Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
Van het Westelijk oorlogstooneel.
No. 2527.
Zaterdag 28 November 1914.
25e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maauden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 sent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
DE OORLOG.
In België en Frankrijk.
PARIJS, 25 Nov. (Reuter) (Officieel com
munique van 3 uur.) Van de kust tot Yperen
heeft geen aanval plaats gehad.
Wij hebben terrein gewonnen tusschen
Langemarck en Zonnebecke
In den omtrek van La Bassée hebben de
Indische troepen de loopgraven, die hun den
vorigen dag ontnomen waren, heroverd.
Wij zijn eenigszins vooruitgegaan bij Berry-
au-Bac en in Argonne.
Te Bethincourt ten noordwesten van Ver
dun is een aanval der Duitschers afgeslagen.
Een door den vijand gevraagde wapenstil
stand is geweigerd.
Onze artillerie heeft Arnaville in de buurt
van Pont a Mousson gebombardeerd.
De beschieting wan Zeebrugge.
LONDEN, 25 Nov. (Reuters spec, dienst.)
De oorlogsschepen, die de Duitschers te Zee-
brugge hebben gebombardeerd, zijn naar een
Engelsche haven teruggekeerd om voorraden
in te nemen.
Er is zeer hevig geschoten, ieder schip
vuurde een groot aantal granaten af.
De vliegers deden nuttig werk door de po
sities van den vijand te verkennen en de tor
pedovernielers eveneens doordat zij den vijand
tot schieten uitlokten, zoodat de Engelsche
oorlogsschepen het vuur konden beantwoorden
en de kanonnen der Duitschers spoedig buiten
werking stellen.
Volgens de berichten heeft de vijand zware
verliezen geleden, terwijl de Engelsche schepen
zonder verlies ontkwamen.
Ook de Duit3che onderzeeërs hebben zwaar
geleden.
BERLIJN, 25 Nov. (W. B. Officieel wordt
door het groote hoofdkwartier gemeld
De Engelsche troepen herhaalden gisteren
hunne ondernemingen tegen de kust niet.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
BERLIJN, 26 Nov. (Wolff.) Het groote
hoofdkwartier deelt hedenochtend mede
De toestand op het Westelijk oorlogsterrein
is onveranderd.
In de streek tusschen St. Hilairen en Soudan
is een aanval der Fransehen, die met een
groote macht was ondernomen, maar zwak
werd uitgevoerd, met zware verliezen voor
den vijand afgeslagen.
Bij Apremont hebben wij vorderingen ge
maakt.
PARIJS, 26 Nov. (Reuter.) Officieel bericht
van hedenmiddag 3 uur
De dag van gisteren heeft zich door geen
enkel belangrijk feit gekenmerkt.
In den omtrek van Atrecht wordt de be
schieting van de stad en de buitenwijken, vooit-
gezet.
Aan de Aisne heeft de vijand een aanval
beproefd tegen het dorp Messy, welke geheel
en al is mislukt, met ernstige verliezeu voor
de Duitschers.
Wij hebben eenige vorderingen gemaakt
in de streek ten Westen van Souain.
Er is vrij wat sneeuw gevallen, vooral in
de hoogste gedeelten van de Vogezen.
Uit Leuwen.
LEUVEN. 24 Nov. Tot de Nederlandsche
grens per koerier.) Heden trokken hier zes
treinen door in de richting Brussel. Er waren
vele matrozen onder de soldaten. Den laatsten
trein volgde een eindelooze stoet van waggons,
meest platte, waarop planken, balen en boot
jes. De trein stopte hier niet. De Duitsche
militaire overheden schijnen Leuven als uit
gangspunt van hun bewegingen te kiezen.
Achtduizend landstorm-soldaten, meestal
oudere mannen van 40 tot 50 jaar, zijn Maan
dag en Dinsdag naar hier getransporteerd en
worden hier in de fabrieken ondergebracht.
