Vóór 't Stadhuis stond de hooge gestalte
van Koning Albertus. Zijn gelaat had een
ernstige uitdrukking Ontroering greep den
vorst tot in de ziel aan
Daar, met de muziek voorop, kwamen de
helden van de Yser aan, de 11e en 12e regi
menten infanterie, die de spoorlijn Dixmuiden
Nieuwpoort verdedigden met de bajonet
Geteisterde regimenten 't Muziekkorps niet
meer volledig:... een obus had verscheidene
mannen gedood pelotons door onderofficieren
aangeleid, want de officieren waren gevallen.
O. die soldaten velen de hand of den arm
in 't verband, velen kinkend, velen het hoofd
omwonden. Bloed en groote plekken 3lijk op
de kleeren Sommigen als in lompen!
Eereteekenen altemaal getuigen van hoo-
gen moed, van willen en kunnen en durven
Daar, kolonel Jacques, aan 't hoofd van
zijn 12e regiment. Hij had meer gestreden,
ook voor een heerlijke zaak, tot afschaffing
van den gruwelijken slavenhandel in Congo,
tegen de Arabieren. Nu werd hij tweemaal
gewond, maar wijken wilde hij niet...
En het volk, dat van dezen intocht getuige
was, gedacht wel de gevallenen, de zware
offers maar toch juichte, jubelde het nu
ter eere van die helden, welke 't onbezette
België zoo vol liefde en dus zoo moedig ver
dedigd hadden en in groepen regimenten
tot de Leopolds orde verheven waren geworden.
Veurne was de eerste stad, die den eersten
Belgischen Koning toejuichte, toen Leopold I
uit Engeland in de buurt geland, hier zijn
intreden deed.
En eurne heeft nu weer een schoonen
dag beleefd. Want, zeker, al is de strijd zelfs
gruwelijk, al huiveren we bij de gedachte aan
t vergoten bloed, aan ijselijke wonden, de
intrede van hen, die zoo hun plicht deden
voor 't benarde vaderland, is schoon, is ont
roerend, treffend, aangrijpend en ik voel het,
dat zelfs ruwe kerels daar te Veurne moesten
weenen als een kind
De strijd in Vlaanderen.
SLUIS, lö Nov. (Tel.) We hebben hier ook
weer het kanon aan de Yser geboord. De
Duitschers hebben hun plan eenigszins gewij
zigd en wagen opnieuw pogingen, om bij
Nieuwpoort over de Yser te diingen. Heftig
zijn die aanvallen echter nog niet geweest.
Bij Dixmuiden vorderden zij evenmin en bij
Speren dezelfde deining in de strijdlinie. Het
weer wordt er wel wat beter op. Ook heden
echter nog regen en wind in Vlaanderen, 't
Is er kil en guur.
Een landman, die van de zijde van het
strijdtooneel gevlucht was, karakteriseerde
wel eigenaardig dien bangen strijd. »Het is
gelijk een mollenoorlog», zei hij, »ze zitten
op sommige plaatsen geen honderd meter van
eikaar maar in den grond, en het is of ze
elkander toch niet durven naderen, maar
plotseling soms in den nacht, begint de strijd
en toen ben ik gevlucht, omdat ik niet langer
die slachting, die wagens met gekwetsten en
die treinen met dooden kan zien«.
Hij vertelde ook, dat veel lijken verder
vervoerd worden.
Het is om gek te worden, al zooveel dagen
die karavanen van zwaar gewonden, zei hij.
Veel Nederlandsche sportliefhebbers zullen
met genoegen vernemen, dat de Belgische
kapitein, commandant der lanciers, Nijssen.
zoo bekend om zijn kranige stukjes in het
springconcours bij de paardenrennen te Am
sterdam en Den Haag, aan de beterhand is.
Kapitein Nijssens had de zoo gevaarlijke op
dracht, den terugtocht der Antwerpsche troepen
naar Ostende te helpen dekken. Het was een
ware »tache de sacrifice« Met vijftig lanciers
verschanste bij zich eindelijk in Oost-Vlaan-
deren, nabij de Nederlandsche grens. Nadat
hij tweemaal met zjjn onverschokken mannen
dwars door de Duitschers heengerend was,
hoopte hij langs de grens naar de kust op
te rukken en zich bij de Belgische troepen
te voegen. Vijfduizend Duitschers kwamen
hem bij St. Laurent bestoken. De aanvoerder
der Duitschers zond eerst den burgemeester
van St. Laurent als parlementair, om kapitein
Njjssens te bevelen, die plaats op te geven er
bijvoegende, dat hij daar met groote macht
en artillerie stond. Kapitein Nijssens antwoord
de: Zeg aan den Duitschen commandant, dat
ik niet zijn bevelen, maar wel zijn aanval
afwacht en dat hij hier tegenover soldaten
van Luik staat*. Daarop ontstond gevecht.
