Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Sen Verbindingsweg tnsscken het Vierde en Vijfde district. Van het Westelijk oorlogstooneel. No. 2537. Woensdag 6 Januari 1915. 26e Jaargang ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaardere en den Uitgever. Telef. latere. \o 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsiuimte- Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken WoeiiStlag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M, DE JONGE, te Ter Neuzen. Een ieder weet boe vurig er naar ver langd wordt, om eindelijk een wegverbinding te verkrijgen tusschen het vierde en vijfde district van Zeeuwsch-Vlaanderen. Onze afgevaardigde de heer Jhr. de Muralt, heelt een uitnemend werk gedaan toen hg in de Tweede Kamer bij de behandeling van de waterstaatsbegrooting daarop wees. Jammer dat onze afgevaardigde te weinig tijd kreeg om zijn redevoering volledig te houden. Intusschen, wat hij er van zeide was zeker de moeite waard. Wij lezen het navolgende uit de handelin gen De heer DE MURALT Mijnheer de Voor zitter In het Voorloopig Verslag is op bladz. 5 onderaan gewezen op de zeer onvoldoende gemeenschap tusschen het westelijk en het oostelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen. Aan gedrongen werd op het maken van een weg verbinding ten zuiden van den Braakman. Mijnheer de Voorzitter! In de Memorie van Antwoord heeft de Minister het blijkbaar niet noodig gevonden op de opmerking in te gaan, en ik maak hieruit op, dat de Minister niet het belang inziet uit velerlei oogpunt aan de bedoelde wegverbinding verbonden. Aanvankelijk had ik het voornemen het alleen te laten bij de opmerking, op mijn verzoek in het Voorloopig Verslag geuit, maar nu zal het wel noodig zijn er een en ander nader over mede te deeien. De beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen ten oosten en ten westen van den Braakman, vroeger geheeten het vierde en vijfde district van de Generaliteitslanden, zijn alleen met elkaar verbonden door een stoombootverkeer van Breskens via Vlissingen naar Ter Neu zen. Van eenige andere verbinding van beide streken langs een verharden openbaren weg geschikt voor vervoer van voetgangers, wiel rijders, vee, voertuigen en landbouwproducten is geen sprake. Althans is er op Hollandschen bodem geen dergelijke verbinding. Op het oogenblik, Mijnheer de Voorzitter, is elke andere verbinding tusschen vierde en vijfde district onmogelijk. Wel is waar bestaat er in tijd van vrede gelegenheid om van het vierde naar het vijfde district te komen door België, namelijk van Philipine over Bouchante naar Bouchanterhaven. Het behoett echter nauwelijks betoog, dat het een verbinding is die zeer lang, zeer moeilijk en hoogst onvol doende is. Het veevervoer bij voorbeeld, ondervindt telkens en telkens in verband met de douanen belemmering. Het is bekend hoe nu en dan in België, naar het dan dikwijls heet in verbaüd met mond- en klauwzeer of andere gezochte re denen, de grenzen voor vee worden gesloten. Herhaaldelijk is het voorgekomen, dat vee uit de buurt van Axel, dat geleverd moest worden in het eenige kilometers afgelegen Biervliet, den zeer langen weg te land moest afleggen te land naar Ter Neuzen en vandaar per boot via Vlissingen naar Breskens en van daar weer te land verder naar Biervliet. Het vervoer van landbouwproducten, waarin dikwerf levendige handel bestaat van het eene district naar het andere is veelal winstgevend onmogelijk. Door de douane-formaliteiten is het dikwijls ondoenlijk de producten over België te vervoeren. Er zijn lieden, die zoowel rechts als links van den Braakman land bezitten en bewerken. Uitsluitend over België kunnen zij hun bedrijf uitoefenen. Kooplieden, die venten van het eene district naar het andere, moeten door België heengaande hun kisten laten verzekeren. Uren zijn daar mede gemoeid. Zelfs de stembus gelukkig niet de mijne moest eenige jaren geleden over België worden gebracht van het vijfde district naar Oostburg, omdat mist of zeedamp het vervoer via Vlis singen per boot onmogelijk maakte. Het man keert er nog maar aan, dat die bus aan de douanen werd gevisiteerd. Ook uit een strategisch oogpunt als ik dit mag zeggen is het hoogst verkeerd, dat er geen openbare verbinding bestaat tusschen het vierde en vijfde district. Zoo moest onlangs de kommandant van de troepen van Zeeuwsch- Vlaanderen, van Axel naar het hemelsbreed kortbij gelegen Sluis. De majoor moest per boot via Ter Neuzen-Breskens Sluis bereiken, waarvoor hij een geheelen dag schier op reis was. Zoowel troepenvervoer als vervoer var. vivres met groote legertros is nu van het eene