Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad 'voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
Van het Westelijk oorlogstooneei.
No. 2549.
Woensdag 17 Februari 1915.
26e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen b\j alle
Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
Telef. Intern, No 15.
Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
DE OORLOG.
Officieele communiqué's.
PARIJS, 14 Febr. (Reuter.) Officieel bericht
van 11 uur 's avonds
Tusschen de zee en de Maas wordt van
geen infanterie-gevechten melding gemaakt.
In België, tusschen de Oise en de Aisne, en
eveneens in Champagne, zijn artillerie-gevech
ten geleverd.
In Lotharingen, in de streek van Pont-a-
Mousson, hebben wij een tegenaanval onder
nomen, nadat de vijand 's morgens Norroy
bezet en den voet van de nabijgelegen hoogte
veroverd had. De strijd duurt voort.
Geen nader bericht is ontvangen aangaande
de krijgsverrichtingen in het dal van de
Lauch, waar de strijd het karakter heeft van
een voorpostengevecht.
PARIJS, 14 Febr. (Reuter.) Het ministerie
van marine verklaart, dat de te Duinkerken
gestationeerde vliegers met goed gevolg bom
men hebben geworpen op militaire gebouwen
en troepen te Zeebrugge en op bet station te
Oostende.
Een inwoner van St. Mihiel, die er in ge
slaagd is naar Parijs te ontkomen, vertelt,
dat de Fransche granaten de stad ernstig be
schadigd hebben. 1100 inwoners zijn nog te
St. Mihiel overgebleven, waar zij in de kel
ders leven. De Duitschers hebben van de be
volking een oorlogsschatting van 20,000
geëischt, welke slechts voor de helft betaald
is.
BERLIJN, 15 Febr. (Wolff.) Officieel
wordt heden uit het groote hoofdkwartier ge
meld
Ten Z. van Yperen bij St. Eloi hebben wij
op den vijand een stuk ter lengte van onge
veer 900 M. van zijn stelling afgenomen. Te
genaanvallen waren vruchteloos.
Evenzeer mislukte een aanval van den vij
and in de buurt van La Bassée. Eenige
dozijnen gevangenen vielen in onze handen.
De vooruitgeschoven loopgraaf aan den
Sudelkopf die wij op 12 dezer verloren had
den, is door ons heroverd.
Uit Sengern in het Lauch-dal is de vijand
verdreven. Hij heeft daarna de plaats Rems-
pach vrijwillig ontruimd.
PARIJS, 15 Febr. (Reuter) Het officieele
bericht van hedenmiddag 3 uur luidt
In België hebben wij 250 meter loopgraaf
vermeesterd op den weg van Béthune naar
La Bassée.
In Argonne wordt loopgraaf tegen loopgraaf
gevochten.
De Duitsche aanval tusschen het dorp en
de bosschen van Malancourt is onmiddellijk
tot staan gebracht.
In Lotharingen is de vijand, na onze hoofd
troep te hebben teruggedreven, er in geslaagd
den heuvel Signal de Xon en het gehucht
Narroy te bezetten, doch door een tegen-aan-
val teruggedreven naar de Noordelijke helling
van Signal de Xon, waar hij zich heeft ge
handhaafd in een deel der loopgraven.
Veurne gebombardeerd.
»De 1 ijdgeeft de volgende beschrijving
van de beschieting van Veurne door de Duit
schers, in een schrijven dat het blad ontvangt
van zijn Belgischen oorlogscorrespondent
Veurne is een kleine, lieve stad, die op een
afstand van ongeveer 13 Kilometers van de
IJzer gelegen is. Het is de hoofdplaats van
het kleine strookje gronds, dat door den vijand
nog niet bezoedeld werd.
Daar was het toevluchtsoord van duizenden
vluchtelingen, die zich vau den Belgischen
bodem niet konden losrukken daar was het
dat engelen van liefdadigheid, mannen en
vrouwen, priesters en leeken, met ware zelf
verloochening, in de hospitalen en ambulancen,
de gekwetsten verzorgden en zoeten balsem
streken over hun gapende wonden en daar
was het ook, dat vreemde vorsten en leger
hoofden onlangs hun sympathie kwamen be-
tooDen aan onzen moedigen koning en aan het
fiere Belgische volk.
