Gemengde Berichten. op ie volgen en weldra stonden wij aan den overkant aan de uiterste grens van de los- kaaien. Het eerst wat we daar zagen was een gedeelte van de hangars waarin een hevigen brand had gewoed, veroorzaakt door het ver branden van de benzine die daar door de Engel- schen eerst was opgeborgen en bij hun vertrek verbrand was. Daar achter stonden de ruïnen van de verbrande petroleumtanks. Meer naar achter zagen we nog vele onbe schadigde tanks, waarboven de Amerikaansche vlag woei. Zonder dat naar onze passen werd gevraagd passeerden we de Duitsche posten en kwamen we aan het station van het Land van Waes. Van daar uit gingen we op stap om de verwoestingen 7an het bombardement waar te nemen. Wij kunnen gelukkig zeggen, dat de loopende verhalen die ons eenige dagen ge leden bereikten, zeer veel overdreven waren. In de Kloosterstraat vonden wij het Hotel »Goedenmorgen« met nog drie huizen verbrand. Treurig was het op den hoek van de Volk straat waar een geheele blok er bij neer lag. Aan de Zuiderlei waren de prachtige heeren huizen van no. 21 tot 31 uitgebrand. In de V an Breestraat van af den hoek, waar een Engelsche vlag (waarschijnlijk van een consu- ltat gebouw) nog gedeeltelijk aan een balcon hing, waren tot aan no. 33 alle huizen totaal uitgebrand. Zoo vonden wij nog een kolosale ruïne aan de Schoenmarkt en de daar achterliggende Eiermarkt. Een vriendelijke en spraakzame Antwerpe naar deelde ons mede, dat over dit complex huizen reeds meer dan 25 jaar was »gezeverd« om het af te breken ter verbreeding van de daar liggende nauwe straten en pleintjes. Men was er nu in eens van af. Te Berghem moet de schade aan vernielde huizen groot zijn evenals te Stuivenberg. Maar onzen indruk was, in algemeenen zin genomen, dat in verhouding tot het vreeselijke bombar dement, de schade zeer gering te noemen is. Na het bezoek aan de ruïnes wandelden wij de Boulevards op en waarempel, daar hoorden wij het welbekende geklingel van rijdende trams de lijnen 1, 3 en 5 hadden den dienst hervat. Zoo naderden wij de Kiezerslei en de Midden statie, waar, behalve de vele Duitsche mili tairen, ook vele inwoners van Antwerpen, een druk verkeer te zien gaven. Vele café's werden door militairen en burgers druk bezocht en van de restauraties werd druk gebruik gemaakt. De Duitschers die in onze omgeving hun biertje of hun diné hadden gebruikt, betaalden met Duitsch geld, en vergaten daarbij het fooitje voor den kellner niet. Nu wij toch in de omgeving van den Dieren tuin waren, gingen wij eens informeeren hoe het daar gesteld was. Een beambte deelde ons mede, dat de gevaarlijkste roofdieren (ongeveer 25) waren doodgeschoten. Overigens was alles nog aanwezig en behouden. Het verkeer was gaandeweg nog meer toegenomen, verschillende winkels en lunch rooms waren geopend, waarvan dan ook druk gebruik gemaakt werd. En aan de midden statie kon men niet merken, dat men in een pas gebombardeerde stad was, van waar de bevolking voor het grootste gedeelte was ge vlucht. Veeleer kregen wij den indruk van een groote Duitsche garnizoensplaats. Opeens hoorden wij muziek en zagen een legercorps van ongeveer 2000 matrozen aan komen. In dat corps was een atdeeling matrozen te paard, een op motorfietsen en een op rijwielen. dig op het bekoorlijke jonge wezen, daarop gleed een lachje over haar gelaat, toen de muziek zacht aanhief: „En toen grootvader, grootmoeder nam." en haar beide bejaarde ouders onder