district naar het andere niet uitvoerbaar. Mijnheer de VoorzitterEr bestaat ten zuiden van den Braakman wel een zoogenaam- den vrijen dijk, op de grens van België en Holland. Inderdaad is dit geen vrijen dijk, maar de eigenaar staat verkeer over dien dijk toe. Van een verharden weg is echter geen sprake. Van vervoer over dien dijk evenmin. Er is wel opgemerkt, dat de nu in aanleg zijnde Zeeuwsch-Vlaamsche tram uitkomst zal geven. Een ieder met het platteland bekend zal toegeven, dat een tram nooit kan voorzien in het gemis van een weg. Het groote vervoer geschiedt toch over de grooteu weg. Zeer zeker is ook in oorlogstijd een tram niet vol doende voor eenigszins snelle en groote troepen verplaatsing die juist van het vierde naar het vijfde district zoo noodig kan zijn. Mijnheer de Voorzitter De vraag zal zeker wel gedaan worden, of die wegverbinding niet uitsluitend een belang is van betrokken ge meenten, polders, enz., zoodat de provincie, in vereeniging met die gemeenten en polders, de zaak dienden aan te pakken. Wie de geschie denis kent, zal moeten toegeven, dat hier wel degelijk een nationaal belang op den voorgrond treedt, althans dat het Rijk de zaak in eersten aanleg dient aan te pakken. In 1843 heeft men een politieke fout be gaan, door bij de grensregeling met België niet meer te hebben gelet op de verbindingen van het vierde en vijfde district. Intusschen is dat verwijt slechts ten deele juist. In 1843 was de Braakman nog niet zoo verzand. Van wege de domeinen hadden nog niet de inpol deringen plaats gehad. Die inpolderingen, Mijnheer de Voorzitter, hebben aan het Rijk tonnen gouds opgeleverd, maar de waterver bindingen tusschen vierde en vijfde district ver dwenen daarmede zonder dat men voor nieuwe verbindingen zorgde. Mijnheer de Voorzitter! Het spijt mij, dat de mij toegemeten tijd verstreken is, zoodat ik mijn rede niet kan beeindigen zooals ik zou wenscheu. Ik hoop dat de Minister de hier besproken aangelegenheid zal doen onderzoeken. DE OORLOG. In België en Frankrijk. PARIJS, 4 Jan. (Reuter.) (Communiqué.) Hedenmiddag hebben wij tegenover Noulettes de Duitsche batterijen tot zwijgen gebracht. Een buitengewoon hevige kanonnade had plaats in Champagne. Wij hebben verschillende steunpunten der Duitschers in de streek van Perthes-les-Hurlus en Mesnil-les-Hurlus genomen. In het La Prêtre-bosch rukken wij verder voort. Wij hebben een belangrijke hoogte ten westen van Cernay in Boven-Elzas genomen. Wij hebben de wijk, waarin de kerk en het kerkhof van Steinbach gelegen zijn, thans in ons bezit. Een onzer correspondenten seint uit Sluis Sedert twee dagen worden hier voortdurend ontploffingen en branden langs de kustlijn waargenomen. Men dacht eerst, dat de ge allieerden hun aanval van Donderdag j 1. her vatten en daardoor brand was veroorzaakt. Ik vernam echter, dat een vijftiental villa's ten oosten van Heyst, gelegen nabij het hotel »Germania«, door de Duitschers met den geheelen inboedel in brand gestoken en op geblazen werden om de schietlijn van hun aldaar geplaatst grot geschut vrij te maken. Dit geschut beheerseht het vaarwater der haven van Zeebrugge en is op den muur ge richt. Op Nieuwjaarsdag werden nog vier 28 c.M. kanonnen van Oostende naar Heyst gebracht om de kust nog meer te versterken. Een drietal Engelsche schepen kruist voort durend op de hoogte van Zeebrugge ter be waking der kust en om het uitvaren van onderzeeërs te verhinderen. Tevens beantwoor den zij het vuur van het landgeschut, al ware het slechts om de plaats der kustbatterijen te weten te komen. Duitsch tegenbericht. BERLIJN, 4 Jan. (W.BOfficieel. Uit het groote hoofdkwartier wordt heden gemeld. Afgezien van meer of minder zware artillerie gevechten heerschte aan het tront in het alge meen rust. Alleen bij Thann in den Boven- Elzas toonde de vijand levendige werkzaamheid. Na een overweldigend vuur op de hoogte ten westen van Sennheim slaagde hij er in, in den avond onze neergeschoten loopgraven op deze hoogte en het in aansluiting daarmee door ons hardnekkig verdedigde dorp Steinbach te nemen. De hoogte werd echter des nachts in bajonetaanval door ons hernomen. Om het dorp Steinbach wordt nog gestreden. Terug van het front. SELZAETE, 2 Jan. (Eigen tel. van de Telegraaf. Per koerier tot Sas van Gent). In den avond van Nieuwjaarsdag kregen we hier bezoek van een veertigtal soldaten, die van het front kwamen om weer wat op hun verhaal te komen. De mannen zien er ellendig en afgestreden uit. Hun gezicht, hun houding, kortom hun geheele voorkomen draagt de sporen eener verregaande uitputting. Een maand geleden zagen we deze men- schen