De bevolking van Veurne is immer moedig
en kalm gebleven, niettegenstaande de obussen
en de bommen, die de stad met dood en ver
woesting bedreigden, en niettegenstaande liet
wreed kanongebulder, dat van aan de boorden
van den IJzer in de stad weergalmt.
Zes weken lang zijn er alle twee, drie dagen,
vier tot zes obussen op de stad gevallen, zon
der vele schade te veroorzaken. Doch in den
nacht van 22 Januari was bet bombardement
ernstig. Bijna gansch den nacht vielen de
obussen tot op de marktplaats en in de voor
naamste plaatsen Ier stad. Vele huizen werden
erg beschadigd en verscheidene burgers en sol
daten werden gekwetst of gedood.
Sedert dien gaan bij na geen dagen voorbij,
zonder dat de Duitschers de stad beschieten.
Tot op den dag van heden zijn er reeds onge
veer 200 obussen op de stad gevallen. Telkens
heet het, dat de ligging der twee kanom en,
die op Veurne schieten, gekend is. Wij durven
hopen, dat die twee kanonnen welhaast tot
zwijgen zullen gebracht worden.
ünaertusschen is het zeer droevig in de stad.
Bijna gansch de bevolking gaat op de vlucht,
en bet is hartverscheurend, die ongelukkige
lieden te aanschouwen, die met kleine kinderen
op den arm, en geladen met groote pakken
kleederen en wollen dekens, eene schuilplaats
gaan zoeken in de naburige dorpen.
Ondanks het bombardement defileeren de
troepen voort door de straten, hetzij om zich
naar de strijdlijn te begeven, hetzij om in den
omtrek der stad eene welverdiende rust te
komen smaken. .Vele burgers ook, wier woning
niet in het center der stad gelegeD is, willen
hun huis niet verlaten, en trotseeren het ge
vaar in afwachting op betere dagen.
Door het bombardement kan »Het Belgische
Volk«, over welks gazet ik reeds vroeger schreef,
na een kortstondig bestaan niet meer ver
schijnen. Immers, bijna gansch de bevolking
is weggevlucht. De letterzetters en de ver-
koopers waren vluchtelingen evenals de redac
teur, de vroegere kantonaal inspecteur van het
lager onderwijs te Thiel.
De grootste lucht-raid.
Onze Londenscbe correspondent schrijft
De Engelsche vliegeniers hebben hun Kerst
dag-raid nog overtroffen. De lucht-aanval op
de Duitsche versterkingen van Oost Friesland
was, uit een krijgskundig oogpunt beschouwd,
een kranige onderneming. Maar hetgeen zij
thans aan de Belgische kust dedeD, is toch ze
ker de schitterendste prestatie op het, gebied
van de vliegkunst in dezen oorlog. Een ge
combineerde aanval van 34 aeroplanes en wa
tert liegtuigen j8 n0g niet voorgekomen. En dat
allen, die er aan deelnamen, behouden en on
gedeerd naar Engeland terugkeerden, staaft
hetgeen van regeeringswege deze week in het
Lagerhuis werd gezegd, dat de Engelsche vlieg
mannen hun meerderheid boven de Duitschers
hebben bewezen.
Alleen Graham White, de populaire baan
breker der Engelsche aviatiek, liep een nat pak
op door nabij Nieuwpoort in zee te vallen.
Hij werd echter door een Fransche boot ge
red.
De geheele onderneming was zoo goed ge
heimgehouden, dat hier iedereen er aangenaam
door verrast werd.
Hi-t was hoofdzakeijjk op de Duitsche onder
zeeërs-depots aan de Belgische kust gemunt.
De schade, door de talrjjke, goed geworpen,
bommen aangericht, moet wel zeer beduidend
zijD. De aviateurs zagen het staciou van Ostende
in brand vliegen en volgens de laatste be
richten, werd het met den grond gelijkge
maakt.
