Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
Yan het Westelijk oorlogstooneel.
No. 2524.
Woensdag 18 November 1914.
25e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 96 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
V an 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorg e U bij den Uitgever M. DB JONUK. te Ter Neuzen.
DE OORLOG.
Over* Luxemburg.
De Kamer van het Groothertogdom Luxem
burg heeft met algemeene stemmen een adres
van antwoord op de troonrede goedgekeurd,
waarin o. m. wordt gezegd, dat de groothertogin
in vaderlands Levende woorden de rechten van
het land heeft hooggehouden en het aan zijn
plichten heeft herinnerd. Dan wordt gecon
stateerd dat bij het verdrag van Londen de
onzijdigheid van Luxemburg voor goed is ge
waarborgd, en het land de verplichting is
opgelegd, de vesting te slechten met verbod
een leger te hebben.
Luxemburg is zijn verplichtingen trouw
nagekomen en heeft tegen de schending zijner
rechten geprotesteerd. Deze rechten, hoewel
miskend, blijven bestaan. Dat de troonrede
daarop met nadruk heeft gewezen, zullen de
mogendheden die Luxemburgs onzijdigheid
hebben gewaarborgd, naar de overtuiging der
Kamer waardeeren.
Zooals den lezers bekend is, was Luxemburg
de eerste neutrale staat uit »militaire nood
zakelijkheid» door het Duitsche leger bezet.
Wijlen onze koning Willem III was ge
lijktijdig groothertog van Luxemburg.
(Red.)
De strijd in Wesft-Vlaanderen.
De slag aan de Yser is voorloopig gestaakt.
Aan het centrum van de linie hebben de
overstroomingen tot een wapenstilstand ge
dwongen en aan de beide uiterste punten,
Nieuwpoort en Dixmuyden is de strijd slechts
ongeregeld. Het eenige vuren dat gehoord
werd is dat van de kanonnen, die de boerde
rijen beschieten waarin de Duitschers aan deze
zijde van het Yserkanaal zich hebben vastgezet.
Met geen enkel schot werd geantwoord.
Er zijn vele boerderijen die door kleine af-
deelingen met mitrailleurs zijn bezet en het
is moeilijk den vijand hier te verdrijven. De
inundaties maken het onmogelijk hem met
voldoende krachten aan te vallen en men kan
alleen pogen hem door geschutvuur te ver
drijven. Eiken dag vuren dus de Fransche
en Belgische batterijen met geregelde tusschen-
poozen en des nachts verlaten patrouilles de
bedekking en kruipen langs de dijken om te
zien hoeveel vijanden nog 07erbljjven. De
Duitschers liggen vrjj dicht bjj. Dezer dagen
ging een Belgische patrouille op verkenning
uit. Slechts twee van de vijf mannen keerden
terug. Ze waren onbewust juist terecht ge
komen boven een der ondergrondsche ver
blijfplaatsen der Duitschers. In een van deze
boerderijen was het eenige zware kanon ver
borgen, waarmee Veurne van tijd tot tijd werd
beschoten. In den beginne mislukten alle
pogingen om de plaats van opstelling van dit
kanon te ontdekken, noch aviateurs, noch
infanterie-patrouilles slaagden hierin. Eindelijk
werd het ontdekt in een afgelegen schuur door
Afrikaansche verkenners. De inundaties hadden
den terugtocht afgesneden en de kanonniers
trachtten nu nog zooveel mogelijk partij te
trekken van hun neteligen toestand, door na
en dan, liefst midden in den nacht of tijdens
het etensuur het volk van Veurne met een
granaat te verrassen. Dat is na uit. Het
kanon is vermeesterd en goed en wel in de
linie der bondgenooten gebracht. Ook de
overige boerderijen worden geleidelijk gezuiverd.
Deze strook vlak marschland, waar drie
weken lang slag is geleverd is een droevige
streek op een kouden Novemberdag en het
land is nog troosteloozer door de verwoesting
van elke menschelijke woning in de buurt.