de toe- jaichiog van het vroolijke gezelschap met langzame onderwetsche bewegingen begouuen te dansen de kleinkinderen sprongen jubelend achter hem aan en de jonge echtgenoot om armde zijn bevallige vrouw, terwijl hij haar lachend in het blozende, lieve gezicht zag. Boven de oude boomen gloeide het avondrood en wierp zijn laatste purperen licht op dat tooneel van geluk. Niet eeu van allen dacht er in de feestvreugde aan, dat daar boven twee van het sc ireien vermoeide oogen op al dit genot neerzagen en dat een krank, levend harte tot zichzelf sprak Mij was des levens zonneschijn ontzegd, 'k Heb slechts zijn bitterheid gesmaakt I Niet één uur van zoo onvermengde blijd schap en genot der jeugd kon zj in het boek harer herrinneringen als een bont blad tus- soheu zóó vele donkere opslaan. Arbeid en ontbering waren haar deel geweest en onwillekeurig rees de vraag in haar gemoed op: „Waarom, Heer? Wat deed ik, dat gj mj zulk een last oplegt Daar voeide zij heete druppels op haar hand en toen zij zich omkeerde, zag zj in tiet jeugdig beschreid gelaat van het meisje. Naar men ons mededeelde vertrek dit corps naar Zeebrugse. Na den inwendigen mensch in een restauratie wat te hebben versterkt, togen wij verder en' konden nog meer opmerken, dat Antwerpen herleefde. Toen we de Groenplaats passeerden was daar juist de stafmuziek van het 2e zeebataljon uit Wilhelmshaven aangekomen. Het plaatste zich voor bet ^>Hotel des Flandres«, waar het een matinee gaf voor den aldaar vertoevenden Admiraal en zijn gevolg. Het wemelde op de Groenplaats van Ant werpenaren, die op zijn Zondags gekleed aldaar een feestelijken indruk maakten. Wij wandelden de stad nog wat door en overal waren winkels en herbergen geopend en kwamen we reeds vele wandelende dames tegen. Aangezien wij voor den donker gaarne te St. Nicolaas wilden zijn maakten, wij onp op om den terugtocht te aanvaarden. Nog niemand had dien dag naar onze papieren gevraagd, maar aan de vuurwerkschool klonk bet »werda« van de Duitsche schildwachten, die onze passen wenschten te zien. Het Duitsche wapen scheen reeds voldoende, want van de rest namen ze geen notitie. Een heer die met hen samen op wacht was, deelde ons mede dat een comiteit van notabele ingezetenen uit Antwerpen was samengesteld om de terugkeerende Antwerpenaars te helpen en anderen tot terugkeeren te bewegen. Het was de heer G. Van Lemberghe, die onze medewerking verzocht om de nog in Holland verblijvende Belgen te zeggen, dat zij gerust konden terug keeren er was daar hoegenaamd geen gevaar meer van de Duitschers te wachten en het was ook in hun belang zoo spoedig mogelijk terug te keeren. Het veerbootje te Burcht lag juist gereed om te vertrekken toen wij er aankwamen en konden dus dadelijk inschepen. Toen we van wal staken, merkte de schipper een drijvend vaartuig van de Belgische genie op. Dit zou bij tegelijk met dit overzetje oppikken. Het vaartuig bleek in zinkenden toestand en de schipper nam het op sleeptouw, bracht het in een inham en zette ons toen aan wal. Van daar ging het weer per fiets naar St. Nicolaas. Onderweg kwamen wij veel vluchtelingen tegen, die weer huiswaarts keerden. Het waren heele karavanen met al hun hebben en houden, zooals we die ook door onze stad hebben zien trekken. Te Sr. Nicolaas vertoefden wij nog een paar uur tot de trein ons weer huiswaarts bracht. De toevoer van Belgische vluchtelingen is sedert eenige dagen van weinig beteekenis