Om de vijandelijke stelling te verkennen wilde
de moedige aanvoerder geen zijner mannen
opofferen, maar ging zelf op een hoogte staan.
Hij werd er het mikpunt van een heftige
fusiladeeen kegel wondde hem aan het
hoofd, eene andere vloog door een pand van
zijn jas, een derde drong in de heup en kwam
er langs de dij uit. Kapitein Nijssens stortte
ter aarde. »Denk aan de brug rechts,riep
hij nog, mannen, houdt stand zoolang gij
kunt. Breng mij niet over de grens. Laat
mij ir. België sterven. Leve de Koning
Leve België !c Maar flauwer werd zijn stem
en de held verloor zijn bewustzijn. De wor
steling werd hopeloos. Vier lanciers redden
hun overste en brachten hem op Nederlandsch
gebied. De mannen moesten zich eveneens
gevangen geven, Bij het afleveren der wapens
aan de Nederlandsche militairen, weenden
velen van de stoere kerels, die immers tot
het beroemde tweede regiment lanciers be
hoorden. dat zich bij Luik, Aerschot en Me-
chelen zoo onderscheiden had Even^ toen hij
bewustzijn terugkreeg, waren de eerste woorden
van kapitein Nijssens tot de Nederlandsche
soldaten »lk heb grooten eerbied voor Ne
derland, maar wensch, dat er dadelijk rapport
van gemaakt wordt, dat ik bewusteloos en
tegen mijn verlangen over uwe grens ben
gevoerd«. Kapitein Nijssens verzoent zich niet
met de gedachte van geïnterneerd te zijn.
Hij wil vorst| en land blijven dienen, maar
tot nu toe is hij aan het krankbed gebonden.
Hij wordt in het gasthuis van Aardenburg
verpleegd, waar ik hem heden nog bezocht.
Zijn wonden genezen goed. maar daar de
kogel spiereu, been en een ader geraakt heeft,
is het been nog stijf. Nijssens is een goed
vriend, maar ook een trouwe navolger van
generaal Lehman, die nu in Maagdenburg
vertoefr. Te Aardenburg worden nog meerdere
gewonde Belgische soldaten verpleegd.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
PAKIJS, 15 Nov. (Reuter). Het communi
qué van hedenavond II uur luidt:
De belangrijkste gebeurtenis van den dag
was, dat do vijand op den rechteroever van het
Yserkanaal teruggeworpen werd.
Het gedeelte van den linkeroever, dat de
Duitschers nog bezet hielden, werd geheel en
al ontruimd.
I en Zuiden van Bixschoote werd een klein
bosch, dat in een nachtelijken aanval verloren
was gegaan, hernomen.
Aan het eind van den dag werd een vruchte-
looze aanval door den vijand ondernomen ten
Zuiden van Yperen.
Van het overige deel van het front valt niets
te melden.
De I ransche legatie te 's-Gravenhage meldt
In de ArgoDne is de strijd levendiger her
vat, maar zonder resultaat voor de Duitschers,
die zware verliezen hebben geleden.
Om Verdun heeft de. vijand eveneens be
proefd verscheidene op zichzelf staande aan
vallen te doen, maar zij zijn door ons artille
rievuur gestuit, alvorens zelfs het voorwaarts
rukken der infanterie geschieden kon.
De Britsche legatie te 's-Gravenhage ont
ving van het ministerie van Buiteulandsche
Zaken te Londen een mededeeling waaraan
we, met weglating van het reeds bekende, nog
het volgende ontleenen. In een officieel
r ransch comuniqué wordt o.a. gemeld, dat
verschillende pogingen van den vijand om
rond peren het offensief te nemen mislukten.
