Vrijzinnig Niouws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. ggoisme cn landsbelang. Bezuiniging. JOHANNES GEMEENTERAAD. No. 2512. Woensdag 7 October 1914. 25e Jaargang FEUILLETON. len eld ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bjj alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. a Telef. Intere. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 sent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant Woeusdag- en M. DE .TON».. De Burgemeester van TER NEUZEN vestigt de aandacht der ingezetenen op de wenscheljjkheid, in het belang der volksgezond heid, de melk vóór het gebruik te koken. Ter Neuzen, den 6 October 1914. J. HUIZINGA, Burgemeester. BEKENDMAKING. De Burgemeester van Ter Neuzen maakt ter voldoening aan de missive van den Luitenant- Kolonel, Commandant van Zeeuwsch Vlaanderen bekend dat het dragen van distinctieven, waaruit de sympathie Voor de eene of andere oorlogvoerende mogendheid zou blijken verboden is. Ter Neuzen,, den 6 October 1914. De Burgemeester voornoemd. J- HUIZINGA. Dat de huidige regeering voor geene ge makkelijke taak staat, hebben we reeds eenige malen aangetoond. Behalve de mobilisatiemaatregelen, de po gingen om crisissen op verschillend gebied te bezweren, moet ze ook naar buiten- en binnenland kijken voor de handhaving onzer neutraliteit. Om Engeland en Frankrijk minder voor wendsel te geven onze schepen aan te houden en gedeeltelijk ook, om in ons land de artikelen te behouden, waarvan nu juist geen overvloed aanwezig is, heeft de regeering op verschillend gebied den uitvoer verboden. Toch trachtten handelaars, alleen op eigen voordeel bedacht en niet achtende het gevaar, waarmede zij hun land en volk bedreigden, dit uitvoerverbod te ontduiken. Een uitgebreide smokkelhandel had aan onze oostgrens plaats. Maar onze regeering laat niet met zich spotten. Ze heeft, om dit gevaarlijke euvel te fnuiken, onze Oostelijke provinciën in oorlogsstaaf verklaard. En zelfs heelt de regeering nu onze groote handelssteden met den staat van beleg be dreigd. ..Die krachtige houding verwerft sympathie by ieder, die het landsbelang niet onderge schikt wil zien gemaakt aan de persoonlijke voordeelen van enkelen. De Gelderlander (R.-K.) zegt ervan »Wij kunnen het niet anders dan toejuichen dat de Regeering op strenge maatregelen be dacht is voor het geval haar waakzame voor zorgen door roekelooze winzucht van de han delswereld mochten verijdeld of tegengewerkt worden. De veiligheid van het vaderland gaat nu vóór alles, ook vóór handelsbelangen. Wat toch beteekenen eenige oogenblikkelijke voor deelen voor enkelen tegenover het groote nadeel voor allen, dat gelegen zou zijn in het uit breken van vijandelijkheden, waardoor onze heele handel vernietigd zou worden Ook de Amsterdammer schrijft over deze zaak en deze drukt zich Dog wat sterker uit. Dit blad zou het een schande vinden, als de regeering om het egoïsme van enkele koop lieden te bestraffen, verplicht zou zijn over te gaan tot den staat van beleg onzer haven steden. Verder gaande, zegt het blad: »0nze Regeering en ons volk houden zich in deze dagen van nationalen druk en groote spanning kranig; maar zulke lui (bedoeld worden de bewuste handelaars, Red.) houden alleen rekening met hun eigen belang en zouden ons land daarmede in de grootste ongelegenheid kunnen brengen. »Juist de tijden van verschikking en be nauwdheid geven vaak de eenheid der natie en de trouw der burgers op haar schoonst te zien. «Maar zulke eigenlievende» kooplieden zijn bezig in de geschiedenis van de economische crisis van 1914 een zwarte bladzijde te schryven.» Gelukkig is de regeering ook tegenover hen krachtig en waakzaam. En zoowat ons geheele volk staat vertrouwend en tot steun gereed, achter haar. Toen hy eindelijk door de tuindeur het plein betrad, was alles stil eo donker in het rond, alleen viel door bet jonge, zachte groen der ééne linde een helle lichtstraal uRsuse's spiegelblanke keuken. In het kamertje zijner moeder was het echter nog donker en toen hy eindelijk in den leunstoel by het raam zat zeide de oude vrouw zacht „Suse was hier, gy moest morgen by de burgermeestersvrouw komen eten, johannes; suse is zeer voorkomend geworden en heeft beleefd haar boodschap gedaan „Mevrouw de bnrgemeestersweduwe laat vragen of zjj de eer mag hebben, dat de doctor morgen middag een bordje soep by baar wil gebruiken, merkt gy dat wel johannes? Zij