Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
DRANKWET.
PUBLICATIE.
Van het Westelijk oorlogstooneel.
No. 2544.
Zaterdag 30 Januari 1915.
26e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 eent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
De Territoriale Bevelhebber in ZEELAND
enz., ter standplaats Middelburg
Gezien de Koninklijke Besluiten van 29
Augustus 1914 (Staatsblad no. 485) en van
8 September 1914 (Staatsblad no. 448), waarbij
verschillende gemeenten in de Provincie Zeeland
zijn verklaard „in Staat van beleg
Gelet op artikel 22 van de wet van 23 Mei
1899 (Staatsblad no. 128);
Stelt bij deze de navolgende nieuwe ver
ordening van Politie vast en besluit te bepalen
Artikel 1.
Alle vaart in de Wielingen is verboden be
westen de lijn, die de rood en zwart horizon
taal gestreepte gasboei van de Sardijngeul
verbindt met het kooge licht van Nieuwesluis,
tenzij het vaartuig voorzien is van een loods.
Aldus moeten de vaartuigen, die niet van
een loods voorzien zijn, de route van- en naar
de reede van Vlissingen nemen door de Sar-
djjngeul.
Art. 2.
Overtreding van deze verordening wordt,
ingevolge Artikel 43 der Wet van 23 Mei
1899 (Staatsblad no. 128), gestraft met hech
tenis van ten hoogste eene maand, of geld
boete van ten hoogste drie honderd gulden.
Middelburg, 25 Januari 1915.
De Territoriale Bevelhebber
in Zeeland enz.,
BROCX.
DE OORLOG.
PARIJS, 28 Jan. (Reuter.) Officieel bericht
van vanmiddag drie uur:
De Duitschers hadden tegen 's keizers ver
jaardag een groote krachtsinspanning aange
kondigd. Zij hebben die ook inderdaad ver
richt, maar het heeft bun geen voordeel
opgelevead, want de dag is op het geheele
front gunstig voor ons geweest. Alle aanval
len der Duitschers zijn mislukt, terwijl al de
onze zijn geslaagd.
In de streek van Craonne bedroegen de
verliezen van den vijand in de gevechten van
den 25sten en 26sten zeker een geheele bri
gade. De Duitsche gevangenen hebben den
indruk gekregen, dat zij een ernstigen tegen
slag hebben geleden. Onze verliezen hebben
in dezelfde twee dagen ongeveer 300 man
bedragen dit vrij aanmerkelijke getal is toe
te schrijven aan de hevigheid van het ge
vecht en het inzakken van een oude steen
groeve, waarin twee van onze compagnieën
een schuilplaats hadden gezocht. Zij zijn
ongetwijfeld in handen van den vijand ge
tallen.
Alle aanvallen der Duitschers bij Fontaine
Madame en iu het bosch van Dailly zijn af
geslagen.
In de Vogezen zijn wij aanmerkelijk opge
schoten ten noodden van Sénones (ten noorden
van St. Dié). Wi) hebben daar ongeveer 400
M. terrein gewonnen. Bij Ban de Sapt (nabij
Launois) hebben wij vorderingen gemaakt en
de vijandelijke bijkomstige verdedigingswerken
beschadigd.
Ook in den Elzas hebben wij terrein ge
wonnen,
Blijkens het aantal gesneuvelde Duitschers,
den 25sten, 26sten en 27sten dezer op de ge
vechtsterreinen ten oosten van Yperen, bij
La Bassée, Craonne, in Argonne, Woevre en
de Vogezen gevonden, bedragen de verliezen
van den vijand gedurende die drie dagen meer
dan 20,000 man.
Inhechtenisneming van den
Franschen algemeenen
betaalmeester".
PARIJS, 27 Januari. (Reuter.) De alge-
meene betaalmeester van het leger, wiens in
hechtenisneming onder beschuldiging van dief
stal van militaire leveringen bekend is ge
maakt, zou Desclaux zijn, die een jaar gele
den bij een lid van het vorige ministerie den
post van cbef van het kabinet bekleedde. Een
tweede inhechtenisneming betreft de minna
res van Desclaux. De twee inbechtenisnemin-
gen ,zijn geschied door de militaire overheid,
die met de zaak belast blijft.
Het gevecht bij La Bassée,
LONDEN, 28 Jan. (Reuter's bijz. dienst).
Onze bijzondere correspondent te Boulogne
meldt, dat het gevecht bij La Bassée voort
duurt. De ambulancetreinen kwamen tot vier
uur in den nacht aan. Hedenmorgen waren
er geen nieuwe gewonden, maar een groot aantal
wordt vanavond verwacht.
Zoover als men kar. afleiden uit de verhalen,
die tot hier doordringen, verliep het begin van
het gevecht gunstig voor de Duitschers, maar
later kwamen de bondgenooten in het voordeel.
Het gevecht, dat Zondag begon, werd ingezet
met een Duitschen aanval op de loopgraven
van een der Engelsche regimenten, welke succes
had in zooverre de loopgraven werden genomen.
