Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Nieuwjaarswensclieii.
BEKENDMAKING.
Yan het Westelijk oorlogstooneel.
No. 2534.
Woensdag 23 December 1914.
25e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij Yooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsi uimte-
Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Wegens het Kerstfeest
zal a. s. Zaterdag geen
nummer van dit blad verschijnen.
Evenals het vorige jaar zal ook dit
jaar de gelegenheid worden opengesteld
op den Nieuwjaarsdag zijn compliment
van den dag te brengen aan Familie
Begunstigers en Vrienden. Voor slechts
30 cent worden deze adverten-
tiën geplaats.
Spoedige opgaaf wordt beleefd
verzocht.
DE UITGEVER.
AANGIFTE
Inschrijving voor de Militie.
l)e bij'ondere aandacht wordt er op
gevestigd, dat bij de in art. 15 vermelde
aangifte ter inschrijving gelegenheid be
staat om op te geven de reden van vrij
stelling die de in te schrijven persoon
vermoedelijk zal kunnen doen gelden.
aar Waar in het bovenstaande sprake is van vader
moeder of voogdheeft zulks betrekking op minder,
jarigen er strekt de uitdrukking „vader" voor het geval
dat de vader de ouderlijke macht of de voogdij uit
oefent de uitdrukking moedervoor het geval, dat
de moeder de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent
en de uitdrukking voogdvoor het geval, dat over den
minderjarige voogdij wordt uitgeoefend door een ander
dan den vader of de moeder. De uitdrukking „curator"
heeft betrekking op meerderjarigen en strekt voor hel
geval, dat dezen onder eurateele staan.
Door of voor hen, die elders geboren
zijn, behoort bij het doen van de aangifte
ter inschrijving te worden overgelegd een
uittreksel uit het geboorte-register, welk
uittreksel op aanvrage kosteloos wordt
verstrekt.
Alen wordt dringend verzocht, zich zoo
mogelijk op een der aangegeven uren
voor het doen der aangifte ter Gemeente
secretarie te vervoegen.
DE OORLOG.
Officieele communiqué's.
PARIJS, 16 Dec. (Reuter). Het communi
qué van hedenavond 11 uur luidt:
In de streek van Steenstrate, in België, werd
een aanval van den vijand afgeslagen.
Wij hebben merkbare vorderingen gemaakt
in den omtrek van Kortekeer.
De vijand toonde eenige actie bij Thiepval
(arr. Peronne bij Albert) en Libone. Bij dit
laatste punt werd een vijandelijk troep verrast
en één colonne werd letterlijk weggemaaid.
PARIJS, 20 Dec, (Eigen tel.) Tusschen de
zee en de Leie, hebben wij bij boven Nieuw-
poort en St Georges een weinig terrein gewon
nen. Eveneens maakten wij kleine vorderingen
ten Oosten en ten zuiden van Vperen. Tusschen
de Leie en de Oise veroverden wij een gedeelte
der loopgraven van de eerste Duitsche linie
op 't front Richebourh-Lavoué-Givenchy lez-
la-Bassée. (Richebourg-Lavoué ligt ten zuiden
van Estaires en Givenchy-lez-la-Bassée, aan
den spoorweg Bethune-la-Bassée).
Ten zuid-oosten van Albert heroverden wij
de loopgraven, die wij Donderdag reeds bij
Maricourt hadden genomen, maar die wij
Vrijdag wederom hadden moeten opgeven.
In de streek van Lihon werden twee hevige
Duitsche aanvallen, die ten doel hadden, door
ons Vrijdag veroverde loopgraven te herne
men, afgeslagen.
Tusschen de Oise en het Argonne-woud,
treedt de superioriteit van onze artillerie meer
en meer aan den dag.
In het bosch van Grivac, sloegen wij aan
vallen op Fontaine-madame en St. Hubert af.
BERLIJN, 20 Dec. (Wolff.) Officieel. Uit
het groote hoofdkwartier wordt d.d. 20 Dec.
voormiddag door het opperste legerbestuur
gemeld
Op het Westelijk oorlogstooneel deed de
vijand gisteren bij Nieuwpoort en bij Bixscho-
te vergeefsche aanvallen.
De aanvallen van den vijand bij La Bassée
zoowel door de Franschen als door de Engel-
schen ondernomen, werden met groote verlie
zen voor den vijand afgeslagen. Tweehonderd
krijgsgevangenen (kleurlingen en Engelschen)
vielen in onze handen, terwijl ruim 600 lijken
van gesneuvelde Engelsche voor ons front
gevonden werden.