Uit een militair oogpunt i« ook belangrjjk,
dat er vrij wat bommen werden geworpen op
het spoorwegstation van Blankenberg, op de
geschutsstellingen te Middelkerke, op Duitsche
onderzeeërs te Zeebrugge en op de geheele
Duitsche kustverdediging. Als steeds kozen de
Engelsche vliegeniers uitsluitend punten van
militaire beteekenis als doel.
De vlucht was verre van gemakkelijk. De
aviateurs zullen het flink koud hebben gehad.
Het vuur van den vijand kon hen niet berei
ken.
De vlucht van zooveel vliegtoestellen moet
op zee een merk waardigen aanblik hebben ge
boden. Zij stegen zeer snel na elkander open
eenmaal op goede hoogte, vlogen zij als een
zwerm trekvogels op hun doel af.
Requisities,
Heft scheepvaartverkeer.
SELZAETE, 12 Febr. (Tel.) In deze gemeente
bevindt zich een groote aiuminiumfabriek waar
tot voor korten tijd i,og enorme voorraden ert
sen en steenkolen aanwezig waren. Er bevond
zich a. o. een voorraad carbid ter waarde van
175.000 francs, welke door de Duitschers in be
slag genomen is en in groote schepen geladen
werd om naar Dnitschlaud te worden getrans
porteerd. Tot heden heeft men echter gepro
beerd om deze schepen via Nederland naar
den Rijn te voeren.
De steenkool aldaar buitgemaakt wordt aan
de Belgische bewoners dezer streken verkocht
hetgeen eveneens gèlchied met groote partjjen
soda en andere materialen, die het leger niet
absoluut noodig heeft. Wat echter de vele
machinerieën en koperen ketels aangaat, die
zich in de fabriek zelf bevonden, deze zijn
alle weggevoerd. Er is zelfs sprake van ge
weest de enorm groote stoomketels der fabriek
uit te breken en te transporteeren. Te dien
einde zijn Duitsche deskundigen ontboden,
doch het schijnt, dat aan het uitbreken en
transport zulke groote bezwaren verbonden
zijn, dat men voorlopig van dit plan heeft af
gezien.
Wat verwondering wekt is het feit, dat de
pogingen om de door de Belgen onklaar ge
maakte en half vernielde spoorwegbrug over
het kanaal te herstellen, zijn opgegeven. Wel
is indertijd met alle kracht gewerkt aan het
repareeren van den gedeeltelijk gesprongen
middenpijler dier electrische brug, doch ver
der is het met die reparatie niet gekomen. De
twee vleugels der brug, wijzen nog steeds he
melwaarts, welke pogingen men ook in het
werk heeft gesteld om het mechanisme weder
in orde te brengen.
Het scheepvaartverkeer over het kanaal gaat
op bepaalde uren zijn gang, doch er heerscht
in het Duitsche administratieve scheepvaart
verkeer een verregaande nalatigheid, waardoor
het voorkomt, dat belangrijke scheepsdocu-
menten zoek raken en de betrokken schippers
moeite ondervinden bij het terugvorderen hun
ner geldelijke deposito's, welke tot zekerheid
in handen der Duitsche administratie moeten
gestort worden.
Opmerkelijk is dat de Saksische landstor-
mers, die maanden geleden hier stonden en
later naar de zeezijde gedirigeerd werden,
thans weder zijn teruggekeerd.
De bestorming wan loopgraven.
Een Rijnlandseh offiicier van de landweer
vertelt het volgende in de Kölnische Voiks-
zeitung
Twee dagen waren wij uit het front terug
en wij lagen ergers in een plaats. Onbeschrijfe
lijk is het gevoel, als men zich iD een zacht,
warm bed neerlegt, nadat men vijftien weken
lang alleen in de kleeren, op stroo in een
hol of in een loopgraaf geslapen heeft. Ik was
een wandeling gaan doen en werd terugkeerende
met alarm begroet. De compagnieën stonden
reeds gereed. Er was een loopgraaf verloren
en wij moesten mee helpen deze te heroveren.
