Van het Oostelijk oorlogstooneel. UIT 0IT2S OMGEVING. Araerikaansche en Spaansche gezanten te Brus sel in nota van 10 Nov. meedeelen, dat de naar Londen gezonden commissie van de En- gelsche regeering de verzekering had verkregen, dat uit neutrale havens op neutrale schepen naar Rotterdam afgezonden levensmiddelen zon der bezwaar in België kunnen worden gebracht. Tegenwoordig is de organisatie van aankoop en verdeeling van buitenlandsch graan over groote landsdeelen geregeld. Totdat voldoende voorraden uit het buiten land zullen zij u aangevoerd, zal de legerinteu- dance gemeenten tijdelijk aan kleine hoeveelhe den meel en graan helpen. Dank zij de samenwerking van alle be trokken kringen is het vraagstuk van de voorziening van België met levensmiddelen niet langer bedenkelijk te achten. De strijd in West-Vlaanderen. Het schijnt helaas al zekerder, dat we ook Yperen bij de verwoeste steden zullen moeten schrijven, wat onder de Vlamingen ook hier, woede en droefheid wekt. Men noemt ge woonlijk alleen de Halle, maar Yperen heeft tal van monumenten, als de kathedraal, min der als zoodanig bekend, maar toch wellicht 't schoonste gotisch kerkgebouw van België met veel praalgraven der bisschoppen en de rustplaats van Jansenius. Dan 't stadhuis, de St. Pieterkerk, het museum van oudheden, het hotel Mergelyncken. Evenals te Dender- monde, zijn er daar tal van particuliere wo ningen, die door hun oude meubelen, hun schat van oudheden wel museums gelijken. Nu is 't moeilijk om alhier juist nieuws van Yperen te krijgen. De strijdlinie sluit de stad af, maar van de heuvelen bij Rousselaere, Gifs en Cortemarcy kan men den brand, vooral bij nacht zien, en die gloed werkt somber op de bevolking. Gansch België moet er aan,« hoort men telkens. Het stadje Bailleul, waar een Duitsch aero- plaan een bom wierp, is in Vlaanderen meer bekend als Belle. Het ligt in Frankrijk, maar de inwoners spreken Vlaamsch en in 't Vlaamsch Belfort schalt de Vlaamsche beiaard. Het heeft zelfs een museum door een inwoner, De Puydt genaamd, gesticht, en dat een beeld geeft van 't oud-Vlaamsche leven. Moest dit stadje, dat nabij Armentières ligt verwoest worden, dan verliezen we weer 'n blok histo rie, kunst en poëzie. Een Duitscher van Hamburg vertelde me uit een particulieren brief te weten, dat er veer tien dagen geleden 5000 gewonden in zijn geboortestad lagen. De Duitschers wijten hun tegenslag bij de Yzer uitsluitend aan de over- strooming* en 't ongunstige weer. Een schets kaart, welke ik zag, stelde den vloed tot Ostende, ja, en zelfs nog verder voor. Te Os- tende merkt men natuurlijk van die over strooming niets. De breedte van't verdronken land is ongeveer 3 K.M., terwijl Ostende 20 K M. van de Yzer ligt. De Duitscbe pers begrijpt heel wel welk een verwoeden tegenstander de Duitschers hier te bestrijden hadden. Vooral de Belgen waren zeer verbitterd. Sommigen trokken met twee geweren in het gevecht, om, als het eene te heet geworden was, het andere te gebruiken. Anderen namen het geweer van een gesneu velden of gewonden strijdmakker, als zij hun eigen geweer moesten laten afkoelen. De patroontasschen raakten ledig, maar men liep met zakken ammunitie tusschen de strij ders. Herhaaldelijk bliezen ook de clairons den »assaut« den bajonetaanval De bekende sluiswachter, die de overstroo ming hielp regelen, C. H. Kogge, staat ook in de »Moniteur< vermeld als ridder der Leopolds-orde. Zoo verneem ik uit goede bron meer bijzon derheden, die weldra een aaneengeschakeld verhaal zuilen vormen van misschien den gru- welijksten veldslag, die ooit geleverd werd en die in bet arme Vlaanderen moest plaats heb ben Nu begrijpt 't volk beter, wat in het begin van den oorlog zoo ongelooflijk klonk, dat veldslagen in dezen tijd niet op een dag beslist werden. Maar ook wordt de voorspel ling bewaarheid, dat 't Duitsch geschut in 't open veld niet die beslissende macht zou hebben, als op een vesting. lntusschen meenen de Duitschers hier in 't Noordelijk kustgebied toch, dat hun troepen bij Calais staan. »Der Ritmeister hat es sje- sagt«, vertrouwde me een goedmoedige Beier toe en hij voegde er met zekere kalmte bij »Ons geschut ruimt alles weg, weldra hebben we Calais en dan is Engeland er ook aan.