De vernietigende hagel die zoo lang het land
teisterde heeft alles vernield en tot doodsheid
gebracht. Overgebleven zijn slechts ruïnes,
waar eens bloeiende hoeven en welvarende
dorpen zich bevonden. Overal is de grond
doorwoeld en doorploegd door granaatvuur.
Groote gaten gapen in de wegen en de boomen
zijn ontworteld en omgeworpen als in een
wervelstorm.
Pervyse, dat de Duitschers in de eerste
dagen na den aanvang van den slag begon
nen te beschieten was een welvarend dorp,
gelegen aan een belangrijk kruispunt van
wegen en de Duitschers beproefden 't door
gaan door dit dorp onmogelijk te maken. En
ze slaagden hierin. Het dorp werd volkomen
onpasseerbaar. Van het eene einde van het
dorp tot het andere bleef geen huis ongedeerd.
Daken en muren stortten in en vooral de
kleinere huisjes vormen slechts een jammer
lijken puinhoop. Van het groote schoolge
bouw, vroeger het hoofdkwartier van een
Belgische divisie, staan nog slechts de zwarte,
gehavende muren. Van de kleine herberg is
een zijde geheel weggeslagen en wat van het
dak nog heel is gebleven, hangt neer om ieder
oogenblik in te storten. Dat zijn slechts
enkele voorbeelden, maar zoo ziet het heele
dorp er uit. Het meest heelt de kerk geleden,
en het kerkhof daarnevens is omgewoeld en
biedt een vreeselijk schouwspel.
De correspondent vertelt dan van de hon
derden dooden die in de velden om het dorp
in massa zijn begraven, van de lijken van
paarden en koeien, die een verpestenden stank
verspreiden nog in velden en wegen liggen
De voornaamste weg van Pervyge naar
Nieuwpoort en Ramskapelle is een met boo
men omzoomde chaussée rechtuitgaande door
de marschlanden terwijl ter rechterzijde even-
w ij dig hiermee op een paar honderd meters
afstand de spoorweg loopt. Overal zag men
de sporen van den slag. De weg was door
woeld door de granaten die dag na dag er op
neerregenden. Op korte afstanden zag men
de emplacementen waar een Belgisch kanon
had gestaan de batterijen moesten om aan
het vreeselijk vuur der Duitschers te ont
komen telkens weer van positie veranderen.
Vaak zag men nog een gebroken caisson of
het wiel van een kanon naast de positie liggeij.
De vreeselijke werking van het vuur bleek
vooral op den spoorweg, waar de rails waren
gebroken en omgekruld en waar geen telegraaf
paal meer overeind stond.
Bij Ramskapelle lag een verongelukte Blériot-
monoplan tegen een dijk, vernield en door
schoten. Dat was het vliegtuig waarmee
luitenant Collett, van het Naval Flying Corps,
veertien dagen geleden neerdaalde toen hij een
verkenning deed boven de Duitsche linies.
Hij zelf ontkwam gelukkig. Zijn machine
werd getroffen door een Duitsch projectie],
maar hij daalde in vol plane in de richting
van de linies der bondgenooten. Bij het neer
komen werd van weerzijden op hem gescho
ten, daar de Belgen hem voor een Duitscher
hielden. Gelukkig kon hij landen achter de
eerste loopgravenlinie der Belgen en hier
werd hij gevangen genomen, maar natuurlijk
dadelijk vrijgelaten toen het bleek wie hij
was.
Ramskappelle, het tweede punt waar de
Duitschers door de Belgische linies braken
en dat naar de correspondent vertelt met be
hulp van fransche versterkingen werd her
nomen is nog meer geteisterd dan Pervyse.
In de laatste plaats dwalen althans nog
enkele inwoners rond, die onder de ruïnes
zoeken om nog iets van hun bezittingen te
redden, maar in Ramskapelle is er geen levende
ziel behalve de Belgische soldaten.
Nieuwpoort eindelijk hoewel het ook ge
leden heeft, biedt niet het zelfde schouwspel
van vernieling als de dorpen, die vrijwel ge
heel verwoest zijn. Htjt droevigst schouwspel
biedt hier de kerk, een bouwwerk uit de 12e
eeuw dat naar we reeds hebben gemeld, vol
komen verwoest is.