Men zegt, dat zij nog deze week naar het
front zullen vertrekken.
De stemming onder de troepen is gedrukt.
Hedenvoormiddag werd bij de slagers in Leu
ven en omliggende dorpen een groote hoeveel
heid vleesch opgeëiseht. Daarom werd van de
boeren veel vee opgekocht. De Duitschers lieten
alles zeer goed betalen.
Bij het neertrekken van een muur door
eenige stadswerklieden is een 40-jarig arbei
der door vallende steenen getroffen en gedood.
Het opruimen van de ruïnes vindt met be
kwamen spoed plaats. De stadsoverheid en
politie houden toezicht. Wij vernemen hier
geen nieuws. De »Antwerpsche Tijdingen» en
het Handelsblad van Antwerpeu» bevredigen
de nieuwsgierige bevolking niet.
De Engelschen
voor de Belgische kust.
Men schrijft van Vlaamsche zijde d. d. 24
Nov. aan de Tel.
t Was zoowat half drie, toen de menschen
te Knokke opeens naar buiten stormden.
Die vervaarlijke knal...
Eerst dacht men aan een bom... Men was
al wat gewoon geworden aan de verschjjning
der aëroplanen.
Maar weer een knal en weer een, een langge
rekt gerommel, als hevig gedonder.
De Engelschman is daar! klonk het. Op
t duin mocht men feitelijk niet komen, maar
men was niet te weerhouden. En 't volk staarde
in zee. Doch de nevel verborg de Engelsche
schepen.
Vuur! riep men.
En ja. Soms op vijf plaatsen tegelijk zag
men een feilen lichtstraal.
Die vlamme slaat uit den mond van de
kanons beweerde er een, die iets van die zaak
kende.
Engelsche schepen lagen voor de kust en
bombardeerden Zeebrugge.
Losbrandingen zonder einde, vreeselijk ge
donder...
De Duitschers liepen vlug samen en kropen
in hun loopgraven, zoo te Knokke toch.
Ginds verder naar Heyst en Zeebrugge toe
antwoordden ze den Engelschman, maar niet
lang.
't Brandtklonk het onder 't volk. Te
Zeebrugge.
't ïs de cokes-fabriek
t En doet, 't is 't Loodswezen.
't ls Palace-Hotel
't Kan ook de statie zijn. Wie kan dat
van hier juist zeggen sprak er een, die 't
kalmst bleef.
En heller en heller vlamde daar op zee tegen
den grauwen smoor 't geschutsvuur op.
Heviger knallen, lang gerommel, als een ver
vaarlijk onweer.
't Is nu op Heyst! riep men. En zoo
duurde de ontroering tot vijf uur, toen 't bojn-
bardement ophield en 't weer. stil werd aan de
kust.
En gansch den avond sprak men over den
oorlog, die nu ook tot hier was genaderd.
Knokke zal ook een toer (beurt) krijgen,
voorspelden de zwaarmoedigsten.
En, ja, de Engelschen bombardeerden Zee
brugge en Heyst.
Zeebrugge immers met zooveel geheimzin
nigheid omringd, Zeebrugge, 't ontoegangke-
lijke, t afgeslotene, het ten deele ontruimde
havenkwartier, werd voor een station van on
derzeeërs gehouden. Tusschen Heyst en Duin
bergen staan Duitsche kanonnen.
Ze hèn wel gemikt, zei een visscher. De
post en f Loodswezen, één groot gebouw, waar
de Duitschers nestelden, en wie weet wat uit
voerden, ineengeschoten de cokes-fabriek,
waar ze ook niet bespied wilden worden, in
vlammen de kanons en de vuurtoren van den
havenmuur weggebuischt, te Heyst twee villa's
getroffen en de kerktoren.
