om vrijgesteld te worden wegens eigen vrijwilligen dienst of wegens broederdienst, moet de* reden van vrijstelling bestaan op 21 Maart van het jaar, waarin omtrent hem, voor wien vrijstelling wordt gevraagd; door don Militieraad uitspraak moet worden gedaan. Om vrijgesteld te worden wegens aanwezigheid van in hetzelfde jaar geboren broeders of halfbroeders moet de reden van vrijstelling bestaan op bet oogenblik, waarop de Militieraad uitspraak doet.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1915 | | pagina 1