Yperen.
Het »Korr. Norden* beweert, dat de berich
ten over de verwoestingen in Yperen overdreven
zijn en dat de beroemde Lakenhal volkomen
ongedeerd zou zijn.
Gevecht in de lucht.
Lr moet V rijdag een hevig luchtgevecht
boven peren zijn gevoerd, naar uit Parijs
aan een Noorsch blad wordt gemeld. Vier
Duitsche lauben waren boven de stad versche
nen en hadden er bommen geworpen. Twee
F ransche en twee Engelsche vliegers zijn de
Duitschers toen achterna gegaan, waarop er
een hevig luchtgevecht ontstond. De afloop
wordt niet gemeld.
Een nederlaag van de
Pruisische garde.
Omtrent den aanval van de Pruisische garde
bij Yperen waarover het Zaterdagmorgen ver
melde Fransche legerbericht sprak, heefi het
Engelsche persbureau de volgende mededeeling
gegeven
•Op 11 November heeft de Pruisische gar
de een zeer hevigen aanval gedaan op dat ge
deelte van de linie, dat door het esrste (Britsche)
legercorps voor Yperen is bezet. De vijand
deed een uiterste poging om hier door de linie
te breken, die naar hij hoopte door vorige
aanvallen der infanterie reeds zou zijn verzwakt
De bijzonderheden zijn in het kort de vol
gende Onze troepen waren drie uren lang
van het aanbreken van den dag af blootgesteld
aan de hevigste beschieting, die we tot dusver
medemaakten. Onmiddellijk daarna volgde een
krachtige aanval van de le en 4e brigades van
bet Pruisische gardecorps. Deze keurtroepen
waren speciaal naar voren gebracht tegen ons
ten einde zich een weg te banen op een punt,
waar een vroegere poging der linie-infanterie
was mislukt.
De aanval geschiedde met grooten moed en
hardnekkigheid. Maar dank zij de dapperheid
van onze troepen en onzen schitterenden weer
stand werd de poging om tot Yperen door te
dringen afgeslagen. Maar de kracht van den
vjjandelijken opmarsch was toch zoo dat de
vijand er in slaagde op drie plaatsen door onze
linies te breken. Hij werd echter ook hier
teruggeworpen en hem werd belet verder terrein
te winnen. Den Duitschers werden zeer zware
verliezen toegebracht, 700 van hunne dooden
werden alleen gevondeü op het terrein achter
de loopgraven van ons front. De verliezen
der Duitschers bij hun opmarsch naar onze
hniën onder direct en enfileervuur moeten
ontzaglijk zijn geweest. Ook onze verliezen
waren zwaar. De houding van onze froepen
kan ook nu evenals bij vorige gelegenheid niet
te hoog worden geprezen.
Het 7e Belgische linie-regiment.
In een Vlaamsch stadje heeft, in tegenwoor
digheid van koning Albert, een aangrijpende
en grootsehe militaire plechtigheid plaats ge
had.
Het 7e Belgische linie-regiment, zoo lezen
wij in de »'lemps«, had gedurende tien dagen
en tien nachten tusschen Nieuwpoort en Dix
muyden gevochten. Het heeft den vijanu, die
zich in grooten getale op de geallieerden wierp,
teruggeslagen. De Duitschers doen dan denken
aan mieren hoopen, die met den voet tracht
te vernielen hoe meer men er op trapt, des
te erger ziet met het er krioelen. Het 7e
linie-regimenten heett dezen mierenhoop uit
elkaar geslagen. Het vuur der geweren, der
mitrailleurs en van de kannonen van elk
kaliber heeft niets kunnen uitrichten tegen
den hardnekkigen aanval van dit regiment.
ioen in de avond de vijand uit zijn loop
graven kwam, en een wild »hoeh« weerklonk,
trof elke kogel van de kleine Belgische infan
teristen zijn doel. En toen de troep den rand
van de Belgische loopgraaf naderde, sprongen
de Belgen op hun beurt pit de loopgraven
en met hun kleine, korte bajonet vielen zij
op de aanvallers aan, die op den grond vielen
of overhaast vluchtten.