meer. Maar iederen dag komen nog van 50 tot 100 Belgische soldaten over de grens, die dan door onze grenswacht worden ontwapend en langs Ter Neuzen worden doorgezonden om te worden geïnterneerd. VV ij vroegen aan deze soldaten waar zij tbch van daan kwamen, daar er nu toch langs de Hollandsche grenzen niet meer gevochten wordt met de Duitschers. Het antwoord was verschillend. Het waren meest allen mannen, die hun vrouwen of familie die dicht aan de grenzen wonen hadden opgezocht en zich daar eenige dagen hadden schuil gehouden. Een hunner vertelde, dat hij eerst zijn aard appelen had uitgedaan en in de schuur opge borgen. De meesten hadden dan ook hun militair pakje niet meer aan maar waren in burger of werkmanstenu. Waarom schreit gij, mimi?" vroeg zj verschrikt. Ga naar beneden kind, dans, zing en wees vreolijk. Gij wordt treurig en bedroefd hier boven in de ziekenkamer." „Ach, laat mij bij u blijven, tante; ik wil niets hooren en zien van de vroolijkheid daar beneden het is m(j, als moest ik het uitschrei en van smart er verdriet." „Gij, mimi zeide de oude tante en zag ongeloovig naar het jonge kind in het witte, luchtige gewaad, maar toen zij het droevige gezichtje onder den bloeienden rozenkrans aanschouwde, vroeg zj onwillekeurig: „Wat scheelt er dan aan, kleine kan tante saeoline u helpen Eeu licht hoofdschudden vergezelde het antwoord. „Neen, tante, ik weet het immers zelf niet, het leven komt mjj zoo zwaar en eentonig voor, ik gevoel een onrust, ik zon over de bergen heen willen vliegen, omdat het mj tusschenbeide is, als zou het huis boven rnju hoofd instorten „Gevoelt gj u ziek, mimi?" „Ach neeD, tante heel gezond, ik heb reu zenkrachten," antwoordde zj, en schoof, als om het te bewjzen de dunne mouwen over de fijne armen omhoog. „Neen, dat is het niet, maar zie tante, het is bj ons altjd hetzelfde, het leven gaat zoo eentonig voorbij; als ik 's morgens wakker word, zou ik het liefst aanstonds weder de oogen sluiten Vele Belgische vluchtelingen uit Antwerpen en omstreken zijn reeds naar hun woonplaats teruggekeerd. Axel. Men kan het in onze gemeente goed zien, dat enkele duizenden Belgische vluchte lingen zijn doorgezonden en vertrokken, maar toch is het nog overvloedig druk in de straten. Vooral in den voormiddag, als het Antwerpsche comiteit in het café 's Lands Welvaren zitting houdt, is het daar iu de buurt een drukte van belang en kan men het zich best voorstellen, dat er alleen uit de Scheldestad een 900 hier verbljf houden, vrouwen en kinderen meege rekend. Er worden door dit comiteit boden uitgezonden naar Antwerpen"ooi te onderzoeken hoe daar de zaken staan en of het raadzaam is terug te keeren. Vele inwoners van het platteland keeren naar hunne dorpen terug om poolshoogte te nemen en, als het kan, daar te bijven. Als men ziet dat reeds zooveleii vertrokken zjn en dat onze straten nog zoo vol zjn, dan kan men zich een denkbeeld vormen, hoe groot het aantal moet geweest zjn van hen, die hier een toevlucht zochten en, gelukkig ook vonden. Donderdagavond is hier een groote lading leveDsmidde'en voor de arme vluchtelingen aangekomen, want, hoewel reeds velen dezer armsten der armen onze gemeente hebben verlaten, toch is de behoefte nog groot. Nog dageljks komen hier Belgische soldaten aan. Zij zien er veel frisscher en flinker uit dan hun kameraden, die hier Vrjdag en Zater dag arriveerden, daar de meesten van die laatst aankomenden enkele dagen bj hunne