zal het ook wel weten, dat gy een geleerd man zyt geworden en een boek geschreven hebt, dat in alle dagbladen geprezen wordt." „Moeder, dat hebt gy suse toch Diet ver teld vroeg üy gemelijk. „De hemel beware, ik bad het al te graag gedaan, maar gy hadt het my verbodennn, Het behoeft wel geen betoog, dat de vreeselijke crisis, die wij doormaken, breede kringen onzer bevolking tot bezuiniging nood- zij zullen het ook wel vernomen hebben. Weet gy, johannes, nu zeg ik ook, bet was toch eeD geiuk, dat gy toen uit den lindeboom gevallen zyt." „Ja, het was myn geluk herhaalde hy de toon klonk byna dankbaar, en „morgen voegde hy er nog zachtjes bij. Boven in de gezellige kamer met de luch tige tulen gordijnen, de sierlijke ouderwetsche meubelen en het groote met groene gordijnen behangen ledikant ging de bewoonster ruste loos op en neer. De blauwe oogen hadden geweend, bitter geweend, en nog rolden de droppels over de bleeke wangen. „Acb, almachtige God!" fluisterde zjj, „daaraan had ik immers niet gedacht, toen ik hem zeide, dat ik hem altijd lief zoo hebben" Er werd zacht aan de deur geklopt en suse s oud gezicht onder de helderwitte muts zag naar binnen. „Ik breng de vlierthee, freule," zeide zjj, „daar, drink eens, dan zal de boofdpjjn beter worden ja als men om dozen tjjd tot 's avonds laat in den tuin bljjft, is het geen woüder als meD een verkondheid opdoet." „Suse," verzocht bet jonge meisje, terwjjl zjj zich omkeerde, zoodat zjj met den rug naar de brandende kaars op de tafel stond „ga daar op dien stoel zitten, suse, en zeg mjj dan eens herinnert gjj u den dag nog toen johannes uit den lindeboom viel?" zaakt. Misschien 90 °/g der zakenmenschen heeft zyn inkomen zien verminderen. Al wat naar luxe zweemt, wordt door duizenden thans nagelaten Bezuiniging is de leus voor du meesten. Ook voor staat, provincie en gemeente geldt als wachtwoord, dat alle niet zeer nood zakelijke uitgaven geschrapt moeten worden. Op de Staatsbegrooting zullen tal van posten verdwijnen, die betrekking hebben op subsidiën voor tal van vereenigingen, voor herstel van monumenten enz. Terloops merken we hierbij op, dat wij het ten zeerste zouden betreuren, als ook die posten werden teruggenomen, die tot wei k\erschafïing kunnen leiden of waardoor eindelijk voldaan wordt na jarenlangen strijd aan de behoeften van meerder onderwijs 'in streken, waar inrichtingen voor middelbaar- of vakonderwijs nog steeds ontbreken. Deze uitgaven zijn zoo dringend noodig, dat wij ze met leedwezen van de begrooting zouden zien verdwijnen. Dat de regeering bezuinigt op al, wat uitstel kan lijden, is te begrijpen en te prijzen. Wij hopen, dat de regeering een stap ^verder zal gaan en zal overwegen, of in den staatsdienst niet aanmerkelijke besnoeiing kan plaats hebben. Dat geldt in de eerste plaats den huishoudelijken dienst der depar tementen. Om slechts een staaltje te noemen, het zoo genaamde »reistarief« vereischt dringend her ziening. Thans zijn de Staatsdienaren ingedeeld in vijf klassen. Voor elke klasse is een afzonder lijke vergoeding van verblijfkosten vastgesteld, varieerende van J 10 tot 3 per etmaal. Wat het reizen betreft, de overgroote meerderheid dei departementale ambtenaren reist bij dienst reizen eerste klas. Van de 100 reizenden de- clareeren er minstens 70 vrachtprijzen eerste klas. Daaronder zijn tal van menschen, die op een uitstapje, dat zij zelf moeten bekostigen, een kaartje 3e klas nemen, doch voor rijks- ïekening le klas reizen. Met examencommissies is het geval juist hetzelfde. Zelfs gebeurde het voor een paar jaar, dat leden van een examencommissie tezamen 2900 moesten teruggeven wegens te hoog gedeclareerde reis kosten. Maar honderden anderen gaan vrij uit. Waarom kan eindelijk eens niet worden bepaalJ, dat slechts de hoogste ambtenaren eerste klas mogen reizen Was dit vanaf 1884, toen het luxueuse reistarief werd ingesteld' bepaald, dan had het rijk in die jaren meerdere millioenen bespaard Een nieuw 'reistarief was verleden jaar al sinds drie jaar op het depar tement van finantiën in onderzoek. Wij hebben niet vernomen, dat het thans is ingevoerd. Wel weten wij, dat de bezwaren ertegen inder tijd van Oorlog kwamen, omdat piepjonge tweede-1 uitenants dan tweede klas zouden hebben moeten reizen. De regeling der verblijfkosten eischt even eens dringend herziening. Afwezigheid van meer dan 6 en minder dan 12 uur geeft recht op vergoeding over