Iwee andere regimenten deden een tegenaanval
Maandagnacht en heroverden de verloren loop
graven na een wanhopig gevecht, waarin vele
Duitschers krijgsgevangen werden gemaakt.
De aanval op Bethune werd door de Duit
schers uitgevoerd in gesloten formatie, welke
opstelling zij sinds den slag in Vlaanderen
hadden laten varen. Deze wijze van aanvallen
leverde al evenmin succes op als in vroegere
episodes van den oorlog. De vooruitrukkende
colonne werd door een vernielend vuur in haar
aanval gestuit.
Vervoer van Ouitsche troepen,
SLUIS, 28 Jan. (Part.) Van 26 tot 31 de
zer mogen de bewoners van Kortrijk hun
huizen niet verlaten wegens aanzienlijk troe
penvervoer.
Armentières.
Een verslaggever van de Télégramme, een
blad dat te Boulogne verschijnt, heeft een be
zoek aan Armentières mogen brengen. Hij
meldt er het volgende over
De Duitschers bezetten en versperren den
weg naar Rijssel, de hoofdstad van Fransch
Vlaanderen. Zij staan op nog geen 10 K.M.
van Armentières, dat zij herhaaldelijk beschie
ten. Zondag jl. vielen hun projectielen op La
Chapelie d' Armentières, een belangrijke fa-
brieksvoorstad, waar vele fabrieken gehavend
zijn. Door Sailly, waar de prachtige kerk af
gebrand is, Erquingbem en Estaires kwamen
wij om vijf uur 's middags te Armentières.
De schildwachten vermaanden ons zoo snel
mogelijk te loopen. Het was verboden om na
zessen buiten de stad te zijn. Om 8 uur moe
ten alle burgers binnenshuis en alle lichten
gedoofd zjjn. De wijk van de stad, waar wij
den nacht doorbrachten, had zwaar van het
bombardement geleden.
Overdag had de vijand een zware oesehie-
ting op La Chapelie gericht en men hoorde
zwaar kanongebulder bij Yperen in het Noor
den en La Bassée in het Zuiden. Den gebee-
len nacht donderde het kanon, maar Armen
tières sliep vast. Het eenige geluid dat wij
hoorden, was het getrappel van de paarden
van de patrouilles die door de straten reden,
het geblaf van honden, het ver verwijderde
geknetter van mitrailleurs en van geweren.
De omtrek van de stad werd bestreken door
de stralen van de zoeklichten.
Aan het front, tfeurne.
De correspondent van het Alg. Handels
blad schrijft uit Veurne
In een mijner vorige brieven veronder
stelde ik, dat de Duitschers de door ons ver
overde stellingen tusschen Nieuwpoort en
Lombardzijde, niet onbetwist in bezit zouden
laten. Reeds gisteren was te bemerken, dat ze
aanstalten maakten, om de verloren stellingen
te hernemen. Toen ik dan ook hedenmorgen
in V eurne terug kwam deelde men mij mee
dat er wellicht heden in die buurt wat te
doen zou zijn. Ik toog er dus op uit. Al da
delijk hoorde ik voorbij La Panne uit Nieuw
poort het Duitsche geschut. Toen ik dan ook
in den voormiddag tusschen Nieuwpoort en
Lombardzijde kwam was juist het Duitsche
geschut bezig te trachten een aanval op de
stelling der geallieerden voor te bereiden.
Reeds kon men waarnemen, dat de Duitschers
hun infanterie tot een aanval gereed naar
voren hadden gebracht. Blijkbaar meenden zij
de geallieerden zoodanig beschoten te hebben,
dat alle weerstand was opgegeven. Doch zoo
was het niet. Integendeel had de Belgische
artillerie zich met voordacht ingehouden. En
eerst nu de infanterie van de tegenpartij naar
voren trad en zich dus bloot gaf, werd de
artillerie zoodanig op hen gericht, dat een
groote gaping in hun gelederen ontstond. Men
liet hun zelfs geen gelegenheid om zich op
nieuw te verzamelen, 't Is toch merkwaardig
dat de Duitschers, ondanks dat ze nu her
haalde malen moesten ondervinden hoe scha
delijk het in gesloten gelederen oprukken voor
hen is, telkens weer die methode volgen, 't
Is alsof ze bevreesd zijn alleen te staan. Im
mers met open gelederen, zouden hun ver
liezen niet half zoo groot zijn. De ware ont
vangst die ze ondervonden, deed hen dan ook
van een herhaling afzien.
loch was het vechten voor dien dag nog
niet uit. Eenige tientallen gevangenen die
de geallieerden hadden gemaakt, werden in
veiligheid gebracht. Intusschen werd het
artilleriegevecht doorgezet. Dat is niets nieuws
meer. Ik ging dus met een transport gewonden
mee tot Adinkerke, en vau daar naar Pervyse.