« Een ander zei: »DeutschIand siegt aber mit schweren Optert. Haat tegen de Engelschen spreekt uit hun woorden, maar bij velen ook vrees. Vooral bij hen, die al aan het front tegenover Britten gestaan hebben of bij de Yzer de uitwerking van het geschut zagen en die vrees was ook goed merkbaar bij het laatste bombardement te Zeebrugge. De bestorming wan Vailly. In de Lokal-Anzeiger geeft de landweer kapitein dr. Ludwig Munzinger een beschrg- ving van Vailly Zes weken spraken en schreven wij in onze loopgraven over Vailly, dat beneden in het Aisne-dal, een kleinen kilometer voor ons lag, voor onze blikken verborgen door den heuvel rug, waarop de beste Engelsche troepen zich sedert half September als in een vesting hadden verschanst. Half October waren zij dan op een nacht vertrokken, vermoedelijk naar West- Vlaanderen. Franschen hadden hun plaats ingenomen. Dit merkten wij spoedig aan de koperen kogels, die in onze loopgraven vielen en aan het opgewonden schieten, in tegen stelling met het kalme, goed gerichte vuur van de Engelschen. Spoedig daarop heette het, dat wij nu een poging zouden doen om Vailly te veroveren. Allerlei toebereidselen werden getroffen. Toen kwam ook werkelijk het bevel om in zig- zagsgewijze aangelegde loopgraven de stelling van den vijand te naderen en dan stormstel- lingen aan te leggen, dat wil zeggen, loop graven zoo dicht mogelijk bij die van den vijand. Dag en nacht werd gegraven. Met groote oogen zagen de Franschen toe bij ons mollenwerk. Maar zij schenen niet te kunnen gelooven, dat wij het zouden wagen hen in hun stellingen aan te vallen. Zij hinderden ons ten minste niet ernstig en voerden zelfs geen sterkere artillerie aan. Zoo brak den 29e October aan en toen moesten zij toch inzien dat het op hen voorzien was, want uit alle vuurmonden begon het lood op hen te hage len. Dat ging zoo met korte tusschenpoozen den heelen nacht door tot den 30en Octo ber. Onze manschappen, die met innig welbe hagen door alle kijk- en schietgaten en van achter de boomen hadden toegezien, welke verwoestingen onze zware artillerie bij den vijand aangericht, waren in de beste stemming. Toen ik bij het aanbreken van den morgen mijn compagnie de stormstelling liet betrek ken, gingen de mannen opgewekt en vastbe raden voorwaarts. Het artillerievuur werd steeds heviger, tot het om acht uur plotseling ophield, om onmiddellijk gevolgd te worden door een knetterend infanterievuur uit de vijandelijke schansen. Want om acht uur was een lange, grijze linie bliksemsnel uit onze storn.stelling te voorschijn gekomen en had zich volgens het bevel eerst zonder eenig ge luid en zonder een schot te lossen op den vijand gestort, die ondanks het ontzettende artillerievuur taai en dapper stand hield. Spoedig was ik met mijn compagnie aan de beurt. De tweede en derde afdeeling in de eerste linie, de eerste afdeeling dicht daarach ter. In deze opstelling kwamen wij uit een boschje te voorschijn, dat onze stormstelling aan het gezicht van den vijand onttrok. Na vijftig meter looppas konden wij niet verder door een vijandelijke draadversperring, die de genie ondanks haar opofferenden moed in den loop van den nacht niet had kunnen opruimen. Uit het gevecht van de compagnie