»We kwamen vooruit tot ten Zuiden van Bix
schoote. Bij een hevige worsteling in het Ar-
gonnerwoud trachtte de vijand tevergeefs
lort de Paris en St. Hubert te veroveren. In
de buurt van Verdun werden tal van pogingen
om het offensief te nemen, door onze artil
lerie verijdeld voor de vijandelijke infanterie
voorwaarts kon rukken.
lusschen la Bassée en Atrecht vorderden
we eenigszins.
De Duitschers slaan nu een heel anderen
toon aan in hun oordeel over de Britsche
troepen. Uit brieven van Duitsche soldaten
blijkt, dat de waarde en de militaire hoedanig
heden van de Engelschen niet te onderschat
ten zijn. Dit is niet te verwondereu, in ver
band met het aandeel van het kleine, doch
actieve Britsche leger in het verijdelen van
de veelgeliefde plannen der Duitschers.
De strijd in Noord-Frankrijk.
Een cavalerie-rofficier vertelt in den Ber
liner Lokal-Anzeiger» het een en ander van
een dag in het front, dat een goede voor
stelling geeft van den veeselijke strijd, die
daar gestreden wordt
»W ij meenden den vijand te zien aftrekken.
Was het de uiterste vleugel, die daar den
terugtocht aanvaardde Dan was het ons ge
lukt een beslissing te weeg te brengen, die
den doorslag kon geven voor het geheele front.
W ij hadden ons te vroeg verheugd. Eenige
uren later wisten wij, dat wij door een groote
overmacht aangevallen werden. Voorloopig
was het parool krachtig onze stelling vast te
houden en den laatsten man er aan te wagen
om een ongeluk af te wenden. Snel werden
de bevelen verdeeld Eerst de colonnes be
schieten, dan aanvallen op R. De compagnie
werd van den weg af naar den rand van het
bosch gevoerd en nu in tirailleurlinie vooruit
gebracht tusschen weiden, akkers, sloten en
kreupelhout. In een terrein, dat de verdedi
ger ruimschoots dekking bood en zeer be
zwaarlijk was voor de aanvallers Wij kwamen
ten minste vooruit. De eene compagnie volgde
op de andere. De reserven bleven bijeen in
het bosch. Spoedig werden de verliezen tal
rijker. Steeds vaker zag men troepen gewonden
door kameraden gesteund of gedragen, steeds
talrijker werden de bloedsporen en het Roode
Kruiskamp op den achtergrond vulde zich
snel. Plotseling wordt het vuur heviger en
schijnt het naderbij te komen. De vijand on
derneemt met een overmacht een hevigen
uitval uit R. Zijn voorste linie bereikt ons
bijna. Wij bleven op onzen post, zonden alleen
onze handpaarden achteruit. De generaal wacht
te kalm op de achterste bataljons, die zoo
snel mogelijk naar voren gehaald moesten
worden. Want een tweede aanval zouden wij
zonder versterking niet kunnen uithouden.
Nieuwe infanterie wordt in het vuurgebacht.
De strijd komt tot staan. Maar wij willen
meer. Wij willen vooruit, te meer daar wij
vernemen, dat onze zuster-divisie reeds 0.
genomen heeft. Opnieuw komt het bevel
voorwaarts. Wij verwachten dat wij door de
nieuwe bataljons van zelf vooruit zullen komen,
daar de overmacht is te groot. Wij voelen,
dat de onzen zich slechts met de grootste
dapperheid onder ontzaggelijke verliezen
staande kunnen houden. Ik meld den stand
van het gevecht aan den divisie-staf, die meer
naar achter staat.
Ik loop tegen den berg zoo hard ik kan. Men
spreekt daar over de rechter zij-colonne, onze
andere brigade. Als wij die nu maar hier had
den. Automobielen, wielrijders, ordonnasen
worden haar achterna gestuurd. Zij moet uit
het Zuidwesten eveneens aanvallen. Een verla
ten rijwiel brengt mij weer in ae nabijheid van
den vijand, haast tusschen de vijanden. Want
van de hoogte af is er geen houden aan, ik
moet mij laten vallen. Ik kruip naar den
rand van het bosch. Daar tref ik den gene
raal. Ik meld hem, dat nog twee bataljons
actieve infanterie tot zijn beschikking zijn ge
steld. Vol spanning verwachten wij hun aan
komst. Telkens klim ik naar boven, op den
weg, om naar ze uit te kijken. Ik weet voor
uit, dat zij er nog niet kunnen zijn en hoop
toch. Boven aan den weg is het een ver
schrikkelijk tooneel. Bijna alle paarden van
de artillerie l'ggen dood. Nog een ander too
neel heeft zich hier afgespeeld. Een van onze
dappere escadron-chefs is persoonlijk vooruit
gereden om het terrein te verkennen. Een
zwaar schot in den arm heeft hen omver ge
worpen. Onze dokter is er spoedig bij, maar
ook hem stelt een schot buiten gevecht. Een
andere officier gaat naar de gevaarlijke plek
om de twee kameraden te helpen. Maar een
doedelijk schot in het hoofd maakt daaraan
een einde. Slechts weinige minuten geleden
moet dit alles gebeurd zijn. Daar verschijnt
aan een buiging van den weg de infanterie.
