Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Van het Westelijk oorlogstooneel. Yan het Oostelijk oorlogstooneel, No. 2530. Woensdag 9 December 1914. 25e Jaargang ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. ft Telef. Interc. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke rege] meer 10 cent. By abonnement aanmerkelyk ver minderd tariei. Grootere letters naar plaatstuimte- Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. AANGIFTE Inschrijving voor de Militie. De bijzondere aandacht wordt er op gevestigd, dat bij de In art. 15 vermelde aangifte ter inschrijving gelegenheid be staat om op te geven de reden van vrij stelling die de in te schrijven persoon vermoedelijk zal kunnen doen gelden. Door of voor hen, die elders geboren zijn, behoort bij het doen van de aangifte ter inschrijving te worden overgelegd een uittreksel uit het geboorte-register, welk uittreksel op aanvrage kosteloos wordt verstrekt. Jleii wordt dringend verzocht, zich zoo mogelijk op een der aangegeven uren voor het doen der aangifte ter Gemeente secretarie te vervoegen. DE OORLOG. In België en Frankrijk. PARIJb, 5 Dec. (Reuter.) In België heersebte heden dezelfde activiteit als gisteren. Wij hebben onze positie ten noorden van het Vrijdag genomen veerhuis versterkt Op bet overig gedeelte van bet front is niets belangrijks voorgekomen. PARIJS, Dec. (Reuter.) Communiqué van hedenmiddag). In België: Niet ver van bet veerhuis, welks verovering gisteren werd medegedeeld, vernielde onze zware artillerie een Duitsch blokhuis De vijand deed ver- geefsche pogingen om Woldendreft te her nemen. Op bet overige gedeelte van bet front en aan de Aisne eveneens heerseht absolute rust. In Champagne heeft onze zware artillerie met gunstig gevolg Duitsche batterijen be schoten. In Argonne duurt de loopgraven-oorlog voortwij gaan langzaam maar gestadig vooruit en slaan alle vijandelijke aanvallen af. Wij zijn ook eenigszins vooruitgegaan in de streek ten zuidoosten van Varennes. De Duitsche artillerie is daar tot zwijgen gebracht. Op de rest van het front viel niets bijzon ders voor. LONDEN, 6 Dec. (Eigen bericht.) Uit Parijs wordt aan de »Times« geseind, dat de strijd in Woëvre zich heeft gesplitst in een reeks artillerieduels om het beheerschen van de wegen. De Duitsche kanonnen beheerschen thans het oostelijk einde van den weg Commercy- Pont-a-Mousson. Hier worden de Duitsche loopgraven buitengewoon krachtig verdedigd. BERLIJN, 6 Dec. (W. B.) Officieel. Uit het groote hoofdkwartier wordt gemeld Heden nacht werd het dorp Vermelles zuidwestelijk van Béthune, waarvan de verdere bezetting wegens het voortdurende Fransche artillerie vuur onnoodige offers zou vorderen, door ons opzettelijk ontruimd. De nog voorhanden ge bouwen waren te voren vernield. Onze troepen bezetten ingerichte stellingen oostelijk van de plaats. De vijand kon tot dusver niet volgen. Westelijk en zuidwestelijk van Altkirch her nieuwden de Franschen hun aanvallen met aanzienlijke strijdkrachten, doch zonder resul taat. Zjj leden zware verliezen. Overigens hadden in get Westen geen ge- beurtenisen plaats, die de vermelding waard zijn. Lodz genomen. BERLIJN, 6 Dec. (W.B.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier van 6 December. Lodz is hedenmiddag door onze troepen genomen. De Russen in de buurt hebben zware verliezen geleden en zijn op den terug tocht. Oostenrijksch Legerbericht. WEENEN, 6 Dec. (W.B,) Officieel wordt bekend gemaakt: De slag in Polen heeft een voor de bondgenooten gunstig verloop. De in West-Galicië binnengedrongen Rus sische legermacht werd gisteren door de Oostenrij ksehe en de Duitschers troepen van het zuiden uit aangevallen De troepen der bondgenooten namen 2200 Russen gevangen en eenige lege treinen buit. In de Karpaten hebben partieele gevechten plaats gehad. De in Beskid Stelburg binnengedrongen vijand werd teruggeslagen. Wij maakten daarbij 500 krijgsgevangenen. Russisch Legerbericht. PETERSBURG, 6 Dec. (P. T. A.) De groote generale staf meldt: De verwoede ge vechten aan het front van Lowitsj, in het bijzonder in de streek van Lodw en de wegen van bet westen naar Petrokof, duren voort. \El TER De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN brengt ter kennis van wie bet aangaat, inzonderheid van de in bet jaar 1896 geboren mannelijke personen, of van hun vader, moeder, voogd, of curator, dat bij dè Mi- litiewet (Staatsblad 1912, No. 21) bet volgende is be paald Artikel 12. 1. Behoudens het bepaalde in art. 13 wordt voor de militie ingeschreven: lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die op, 1 Januari van bet' jaar volgende op dat, waarin hij bet 18de levensjaar heeft volbracht, binnen bet Rijk in het Duitscbe Rijk of io het Koninkrijk België woon plaats heeft, of wiens vader, moeder of voogd op ge noemd tijdstip in een dier Rijken woonplaats beeft; ?o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die op genoemd tijdstip in een der genoemde Rijken woon plaats beeft; 3o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die op genoemd tijdstip ingezetene van het Rijk is. 2. V oor ingezetene in den zin dezer wet wordt ge houden A. de minderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft: lo. indien zijn vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of in de koloniin of be zittingen des Rijks in andere werelddeelen woonplaats gehad heeft 2o. indien hij zelf gedurende do voorafgaande acht tien maanden in het Rijk of in de koloniën of bezit tingen des Rijks in andere werelddeelen woonplaats gehad heett, tenzij hij in den zin dezer wet een vader of moeder beeft en deze elders dan binnen het Rijk woonplaats heeft; B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen bet Rijk woonplaats heeft en gednrende de voorafgaande achttien maanden in bet Rijk of in de koloniën of be zittingen des Rijks in andere worelddeelen woonplaats gehad beeft. 