Zeebrugge, Duinbergen, Knokke daverden de
vensters rinkinkten, de deuren sidderden op
haar scharnieren, en niet alleen daar, maar ook
in 't omliggende tot Sluis, Zuidzande, Cadzand
toe.^ En eveneens in deze laatste plaats en
bij t haventje van de Wielingen en bij 't Zwijn
hoopjes volk op de duinen, van verre zwart
afstekend tegen 't blanke zand.
In de loopgraven.
LONDEN, 25 Nov. (Reuter's spec, dienstj
liet Persbureaus bericht: De »ooggetuige«
in het Britsehe hoofdkwartier zegt aangaande
de gebeurtenissen tot Maandag j. 1. »Het
heeft drie dagen hard gevroren en de zon
scheen prachtig. Hoewel de troepen niet langer
in den modder liggen, is het toch onmogelijk
gedurende den nacht warm te blijven in de
open loopgraven en vele manschappen zijn zoo
stijl, dat zij uit de loopgraven gedragen moesten
worden.
Ook de vliegers lijden erg onder de koude.
De bevroren grond vergemakkelijkt echter ten
zeerste het vervoer.
De ooggetuige vertelt, dat er een nieuw
Duitsch wapen is verschenen, n. 1. een ge
luidloos kanon, dat misschien pneumatisch
werkt. Geen knal of ander geluid wordt ge
hoord, als het projectiel door de lucht vliegt.
Men bemerkt eerst iets als het projectiel
ontploft. Het wapen geeft tot dusverre echter
nog geen schade aangericht.
Op sommige plaatsen liggen de linies slechts
40 yards van elkander af. De Engelsche
soldaten en die van den vijand spreken met
elkander, houden schietwedstrijden en geven
elkander tabak.
De ooggetuige verklaart uitdrukkelijk, dat
het geschut nooit zwijgt en dat er nog tal
van mensehenlevens teloor gaan op dagen, dat
er, volgens de rapporten niets gebeurt.
Aan heft fronft.
PARIJS (via Londen), 25 Nov. (Reuters
bijz. dieDst.) Het volgende is ontleend aan een
verslag over een bezoek, dat zestien Fransche
journalisten aan het Ifront hebben gebracht.
Zij geven een levendige beschrijving van de
loopgraven. »Wij kwamen aan de vuurlinie,
waar wjj kennis maakten met het gedonder
van het veldgeschut en het geknetter vac bet
infanterievuur. Een grauwe, gebogen lijn van
opgeworpen aatde, ongeveer honderd meter
verder, gaf de voorste linie aan van de vij
andelijke loopgraven, terwijl van elke dik be
sneeuwde hoogte verdekt opgestelde batterijen
erop los donderden. Een hoofd komt behoed
zaam boven den wit besneeuwden rand van
een loopgraaf uitsnel vallen er zes schoten
en weg is het hoofd, als verzwolgen in de
sneeuwmassa.
Een correspondent beschrijft nauwkeurig
de wijze, waarop slaap- en kookgelegenheid
in de loopgraven is gemaakt. Op sommige
plaatsen zijn de loopgraven zoo dicht bij elkaar
gelegen, dat de Franschen en Engelschen elkaar
de couranten ter lezing geven.
Tusschen Atrecht en La Bassée woedt het
vuurgevecht allerhevigsthier en daar wordt
het sneeuwkleed opgescheurd door de granaten.
Drie dagen lang heb ik met onze jongens
het leven in de loopgraven meegemaakt, schrijft
Henriot in den »Temps«, lang genoeg om
eenig denkbeeld te krijgen van den modernen
ooi log. En dat gelijkt niet veel op de voor
stelling, die wij ons ervan maken bij het lezen
van een beschrijving aan het hoekje van den
haard. In werkelijkheid is het gruwelijk. Ik
kreeg dien indruk reeds te midden van de
onbegraven lijken op het slagveld bij Reims
en Soissons en te midden van de bommen aan
de Marne bjj de gekwetsten in de hospitalen.