werd nu spoedig een gevecht van de afdeelingen, ja zelfs van de groepen. Het geboomte en de draadversperring maakten een algemeene aan voering ondoenlijk. In het helsche lawaai kon men toch slechts in de naaste omgeving ver staanbaar maken, leder kroop sprong, wrong zich vooruit. Onbarmhartig floten de doodende kogels, rondom begon het gejammer van de gewonden, die nog voortdurend aan het vuur waren bloodgesteld. Steeds meer lagen er om ons heen, die geen geluid meer konden geven. Ook de artillerie mengde zich weer in den strijd. Vlak in de nabijheid barstten onze eigen granaten, tot het algemeen gegil Ar tillerievuur meer naar voren ons ten minste van dit gevaar verloste. Ik merkte dat wij rechts iets vooruit kwamen. Iedere poging echter om links vooruit te komen, werd bloedig af geslagen. Daarbij was nog het ellendigste gevoel, dat men niet wist, waar het vuur vandaan kwam. Eindelijk zag ik uit eeD houtstapel links ter zijde voor mij een dunnen straal rook komen. Daar zaten de kerels dus. Ik brulde dat men de houtstapel onder vuur moest nemen. Wij lagen er slechts dertig meter af. Nog steeds was er geen mogelijkheid vooruit te komen. Een machinegeweer werd aangedragen. De dragers bleven wonder boven wonder onge deerd. Naar den houtstapel, brulde ik. Voor zij echter richten konden, waren beide dragers gevallen. Tusschen ons en den vijand in lag het geweer. Nu konden nog slechts handgra naten helpen. Op bevel kwam een lange pi onier aangekropen, hij sloop nog een stukje naar voren, naar het doel, dat ik hem aan wees, sprong op en wierp met een grooten zwaai de lading. We drukten ons allen dicht tegen den grond, den neus in de aarde. Twee, drie seconden van doodelijke spanning toen een geweldig gekraak, een dichte, zwarte wolk. Toen deze weggetrokken was, zagen we de roodbrneken vluchten in het dichte kreupelhout voor ons en met een sprong waren wij in de loopgraaf van den vijand. Niet een enkele Franschman ontkwam. Zij vielen allen in de verbindingsgreppels. Doch nu brak plotseling een vernietigend vuur van links los, uit de hoofdstelling van den vijand. Zoo goed als het ging zochten wij dekking in de vijandelijke positie. Doch zelfs hier hadden wij 't zwaar te verantwoorden, lntusschen kwamen er versterkingen. Overal waren de troepen door elkaar geraakt van alle compagnieën. Eindelijk verminderde het vuren en nu ging het in stormpas voorwaarts op de vijandelijke hoofdschans aan. Onder het loopen zag ik links van mij een dichte linie van schutters bijna op de vijandelijke hoofdschans liggen. Voorwaarts, mannen, Voorwaarts riep ik. Maar zij volgden niet meer. Zij hadden hun plicht reeds gedaan. Zij waren dood. Juist zagen wij nog de laatste roodbroeken in de begroeide kloof, die naar Vailly gaat, verdwijnen. Van links kon men aan het geweervuur hooren, dat wij overwonnen hadden. Rechts echter schenen de Franschen nog tegenstand te bieden. Daar namen wij korten tijd stelling in de hoofdpositie van den vijand. Toen rechts ook het vuur op Vaily terugbrak, was er geen houden meer aan. Wij kwamen tot de:i uitersten rand van den heuvel en zagen nu voor ons Vailly in rook en puin- hoopeu. Tusschen de huizen door vluchtten de Franschen en verzamelden zich achter een wit huis in de nabijheid van de brug over de Aisne, blijkbaar om in kleinere troepen verder te vluchten Daarop liet ik nog ons vervol- gingsvuur richten. Langs de hellingen, over velden en tuinen, kwamen wij in het stadje. De Franschen hadden allen tegenstand opge geven. Onze musketiers joegen hen op, uit alle kelders en schuilhoeken en binnen een uur slingerde zich een lange, blauwroode colonne van gevangenen over den weg in de richting van Duitschland. Honderden dooden lieten zij op den heuvel achter