3. Voor de toepassing van het bepaalde in het vorig lid wordt gehouden voor minderjarig hij, die minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet voor meerderjarig hij, die meerderjarig is in den zin der Nederlandsche wet. Artikel 13. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo. da ingezetene niet-Nederlander, die blijkt te be- booren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar teD aanzien van den dienstplicht het beginsel van we- derkeerigheid is aangenomen. 2o. hij, die blijkt in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen woonplaats te hebben, mits dit niet zij ter zake van krijgsdienst. Artikel 14. 1. De inschrijving geschiedt lo. van hem, bedoeld in art. 12 eerste lid, onder lo.: o. zoo zijn vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats beeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd b. zoo hij binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente zijner woonplaats, tenzij hij in den zin dezer wet een vader, moeder of voogd beeft en deze in eene andere gemeente binnen het Rijk woonplaats beeft; c. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Duitscbe Rijk en bij niet binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente Amsterdam d. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Koninkrijk België bb hij niet binnen het Rijk woonplaats heeft in de gemeente Ro'terdam; e. zoo hij in het Duitsche Rijk en zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, in de gemeente Amsterdam. f. zoo hij in het Koninkrijk België en zijn vader, moeder of v>ogd niet binnen bet Rijk of in het Dnit- sche Rijk woonplaats heeft, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem bedoelt in art. 12, eerste lid, onder 2o. a. zoo bij woonplaats beeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats b. zoo bij woonplaats heeft in het Duitscbe Rijk, in de gemeente Amsterdam c. zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk België, in de gemeente Rotterdam; 3o. A. van hem, bedoeld in art 12 eerste lid, onder 3o., indien hij minderjarig ia o. zoo zijn vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente der woouplaits van vader, moeder of voogd b. zoo hij in den zin dezer wet geen vader, moeder of voogd beeft of zoo »ijn voogd niet binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij zelf woon plaats heeft; B. van hem, bedoelt in art. 12, eerste lid, onter go., indien hij meerderjarig is in de gemeente, waar bij woonplaats heeft. 2. De in het vorig lid als plaats van inschrijving aangewezen gemeente is die, waar de woonplaats geves tigd is of was op 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waariD de in te schrijven persoon het 18e levensjaar volbracht. Ten aanzien van hem, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet ge schieden wegens woonplaats onderscheidenlijk in bet Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België, wordt de gemeente, waar de inschrijving moet plaats hebben, bepaald naar het Rijk, waar de woonplaats gevestigd is of was op 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18e levensjaar volbracht. Artikel 1?. 1. Hij, die volgens art. 12 moet worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe aan te geven hij den burge meester der gemeente, waar de inschrijving moet ge schieden. 2. Indien hij ongesteld of afwezig is, rust de ver plichting tot het doen van de aangifte a. indien het een minderj irige betreft, op zijn vader, moeder of voogd, mits de vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, of indien de voogdij is opgedragen aan een reehtspersoonlijkh id bezittende vereeniging, aan eene stichting of aan eene instelling van weldadigheid op de bestuurders b. indien het een meerderjarige betreft, die onder curateele staat, op zijn curator. 3. De minderjarige, die in den zin dezer wet geen vader, moeder of voogd heeft, of wiens vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, is, behoudens het bepaalde in het volgend lid, steeds zelf tot het doen van de aangifte verplicht. 4. Hij, die is opgenomen in een d»r art. 16 ver melde gestichten en inrichtingen of behoort tot de in het tweede lid van genoemd artikel bedoelde personen dan wel in dienst is by de zeemacht, bij bet leger hier te lando of bij de koloniale troepen, behoeft niet ter inschrijving te worden aangegeven. 5. De aangifte geschiedt in de maand Jannari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18de levensjaar volbracht. 6. Voor hem of haar, die tot het doen van de aan gifte verplicht is, kan de aangifte gesche den door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. Artikel 16. 