Maar hier, in een dier loopgraven, gevuld met
modder en doorweekt stroo, waar onze soldaten
moeten leven, daar voelt men pas te midden
van het grootste menschelijk lijden te zijn, een
lijden vol ontbering, onder de scherpe kou en
den dagelijkschen strijd. Maar men moet
wel aannemen, dat de indruk dien men krijgt,
soms erger is dan de zaak zeiven bovendien
went men aan alles. Ik heb geen klacht ge
hoord ja, zelfs te midden van al die ellende
trof ik slechts montere, opgewekte kerels aan.
Zij weten heel goed, dat ze daar niet voor hun
pleizier zijn en dat ze nog lang niet aan het
einde zijn van hun lijden. Maar ze zijn zoo
zeker van de eindoverwinning, dat ze aan dat
alles niet denken ze zijn verbaasd, als ze
hooren met welk een koortsachtig verlangen
wij, burgers, ons op de communiqués werpen.
Deze soldaten waren jonge mannen van 25
tot 31 jaar, alle krachtig, opgewekt en gezond.
Overal hebben zij al gevochten eerst aan de
Maas, dan bij benlis, te Dam martin. Barcy,
Etrepailly, aan de Aisne. Hun officieren hebben
hen uitstekend in de bandzij kunnen met
hen doen wat ze willen. Een dezer officieren
vertelde mij, dat zijn systeem er vooral in be
stond om te zorgen dat het zijn menschen aan
niets ontbrak van voeding en kleine gerief
lijkheden als tabak, enz. betreft. Zij voelen
dat ik voor hen zorg en ze gaaD voor me door
een vuur. Het is mij onverschillig of de zaak
niet geheel naar behooren is of als de admini
stratie reclameerthet komt er maar op aan
of de kerels krijgen wal ze noodig hebben,
met het resultaat, dat ik een compagnie heb,
waarmee ik wat beginnen kan.
De woeding wan heft Belgische
wolk.
BERLIJN, 25 Nov. (W. B.) Volgeng En
gelsche bladen moet men in Amerika ver
ontwaardigd zijn over uithongering van Belgie
door de Duitschers en weigering van Ameri-
kaansche hulp tot aanvoer van levensmidde
len.
Daaromtrent moet het volgende worden
vastgesteld
De voorziening van België met levensmid
delen, in het bijzonder met meel en graan,
geschiedt in verband met de geringe pro
ductie van het land en de behoeften vau
ongeveer zeven en een half millioen inwoners
ook in vredestijd voor drievierde door aan
voer uit het buitenland, vooral uit Ame
rika.
De oorlog had ten gïvolge, dat de produc
tie van het land veel minder was dan ge
woonlijk. De voorziening van de burgerbe
volking met levensmiddelen was dan ook
eenigen tijd een hoogsternstige quaestie. De
toestand verergerde in hoofdzaak hierdoor,
dat Engeland, in zijn streven om Duitschland
uit te hongeren, ook geen graan naar België
doorliet. olgens de Haagsche Conventie over
de gebruiken in den oorlog te land is een be
zettingsleger gerechtigd beslag te leggen op de
voorraden levensmiddelen, doch volstrekt niet
verplicht de vijandelijke burgerbevolking te voe
den. Daarom riepen de in België gebleven
vertegenwoordigers van de Vereenigde Staten
en Spanje eerst voor de stad Brussel een »Co-
mité de secours et d'alimentation» in het
leven, dat zijn werkzaamheid daarop uitstrekte
over geheel België. Het comité zond verte
genwoordigers naar Engeland om van de
Britsehe regeering machtiging te verkrijgen
België te voorzien met graan en meel. Oe
gouverneur-generaal van België gaf het comité
een schriftelijke verklaring, dat voor de voe
ding van de burgerbevolking van België be
stemde, uit het buitenland komende levens
middelen niet voor de verpleging van de
Duitscbe troepen zullen werden gerequireerd,
doch uitsluitend voor de voeding van de Bel
gische burgerij dienen zullen.
Op grond van deze beloften konden de