familie hebben doorgebracht, voordat zj zich over de Nederlandsche grens begaven. Eenige nieuwsgierigen onder onze burgerj, die ook wel eens Duitsche soldaten wilden zien, hebben de Belgische grensplaatsen bezocht met gunstig resultaat. Zj werden in 't geheel niet met formaliteiten lastig gevallen. Loods voor Bietentrausport. De minister van marine heeft op verzoek van het steuncomité voor de binnenschipperj kosteloos een loods beschikbaar gesteld ten behoeve van het bietentrausport van de Zeeuwsche eilanden naar Zeeuwsch-Vlaande- ren. Eiken dag zal een lange sleep bieten schepen met een loods de Wester-Schelde kunnen oversteken zonder gevaar te loopen van met mjnen in aanraking te komen of het gemis te voelen van de gewone be tonning. De kommies der belastingen 3e klasse A. Caljouw te Sas van Gent is benoemd tot kommies 2e kl. ingaande 1 Oct. j.l. De kommies der belastingen 3e klasse J. Babijn te Sluis is benoemd tot kommies 2e kl., ingaande 1 Oct. j.l. In Aardenburg is door een groot aan tal Belgische vluchtelingen, die bj particulieren, in kerken en scholen een onderdak vonden een begin gemaakt om naar hunne verschil lende woonplaatsen terug te keeren. Reeds zjn vele sedert Zaterdagmorgen vertrokken. Uit Oostburg is het volgende telegram gezonden aan onze Koningin Het gemeentebestuur van Maldegem. België, bidt Hare Majesteit, de uitdrukking te willen aanvaarden van zjnen vurigsten dank en van zjn diepe erkenteljkheid voor de vrjgevige herbergzaamheid welke zijne bedroefde mede burgers hebben genoten, tjdens hun verbljf in de gemeenten 7an Haar rjk. en slapen, altijd slapen, tot er iets beters kwam waarom zou men opstaan, om weder een dag te doorleven „En is dat al uw verdriet, kleine?" „Ach tante, stamelde bet meisje donker rood, hoe kunt g(j dat vragen, „ik - acli neen, ik en op eens stroomde een vloed van tranen uit haar oogen. „Wilt gij mjj het niet toevertrouwen vroeg de tante en streelde het hoofd van het meisje, dat zich in haar schoot verborgen had. „Acb, tante, ik kan niet, ik schaam m j en gj vertelt het toch weder aan moeder, eu dat mag niet, zeker niet, en vader mag het ook nog niet weten, „N en, ik beloof stilzwijgendheid, mimi; maar spreek nu en schrei Dief, anders komt er niets van het dansen beneden." „Ik wil volstrekt niet dansen, tante kaeo- line; ik dans met geen ander meer, ik ach tante, lieve tante, ik heb hem immers werkelijk zóó lief „Ei, ei, wat krijg ik daar te hooren mimi heeft reeds iemand, dien zjj genegen ia „Ach, tante karoline, verte! het niet verder „NeeD, mimi, als g j 't Diet wilt, maar waarom moet ik dan „Omdat w(j nog wachten moeten hij komt eerst over twee en een half jaar weder," zeide zij zuchtend. Namens het gemeentebestuur de burgemees ter Ch. Rotsart de Hertaing. Zondagmorgen is te Vlissingen door de marine sleepboot »Titan« aangebracht de bemanning van het Belgische lichtschip Wie lingen, Zaterdagavond tusschen 8 en 9 uur is het lichtschip vanaf de pier van Zeebrugge beschoten door de Duitschers. Ook ontploften in de buurt er van eenige drjvende mjnen. De bemanning verliet in eigen schip en werd door de Titan opgenomen. Het lichtschip ligt nu onbeheerd. Sinds Zaterdag rjdt de tram van Aar denburg naar Brugge weer, zulks met Duitsch verlof. De uit Albanië teruggekeerde kapitein der artillerie H. J. Verhulst is weder bj het leger hier te lande ingedeeld en wel bj het 2e reg. veld-artillerie. Moord. Zondagnamiddag werden justitie