in grooten getalle van hier vertrekken, allen in bloeiende gezondheid, in de kracht van hun leven en als goede vaderlanders nog steeds »schwarmend» voor de zaak, die zij te verdedigen hadden. Negeuhonderdvijftig man sloegen zingend den weg naar het front in, de meesten vol »Begeisterung» en verlangend Daar het uur, waarop zij met den doodsvijand »den verleum- derischen Engliindern» zouden kunnen afre kenen. »Wir Deutschen fürchten Gott und sonst keinen», heette het toen nog in den mond van een gewonen landweerman, die hier aan de grens stond. En thans Veertig man van de 950 terug en in welken toestandIn welke gemoeds stemming. Hun Hauptmann gevangen genomen, hun Qherleutnant gevallen, verschillende officieren gewond en voor 't leven verminkt. »Jetzt sehnen wir uns nicht mehr dahin», verzekerde ons een afgetobde landweerman, met wien ik indertijd in aanraking kwam en die mij nog herkende. En dan jubelt men in Duitschland nog steeds over overwinningen, die niet bevochten zijn, en schetteren de Duitsche bladen over demoralisatie van den vjjand. Het verhaal van den „Ooggetuige." LONDEN' 2 Jan. (Reuter's bijzondere dienst.) De «ooggetuige» bij de Britsche strijdmacht in Noord-Frankrijk schrijftHet gevecht heeft nu plaats om den grond, waarin weken lang de beide partijen in alle richtingen loopgraven hebben aangelegd, met sappen en traverssen, zoodat het ten slotte een volmaakte doolhof werd. De loopgraven loopen recht uit over een grooten afstand en splitsen zich dan plot seling in drie, vier richtingen. Een loopgraaf leidde naar een kuil vol water, die bij droger weer eens als verbindingsmiddel dienst deed. Een andere eindigt plotseling in een slop, een derde loopt uit in galerijen en passages. Soms wordt bij het graven gestooten op lang begraven dooden, gruwelijke overblijfse len van vroegere gevechten. Aan alle kanten is de grond omgeploegd door fragmenten van bommen en granaten, en opengescheurd door mijuen. De wegen, leidende naar het front der geallieerden, bieden een verzameling aan van de meest uiteenloopende contrasten van de verschillende typen van het menschelijk geslacht ziet men er van de woeste Arabische ruiters uit de Noord-Afrikaansche woestijnen, gekleed in fladderende mantels van blauw of donkerrood, tot de bergstammen van Noord- west-Indië, de Goerkha's, Sikhs, en Baloeds- jies, wier hoofden gewikkeld zijn in alle denk bare vormen van hoofddekselszelf steken van oude kranten gemaakt. De wijze waarop de Britsche soldaten van alles weten gebruik te maken kan door het volgende voorval blijkenEen man moest naar een hoeve om stoo te halen, toen op hem geschoten werd. Twee Duitsche soldaten kwamen plotseling te voorschijn. Tommy Atkins was ongewapend, maar dadelijk haalde hij een tang te voorschijn om ijzerdraad door te snijden, deed alsof het een revolver was en riep den Duitschen soldaten toe zich over te geven, wat zij deden. Enkele gevangenen, die in den laatsten tjjd werden gemaakt, gaven een droevige beschrij ving van den toestand zij schenen ziek te zijn van het leven in de loopgraven, maar die beschrijving is klaarblijkelijk geen juiste kenschetsing van de gevoelens der strijdende troepen. Deze weten heel goed dat de oorlog langer duren zal dan zij verwachtten maar het feit dat zij nog steeds in 's vijands land staan, belet hen in te zien, dat zij voor een verloren zaak vechten. Nieuwjaar aan de grens. Onze correspondent te Sluis schrijft ons »Jantje van Sluist, het houten manneke, dat in een der galmgaten van den Sluischen toren met zijn hamertje op de klok slaat, had pas de Oudejaars avond kwart na elven aangege ven, toen in Noord-Vlaanderen bij de grens een geweersalvo werd gelost En dat salvo liep voort langs de gansche lijn van de zee tot Wa tervliet. Een Nederlansche schildwacht, ginds op een eenzamen post, Oostelijker, meenend dat de vijand aanrukte, loste zijn vijf patronen. »'t Was geen der snuggerste manschappen*, zei een der oversten »en we zullen hem maar van de grens weghalen.* Twintig over elven Amsterdamsche tijd, maar daar over de grens, waar de Duitschers met hun gezag, ook hun uuraanwijzig de be volking opdrongen, was het middernacht, be gon 't nieuwe jaar, en ter eere van 1915 wer den die solvo's gelost. Och, is er iets veranderd 1914 eindigde met kanongebulder. De le Januari, die ons koud, maar helder weer bracht, was nauwelijks aan 't bekken, toen van de Yser 't geschat klonk, heftiger nog dan gisteren, ja schier even ge weldig als in October, toen de Duitschers kost wat kost naar Duinkerken wilden. TER IEIMSCH VOLKSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1915 | | pagina 1