Ik ga snel tegemoet om de beide majoors op
te zoeken. Kort deel ik hun mede, wat de
generaal wil. Een half uur later is de een
dood, de andere zwaar gewond. Snel worden
de compagnieën in het vuur gebracht. Van
hen verwachteu wij dat zij R. zullen nemen.
Zij zullen de andere troepen mee voorwaarts
slepen. Krachtig dringen zij vooruit. Bij iede-
ren sprong echter wordt het vijandelijk vuur
heviger. Ondanks d6 ontzettende verliezen be
reiken zij spoedig de voorste posities, slechts
eenige honderd nieter van den muur van het
kerkhot te R. Verder voorwaarts te komen
gelukt ook hun niet, en schijnt inderdaad on
mogelijk. Iedere poging wordt door de vijand
uit volkomen gedekte posities zoo hevig met
infanterie- en machinegeweervuur beantwoord,
dat verder doordringen een nutteloos opoffe
ren van duizenden menschenlevens, meestal
reservisten met vrouw en kind, zou beteeke-
nen. Een laatste poging* moet echter nog
worden gedaan. De laatste reserve ei bij ha
len, luidt het bevel. Wij hadden nog drie
pioniers-compagnieën. Dit zijn de laatste ver
sterkingen die wij hebben. Zij treden als in
fanteristen op, alsof zij nooit anders gedaan
hebben. Een korte pauze in het vuur. Nu wor
den de bajonetten opgeplant. En dan marscb,
vooruit. Alles wat nog heele ledematen en een
hart in het lijf heeft springt op. Onmiddellijk
weer de dichte kogelhagel van het kerkof. De
aanvallers komen tot staan. Schreeuwend wat
wij kunnen en met signalen en teekens trach
ten wij de linie in gang te houden Het gaat
niet, het gaat werkelijk niet. Wij zien in,
dat de verliezen te verschrikkelijk zijn. Niet
verder dus. De laatste gedekte stelling wordt
weer ingenomen en hier zullen wij uithouden
tot den laatsten man.
Het is vijf uur's middags. Wij hegrijpen
dat zonder beschieting van het kerkhof door
de artillerie en zonder een versterking van de
troepen hier niets te beginnen is. Het wordt
avond, het duister valt in en dat is op dit
oogenblik onze beste bondgenoot.
De officier vertelt dan hoe eerst den volgen
den dag de aanval gelukte.
Gewonde Belgische soldaten.
Personen, die verlangen nieuws te verkrijgen
over gewonde Belgische soldaten, verblijvende
in een Engelsch Hospitaal, zijn verzocht zich
tot het Wounded Allies' Relief Committee»
in het Grand Hotel, Trafalgar Square, London,
te wenden, waar een volledig register is tot
stand gebracht.
Het Committee zou ook zeer gelukkig zijn,
nieuws te verkrijgen nopens andere gewonde
Belgische soldaten, opdat eene volledige inlich
ting zou kunnen gegeven worden door het
»Inlichtingsbureel Grand Hotel» aan de be
langhebbenden.
De »Morning Post» publiceert dagelijks
lijsten van gewonde Belgische soldaten in de
Engfclscbe Gasthuizen. Het Committee belast
zich ook briefwisseling van en voor gewonde
Belgische soldaten te bezorgen.
Avonturen van een vliegenier.
Een dag of twee geleden, zoo meldde Vrjjdag
de bijzondere correspondent van de »Times»
uit het Noorden van Frankrijk, zag men
eensklaps een Duitsche vliegmachine in de
richting van Amiens zweven. Toen de »Taube»
de buitenwijken dier stad was genaderd werd
zij op een hagelbui van geweerkogels onthaald,
maar zij wist er aan te ontkomen. De inwo
ners stormden hun woning binnen, sommigen
namen zelfs de wijk naar de kelders. De
Fransche infanteristen schoten er lustig op
los, maar de Taube» vloog kalm over hun
hoofden heen.