eu politie te Leeuwa rden gewaarschuwd, dat een tremmer bj de gasfaoriek een buurvrouw met een ines zou hebben doodgestoken. Het slachtoffer, vrouw Ds Jong, moeder van vier kinderen, zou van den dader lasterpraatjes hebbeu verspreid die hem zjn betrekking zou hebben gekost. Zaterdag had reeds een woordenwisseling hier over plaats gevonden, waarvan het slot was, dat de politie op verzoek vau de vrouw, een oogje in 'c zeil zou houden. Zondagmiddag ech ter werd de ruzie hervat. De dader ging met zjn zwager het huis waarin De Jong met zjn gezin woont, biunen. Iu het portaal trapten zj da deur van de door De Jong bewoonde kamer opeu. De tremmer trok een mes en bracht de vrouw een steek in de borst toe. Da getroffene liep de straat op en zakte daar ineen. Eenige burgers droegen baar een woning binnen, waar zj eenige oogenblikken later overleed. De dader werd aangehouden, legde een vol ledige bekentenis at en werd 10 het huis vau bewaring opgesloten. Ook werd zjn zwager aangehouden. Het vergaan van de „Automaat De firma Van der Meer en Van den Arend, te Rotterdam, aan wie het stoomschip »de Automaatbehoorde dat onlangs door het noodweer is vergaaD, heeft, nadat aan het be stuur van de zeeliedenvereeniging »Volbar- dmg« inlichtingen waren verstrekt omtrent den toestand der gezinnen van de omge komenen, schrifteljk aan de organisatie mede gedeeld dat er aan de gezinnen een uitkeeriug van een jaar gage zal plaats hebben, boewei do oorzaak van de schipbreuk niet aaD de oorlogsomstandigheden schjnt te wjten te zijn. In de »Uitkjk«, het orgaan der Volhar ding*, wordt deze daad der firma met waar- deermg vermeld. Branden. Te Koudekerk is Vrjdagavond door onbe kende oorzaak b and uitgebroken in een turf- loods, behoorende bj de steenfabriek van den beer A. Dorrepaal. In het gedeelte waar de braud woedde, waren 400,000 ongebakken stee- uen opgetast, welke waren afgedekt met riet matten, zoodat het vuur voedsel genoeg vond en de brand niet kon worden bedwongen. Ge lukkig bteef het gedeelte waarin de turf op geslagen was, gespaard. „Waar is bij dan, mimi?" „O, waar hij nu is dat weet ik niet, tante hij is stuurman op de „Regina," en de „Ragina" is een groot schip, dat op Wesr-Iodië vaart. Dat is het juist, lieve tante, dat ik volstrekt niets van hem hoor, dat ik Diet weet, of iij ooit terugkomt, bj ieder windvlaag, die over oDze bergen giert, moet ik aan de door storm opgezweepte zee denken, die zjn schip als een bal heen en weder slingert; halve nachten zit ik en zoek op de kaart, waar hj wel vertoeven mag; zeg, lieve tante, moet ik niet bedroefd wezen „Neen, mimi, neen, gj moet God danken, dat gj bezorgd voor hem moogt zjn, dat gj voor hem bidden kuut en hem met uw ge dachten vergezellen, dat is reeds een groot voorrecht. „Wat heeft tante gusta het toch goed, bj mj vergeleken riep het jonge meisje, zonder acht te geven op tantes hartelijke woorden en sloeg haar handen voor het blozende gelaat. „Meu moet niet zien op wie gelukkiger zjn mjn kind" iriaar op hen, die meer lasteu en komaur te dragen hebben dan wj. Gj zjt jong. gezond eu koestert een gelukkige liefde in uw hart; dat is alles, wat gtj op aw leef- tjd kunt v rlai.gen. Als gj over hem beangst z'jt, dan is dat een go-^de zorg, die bj ieder geluk wordt gevo >gd, als een korreltje zont m de si jzen, opdat uet jdele menschenhart de vreugde leer verdragen. (Wordt vervolgd.) oo

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 2