Bij Notre Dame de Lorette, ten Zuidoosten
van Béthune, moesten Duitsche loopgraven
over een lengte van 60 meter in handen van
den vijand gelaten worden.
Aan onze zijde waren de verliezen zeer
gering.
In de Argonne wonnen wij een weinig ter
rein en veroverden drie machinegeweren.
BERLIJN, 21 Dec. (Wolff.) Officieele ken
nisgeving van vanochtend uit het groote
hoofdkwartier.
De aanvallen der Franschen bij Nieuwpoort
zijn ook gisteren afgeslagen.
Tusschen Richebourg l'Avoue en kanaal D
van de Aire (rechter zijrivier van de Aisne)
naar La Bassée hebben onze troepen een stel
ling der Engelsche en Indische troepen aan
gevallen en hen onder zware verliezen daar-
TER NEIIZENSCH VOLKSBLAD.
De Burgemeester der Gemeente Ter Neuzen
brengt ter kennis dat op den 2en Kerstdag in de
gemeente geen dansmuziek mag worden gemaakt
behalve te Driewegen en op 't Zwaantje.
Ter Neuzen, den 22 December 1914.
De Burgemeester voornoemd.
J. HUIZINGA.
TER
De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN brengt
ter kenDis van wie bet aangaat, inzonderheid van de
in bet jaar 1896 geboren mannelijke personen, ot van
bun vader, moeder, voogd, of curator, dat bij de Mi-
litiewet Staatsblad 1912, No. 21> het volgende is be
paald:
Artikel 12.
1. Behoudens het bepaalde in art. 13 wordt voor
de militie iogescbreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die op,
1 Januari van bet jaar volgeude op dat, waarin hij
het 18de levensjaar heeft volbracht, binnen bet Rijk,
in het Dnitscbe Rijk of in het Koninkrijk België woon
plaats heeft, of wiens vader, moeder of voogd op ge
noemd tijdstip in een dier Rijken woonplaats beeft
2o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
op genoemd tijdstip in een der genoemde Rijken woon
plaats heeft;
3o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die op genoemd
tijdstip ingezetene van het Rijk is.
2. Voor ingezetene in den zin dezer wet wordt ge
houden
A. de minderjarige niet-Nederlander, die binnen het
Rijk woonplaats beeft:
lo. indien zijn vader, moeder of voogd binnen bet
Rijk woonplaat» heeft en gednrende de voorafgaande
achttien maanden in het Kijk of in de koloni in of be
zittingen des Rjjks in andere werelddeelen woonplaats
gebad heeft
2o. indien hij zelf gedurende de voorafgaande acht
tien maanden in bet Rijk of in de koloniën of bezit
tingen des Rijks in andere werelddeelen woonplaats
gebad heeft, tenzij hij in den zin dezer wet (en vader
of moeder beeft en deze elders dan binnen bet Rijk
woonplaats heeft
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen bet
Rjjk woonplaats heeft en gedurende de voorafgaande
achttien maanden in bet Rijk of in de koloniën of be
zittingen des Rijns in andere werelddeelen woonplaats
gehad beeft.
3. Voor de toepassiog van het bepaalde in het vorig
lid wordt gebonden
voor minderjarig hij, die minderjarig is in den zin
der Nederltindsche wet
voor meerderjarig hij, die meerderjarig is in den zin
der Nederlaódsche wet.
Artikel 13.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die blijkt te be-
hooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan
den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar
ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van we-
derkeerigbeid is aangenomen.
2o. hij, die blijkt in de koloniën of bezittingen des
Rijks in andere werelddeelen woonplaats te hebben, mits
dit niet zij ter zake van krijgsdienst.
Artikel 14.