Vlak boven de Beaugeillé-brug beschreef
de »Iaube» enkele cirkels en maakte daarop
een zwierige vol-plané naar den grond. De
daling geschiedde zoo onverwachts, dat de
I ransche soldaten niet alleen met schieten
ophielden, maar hun geweer zelfs afzetten.
De »Taube» landde prachtig. De Fransche
soldaten dachten een heel gemakkelijke vangst
te doen. Zij renden naar de plaats. En wat
zagen zij Uit het Duitsche vliegtoestel stapte
een aviateur in Fransche uniform Noggrooter
werd de verbazing toen de Franschen hun
landgenoot Garros herkenden.
Hij gaf daarop de volgende verklaring van
zijn verschijning in een Duitsche machine:
In zijn eigen toestel had Garros kort te
voren een »Taube» met een Duitschen vlie
genier vervolgd. Toen hij dezen bijna tot op
een geweerschot afstand genaderd was, raakte
de motor van Garros onklaar. Goede raad
was duur, maar hij verloor zijn tegenwoordig
heid van geest niet. Hij deed net alsof hem
een ongeluk overkwam en gleed met een
geweldigen vaart naar beneden.
De Duitsche aviateur, in de meening, dat
de Franscbman dood was, daalde eveneens,
wipte uit zijn toestel en ging naar dat van
den Franscbman Daarop rekende Garros, die
bewegingloos bleef liggen. Hij liet den Duit-
scher tot op een paar passen naderen, sprong
toen snel op, met de revolver in de hand,
en schoot den »Taube»-bestuurder dood.
Een boer nam zijn eigen toestel zoolang
in bewaring en in de »Taube» vloog Garros
naar Amiens terug.
Menschelijkheid.
Uit de Daily Telegraph»
»Een soldaat van het regiment Black
Watch», die zich nu in het hospitaal van
New Castle bevindt, verhaalt ons
»*Urenlang lag ik gewond op het slagveld
aan de Aisne. Toen kwam een Duitsch soldaat
en verbond mijne wonden, terwijl wij ons in
het zwaarste vuur bevonden. Toen hij mij
geheel verbonden had, wilde hij verder gaan,
doch een afgedwaalde kogel trof hem, en
dicht naast mij viel hij dood neer.»
Korporaal Houston, van de »Seaforths»,
verhaalde denzelfden berichtgever
»Na Soissons lag ik zwaar gewond op het
veld. Dicht in mijn buurt lag ook een jonge
soldaat van het Northamptonshire-regimeuf.
Een Durtsch infanterist boog zich over hem
heen. hield een flesch met water aan zijne
lippen en trachtte hem te kalmeeren.
De gewonde lag in delirium en riep maar
steeds »Mother, is it you
De Duitscher scheen hem te verstaan want
hij streek zacht met zijne hand over het koortsige
voorhoold en liefkoosde den armen jongen,
»as tenderly as only a woman could have
done.*
Toen kwam de dood, en toen de ziel van
den gewonden soldaat naar betere gewesten
vlood, zag ik, dat de Duitscher moeite had
zijne tranen in te slikken.*
De Belgische Kempen.
Wie de Belgische Kempen niet, bezocht kan
zich moeilijk een denkbeeld vormen van den toe
stand, die aldaar heerscht. De wegen zijndoodseh
en verlaten, trams en treinen rijden niet meer
tenzij voor het vervoer van soldaten naar links
en rechts. De scheepvaart over de Zuid Wil-
lems vaart en het kanaal van Turnhout ligt
zoogoed als stil en de Duitsche bruggenwach-
ten hebben meer op de passage langs den
weg te letten dan door »de vaart*. Handel
en nijverheid liggen volkomen stil; de boeren
zitten met hun vee te houden, dat ze niet
kwijt worden en niet meer voeden kunnen
Alle fabrieken hebben de deuren gesloten, voor
zoover ze niet door de Duitschers zijn opge-
eischt voor opslagplaatsen van koren, aardap
pelen en schietvoorraden.
De nood in de Belgische provincie Antwer
pen is al eveu pijnlijk, als de andere door