Slechts wei nigen ontkwamen. Wij lieten verzamelen. Toen ik bij mijn re giment kwam, vond ik nog een hoopje van tachtig man bijeen 's Avonds kwamen er nog een paar troepjes bij, maar hoe ik ook met mijn sergeant-majoor rekende en telde, het werden er niet meer dan een kleine honderd. Meer dan honderd anderen, daaronder 57 doo den, liet mijn compagnie alleen op de heuvels achter. Ik huiverde niet alleen van den kou den avondnevel in het Aisnedal. De toestand te Brussel. Onze Brusselsche corresp. schrijft dato lö Nov. Ieder jaar werd op den 15den November een »Te Deum« gezongen in de kathedraal Ste Gu- dule ter gelegenheid van den naamdag van koning Albert. Dit jaar werd er, wegens de droeve omstandigheden, waarin het land ver keert en door de afwezigheid van den koning, die met een bewonderenswaardigen moed aan het front zijn vaderlandslievende plicht ver vult, geen »Te Deum« gezongen. Desniettemin heeft de geestelijkheid van de kathedraal het publiek uitgenoodigd voor een buitengewonen dienst, bij welke gelegenheid het orgel de Bra- bau^onne zou spelen. Men had echter buiten de Duitsche autoriteiten gerekend. Dezen ver boden den buitengevvonen dienst en dreigden de kerk te doen sluiten. De concierge van het koninklijk paleis in de rue de Bréderode had een register gedepo neerd om de handteekeningen op te nemen van hen, die ,den koning van hun gevoelens van trouw en aanhankelijkheid wilden blijk geven. Gisteren tegen tien uur, toen 200 personen stonden te wachten om het register te teeke- nen, kwam een Duitsch officier het in beslag nemen en deed het paleis sluiten. De menschen die daar aanwezig waren riepen »Vive la Belgique »Vive la liberte Een enkel per soon werd in hechtenis genomen. Al de burgemeesters en schepenen van Brus sel en de voorsteden, die hier waren, besloten den koning en de koningin een adres te zenden, waarin allen hun gevoelens van onwankelba- ren trouw en diepe bewondering te kennen ga- yeu. De socialistische schepenen verklaarden, dat zij er trosch op waren met hun liberale en kat holieke collega's dit adres te kunnen teekenen. In vele scholen vond een treffende cere monie plaats. De heer Jacqmain, de Brussel sche wethouder van onderwijs, legde in ver schillende scholen een bezoek af, hij liet alle lfeerlingen op de speelplaats komen en hield daar een toespraak, naar aanleiding van den nationalen feestdag. Diep ontroerd wees hij op de dapperheid van het Belgische leger, dat momenteel het laatste stukje grond van het vaderland verdedigt. De leerlingen, onder wie er velen zijn, die hun vader en broers op het slagveld verloren hebben, waren zeer be droefd. Allen weenden en met groote moeite en bevende stem zongen de kinderen het volkslied. Op de speelplaatsen van alle scho len, werd de Belgische vlag geheschen. De meelzending van de Vereenigde Staten is pas te Brussel aangekomen. Er zal weer overvloedig brood zijn. Alleen zal de prijs van 32 op 40 centimes per K.G. komen. Hiervan zijn zes centimes bestemd voor het voedings- comité^en vier voor de Duitsche autoriteiten. Gisteren is de ballon-captief, die voor ob servatie diende, van de touwen losgeslagen en door den hevigen wind weggevoerd. Hel vergaan van de Duitschen Onderzeeër „U 18" EDINBURG, 26 Nov. (Eigen tel.). De be manning van de torpedojager »Garry«, die de equipage van den Duitsche onderzeeër »U 18« redde, verhaalt over het zinken van dit vaartuig het volgende Een der patrouille-sche pen vertok Maandag uit de haven toen het plotseling seinde, dat het met een onderzeeër in aanvaring gekomen was. Wij.stoomden on- middelijk full speed naar de plaats, waar de botsing plaats had gehad ij zagen weldra de periscoop van den onder zeeër boven het water uitsteken en vervolgden hem nu