Immers daarachter was men eveneens aan het
vechten gegaan. Ik wees er reeds meermalen
op dat van dien kant nog steeds kanonvuur
op Veure wordt gericht. In het hoofdkwartier
meende men, dat het nu eens eindelijk uit
moest zijn met dit hinderlijk gedoe. Een
paar afdeelingen kregen de opdracht in samen
werking met de Franschen een expeditie tot
achter Pervyse uit te voeren. Nu daarbij van
de partij te zijn leek me zeer. Ik trok dus
mee. 't Was een heel eind. Ruim 2' 2 uur
te voet. Doch eindelijk tegen den namiddag
was ik er. Een deel van de troepen van het
12e linieregiment en jagers te voet was reeds
in gevecht gewikkeld met de Duitschers. Ons
veldgeschut was ook reeds geruimen tijd
bezig. Tegen het vallen van den avond kon
ik dan ook als het slot van dien dag den
indruk meenemen, dat de onzen terrein zouden
winnen. De tegenpartij was wijkende.
Ik wil hier nog een enkel woord aan toe
voegen.
Nu de Canadeesche verpleegsters. Deze
meisjes verdienen inderdaad onze aandacht. In
khakicostuum met hun jubcolotte en halfzuid-
wester maken ze een leuken indruk. Doch
men moet ze aan het werk zien! Op het veld
zijn ze letterlijk overal gelijk. Gevaar kennen
ze niet. En wondervlug weten ze de gewonden
achter de vuurlijn te werken, en weg te voeren.
Er zijn er verschillenden onder uit de beste
kringen. In baar kleeding zit niet de minste
koketterie, maar men ziet soms tijne gezichtjes
boven haar zandkleurige kleediug. De gewonden
zien zich gaarne aan hun zorgen toevertrouwd.
Het Fransch spreken ze langzaam en met
nadruk uit. Ze werken op het veld steeds
samen met de Engelsche en andere ambulances.
Het weer begint nu wat vaster te worden
en dientengevolge ook de wegen, zoodat ik
verwacht, dat in de komende dagen de actie
grooter afmetingen zal aannemen. Te eerder
daar er meer dan een half millioenen Engel-
schen zijn aangekomen. Hier krijgen we er
slechts een klein gedeelte van.
Meer naar het Fransche front zullen ze
het leeuwendeel wel bekomen. Nu, ze hadden
't daar in den laatsten tijd hard genoeg te
verantwoorden. Natuurlijk is dit niet de laat
ste verzending Engelschen. En ik ben er ze
ker van, dat nog altijd niet een groote slag
zal plaats vinden. Dien verwacht ik pas na
half Maart.
De belasting op de
uitgewekenen.
De burgerlijke gouverneur van België, de
heer Von Bissing, heeft de volgende belasting
bepaald ten laste van de afwezigen.
Art. 1. De Belgen, die aangeslagen zijn in
de personeele belasting over het jaar 1914 en
die bij den aanvang van den oorlog vrijwillig
hun woonplaats hebben verlaten en meer dan
twee maanden buiten België hebben vertoefd,
zijn, wanneer zij vóór 1 Maart niet terugge
keerd zijn, verplicht een buitengewone, extra
belasting te betalen, welke vastgesteld wordt
op het tiendubbele van den aanslag en de op
centen voor den Staat.
Een ieder Belg, die niet in zijn woonplaats
aanwezig is, wordt geacht buiten België te
vertoeven, tenzij het bewijs van het tegendeel
wordt geleverd.
Art. 2. De extra-belasting zal niet worden
geheven van hen wier aanslag, met inbegrip
van de opcenten, in gemeenten met minder
dan 10,000 inwoners, de 35 francs niet te
boven gaat.
In gemeenten van 10,000 tot 25,000 in
woners, wanneer de aanslag de 45 francs niet
te boven gaat.
In gemeenten van 25,000 tot 50,000 in
woners, wanneer de aanslag de 50 francs niet
te boven gaat.
In gemeenten van 50,000 tot 75,000, in
woners, wanneer de aanslag de 80 francs niet
te boven gaat.
In gemeenten met meer dan 75,000 inwo
ners, wanneer de aanslag de 100 francs niet
te boven gaat,
l^jDe chef van de burgerlijke administratie bij
den gouverneur-generaal, is gemachtigd op
gronden van billijkheid vrijstelling van de be
lasting te verleenen.
Art. 3. De helft van de opbrengst der be
lasting zal, overeenkomstig de art. 48 en 49
van de Haagsche conventie, aangaande den
oorlog te land, komen ten bate van het gou
vernement in België, teneinde te voor/ien in
de behoeften van de administratie van het be
zette gebied de andere helft komt ten bate
van de gemeente waar de belastingschuldige
was aangeslagen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ingevolge artikel 37 in verband met artikel
13, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij
ben is ingekomen een verzoeksohrift om verlof tot
den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken
drank van MA.RIA MARTHA JANSEN, huisvrouw
van Jan 't Gilde, wonende te Ter Neuzen, in het
linkervoorlokaul van het perceel plaatselijk gemerkt
P 50 en gelegen aan den kanaaldijk.
Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is
geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof
schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren
inbrengen.
Ter Neuzen, 25 Januari 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.