Het ging naar beneden in het begroeide
dal. dat door de rivier de X. zijn water naar
de Moezel zendt. Op een steile heiling houden
wij stil. Drie compagnieën zjjn reeds naar
voren, wij worden nog achter gehouden. De
sneeuw valt, wij wachteu. 's Avonds laat kwam
het bevel, in het dichtst bijgelegene plaatsje
noodkwartier te betrekken.'Wij brengen een
kouden nacht door. In den vroegen morgen
gaat het door een nauwe kloof naar de be
dreigde stelling. Onze compagnieën bezetten
haar. Een ervan is gister tot dicht aan de
loopgraven van de Franschen doorgedrongen,
is echter hevig beschoten en is terug gemoe
ten. Twee luitenants zijn gevallen.
Een onrustige nacht in een loopgraaf. Vijftig
meter van den vijand, die achter takkebos-
versperringen gedekt ligt. Tweemaal razend
geweervuur. De dag verloopt kalm. Een nieuw
regiment rukt aan. Het moet Sen storm on
dernemen. Wij blijven in reserve. Den nacht
brengen wij in de schuilplaats door. Er brandt
een kacheltje, waarop koffie gezet wordt. Wie
niet vier-en-twintig uur of langer kou geleden
heeft, weet niet wat'een kroes warme koffie
waard is.
Den middag van den 20 Januari hoort men
het gedreun van onze mijnwerpers De storm
wordt voorbereid. De grond beeft. De splin
ters vliegen tot bij ons. Men ziet de projec
tielen door de lucht vliegen. De lichte recht
de hoogte ingaan en naar beneden vallen, de
zware waggelend hun baan beschrijven. Uit
zware veldkanonnen komt de tegengroet.
Vervolgens snelvuur van onze artillerie en
ten slotte het hoera van den storm.
Wij liggen in het bosch onder zware beu
ken, waarvan de takken versplinteren onder
den kogelregen. Wij sturen ammunitie naar
voren, naar de bestormende troepen, die reeds
onmiddelijk twee loopgraven genomen hebben.
Om onze ooren spektakelt het fluiten en dreu
nen van de artillerie, het snorren en striemen
van infanterie-kogels. Van dit allermodernste
concert, zal de klank dengene, die het eens
gehoord heeft altijd iD de ooren blijven. De
zware artillerie van den vijand strooit zijn
projectielen over het geheele bosch. De rook
zuilen ziet tnen tot in de boomtoppen.
Een adjudant komt naar ons toe. Wij heb
ben u niet meer noodig, wij spelen het alleen
klaar. Gaat terug, maar houdt u ieder oogen-
blik gereed.
Wij kruipen in onze schuilplaatsen, het
vuur verstomt.
Den volgenden morgen lossen wij de ver
moeide stormtroepen af. Weer liggen wij in
de voorste linie, zes honderd meter van den
vijand af, die zich opnieuw verschanst tegen
den avond voor hevig artillerievuur. Een paar
graszoden vliegen me tegen den helm. Een
andere bezeert mijn neus. Een geweerkogel
vliegt langs mijn slapen, schroeit mijn haar
en zet mijn trommelvel in onstuimige beweging.
Na twee uur begint het infanterievuur weer.
De beide linieën schieten tegen elkaar. Het
klettert tegen de boomen de schilden en de
zandzakken. Eindelijk houdt het op.
Drie dagen houden wij de veroverde loop
graaf bezet. Dan worden wij afgelost, in een
plaatsje achter het front zullen wij een paar
dagen rust genieten. Stil en gebogen verlaten
wij de loopgraaf. Daar liggen nog de lijken
van gevallen Franschen. Verder naar beneden
gaat het, langs de helling. De grond is door
woeld van granaten. Reusachtige boomen zijn
door granaten versplinterd. Een stuk stam
steekt nog omhoog, maar de kroon ligt tegen
den grond.
MIZMCH VOLKSBLAD.