1. De inschrijving geschiedt
lo. van hem, bedoeld in art. 12 eerste lid, onder
lo:
a. zoo zijn vader, moeder of voogd binnen bet Rijk
woonplaats beeft, in de gemeente der woonplaats van
vader, moeder of voogd
b. zoo bij binnen het Rijk woonplaats beeft, in de
gemeente zijner woonplaats, tenzij bij in den zin dezer
wet een vader, moeder ot voogd beeft en deze in eeno
andere gemeente binnen het Rijk woonplaats beeft;
c. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Duitsche
Rijk en hij niet binnen bet Rijk woonplaats beeft, in
de gemeente Amsterdam
d. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Koninkrijk
België eB bij niet binnen bet Rijk woonplaats heeft in
de gemeente Rotterdam
e. zoo hij in het Duitsche Rijk en zijn vader, moeder
of voogd niet binnen het Rijk of ii het Koninkrijk
België woonplaats beeft, in de gemeente Amsterdam.
zoo bij in bet Koninkrijk België en zijn vader,
moeder of voogd niet binnen bet Rijk of in bet Duit
sche Rijk woonplaats heeft, in de gemeente Rotterdam
2o. van bem bedoelt in art. 12, eerste lid, onder 2o.
a. zoo hij woonplaats beeft binnen bet Rijk, in de
gemeente zijner woonplaats;
b. zoo bij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk,
in de gemeente Amsterdam
c. zoo bij woonplaats beeft in bet Koninkrijk België,
in do gemeente Rotterdam;
3o. A. van hem, bedoeld in art ]2,eerste lid, onder
3o., indien bij minderjarig is
0. zoo zijn vader, moeder of voogd binnen bet Rijk
woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van
vader, moeder of voogd
b. zoo hij in den zin dezer wet geen vader, moeder
of voogd heeft of zoo zijn voogd niet binnen het Rijk
woonplaats beeft, in de gemeente, waar hij zelf woon
plaats beeft;
B. van hem, bedoelt in art. 12, eerste lid, onder
go., indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
2. De in het vorig lid als plaats van inschrijving
aangewezen gemeente is die, waar de woonplaats geves
tigd is of was op 1 Januari van het jaar, volgende-
op dat, waarin de in te schrijven persoon bet 18e
levensjaar volbracht. Ten aanzien van hem, wiens
inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet ge
schieden wegens woonplaats onderscheidenlijk in het
Dnitsche Rijk of in het Koninkrijk België, wordt de
gemeente, waar de inschrijving moet plaats hebben,
bepaald naar het Rijk, waar de woonplaats gevestigd
is of was op 1 Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin de in te schrijven persoon bet 18e levensjaar
volbracht.
Artikel 15.
1. Hij, die volgens art. 12 moet worden ingeschreven,
is verplicht zich daartoe aan te geven bij den burge
meester der gemeente, waar de inschrijving moet ge
schieden.
2. Indien hij ongesteld of afwezig is, rost de ver
plichting tot het doen van de aangifte:
0. indien het een minderj-irige betreft, op zijn vader,
moeder of voogd, mits de vader, moeder of voogd
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in bet Koninkrijk
België woonplaats beeft, of indien de voogdij is
opgedragen aan een rechtspersoonlijkheid bezittende
vereeniging, aan eene stichting of aan eene instelling
van weldadigheid op de bestuurders
b. indien bet een meerderjarige betreft, die onder
eurateele staat, op zijn curator.
3. De minderjarige, die in den zin dezer wet geen
vader, moeder of voogd beeft, of wiens vader, moeder
of voogd niet binnen het Rijk, in bet Dnitscbe Rijk
of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, is,
behondens bet bepaalde in bet volgend lid, steeds
zelf tot het doen van de aangifte verplicht.
4. Hij, die is opgenomen in een der art. 16 ver
melde gestichten en inrichtingen of behoort tot de in
bet tweede lid van genoemd artikel bedoelde personen
dan wel in dienst is bij de zeemacht, bij bet leger
hier te lando of bij de koloniale troepen, behoeft niet
ter inschrijving te worden aangegeven.
5. De aangifte geschiedt in de maand Jannari van
het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven
persoon het 18de levensjaar volbracht.
6. Voor hem of haar, die tot bet doen van de aan
gifte verplicht is, kan de aangifte gescbe den door
een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd.
Artikel 16.
1. De bestuurders van krankzinnigen-, idioten-
doofstommen- en blindengestiebten, van gevangenissen,
van rijkswerkinrichtingen, van rijksopvoedingsge
stichten en van tuchtscholen zenden jaarlijks vóór 10
Januari eene opgave, ingericht in den door Ons te
bepalen vorm, van de daarin opgenomen mannelijke
personen, die alsdan vo<nr de militie moeten worden
ingeschreven, aan Onzen commissaris in de provincie,
binnen welke de inschrijving moet plaats bebben.