Langzamerhand werd terrein gewonnen,
loopgraaf na loopgraaf, eiken nacht wat. Na
den tienden dag waren er verscheidene kilo
meters heroverd. Zoo moet het over ons ge-
heele front geweest zijn: Onze langzame maar
zekere opmarsch is het gevolg geweest van
dezen hardnekkigen strijd, die het bloedigst
was gedurende de eerste nachtelijke uren tot
aan de ochtendschemering. Overdag spelen de
artillerie en de cavalerie hun rol, terwijl de
helden van den nacht uitrusten, eten, of kaart
spelen in de loopgraven.
De Koning van België heett de dapperen
van het 7e linie-regiment willen eeren. De
compagnieën vormden, met de donkerblauwe
mutsen en jassen, en de blauwgrijze broeken,
een reusachtig carré. In het midden zag men,
bij het vaandel, den dapperen grijzen kolonel,
in zijn groen, met zilver bezet uniform. De
Koning kwam te voet, in zijn langzamen tred.
Hij droeg een uniform van Belgisch generaal,
in doffe kleuren, zonder versierlingen of plui
men. Officieren van alle wapens volgden hem.
Toen de trompetters zwegen, heerschte er
diepe stilte. Daarop hoorde men, dat de Koning
tot zijn troepen sprak. De jonge generaal is
geen redenaarhij zeide enkele eenvoudige
woorden, zonder stemverheffing, met een ge
dempte, doch flinke stem.
Terwijl hij sprak, met de hand op het ge
vest van den degen, de hielen tegen elkaar
geslagen, wierp hij zoo nu en dan een blik
op het kleine stukje papier, waar hij in het
kort zijn rede had opgeschreven.
De muziek zette de »Brabanfonne« in. De
Koning naderde het vaandel, gedragen door
een jong officier en hechtte aan den vergulde
knop een breed paars lint, met kruis van de
Leopoldsorde.
Daarna speldde de vorst op de borst van
den kolonel, van eenige officieren en soldaten
het »Ligioen van Eer* en de medaille mili
taire*, daarmee den wensch van den president
der Republiek vervullend, die hulde heeft
willen brengen aan het Belgische leger.
De troepen verzamelden zich daarop in de
omliggende straten. De Koning en zijn staf
stelden zich in een hoek van het plein op.
En plotseling klonk het »Sambre-et-Meuse«.
Het hart der Franschen klopte sneller.
De troepen defileerde voor den Koning.
Elke compagnies-commandant presenteert de
subel en de koning salueert eiken officier.
De laatste soldaat is voorbij. De dokters,
de aalmoezeniers ^n de ambulance-troepen
trekken op hun beurt voorbij.
De tonen van de »Sambre-et-Meuse« ster
ven weg. Wij keeren naar de werkelijkheid
terug, ontdaan van alle vertoon. Het 7e Bel
gische linie-regiment keert naar het front
terug, zonder muziek.
Alleen klinkt de sombere fanfare der ka
nonnen voort. Gepanserde auto's kruisen de
ambulance-wagens, de cavaleristen gaan en
komen door de nauwe straten.
Vluchtelingen kampeeren in de straten.
Belgische Helden.
De Belgen verdedigen de laatste vlerkante
K.M.'s van hun grondgebied met leeuwenmoed.
De vesting aan de Yser is sterker gebleken
dan Luik en Antwerpen. Deze vesting heeft
tot dusv ar het kleine stukje onafhankelijk
België beschermd. De hoofdstad er ran is
Veurne. Dezer dagen hielden Belgische helden
daar een intocht. Daarover schrijft men aan
de »Tel.c van Vlaamsche zijde:
Fe Veurne had een ontroerende plechtig
heid plaatsGe moet de Markt van dat
ranke fijne stadje kennen, een groot vierkant
plein, door trapgeveltjes omzoomd en waar
boven zoo kloek van uitdrukking 't Belfort,
de Walburgskerke en de St. Nicolaas-toren
verrijzen.