snel mogelijk. Potseling zagen wij de duikboot aan de oppervlakte verschijnen. De bemanning kwam naar boven en wuivde met een witten zakdoek. Wij stoomden vlak langs de boot en keerden vervolgens terug om de bemanning aan boord te nemen. Toen wij in de nabijheid gekomen waren verdween de onderzeeër plotseling in de diepte en allen, die op het bovendek stonden, vielen in het water. Wij pikten de drenkelingen, op en vernamen toen van hen, dat een der leden van de beman ning naar beneden was gegaan om de luiken te openen. Wij konden ons dus niet van de boot meester maken. Een der zeelieden, die En- gelsch sprak, meldt, dat de officieren en be manning van de duikboot na besloten te heb ben zich over te geven lootten, wie beneden zou blijven om de luiken te openen, wanneer de anderen in veiligheid zouden zijn. Het lot viel op een der mechaniciens. Var» het Duïtsch-Oostenrijksch- Russische gevechtsterrein. ST. PETERSBURG, 25 Nov. (Pet. Tel- Ag.) Mededeeling van den grooten gen. staf: De strijd bij Lodz duurt steeds voort. Talrijke Duitsche strijdkrachten, die 2A dezer de streek Strykow-Brzeziny-Koluszki-Rzgow- Turzyn (d i. ten noordoosten, oosten en zuiden van Lodz) binnen waren gedrongen en die van alle kanten door onze troepen in het nanw zijn gebracht, doen nu bovenmensehelijke po gingen otn zich een weg naar het noorden te banen. In de streek ten zuiden van het het station van Koluszki (ten ooste van Lodz, a/d. spoorweg Warschau=Petrokow-Weenen) zwerven verstrooid vijandelijk afdeelingen rond. Wij hebben gevangenen gemaakt en zoowel zwaar geschut als veldgeschut vermeersterd. De veldslag bij Lowiez (d i. ten noorden van bovengenoemde streek, a./d. Bzura, t. N.O. v. Lodz) neigde gisteren ten onze gunste. In den strijd op de linie Czenstochowa-Kra- kau krijgen onze troepen een duidelijk over wicht. Aan gene zijde van passen der Karpathen omsingelen onze troepen aanzienlijke Oosten- rijksche strijdkrachten in de streek van het station Mezö Laborcz (Z.Z.O. van Sanok, in het komitaat Zemplen). Hier hebben wij een generaal, 40 officieren en meer dan 3500 sol daten gevangen gemaakt en drie treinen bene vens machinegeweren vermeesterd. Aan den toegang tot de vlakte van Hongarije hebben wij stad Homonna (t. Z. v. Mezö Laborcz a d. Laborz) bezet. Duitsche nederlaag. LONDEN, 26 Nov. (Reuters bijz. dienst.) De Morning Post» verneemt uit Petrograd, dat de Russen twee Duitsche legerkorpsen zouden hebben gevangen genomen aan het Weichsel-Wartafront Volgens een telegram aan de Daily Ex press» uit Genève, zijn sinds Augustus zeven groote Zeppelins gereed gekomen, voorzien van mitrailleurs en uitgerust met pontons en torpedobommen. Een en ander is bestemd voor de beschieting var. Londen. Andere Zeppelins zijn in de maak. Uit Petrograd wordt gemeld, dat de Russen bij Lowiez een afdeeling zagen naderen met kozakkenmutsen, maar het bleek, dat de na derenden met Duitsche geweren waren be wapend. De Russen vernietigden toen de Duitschers. Volgens de bladen zijn 48 treinen naar Lodz gezonden voor het vervoer naar het binnenland van een groot aantal Duitschers, die krijgsgevangen zijn gemaakt bij de neder laag van de Duitsche troepen op het Weichsel- Wartafront. In de Donderdag alhier gehouden open bare vergadering van den gemeenteraad waren aanwezig de heeren Visser, Dees, De Jager, R. Scheele, Lensen, De Bruine, Eijke, Van Borssum Waalkes en D. Scheele. Voor kennisgeving, werden aangenomen de bekende circulaire van de Tucht-Unie, aan dringende bij de gemeentebesturen op inrichtin gen voor gymnastiek bericht van Ged. Staten Ged. Stafen van de goedkeuring door H M. de Koningin van de belasting op de begrafe- nisrechten, O

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 2