een halve etmaal, dus f 5 (lste klas) tot 1.50 (5e klas). Van 12 tot 24 uur wordt voor een vol etmaal gerekend en geeft recht op 10 (le klas) tot 3 (5e klas) vergoeding. Voor elk verder deel van den dag, zelfs een half uur, komt er dan nog een halve etmaal bij. Nu is het een zeer verklaarbaar verschijnsel, dat ieder reizende, om te beginnen, tracht'meer dan 6 uur weg te blijven. Reisjes van 9 tot half 4, of van 10 tot 5 komen bij honderden voor. Telkens wordt dan een halve etmaal gedeclareerd en meestentijds is slechts een kleinigheid uitgegeven. Wie er kans toe ziet, blijft iets langer dan 12 uur afwezig. Dat geeft een vol etmaal (b.v. voor de 3e klas 6) terwijl misschien nog niet eens de helft is uitgegeven. Ook de langere reizen worden op het voordeeligst ingericht. Jaarlijks komen voor al deze reisjes tienduizenden declaraties bij de Rekenkamer in. Wanneer men aan bezuiniging denkt, mag aan deze uitgaven wel in de eerste plaats eens aandacht worden geschonken. De heele huishoudelijke dienst der departementen is naar veler meening op veel te weelderigen voet ingericht. Dit jaar zullen de gewone algemeene be schouwingen op politiek gebied achterwege blijven. De Kamer vindt dus wel gelegenheid deze quaesties eens grondig te bekijken. Een parlementaire Enquête is o.i. het doeltreffendst middel om bezuinigingen te treffen, die feitelijk reeds lang getroffen hadden moeten worden Wanneer men bedenkt, dat nuttige uitgaven achterwege moeten blijven, zal men erkennen, dat er zeker alle reden is den huishoudelijken dienst der departementen aan een parlementaire enquête te onderwerpen. „Wel zeker, zou iets vergeet men niet, freule." „Ik bid n, vertel my nog eens uitvoerig.1 „Ei, beere jemenie, gy zyt er by geweest freule, en hebt uren lang geen woord kunnen spreken van de schrik en ontzetting." „Hoe kwam het toch, suse, dat hij naar boven klom „Hoe hel kwam? hm" zeide de oude ver- legen „hm, gij had uw bonten hoepel naar boven gegooid, die was in den top blyven hangen en johannes wilde hem halen." „Wilde hem halen, suse?" „Hm ja ik geloof, zoo was het; maar wat zou dat? Naar beneden gevallen is hy nu eenmaal en, zoo als altyd gezegd werd, het is zijn geluk geweest het moest zoo zyn, deDk ik altyd. Als hij zyn gezonde lede maten behouden had dan zou hy u misschien by gelegenheid een paar schoenen aanmeten, maar zat niet morgen in de zijkamer naast de burgemeestersvrouw; wat zoo heeft moeten wezen." „Zoo, suse?" de tengere gestalte van het meisje had zich eensklaps opgericht. „Nu zal ik u nauwkeurig zeggen, hoe het was. Jo hannes wilde deD hoepel niet halen hy wist, dat de zwakke takken boven hem niet konden drageu, maar ik dom, eigenzinnig ding, Ik heb geschreid, gejammerd en gebeden, tot hy naar boven klom en daarna als een arme kreupele op de steenea lag.— Ik had een gelukkig kind kunnen zjjn hier in het oude huis; mij ontbrak wel is waar de liefde myner ouders, maar zy werd mij rykelyk vergoed door grootmama ik had een ge lukkig kind kunnen wezen, suse, maar net beeld van den armen jongen verliet my niet meer. Ik weet. gy hebt 't nooit verteld, dat hy eerst op mijn smeken en klagen naar boven is geklommen; ik heb het eveneens verzwegen, en hij hij moest niet zyn, die hy is, zoo or ooit eon woord van over zijn lippen was gekomen. Maar als een spook heeft het my vervolgd gedurende al de jaren myner kindsheid ik droomde 's nachts van 1en armeD, bleeken jongen met zyn kruk, en daags weende ik, als ik er aan dacht; als ik naar buiten ging om met de vroolyke schare te spelen, vergalde deze, herinnering mijn blydschap; ik wist immers, dat er een te huis zat, dien ik aan het ziekenvertrek geketend, alle vreugde der jeugd ontuomen heb als ik door den tuin liep en gy mij wild en ongemanierd noemdet, dan was het die herinnering, dat besef myner schuld, die „Maar, freuleviel de oude vrouw het opgewonden meisje in de rede, „wat scheelt u toch Gy waart een kind, wel een eigen zinnig kind, maar wie zou u daarvoor aan sprakelijk rekeoen „Niemand, suse, maar het is verschrikkelijk, het is te vreeselyk!" En terwyl zy beide I Qg- TER HIEEZENSCB VOLKSBLAD. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Donderdag den 8 October 1914, des voormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 5 October 1914. De Burgemeester voornoemd J. HUIZINGA. 6) «aaammimi li 111111111 maoaag?»,)1MII

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1