1. De bestuurders van krankzinnigen-, idioten- dootstommen- en blindengestichten, van gevangenissen, van rijkswerkinrichtingen, van rijksopvoedingsge stichten en van tuchtscholen zenden jaarlijks vóór 10 Januari eene opgave, ingericht in den door Ons te bepalen vorm, van de daarin opgenomen mannelijke personen, die alsdan voor de militie moeten worden ingeschreven, aan Onzen commissaris in de provincie, binnen welke de inschrijving moet plaats hebben. 2. Ten aanzien van de mannelijke personen, die ingevolge art. ö9 vaD het Wetboek van Strafrecht ter beschikking van de Regeering zijn gesteld en niet in een Rijksopvoedingsgesticht zijn opgenomen, geschiedt gelijke opgave vanwege Onzen Minister van Justitie. 3. De inschrijving van de in het eerste en het tweede lid bedoelde personen, zoomede van die, welke in dienst zijn bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, geschiedt overeen komstig door Ons tegeven voorschriften. Artikel 17. 1. Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na 1 Jannari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België ge vestigd heeft en wiens vader, moeder of voogd niet reeds in een dier Rijken woonplaats had; 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die niet in een der genof mde Rijken woonplaats heeft, doch wiens vade-, moeder of voogd na 1 Jannari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar voliiracbt, en vóór het intreden diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen een dier Rijken gevestigd heeft 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 1 de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlauder is geworden, zoo hij of zijn vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft; 4°. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18 ie levensjaar volbracht, en vóór her intreden v o bet viste levensjaar zijn woonplaats binnen bet Rijk. in h"t Dans be Rij a of i bo Kouinkiij B gevestiu beeft 5o. ieder mannelijk ne erderjarige, die na 1 jaDnari van bet jaar, volgende op lat waarin hij het ls4. levensjaar volbra hr, en vóór bet intreden van bet :l<8re levensjaar Nederlander of opnieuw Ned riand r is geworden zoo bij binnen het Rijk, in bet Duitsche Ryk of io bat Kooinitryk België woooplaaig heelt 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar, volbracht, en vóór bet intreden vsn het 21ste levensjaar ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin van art. 12, tweede lid 7o. hij, die vóór het intreden van het 2'ste levens jaar ophoudt te verkeeren ia een der gevallen, bedoeld in art. lc, indien hij overigens, hetzij volgens art. 12' betzij volgens het biervoren onder io.—6o. bepaalde ingeschreven zou moeten worden. 2. Met betrekking tot bet bepaalde onder lo 6o gelden art. 12, laatste lid, en art. 13. 3. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving opnieuw moet geschieden, geldt art. 14, eerste lid, met dien verstande, dat de plaats van inschrijving wordt bepaald naar de gemeente of bet Rijk, waar de woonplaats gevestigd is of was op den dag, waarop de io te schrijven persoon of zijn vader, moeder ot voogd is geraakt in een der in het eerste lid van dit artikel omschreven gevallen. 4. ren aanzien van de aangifte of opgave ter in schrijving of ter inschrijving opnieuw gelden de artt. 15 en 16, met dien verstande, dat de aangifte geschiedt binnen dertig en de opgave binnen tien dagen na den dag, waarop de in te schrijven persoon of zijn vader, moeder ot voogd is geraakt in een der in het eerste lid van dit artikel omschreven gevallen. Artikel 102. 1. Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt gestraft de in art. ló, eerste of tweede lid, be doelde persoon of diegene der in laatstgenoemd lid bedoelde bestnurdere, die niet voldoet aan eene hem hij dat artikel of bij art. 17, vierde lid, opgelegde verplichting. i es 2. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden wordt gestraft hij, die opzettelijk een der in het eerste Jid bedoelde feiten pleegt. W air in het bovenstaande sprake is van vader moeder of voogdheeft zulks betrekking op minder jarigen er strekt de uitdrukking .vadervoor het geval dat de vader de ouderlijke macht of de voogdij uit oefentde uitdrukking moedervoor het gevaldat de moeder de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent en de uitdrukking „voogd" voor het gevaldat over den minderjarige voogdij wordt uitgeoefend door een ander dan den vader of de moeder. De uitdrukking ncurator heeft betrekking op meerderjarigen en strekt voor het gevaldat dezen onder curateele staan If aar in het bovenstaande sprake is van woonplaats wordtten aanzien van hendie geen vrijwillige woon plaats hebben dat zijn o. ade minderjarigen daaronder verstaan de p>laats, waar zij werkelijk wonen, en, zoo deze ontbreekt, de plaats van verblijf. oor het doen van de aangifte ter inschrijving, die moet plaats hebben tus*chen 1 en 31 Jannari a.s., zal gelegenheid worden gegeven ter Gemeente-secretarie op alle werkdagen, des voormiddags van 9 tot 4 uur. Des Zaterdags slechts tot 2 unr. Ter Neuzen, den 7 December 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINOA. Op 4 December hebben op den weg van Pabiantz Laak onze gepantserde automobie len onder dekking van de duisternis hhii aanval gedaan op een vijandelijko colonne, die uiteengeslagen w. rd. Hetmitrailleur- en kanonvuur richtten groote verliezen aan. Overigens kwamen aan het front geen be- teekende wijzigingen voor.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1