2. Ten aanzien van de mannelijke personen, die
ingevolge art. 39 van bet Wetboek van Strafrecht ter
beschikking van de Regeering zijn gesteld en niet in
een Rijksopvoedingsgesticht zijn opgenomen, geschiedt
gelijke opgave vanwege Onzen Minister van Justitie.
3. De inschrijving van de in het eerste en bet
tweede lid bedoelde personen, zoomede van die, welke
in dienst zijn bij de zeemaebi, bij het leger hier te
lande of hij de kol miale troepen, geschiedt overeen
komstig door Ons tegeven voorschriften.
Artikel 17.
1. Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt
opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na
1 Januari van bet jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, eD vóór het intreden van
het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk,
in het Dnitscbe Rijk of in bet Koninkrijk België ge
vestigd heeft en wiens vader, moeder of voogd niet
reeds in een dier Rijken woonplaats had
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
niet in een der genoemde Rijken woonplaats heeft,
doeh wiens vader, moeder of voogd na 1 Januari van
bet jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het
18de levensjaar volbracht, en vóór bet intreden dieDS
21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen een
dier Rijken gevestigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na 1 Januari
van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de
levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlander
is geworden, zoo hij of zijn vader, moeder of voogd
binnen bet Rijk, in bet Dnitscbe Rijk of in bet
Koninkrijk België woonplaats heeft;
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
hy bet 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar zijn woonplaats binnen het
Rijk, in het Dnitsche Rijk of in het Koninkrijk België
gevestigd heeft;
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na 1 Januari
van het jaar, volgende op dat waarin hij bet 18de
levensjaar volbracht, en vóór bet intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of opnienw Nederlander
is geworden, zoo hij binnen het Rijk, in het Duitsche
Rijk of in bet Koninkrijk België woonplaats heeft
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na 1
Januari van het jaar. volgende op dat, waarin bij het
18de levensjaar, volbracht, en vóór het intreden van
bet 21ste levensjaar ingezetene of opnienw ingezetene
is geworden in den zin van art. 19, tweede lid
7o. hij, die vóór het intreden van het 21ste levens
jaar ophoudt te verkeeren in een der gevallen, bedoeld
in art. 11, indien bij overigens, betzij volgens art. 12'
hetzij volgens bet biervoren onder lo.Ho. bepaalde
irgeschreven zon moeten worden.
2. Met betrekking tot het bepaalde onder lo—6o
gelden art. 12, laatste lid, en art. 13.
3. Ten aanzien van do gemeente, waar deinschrijving
of de inschrijving opnieuw moet geschieden, geldt art
14, eerste lid, met dien verstande, dat de plaats van
inschrijving wordt bepaald naar de gemeente of bet
Rijk, waar de woonplaats gevestigd is of was op den
dag, waarop de in te schrijven persoon of zijn vader,
moeder of voogd is geraakt in een der in het eerste
lid van dit artikel omschreven gevallen.
4. Ten aanzien van do aangifte of opgave ter in
schrijving of ter inschrijving opnienw gelden de artt.
15 en 16, met dien verstande, dat de aangifte geschiedt
binnee dertig en de opgave binnen tien dagen na den
dag, waarop de in te schrijven persoon of zijn vader,
moeder ot vosgd is geraakt in een der in het eerste
lid van dit artikel omschreven gevallen.
Artikel 102.
1. Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
of geldboete van ten hoogste honderd vijftig galden
wordt gestraft de in art. lf, eerste of tweede lid, be
doelde persoon of diegene der in laatstgenoemd lid
bedoeldebestuurders, die niet voldoet a«n eene bem
bij dat artikel of bij art. 17, vierde lid, opgelegde
verplichting.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
maanden of geldboete Van ten hoogste zes honderd
gulden wordt gestraft hij, die opzettelijk een der in
bet eerste lid bedoelde feiten pleegt.
Waar in het bovenstaande sprake is van woonplaats
wordtten aanzien van hen, die geen vrijwillige woon
plaats hebben dat zijn o. a. de minderjarigen
daaronder verstaan de plaats, waar zij werkelijk wonen,
en, zoo deze ontbreekt, de plaats van verblijf.
Voor bet doen van de aangifte ter inschrijving, die
moet plaats hebben tusschen 1 en 31 Jannari a.s., zal
gelegenheid worden gegeven ter Gemeente-secretarie
op alle werkdagen, des voormiddags van 9 tot 4 uur.
Des Zaterdags slechts tot 2 nnr.
Ter Neuzen, den 23 December 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.